Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verlening machtiging gesloten jeugdhulp

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht

Locatie Leeuwarden

Zaaknummer: C/17/189882 / JE RK 23-543

Datum uitspraak: 23 juni 2023

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,

gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling)

betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2008 te [plaats] ( [land] ),

hierna te noemen: [minderjarige] ,

advocaat: mr. M.J. Buitenhuis, te Leeuwarden.

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1 Het verdere procesverloop

1.1.

Bij beschikking van 15 juni 2023, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van vier weken. De beslissing op het verzoek is voor het overige aangehouden tot de zitting van 23 juni 2023.

1.2.

Na 15 juni 2023 heeft de kinderrechter kennisgenomen van de instemmende verklaring van een gedragswetenschapper van 21 juni 2023, ingekomen bij de griffie op 22 juni 2023.

1.3.

Op 23 juni 2023 heeft de kinderrechter het verzoek op de zitting met gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:

- [minderjarige] , bijgestaan door mr. M.J. Buitenhuis;

- de moeder;

- de heer [naam] , namens de GI.

Namens de Raad voor de Kinderbescherming was mevrouw [naam] bij de zitting aanwezig

1.4.

De kinderrechter heeft tijdens de behandeling van het onderhavige verzoek de belanghebbenden gelijktijdig gehoord over de bij beschikking van 13 juni 2023 uitgesproken voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige] (bekend onder zaaknummer C/17/189803 / JE RK 23-252), die door de Raad voor de Kinderbescherming is verzocht. In die zaak volgt geen nieuwe beschikking, omdat de voorlopige ondertoezichtstelling naar het oordeel van de kinderrechter op terechte gronden is uitgesproken.

1.5.

[minderjarige] en de moeder hebben op de zitting telefonisch gebruik gemaakt van de diensten van de heer [naam] , tolk in de Syrisch-Arabische taal.

1.6.

Op de zitting heeft [minderjarige] een brief aan de kinderrechter overgelegd.

2 De verdere feiten

2.1.

Voor de feiten verwijst de kinderrechter op de eerste plaats naar de beschikking van 15 juni 2023.

2.2.

[minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij de Woodbrookers.

3 Het verdere verzoek

3.1.

De GI verzoekt om, in aansluiting op de verleende spoedmachtiging gesloten jeugdhulp, een machtiging te verlenen om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.

3.2.

Ter onderbouwing van het verzoek is door de GI aangevoerd dat er ernstige zorgen zijn over het gedrag van [minderjarige] . Hij zou dreigen met wapens en heeft uitspraken gedaan over het aanrichten van een bloedbad op school, waardoor de veiligheidsrisico's niet overzien kunnen worden. Daarnaast is [minderjarige] van mening dat niemand iets over hem te zeggen heeft, zoekt hij conflicten op en lijkt hij het gezag van de moeder niet te accepteren. De GI vreest dat [minderjarige] een gevaar voor zichzelf en voor de maatschappij kan zijn, wanneer hij op dit moment op een open groep wordt geplaatst. Daar komt bij dat de vader [minderjarige] ertoe probeert te bewegen om naar [land] te gaan om daar te gaan vechten. Gelet op deze ernstige zorgen, is de GI van mening dat enkel een voorlopige ondertoezichtstelling onvoldoende is om concreet in te kunnen schatten hoe groot de veiligheidsrisico's zijn en om zicht te krijgen op wat er precies in [minderjarige] om gaat, zodat hem de juiste hulp geboden kan worden. Om te voorkomen dat [minderjarige] de daad bij het woord voegt en zichzelf aan de nodige hulpverlening zal onttrekken, verzoekt de GI een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.

4 De verdere standpunten

[minderjarige]

4.1.

[minderjarige] heeft verteld dat hij alleen maar goede dingen wil doen en graag terug naar huis wil. Hij zou nooit iemand bedreigen of rare dingen doen. [minderjarige] wil later politieagent worden en heeft daarom interesse in wapens. Hij heeft puur uit nieuwsgierigheid naar wapens gezocht op het internet en niet omdat hij hier verkeerde dingen mee wilde doen. [minderjarige] staat open voor hulp en wil graag weer in gesprek met Fier of AdRem. Ook geeft hij aan dat hij geen contact heeft met zijn vader. De geschetste zorgen zijn onterecht en hij is daarom van mening dat het verzoek van de GI moet worden afgewezen.

De moeder

4.2.

De moeder heeft aangegeven dat zij zich geen zorgen maakt over [minderjarige] en dat hij geen bedreiging vormt. Zij wil graag dat [minderjarige] naar huis komt en vreest dat een langere gesloten plaatsing het alleen maar moeilijker voor hem maakt.

5 De verdere beoordeling

Ten aanzien van de verleende spoedmachtiging gesloten jeugdhulp

5.1.

De kinderrechter is van oordeel dat er bij beschikking van 15 juni 2023 ten aanzien van [minderjarige] op terechte gronden een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp is verleend. Op dat moment was e r sprake van een vermoeden van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige] die zijn ontwikkeling bedreigen en zelfs een potentieel gevaar voor zichzelf en voor de maatschappij vormden. De kinderrechter is van oordeel dat ingrijpen noodzakelijk was.

Ten aanzien van het resterende verzoek

5.2.

Vervolgens ligt aan de kinderrechter het verzoek voor om ten aanzien van [minderjarige] een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.

5.3.

Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting overweegt de kinderrechter dat er ernstige zorgen zijn over [minderjarige] , wat maakt dat het verzoek van de GI moet worden toegewezen. Hoewel [minderjarige] heeft aangegeven dat zijn uitspraken over het aanrichten van een bloedbad niet gemeend waren en hij slechts uit interesse naar wapens op het internet heeft gezocht, overweegt de kinderrechter dat op dit moment onduidelijk is wat er zich écht in het hoofd van [minderjarige] afspeelt. [minderjarige] heeft ontzettend veel meegemaakt en het is zaak dat de juiste hulp wordt ingezet om te voorkomen dat hij op het verkeerde pad belandt. Daarnaast is het op dit moment niet duidelijk wat de invloed van de vader op [minderjarige] is en of hij [minderjarige] daadwerkelijk stimuleert om in [land] te gaan vechten. De moeder lijkt onvoldoende overwicht op [minderjarige] te hebben, zo is ook de waarneming van de kinderrechter ter zitting. Gelet op de zeer ernstige zorgen en het feit dat [minderjarige] en de moeder deze onvoldoende onderkennen, is de kinderrechter van oordeel dat een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de veiligheidsrisico's in kaart te brengen en [minderjarige] zo goed mogelijk te ondersteunen. De kinderrechter hoopt dat [minderjarige] in de komende maanden de samenwerking aan zal gaan met de betrokken hulpverlening en open zal zijn over wat er in hem om gaat zodat de plaatsing in een gesloten accommodatie zo kort mogelijk hoeft te duren.

6 De beslissing

De kinderrechter:

6.1.

verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 12 september 2023.

Deze beschikking is gegeven door mr. M. Jansen, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2023 in aanwezigheid van de griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 juli 2023.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

fn. 872


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature