Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Moeder verzoekt nakoming van de geldende omgangsregeling. Vader heeft een zelfstandig verzoek gedaan tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en de kinderen. Vader weigert zijn medewerking te verlenen aan begeleide omgang. De kinderen hebben een aanhoudende wens om omgang te hebben met hun vader en hun halfbroertje en halfzusje. Er zijn geen contra-indicaties voor omgang. De rechtbank bepaalt dat de vader 1 maal per maand fysiek contact heeft met de kinderen en verbindt daar, op grond van het bepaalde in artikel 1:253a lid 5 BW , een dwangsom aan, nu de rechtbank onvoldoende vertrouwen heeft dat de vader de bij deze beschikking vast te stellen contactregeling zal nakomen.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht

Zaaknummer : C/01/357788 / FA RK 20-1800

Uitspraak : 4 oktober 2022

Beschikking betreffende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in de zaak van

[naam moeder] ,

wonende op een voor de rechtbank bekend adres,

hierna mede te noemen: de moeder,

advocaat mr. G.G. Kempenaars,

tegen

[naam vader] ,

wonende te [woonplaats],

hierna mede te noemen: de vader,

advocaat mr. G.S. de Haas, voorheen mr. M. Simons,

betreffende de minderjarigen:

[kind A], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];

[kind B], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].

Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure betrokken:

de RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, locatie ’s-Hertogenbosch,

hierna te noemen: de raad.

De procedure

Deze beschikking volgt op de beschikking van deze rechtbank van 1 februari 2021. Bij die beschikking is onder meer bepaald dat de vader gerechtigd is tot begeleide contactmomenten met [kind A] en [kind B] in het Omgangshuis van Stichting [naam] te [plaats], waarbij de verdere invulling zal geschieden in nader overleg tussen partijen en Stichting [naam]. De behandeling van de zaak is vervolgens pro forma aangehouden tot de zitting van deze rechtbank van 26 juli 2021 met het verzoek aan Stichting [naam] om uiterlijk 12 juli 2021 een rapport over het verloop van de begeleide contactmomenten te overleggen.

De rechtbank heeft nadien kennisgenomen van:

een brief van [organisatie A], gedateerd 28 april 2021;

een brief van [organisatie B], gedateerd 30 september 2021;

een brief (met bijlage) van mr. Kempenaars, gedateerd 28 april 2022;

een e-mail (met als bijlage het eindrapport ouderschapsbemiddeling) van [organisatie B], ingekomen ter griffie op 15 augustus 2022;

een e-mail van mr. De Haas, ingekomen ter griffie op 16 augustus 2022.

De zaak is behandeld ter zitting van 6 september 2022. Verschenen zijn de moeder bijgestaan door haar advocaat. Namens de raad is verschenen mevrouw [naam]. Bij e-mail van 16 augustus 2022 heeft mr. De Haas, namens de vader, de rechtbank bericht dat de vader niet ter zitting zal verschijnen en hij om die reden ook niet aanwezig zal zijn.

[kind A] en [kind B] hebben op 6 september 2022 in een gesprek met de kinderrechter hun mening over het verzoek kenbaar gemaakt.

Het verzoek en het verweer met zelfstandig verzoek

De moeder heeft de rechtbank verzocht te bepalen dat de omgangsregeling zoals die voorheen gold, waarbij de kinderen om het weekend en de helft van de vakanties bij de vader verblijven, wordt nagekomen.

Bij wege van zelfstandig verzoek heeft de vader verzocht dat hij en [kind A] en [kind B] gerechtigd zijn tot omgang met elkaar eenmaal per veertien dagen van vrijdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur en gedurende drie weken in de zomervakantie, waarbij de moeder de kinderen zal brengen en de vader de kinderen zal terugbrengen, althans een andere zorgregeling te treffen die de rechtbank in het belang van de kinderen acht.

De verdere beoordeling

Op grond van het bepaalde in artikel 1:377a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) heeft een kind recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. Op de ouders rust de verplichting en de verantwoordelijkheid tot contact met hun kinderen.

De rechtbank is van oordeel dat de vader de op hem rustende verplichting en verantwoordelijkheid tot contact met [kind A] en [kind B] niet nakomt. De vader heeft immers, ondanks zijn eerdere toezegging bij [organisatie B] om mee te werken aan de noodzakelijk geachte omgangsbegeleiding, uiteindelijk toch ervoor gekozen daaraan niet mee te werken. Daarnaast is de vader niet ter zitting verschenen omdat hij, aldus zijn advocaat, geen bemiddeling wenst vanwege het gebrek aan meerwaarde daarvan. Door deze houding handelt de vader niet in het belang van zijn kinderen die in het kindgesprek duidelijk hebben aangegeven hun vader te missen en contact met hem te willen. Ook hebben de kinderen aangegeven diverse keren te hebben geprobeerd met hun vader in contact te komen, maar dat vader deze contacten steeds afhoudt.

