E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBOBR:2018:3170
Rechtbank Oost-Brabant, C/01/291597 / HA ZA 15-234

Inhoudsindicatie:

Contradictoir. Mededingingsrecht. De zaak betreft de zogenoemde Beeldbuizenkartels. De Europese Commissie heeft bij besluit van 5 december twee afzonderlijke inbreuken op artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst in de sector voor kathodestraalbuizen vastgesteld. Volgens de Europese Commissie is er sprake geweest van een wereldwijd kartel met betrekking tot kathodestraalbuizen (CRT) voor computerschermen. Daarnaast is er sprake geweest van een kartel met betrekking tot kathodestraalbuizen voor televisieschermen. Afnemers van CRT’s spreken producenten civielrechtelijk aan tot vergoeding van de schade die zij hebben geleden door de kartels. In dit vonnis is beslist op het door gedaagden aangevoerde ‘preliminair’ verweer dat de hele procedure jegens alle (verschenen) gedaagden strandt op verjaring naar Turks recht. Partijen verschillen van mening over de ingangsdatum van de subjectieve (korte) verjaringstermijn van twee jaar uit de Turkish Code of Obligations (TCO). De rechtbank legt het begrip “bekendheid met schade en aansprakelijke persoon” naar Turks recht uit en oordeelt dat van verjaring op grond van de subjectieve verjaringstermijn geen sprake is. Partijen verschillen ook van mening over de ingangsdatum van de absolute (lange) verjaringstermijn van tien jaar uit de TCO. De Europese Commissie heeft vastgesteld dat gedurende een bepaalde periode sprake is geweest van een voortdurende inbreuk (“single and continuous infringement”) op het Europese mededingingsrecht door de kartels. Voor het vaststellen van de aanvang van de objectieve verjaringstermijn moet worden beoordeeld of het hier ook naar Turks recht gaat om een voortdurende overtreding, een “continuous act”. Die vraag beantwoordt de rechtbank bevestigend. Ook de daarop volgende vraag, of die “continuous act” ook een “continuous tortious act” oplevert naar Turks civiel recht, beantwoordt de rechtbank bevestigend. De rechtbank is van oordeel dat de onrechtmatige gedraging de deelname aan het kartel is, en niet een daad die gecompleteerd wordt door de schade die ontstaat als gevolg van elke afzonderlijke afname van gekartelliseerde producten. Er is dus niet telkens een nieuwe verjaringstermijn gaan lopen met elke afzonderlijke overeenkomst. Het gaat om één voortdurende onrechtmatige gedraging. Niet, zoals gedaagden wordt betoogd, om een onrechtmatige gedraging die met tussenpozen wordt voortgezet of herhaald. De rechtbank is van oordeel dat de objectieve verjaringstermijn pas is gaan lopen vanaf de datum van de beëindiging van de (gestelde) kartels in 2006. Ten tijde van de dagvaarding in 2016 was de objectieve verjaringstermijn nog niet verstreken.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie