Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Kanton
VONNIS inzake:
de stichting
PATRIMONIUMS WONINGSTICHTING TE DELFSHAVEN,
gevestigd te Rotterdam,
eiser bij dagvaarding d.d. 20 februari 2007,
gemachtigde: mr. R.A. Veldman,
t e g e n :
mevrouw
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
verschenen bij de heer [gemachtigde] (volmacht).
Partijen worden aangeduid als “PWS”, respectievelijk “[gedaagde]”, tenzij anders is vermeld.
1. De procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
1. dagvaarding met producties,
2. conclusie van antwoord met producties,
3. tussenvonnis d.d. 3 april 2007,
4. akte PWS,
5. akte [gedaagde],
6. tussenvonnis d.d. 24 juli 2007.
Ingevolge de beide tussenvonnissen hebben twee comparities van partijen plaatsgevonden in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De tweede comparitie heeft plaatsgevonden in de woning van [gedaagde]. De griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.
2. De vaststaande feiten
2.1. Ingevolge een schriftelijke overeenkomst huurt [gedaagde] van PWS de zelfstandige woning aan de [locatie] te [woonplaats] met ingang van 22 november 2005. In de tegelijkertijd door [gedaagde] ondertekende akkoordverklaring is onder andere het volgende opgenomen:
“Verklaart akkoord te gaan met het niet plaatsen van schotelantenne(s) - of andere varianten - te plaatsen op of aan het gehuurde (gevels, balustrades, daken etc.), met welke montagevorm dan ook. Een alternatieve vorm van plaatsing is slechts mogelijk na een schriftelijke aanvraag van huurder. PWS verstrekt dan de bindende voorwaarden waaronder deze plaatsing is toegestaan. Huurder informeert PWS uiterlijk 3 dagen na plaatsing met een schriftelijke gereedmelding waarbij inspectie mogelijk wordt gemaakt. Indien er toch een schotelantenne wordt geplaatst zonder uitdrukkelijke toestemming van PWS, zal PWS opdracht geven deze te verwijderen. De kosten zullen voor rekening van de huurder komen.”
2.2. PWS heeft Voorwaarden voor plaatsing van een schotelantenne ontwikkeld. Van belang zijn de volgende voorwaarden:
“De schotelantenne mag niet aan de gevel of op het dak geplaatst worden.
De schotelantenne dient op een statief of betonnen voet, binnen het balkon geplaatst te worden (dus los van het balkonhek) of op een statief in de tuin.
De totale hoogte van statief en schotelantenne mag niet meer dan 1.80m zijn.”
2.3. Zonder toestemming te vragen heeft [gedaagde] een schotelantenne geplaatst. Deze voldoet niet aan de voorwaarden. De schotel is op een te hoog statief geplaatst en steekt boven het dak uit. Zij is bovendien te groot. Ondanks sommatie wordt de schotel niet verwijderd.
3. De vordering
Deze strekt ertoe dat [gedaagde] de schotel moet verwijderen en verwijderd dient te houden, zulks op straffe van een dwangsom, een en ander met nevenvorderingen.
PWS legt, naast de vaststaande feiten, hieraan de volgende argumenten ten grondslag:
1. [gedaagde] heeft geen toestemming gevraagd,
2. haar schotel voldoet niet aan voormelde Voorwaarden,
3. deze schotel belemmert de uitvoering van het beleid van PWS, bestaande uit het fasegewijs opknappen van haar wooncomplexen,
4. als [gedaagde] de schotel zou mogen behouden levert dit een precedent op,
5. de schotel van [gedaagde] is goed zichtbaar, zowel vanaf de straat als vanuit andere appartementen,
6. als [gedaagde] zich conformeert aan de Voorwaarden is er geen beletsel om toestemming te geven voor het plaatsen van een schotelantenne, waarmee zij de gewenste zenders kan blijven ontvangen,
7. [gedaagde] kan tevens via andere media, maar ook met digitale televisie van UPC, Turkstalige zenders ontvangen. Dat kan trouwens ook door middel van het Internet.
4. Het verweer
Dit strekt tot afwijzing van de vordering.
De verweren van [gedaagde]:
ad 1: inderdaad is geen toestemming gevraagd,
ad 2: inderdaad voldoet de schotel niet aan de voorwaarden. Probleem is namelijk dat alle schotels op de balkons gericht zijn in oostelijke richting om een gunstige ontvangst te realiseren. Gelet op de ligging van haar flat gaat dat niet. Vandaar dat haar schotel boven het dak uitsteekt. Als dat niet het geval zou zijn, is de ontvangst zeer slecht. Kortom: zij heeft een andere positie dan de overige schotelbezitters in haar complex die zonder problemen de schotel op het balkon kunnen plaatsen,
ad 3: PWS laat nogal wat steken vallen wat betreft het goed verhuurderschap. Waarom pakt zij niet dringender zaken aan?
ad 4: gelet op de problemen met de ontvangst is dat niet correct,
ad 5: niet waar. Je moet echt naar boven turen, door het gebladerte van twee hoge bomen heen kijken, wil je de schotel kunnen waarnemen,
ad 6: maar dan heeft zij zeer slechte ontvangst,
ad 7: [gedaagde] heeft een bijstandsuitkering en een jong kind om op te voeden. Zij heeft geen geld om een computer aan te schaffen of een UPC-abonnement. Via de schotel heeft zij wel honderd Turkstalige zenders en via UPC ongeveer drie. Bovendien heeft zij niets met computers.