Gelet op de hiervoor beschreven situatie heeft de raad ter zitting geadviseerd om de vader het recht op contact met de kinderen te ontzeggen, omdat het niet hebben van contact terwijl de kinderen dit wel graag willen en de teleurstellingen die de kinderen hiervan ervaren niet in hun belang is.

De rechtbank zal dit advies niet volgen, omdat een verzoek daartoe niet voorligt. Bovendien heeft de moeder ter zitting gemotiveerd aangegeven hier niet achter te staan. Datzelfde geldt voor [kind A] en [kind B] die in het kindgesprek hebben verteld dat zij niet willen dat aan hun vader een contactverbod wordt opgelegd.

De rechtbank overweegt vervolgens dat het voor een gezonde emotionele ontwikkeling van [kind A] en [kind B] van belang is dat zij een onbelast contact kunnen hebben met hun beide ouders. Op dit moment is dat contact met vader er niet, terwijl de kinderen dat wel graag willen en daar ook behoefte aan hebben. Er zijn de rechtbank geen contra-indicaties gebleken waarom er geen contact zou kunnen zijn. Uit het verslag van [organisatie B] van 4 april 2022 (zoals overgelegd bij brief van mr. Kempenaars van 28 april 2022) blijkt immers dat de kinderen en de vader elkaar missen. Ondanks de inzet van professionele hulpverlening is het echter niet gelukt om het contact tussen de vader en de kinderen te herstellen. Dat is spijtig, ook omdat de kinderen niet alleen hun vader maar ook hun halfbroertje en halfzusje missen.

Het voorgaande maakt duidelijk dat [kind A] en [kind B] een aanhoudende wens hebben om hun vader (en halfbroertje en halfzusje) weer te zien en er geen redenen zijn waarom er geen contact zou kunnen zijn. De rechtbank zal daarom een contactregeling vaststellen waarbij de vader met ingang van 1 november 2022 minimaal één keer per maand fysiek dient af te spreken met de kinderen. De rechtbank legt de verplichting tot het maken van een afspraak bij de vader, omdat op hem gelet op het bepaalde in artikel 1:377a lid 1 BW deze verplichting ook rust. Het is daarvoor wel noodzakelijk dat de vader op de hoogte is van de mobiele telefoonnummers van de kinderen. Omdat de vader geen contact wil met de moeder, verzoekt de rechtbank de advocaat van de moeder om de telefoonnummers van de kinderen aan de advocaat van vader te verstrekken zodat deze de telefoonnummers aan de vader kan doorgeven.

De rechtbank acht het verder in het belang van [kind A] en [kind B] nodig dat de contacten tussen hen en de vader daadwerkelijk plaatsvinden en blijven doorgaan. Eerder is gebleken dat de vader de afspraken over het contact tussen [kind A] en [kind B] niet nakomt en niet thuis geeft wanneer [kind A] en [kind B] zelf contact met hem zoeken (wat zij diverse malen hebben geprobeerd). Gelet hierop heeft de rechtbank nu onvoldoende vertrouwen dat de vader de bij deze beschikking vast te stellen contactregeling zal nakomen. De rechtbank ziet daarom aanleiding om op grond van artikel 1:253a lid 5 BW aan de vader een dwangsom op te leggen, zoals hierna bij de beslissing vermeld. De rechtbank realiseert zich dat deze dwangsom hoog is, maar is van oordeel dat deze uitzonderlijke situatie daarom vraagt. De rechter heeft goed geluisterd naar wat [kind A] en [kind B] gezegd hebben en gehoord dat zij een boete liever niet willen, omdat zij willen dat de wens om hen te zien vanuit de vader zelf komt. De rechtbank begrijpt dit, maar acht het verbinden van een dwangsom aan de contactregeling wel noodzakelijk, omdat [kind A] en [kind B] hun vader hard nodig hebben. Zij missen hun vader enorm en lijden hier ook onder, wat zich uit in diverse (psychische) klachten bij beide kinderen. Het feit dat vader op geen enkele wijze contact wil met de moeder mag en kan er niet toe leiden dat [kind A] en [kind B] hiervan nog langer de dupe zijn.

De beslissing

De rechtbank:

bepaalt dat de vader vanaf 1 november 2022 éénmaal per maand fysiek contact heeft met [kind A] en [kind B], waarbij zij in onderling overleg zullen komen tot een invulling van dit contact;

bepaalt dat de vader een dwangsom verbeurt van € 1.000,- per keer dat hij niet voldoet aan de verplichtingen die in deze beschikking zijn opgelegd, tot een maximum is bereikt van

€ 10.000,-;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders verzochte;

compenseert de proceskosten tussen partijen aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door mr. G. Aarts, rechter, tevens kinderrechter,

en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 4 oktober 2022.

Conc: MMB

Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenboscha. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraakb. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature