Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank Overijssel veroordeelt een 35-jarige man tot een gevangenisstraf van 6 maanden voor het plegen van meerdere diefstallen. Hij is samen met zijn medeverdachten vanuit Duitsland naar Nederland gereden met geen enkel ander doel dan het plegen van diefstallen.

Uitspraak



RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08.299251.22 (P)

Datum vonnis: 17 januari 2023

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] (Roemenië),

wonende aan [adres] (Duitsland),

nu verblijvende in de P.I. Grave te Grave.

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 januari 2023.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. Grooters en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. P.D. Popescu, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: al dan niet samen met anderen een jas van [winkel 1] in Nijverdal heeft gestolen;

feit 2: al dan niet samen met anderen meerdere flessen shampoo van [winkel 2] in Markelo heeft gestolen;

feit 3: al dan niet samen met anderen tondeuses, een cartridge en tasjes van [winkel 2] in Nijverdal heeft gestolen;

feit 4: al dan niet samen met anderen hoofdtelefoons, usb-stekkers, oortelefoons en een mixer van [winkel 3] in Nijverdal heeft gestolen;

feit 5: zich al dan niet samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling dan wel aan schuldheling.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1

hij op of omstreeks 15 november 2022 te Nijverdal, althans in de gemeente Hellendoorn

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

een jas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [winkel 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2

hij op of omstreeks 14 november 2022 te Markelo, althans in de gemeente Hof van Twente

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

meerdere flessen shampoo, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het [winkel 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3

hij op of omstreeks 15 november 2022 te Nijverdal, althans in de gemeente Hellendoorn

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

vier tondeuses en/of een cartridge en/of een of meerdere tasjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het [winkel 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

4

hij op of omstreeks 15 november 2022 te Nijverdal, althans in de gemeente Hellendoorn

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

acht hoofdtelefoons en/of twee usb stekkers en/of zes oortelefoons en/of een mixer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [winkel 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

5

hij op of omstreeks 15 november 2022 te Nijverdal, althans in de gemeente Hellendoorn,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

meerdere flessen parfum en/of snoep en/of twee blenders, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,

terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsmotivering

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.

Van het onder 5 ten laste gelegde feit moet verdachte worden vrijgesproken omdat niet kan worden vastgesteld dat de in de auto aangetroffen goederen van misdrijf afkomstig zijn.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.

het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 januari 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;

het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [winkel 1] Nijverdal van 16 november 2022, pagina’s 29 t/m 32;

het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] van 17 november 2022, pagina’s 69 en 70;

het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [winkel 2] Markelo van 14 november 2022, pagina’s 26 t/m 28;

het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] van 17 november 2022, pagina’s 124 en 126;

het proces-verbaal van aangifte uit het aanvullend procesdossier van [aangever 3] namens [winkel 2] Nijverdal van 16 november 2022, pagina’s 1 t/m 6;

het proces-verbaal van bevindingen uit het aanvullend procesdossier opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] van 17 november 2022, pagina’s 7 t/m 9;

het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] namens [winkel 3] Nederland van 17 november 2022, pagina’s 35 t/m 40;

het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] van 19 november 2022, pagina’s 41 t/m 44.

Ten aanzien van feit 5

De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van hetgeen op zitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.

Op 15 november 2022 zien verbalisanten een grijze Mercedes rijden met een Duits kenteken: ‘ [kenteken] ’. Dit kenteken valt hen op omdat zij een dag eerder, op 14 november 2022, na de melding van een op die dag gepleegd strafbaar feit, een auto van twee daarbij betrokken verdachten hebben vervoerd. Deze auto had ook een Duits kenteken beginnend met ‘ [kenteken] ’. Verbalisanten houden de Mercedes staande. In de auto zit verdachte als passagier. Hij zat in de auto met drie medeverdachten. In de kofferbak en op de achterbank worden diverse goederen aangetroffen. Verdachte en zijn medeverdachten hebben geen aankoopbewijzen van de goederen. Er is door verschillende winkeliers aangifte gedaan van diefstal van goederen die in de auto worden aangetroffen. Van het aangetroffen snoep, de verschillende flesjes parfum en de blenders is geen aangifte van diefstal gedaan.

Om te komen tot de bewezenverklaring van heling moet er sprake zijn van het verwerven, voorhanden hebben of overdragen van een goed dat is verkregen uit een misdrijf gepleegd door een ander. Verdachte heeft bekend dat hij in de periode van 14 november 2022 tot en met 15 november 2022 samen met zijn medeverdachten meerdere diefstallen heeft gepleegd. Gelet hierop ligt het naar het oordeel van de rechtbank zozeer voor de hand dat verdachte ook de overige goederen heeft gestolen dan wel als medepleger betrokken was bij de diefstal van deze goederen dat dit aan de kwalificatie heling in de weg staat. De rechtbank zal verdachte daarom voor dit feit vrijspreken.

