Uitspraak
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Almelo
Zaaknummer: C/08/310826 / JE RK 24-342
Datum uitspraak: 27 februari 2024
Beschikking spoedmachtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
de gecertificeerde instelling,
gevestigd te Hengelo (O),
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2024 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[moeder] ,
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: drs. mr. F. Pool.
De kinderrechter merkt als informant aan:
[vader] ,
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] .
1 Het verloop van de procedure
1.1.Op 27 februari 2024 heeft de GI telefonisch verzocht om een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing te verlenen met betrekking tot [minderjarige] .
1.2.
De kinderrechter heeft de beslissing aan het eind van het telefoongesprek om 13:00 uur uitgesproken.
2 De feiten
2.1.De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft ten tijde van de indiening van het verzoek op de kraamafdeling van het [ziekenhuis] in [plaats] .
2.3.De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beslissing van 7 februari 2024 de toen nog ongeboren [minderjarige] onder toezicht gesteld van de Stichting Jeugdbescherming Overijssel voor de duur van een jaar met ingang van 7 februari 2024 tot 7 februari 2025.
3 Het verzoek
3.1.De GI verzoekt met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing voor [minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van twee weken en aansluitend voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
4 De beoordeling
4.1.Uit het mondelinge verzoek blijkt dat het vooralsnog dringend en onverwijld noodzakelijk is dat voor [minderjarige] met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing wordt verleend. [minderjarige] verblijft op de kraamafdeling van het [ziekenhuis] in [plaats] . Met moeder waren veiligheidsafspraken gemaakt en kaders gesteld op basis waarvan [minderjarige] , zodra hij geboren was, thuis zou kunnen wonen. Onder andere is als voorwaarde gesteld dat moeder geen drugs gebruikt en dat bij moeder en [minderjarige] , zodra hij is geboren, urinecontroles worden afgenomen. [minderjarige] is op [geboortedatum] 2024, na een geplande bevalling, geboren in het [ziekenhuis] in [plaats] . Direct na de bevalling was de urinecontrole van moeder positief. Moeder heeft aan de maatschappelijk medewerkster van het [ziekenhuis] meegedeeld dat zij één tot twee jointjes per dag rookte tijdens haar zwangerschap. Hiermee brengt moeder, tegen de gemaakte veiligheidsafspraken in, [minderjarige] zijn veiligheid en gezondheid ernstig in gevaar. Bij moeder is een terugkerend patroon te zien welke ook zichtbaar was bij [minderjarige] zijn (half)broers. Moeder maakt verkeerde keuzes en is niet in staat gebleken te veranderen. De samenwerking met de GI gaat moeder niet aan en zij is niet eerlijk over haar situatie richting de GI. De keuzes van moeder zijn niet in het belang van [minderjarige] en daarom zal een andere woonplek voor hem moeten worden bepaald.
4.2.
Het verhoor van de vader, de moeder en de GI kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige] , omdat moeder zich niet aan de veiligheidsafspraken houdt.
4.3.
De vader, de moeder en de GI worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde mondelinge behandeling.
4.4.
In afwachting van deze zitting zal de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van twee weken worden verleend. Verdere beslissingen op het verzoek zal de kinderrechter pas nemen nadat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
5 De beslissing
De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van twee weken met ingang van 27 februari 2024 tot 12 maart 2024;
5.2.verklaart de beschikking met betrekking tot de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
houdt iedere verdere beslissing op het verzoek van de GI aan tot de mondelinge behandeling op maandag 4 maart 2024 om 15:00 uur in het gerechtsgebouw te Almelo, Egbert Gortertraat 5, tot het bijwonen waarvan de belanghebbende die een afschrift van deze beschikking ontvangen hierdoor worden opgeroepen. De vader wordt, als informant, door de griffier per brief opgeroepen.
Deze beslissing is mondeling gegeven door mr. A. Flos, kinderrechter, op 27 februari 2024 om 13:00 uur en vastgelegd in deze beschikking die door de kinderrechter en de griffier mr. T. Slaghuis is ondertekend op 29 februari 2024.
Op 28 februari 2024 is via Corv het schriftelijke verzoek van de GI ter bevestiging van voormeld mondelinge verzoek binnengekomen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.