Uitspraak
beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaakgegevens : C/17/187486 / JE RK 23-4
datum uitspraak: 10 januari 2023
Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
William Schrikker Jeugdbescherming en Reclassering, hierna te noemen de GI (gecertificeerde instelling), gevestigd te Amsterdam,
betreffende
[naam] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam] , hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
[naam] , hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats] .
1 Het verdere procesverloop
1.1.
Bij beschikking van 3 januari 2023, waarvan de inhoud hier als overgenomen en ingelast dient te worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 3 januari 2023 voor de duur van vier weken en de beslissing op het verzoek voor het overige aanhouden tot de zitting met gesloten deuren op 10 januari 2023.
Op 10 januari 2023 is een toevoeging instemmingsverklaring gedragswetenschapper van 6 januari 2023 ontvangen.
1.2.
Op 10 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [de minderjarige] , bijgestaan door mr. T.W. Delhaye,
- de vader,
- namens de GI, [naam] en [naam] (gezinsvoogden).
2 Het verzoek
2.1.
De GI verzoekt aansluitend aan de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van drie maanden.
2.2.
De GI voert hiertoe het volgende aan. [de minderjarige] heeft al veel meegemaakt in zijn leven. Hij was woonachtig op een groep bij [locatie] en zou overgeplaatst worden naar een andere plek. Dit is niet doorgegaan omdat deze plek aangaf dat zij [de minderjarige] toch niet een passende plek konden bieden gelet op zijn problematiek. Er is toen besloten dat [de minderjarige] langer bij de [locatie] zou verblijven. Na een aantal incidenten waarbij sprake was van weglopen, zonder dat bekend was waar [de minderjarige] verbleef, grensoverschrijdende incidenten door [de minderjarige] , middelengebruik en uiteindelijk een ingenomen overdosis drugs door [de minderjarige] is besloten dat [de minderjarige] een gevaar is voor zichzelf en dat de veiligheid van [de minderjarige] op een open groep bij [locatie] niet langer gegarandeerd kon worden. De GI heeft vervolgens een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verzocht en deze is op 3 januari 2023 verleend. De bedoeling is dat [de minderjarige] vanuit de geslotenheid verder stabiliseert en wordt behandeld en dat tevens een plan wordt opgesteld wat er nodig is voor [de minderjarige] om weer structuur te krijgen en een normaal dag- en nachtritme. [de minderjarige] is inmiddels ook aangemeld voor het Xperanza project in Spanje, zodat hij een periode weg is uit zijn dagelijkse omgeving en tegelijkertijd behandeling en begeleiding krijgt bij het leren van nieuw gedrag en nieuwe patronen. Hiervoor is wel de motivatie van [de minderjarige] nodig en het is nog onduidelijk of deze er is. [de minderjarige] kan in ieder geval de komende tijd nog bij [locatie] blijven.
3 Het standpunt van de belanghebbenden
3.1.
Door en namens [de minderjarige] wordt niet ingestemd met het verzoek om aansluitend aan de spoedmachtiging nog een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van drie maanden. [de minderjarige] begrijpt dat het misschien beter is dat hij nog even gesloten is geplaatst gedurende de spoedmachtiging, maar niet voor langer. Er zijn wel incidenten geweest, maar het is minder erg dan is beschreven. [de minderjarige] is niet suïcidaal en dat hij drugs gebruikte was omdat iedereen gebruikte. De gedragswetenschapper heeft het in zijn verklaring niet over een termijn van een gesloten plaatsing en ook verder ligt er nog geen concreet plan van aanpak. Dit is wel noodzakelijk zodat [de minderjarige] perspectief krijgt. Namens [de minderjarige] wordt dan ook verzocht om het verzoek met betrekking tot de langere gesloten plaatsing af te wijzen, dan wel aan te houden, zodat de gedragswetenschapper en [locatie] binnen de duur van de spoedmachtiging opnieuw met [de minderjarige] in gesprek kunnen om tot een concreet plan voor hem te komen. [de minderjarige] wil graag geplaatst worden bij [locatie 2] en mogelijk dat dit met een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp kan. [de minderjarige] heeft geleerd van het drugsgebruik en de afgelopen incidenten en de knop is nu bij hem om, zodat het niet meer zal voorkomen.
3.2.
De vader stemt in met het verzoek. Het is belangrijk dat [de minderjarige] nu binnen de geslotenheid tegen zichzelf beschermd wordt. Ook is het van belang dat [de minderjarige] weer behandeling krijgt, want daarmee is hij ook al een tijdje gestopt. De vader onderschrijft het belang van een concreet plan en doel voor [de minderjarige] , maar dat zal wel in stapjes moeten en niet na de spoedmachtiging in één keer alles loslaten.
4 De beoordeling
4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
4.2.
De kinderrechter onderschrijft de zorgen van de GI over [de minderjarige] . De zorgen over [de minderjarige] zien op het feit dat [de minderjarige] weg liep en onduidelijk is waar hij toen verbleef, zijn zorgelijke middelengebruik en de grensoverschrijdende incidenten waarbij [de minderjarige] betrokken was. De kinderrechter is van oordeel dat [de minderjarige] behandeling nodig heeft voor zijn (gedrags)problematiek. Het is niet gelukt [de minderjarige] dit in een open setting te bieden, terwijl hij zelfs een op een begeleiding ontving. Gelet op het forse lichamelijke gevaar dat is ontstaan na de overdosis drugs en ter voorkoming van herhaling, is een gesloten setting op dit moment noodzakelijk.
4.3.
De kinderrechter vindt het belangrijk dat [de minderjarige] de komende periode stabiliseert en (opnieuw) gaat starten met zijn behandeling. Vervolgens zal moeten worden bekeken wat een passende vervolgplek voor [de minderjarige] is, dan wel een passend vervolgtraject, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. De kinderrechter is van oordeel dat dit wel in stappen moet gebeuren en dat een geslotenheid voor de duur van de spoedmachtiging daarvoor te kort is. De kinderrechter zal het verzoek toewijzen voor de duur van twee maanden en het overige afwijzen, omdat de kinderrechter van oordeel is dat een gesloten plaatsing zo kort mogelijk moet duren. Het is aan de GI om in de komende maanden tot een passende vervolgplek dan wel passend vervolgtraject voor [de minderjarige] te komen, danwel een nieuw verzoek in te dienen indien een open setting nog niet haalbaar is.
4.4.
Dit oordeel houdt tevens in dat de spoedmachtiging op terechte gronden is verleend.
Er moest met spoed worden ingegrepen nadat [de minderjarige] een overdosis drugs had ingenomen en zichzelf daarmee ernstig in gevaar had gebracht.
4.5.
Gelet op de concrete ontwikkelingsbedreigingen heeft de kinderrechter niet de mogelijkheid geboden een familiegroepsplan op te stellen.
5 De beslissing
De kinderrechter:
5.1.
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 31 januari 2023 tot 31 maart 2023 betreffende de minderjarige [de minderjarige] .
5.2.
wijst het verzoek voor het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van O.C.F. de Haan als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2023. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 23 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshofArnhem-Leeuwarden
c589