Uitspraak

RECHTBANK TE ROTTERDAM

Meervoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

Reg.nrs.: TELEC 04/3422 - WILD

TELEC 04/3424 - WILD

TELEC 04/3426 - WILD

TELEC 04/3428 - WILD

Uitspraak

in de gedingen tussen

Vodafone Libertel N.V., gevestigd te Maastricht, eiseres,

gemachtigde mr. P. Wit, advocaat te Amsterdam,

en

het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, verweerder,

gemachtigde mr. E.J. Daalder, advocaat te Den Haag,

met als derdebelanghebbenden:

in zaak 04/3422: KPN Telecom B.V. (hierna: KPN), gevestigd te Den Haag,

gemachtigde mr. P.V. Eijsvoogel, advocaat te Amsterdam.

in zaak 04/3424: Tele2 Nederland B.V. (hierna: Tele2), gevestigd te Amsterdam,

gemachtigde mr. E.F. van Hasselt, advocaat te Den Haag;

in zaak 04/3426: MCI Nederland B.V. (hierna: MCI), gevestigd te Amsterdam,

gemachtigde mr. P. Burger, advocaat te Amsterdam;

in zaak 04/3428: Versatel Nederland B.V. (hierna: Versatel), gevestigd te Amsterdam,

gemachtigde mr. P. Burger, advocaat te Amsterdam;

1. Ontstaan en loop van de procedures

Bij besluit van 10 september 2002 heeft verweerder op verzoek van KPN het maximaal redelijk gemiddeld mobiele terminating acces (hierna: MTA) tarief vastgesteld dat door eiseres in rekening mag worden gebracht bij KPN voor het op het netwerk van eiseres termineren van telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van KPN.

Bij besluit van 23 september 2002 heeft verweerder op verzoek van Tele2 het maximaal redelijk gemiddeld mobiele terminating acces (hierna: MTA) tarief vastgesteld dat door eiseres in rekening mag worden gebracht bij Tele2 voor het op het netwerk van eiseres termineren van telefoonverkeer dat origineert op het virtuele mobiele netwerk van Tele2.

Bij besluiten van eveneens 23 september 2002 heeft verweerder op verzoek van (respectievelijk) MCI en Versatel de MTA-tarieven vastgesteld die door eiseres in rekening mogen worden gebracht bij (respectievelijk) MCI en Versatel voor het op het netwerk van eiseres termineren van telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van (respectievelijk) MCI en Versatel.

Tegen de besluiten van 10 en 23 september 2002 heeft eiseres bezwaar gemaakt.

Bij besluiten van 6 oktober 2004 heeft verweerder de bezwaren van eiseres gegrond verklaard en de maximaal redelijk gemiddelde MTA-tarieven die door eiseres in rekening mogen worden gebracht bij (respectievelijk) KPN, Tele2, Versatel en MCI opnieuw vastgesteld.

Tegen deze besluiten heeft eiseres bij brieven van 17 november 2004 beroep ingesteld.

De gedingen zijn, gevoegd met 20 andere zaken die betrekking hebben op de MTA-tarieven, behandeld ter zitting van de rechtbank op 15 juli 2005. Eiseres heeft zich bij die gelegenheid doen vertegenwoordigen door haar gemachtigde en zijn kantoorgenoot mr. R.H.G. Klatten. Voor verweerder zijn verschenen mr. J. Bootsma en mr. A.Th. Meijer, advocaten te Den Haag. Voor KPN is haar gemachtigde verschenen. Versatel en MCI hebben zich bij die gelegenheid doen vertegenwoordigen door hun gemachtigde en zijn kantoorgenote mr. Q.J. Tjeenk Willink. Voor Tele2 is, zoals tevoren bericht, niemand verschenen.

2. Overwegingen

Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat verweerder niet bevoegd zou zijn de hoogte van de MTA-tarieven te bepalen.

Eiseres heeft echter ook verklaard zich te kunnen verenigen met de hoogte van de door verweerder vastgestelde MTA-tarieven. Zij heeft daaraan toegevoegd dat zij in de toekomst de vrijheid wil behouden om haar tarieven vast te stellen.

De rechtbank stelt vast dat de bestreden besluiten eiseres niet de mogelijkheid ontnemen om in de toekomst met andere partijen te onderhandelen over de hoogte van de MTA-tarieven en eventuele geschillen daarover aan verweerder voor te leggen. Verweerder is alsdan niet gebonden aan zijn in de bestreden besluiten neergelegde opvattingen en evenmin aan rechterlijke oordelen daaromtrent.

Nu eiseres zich voorts met de thans door verweerder bij de bestreden besluiten vastgestelde tarieven kan verenigen, stelt de rechtbank vast dat enig procesbelang voor eiseres ontbreekt.

Haar beroepen zijn derhalve niet-ontvankelijk.

Voor een veroordeling in de proceskosten is geen aanleiding.

3. Beslissing

De rechtbank,

recht doende,

verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt als voorzitter en mr. P. Vrolijk en mr. F.J. de Vries als leden.

De beslissing is, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Groenewoud als griffier, uitgesproken in het openbaar op 25 augustus 2005.

De griffier: De voorzitter:

Afschrift verzonden op:

Partijen kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-Gravenhage. De termijn voor het indienen van het beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van deze uitspraak is verzonden.