5. De beoordeling
5.1. In strijd met voormelde Verklaring heeft [gedaagde] geen toestemming gevraagd aan PWS om een schotel te mogen plaatsen. Dit betekent dat [gedaagde] jegens PWS toerekenbaar te kort is geschoten. Blijkens hun stellingen hebben partijen er belang bij dat er een oordeel wordt gegeven over de vraag of PWS terecht haar toestemming achteraf, dat wil zeggen nadat zij geconfronteerd werd met de plaatsing, heeft onthouden.
5.2. De kantonrechter onderschrijft het belang van PWS bij het voorkomen en het de terugdringen van wildgroei van schotelantennes. Dit beleid werpt ook vruchten af, zo is bij de bezichtiging gebleken. Het onderhavig complex ziet er netjes uit terwijl een belendend complex een wirwar van schotelantennes laat zien, vaak bevestigd op plekken die niet deel uitmaken van het gehuurde.
5.3. Door erkenning dan wel onvoldoende betwisting dient er van uit te worden gegaan dat de plaatsing van de schotelantenne op het balkon niet tot een goede ontvangst leidt. Gelet op de situatie ter plekke kan er van uit worden gegaan dat het uitsteken boven de dakrand de enige mogelijke positie van de schotelantenne is die een goede ontvangst waarborgt. Daarnaast heeft de kantonrechter het hoofd in de nek moeten leggen om vanaf de straat de schotelantenne door het struweel van de bomen heen te kunnen zien. Vanuit andere appartementen van hetzelfde complex is de schotelantenne niet zichtbaar.
5.4. Wat betreft de andere mogelijkheden van [gedaagde] om Turkstalige informatie tot zich te kunnen nemen, wordt het volgende overwogen. PWS miskent dat er nog een grote groep mensen is die niet vertrouwd is met Internet. Uit vrij opvraagbare gegevens van het CBS (zie statline.cbs.nl) blijkt dat in 2006 circa 20% van alle huishoudens in Nederland geen toegang heeft tot Internet. Niet kan worden gezegd dat Internet bevolkingsbrede dekking heeft zodat ook niet in het algemeen kan worden gesteld dat Internet (of livestream televisie) een toereikend alternatief vormt. Een en ander nog daargelaten dat aanschaf van computer en abonnement ten behoeve van Internetaansluiting voor een eenoudergezin dat leeft van een bijstandsuitkering bijzonder begrotelijk is. Het is bovendien duurder dan de eenmalige aanschaf van een schotelantenne.
5.5. Kranten, tijdschriften, radio, het huren van films e.d. vervangen niet het medium televisie wat betreft de vrijheid zich te informeren als bedoeld in artikel 10 EVRM . Deze media missen de combinatie van beeld, geluid en actualiteit.
5.6. PWS stelt dat [gedaagde] zich kan abonneren op UPC. Zij ontvangt dan een handjevol zenders terwijl zij met de schotelantenne vele tientallen zenders kan ontvangen, zoals ter zitting is gedemonstreerd. Overwogen wordt dat artikel 10 EVRM niet impliceert dat [gedaagde] in staat moet worden gesteld zoveel mogelijk Turkstalige zenders te ontvangen. Drie zenders komt, in combinatie met de hiervoor onder 5.5. aangeduide media, neer op een redelijk informatieaanbod in de zin van dit verdragsartikel. De opvatting dat een enorme keuzemogelijkheid prettiger is dan slechts drie zenders is geen rechtens waardeerbaar belang.
5.7. De belangenafweging valt echter uit in het voordeel van [gedaagde], op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen, met name de positie van het appartement van [gedaagde] en de omstandigheid dat de schotel vanaf de straat niet goed waarneembaar is. PWS heeft alle recht om voormelde regels te stellen ten behoeve van haar alleszins nastrevenswaardige doelen, maar in dit concrete geval dient een uitzondering gebillijkt te worden.
5.8. De overige stellingen van partijen behoeven niet te worden besproken.
5.9. Gelet op de aard van het dispuut wordt aanleiding gezien te bepalen dat partijen de kosten voor eigen rekening dienen te houden.
6. De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vorderingen af,
bepaalt dat partijen de kosten voor eigen rekening houden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.