4.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

1

hij op 15 november 2022 te Nijverdal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

een jas, die geheel aan [winkel 1] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2

hij op 14 november 2022 te Markelo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

meerdere flessen shampoo die geheel aan het [winkel 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3

hij op 15 november 2022 te Nijverdal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

vier tondeuses en meerdere tasjes, die geheel aan het [winkel 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

4

hij op 15 november 2022 te Nijverdal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, acht hoofdtelefoons en twee usb stekkers en zes oortelefoons en een mixer, die geheel aan de [winkel 3] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4

telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.

6 De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7 De op te leggen straf of maatregel

7.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van twee jaren.

7.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft een uitvoerig betoog gehouden over institutioneel racisme en mobiel banditisme. De raadsman is de enige die deze begrippen heeft genoemd en deze begrippen speelden geen rol bij de eis van de officier van justitie of de op te leggen straf. De raadsman heeft verzocht dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf weken waarvan vijf weken voorwaardelijk.

7.3

De gronden voor een straf of maatregel

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in vereniging plegen van meerdere diefstallen in een heel kort tijdsbestek. Hij is samen met zijn medeverdachten vanuit Duitsland naar Nederland gereden met geen enkel ander doel dan het plegen van diefstallen. Hierdoor wordt er hinder en schade toegebracht aan de betreffende winkelketens. Aan te nemen valt dat deze schade uiteindelijk doorberekend wordt in de verkoopprijzen van producten waardoor ook de consumenten worden geraakt door het handelen van verdachte en zijn medeverdachten. Deze vorm van criminaliteit (vanuit Duitsland naar Nederland reizen om hier bewust op strooptocht te gaan) is niet te vergelijken met een eenvoudige winkeldiefstal wat in de hoogte van de op te leggen straf tot uiting dient te komen.

Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 25 november 2022 blijkt dat verdachte in Nederland eerder is veroordeeld vanwege een diefstal. Ook is er ten aanzien van verdachte Justitiële Documentatie (uittreksel ecris) uit Duitsland van 22 november 2022 waaruit blijkt dat verdachte in Duitsland meerdere geldboetes heeft gekregen vanwege diefstal. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw diefstallen te plegen.

Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het niet meer zal gebeuren. Hij heeft gestolen omdat zijn familie deze goederen nodig had en om hen een cadeau te kunnen geven voor de feestdagen. Nog afgezien van het gegeven dat financiële problemen geen rechtvaardiging zijn voor het plegen van diefstallen is de verklaring van verdachte ook geloofwaardigheid omdat hij tevens heeft verklaard een gezinsinkomen te hebben van ongeveer € 3.500 netto per maand en schuldenvrij te zijn. Hij heeft dus geen enkele rekening gehouden met de nadelige gevolgen van zijn handelen voor anderen. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.

De rechtbank is, alles afwegende en gelet op de LOVS-oriëntatiepunten en op wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd, van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

De rechtbank acht daarom een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend en geboden. Dit met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

8 De schade van benadeelde

8.1

De vordering van de benadeelde partij

[bedrijf] ( [bedrijf] ) B.V. onder meer handelende onder de naam [winkel 2] en [winkel 4] (hierna: [winkel 2] Markelo) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 181,73 (honderdéénentachtig euro en drieënzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:

-

€ 9,24

Douche deeply nourishing

-

€ 2,31

Douche nourishing silk

-

€ 3,69

Shampoo extraordinary oil

-

€ 7,22

Shampoo krulverzorging

-

€ 53,62

Shampoo color vive

-

€ 29,44

Conditioner color vive

-

€ 21,96

Shampoo dream lengths

-

€ 7,14

Shampoo 2in1 jeukende hoofdh

-

€ 7,14

Shampoo 2in1 classic

-

€ 7,14

Shampoo 2in1 sensitive

-

€ 7,28

Shampoo apple fresh

-

€ 7,28

Shampoo sensitive

-

€ 7,28

Shampoo jeukende hoofdhuid

-

€ 7,28

Shampoo intense hydration

-

€ 3,71

Shampoo hyaluronic hydratatie

8.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft verzocht de vordering in zijn geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Omdat de benadeelde partij een rechtspersoon is wordt er geen schadevergoedingsmaatregel gevorderd.

8.3

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering.

8.4

Het oordeel van de rechtbank

Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 181,73, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.

8.5

De schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.

De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr niet opleggen. Deze maatregel beoogt slachtoffers van misdrijven het werk uit handen te nemen dat gemoeid is met het incasseren van het geld bij de dader, als de dader niet zelf betaalt. Omdat de benadeelde partij een rechtspersoon is en er door verdachte geen verweer gevoerd is tegen de vordering , gaat de rechtbank er van uit dat in deze zaak een extra inspanning van de Staat niet nodig zal zijn.

9 De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr .

10 De beslissing

De rechtbank:

vrijspraak

- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;

bewezenverklaring

- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;

- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

strafbaarheid feiten

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4

telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;

strafbaarheid verdachte

- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;

straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;

- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 181,73 (bestaande uit materiële schade);

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [winkel 2] Markelo (feit 2): van een bedrag van € 181,73 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 november 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. A.M. Rikken en mr. A. van Holten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2023.

Buiten staat

Mr. A. van Holten is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022530905, gesloten op 20 november 2022 en het aanvullend procesdossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022533756. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature