E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBOBR:2019:6604
Rechtbank Oost-Brabant, 19/1264 PV

Inhoudsindicatie:

Besluitkarakter voorlopige afkeuring pgb-declaraties en aankondiging terugvordering

Het zorgkantoor deelt betrokkene mee dat haar pgb-declaraties op grond van de Wlz voorlopig zijn afgekeurd en kondigt aan dat het niet goed bestede budget wordt teruggevorderd. De rechtbank beoordeelt ambtshalve of met deze mededeling zelfstandige rechtsgevolgen in het leven zijn geroepen. De rechtbank zoekt daarvoor aansluiting bij ECLI:NL:CRVB:2016:4641 en ECLI:NL:CRVB:2016:4642. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze uitspraken van de CRvB van grote betekenis voor de vraag tegen welke besluiten op grond van de Wlz, gelezen in samenhang met de Rlz, rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. Omdat de Rlz geen afzonderlijke verantwoordingsbeslissingen kent volgt uit voornoemde uitspraken dat belanghebbenden rechtsmiddelen moeten kunnen aanwenden tegen de verleningsbeschikking als bedoeld in artikel 5.19, eerste lid, van de Rlz en tegen het vaststellingsbesluit, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, van de Rlz. Dit impliceert dat de mededeling van het zorgkantoor op zichzelf geen rechtsgevolgen in het leven roept. Eisers (de erven van betrokkene) kunnen de vraag of verweerder de declaraties namens betrokkene terecht heeft afgekeurd aan de orde stellen in bezwaar of beroep tegen het nog te nemen besluit tot vaststelling van het pgb op grond van artikel 5.21 van de Rlz, dat wel rechtsgevolgen in het leven roept.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie