U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Wraking. Bejegening door de rechter op de zitting. Onjuiste mededeling van de rechter op de zitting

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Wrakingskamer

Zaaknummer: WR 20/017

Beschikking van 13 augustus 2020

van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster,

vertegenwoordigd door: [naam ] (dochter)

tegen

mr. P.M. Knaapen,

in zijn hoedanigheid van kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant op locatie Eindhoven, in de kantonprocedure, civiel recht, in de zaak met zaaknummer [nummer] .

Partijen zullen hierna respectievelijk verzoekster en de rechter worden genoemd.

1 Procesverloop

1.1.

De wrakingskamer heeft kennisgenomen van:

- het wrakingsverzoek d.d. 30 juni 2020 van [verzoekster] ;

- de schriftelijke reactie d.d. 16 juli 2020 van de rechter op het wrakingsverzoek;

- het dossier in de hoofdzaak.

1.2.

De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft middels een Skype -verbinding plaatsgevonden op 6 augustus 2020. De vertegenwoordigster van verzoekster is middels een directe geluidsverbinding ter zitting verschenen en

heeft het wrakingsverzoek nader toegelicht. In zijn schriftelijke reactie heeft de rechter voorafgaand aan de zitting zijn standpunt ten aanzien van het wrakings-verzoek naar voren gebracht. De rechter is middels een directe geluidsverbinding

ter zitting verschenen om dat standpunt nader toe te lichten. Tot slot zijn middels een directe geluidsverbinding namens Stichting [naam ] verschenen mr. B. Poort (gemachtigde), zijn kantoorgenote mr. R.M. van Dijk en W. Muijs (juridisch adviseur Stichting [naam ] )

2 Het wrakingsverzoek en het verweer

2.1.

Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de kantonzaak met zaaknummer [nummer] .

2.1.1.

Het verzoek houdt kort gezegd in dat verzoekster op grond van (1) een opmerking van de rechter over het door haar na een verblijf van 30 jaar in Nederland niet machtig zijn van de Nederlandse taal en hoe daar in Nederland over wordt gedacht en (2) de mededeling van de rechter dat het vonnis aan haar woonadres zal worden verzonden en niet zoals verzoekster had begrepen aan haar advocaat, geen vertrouwen in een onpartijdige beslissing van de rechter heeft. Ter zitting zijn deze wrakingsgronden herhaald.

2.2.

De rechter heeft bij brief van 16 juli 2020 gereageerd op het wrakingsverzoek.

Uit deze onderbouwde reactie leidt de wrakingskamer af dat de rechter niet berust in het wrakingsverzoek. Hoewel de rechter de hiervoor onder (1) genoemde opmerking, waarvan hij stelt dat hij deze in iets andere bewoordingen heeft gedaan, betreurt en hij de onder (2) gedane mededeling abusievelijk heeft gemaakt, vindt hij niet dat deze opmerking en mededeling op partijdigheid wijzen. De rechter merkt voorts nog op dat de zitting overigens goed is verlopen. De rechter heeft ter zitting bij zijn schriftelijke reactie gepersisteerd.

2.3.

Volgens de gemachtigde van Stichting [naam ] is de zitting in de bodemzaak verlopen zonder noemenswaardige bijzonderheden.

3 De beoordeling

3.1.

Ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient in deze procedure te worden beoordeeld of sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zouden kunnen lijden.

3.2

De wrakingskamer stelt voorop dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter met betrekking tot een procespartij vooringenomen is, althans dat de dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid is bij de beoordeling van het wrakingsverzoek van belang.

3.3.

Van uitzonderlijke omstandigheden in voormelde zin is naar het oordeel van de wrakingskamer in het onderhavige geval geen sprake.

3.3.1

De hiervoor onder (1) opgevoerde grond betreft in wezen de manier waarop verzoekster door de rechter is bejegend. Voor dergelijke klachten is de wrakingsprocedure niet bedoeld. Verzoekster kan over de wijze van bejegening door de rechter een klacht indienen bij het gerechtsbestuur. Dat is blijkens het verhandelde ter zitting ook geschied. Concrete feiten en omstandigheden waaruit volgt dat in deze bejegening ook (de schijn van) partijdigheid van de rechter besloten ligt, zijn gesteld noch gebleken.

3.3.2

De onder (2) opgevoerde grond behelst in de kern niets meer dan onjuiste informatieverstrekking. Dat is evenmin een grond voor wraking. De wrakingskamer

ziet niet in waarom uit de enkele onjuiste mededeling over waar het vonnis naartoe zal worden gestuurd een vrees voor vooringenomenheid kan worden afgeleid.

3.3.3.

Uit de gezamenlijkheid van de opgevoerde gronden kan evenmin vooringenomenheid dan wel de objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor worden afgeleid.

3.4.

Het wrakingsverzoek zal daarom worden afgewezen.

4 De beslissing

De wrakingskamer:

wijst af het verzoek tot wraking van mr. P.M. Knaapen in de zaak met het zaaknummer

[nummer] .

Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.C. Adang, voorzitter, mr. E.C.P.M. Valckx en

mr. C.T.C. Wijsman, leden, in tegenwoordigheid van de griffier D.A. Koopmans en door mr. E.C.P.M. Valckx in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2020.

de griffier de rechter

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature