De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde medeplegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de grootschalige productie van amfetamine. De rechtbank veroordeelt verdachte hiervoor tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden met aftrek van voorarrest.
De rechtbank acht niet bewezen de onder 2 tenlastegelegde deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een aantal misdrijven die in de Opiumwet strafbaar zijn gesteld, en spreekt hem van dit feit vrij.