Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Beroep op grond van artikel 27 van de WWETGC . Confiscatie op grond van de verruimde confiscatiebevoegdheid. Veroordeelde is gedetineerd in het buitenland. Een geringe overschrijding van de wettelijke termijn voor het indienen van het beroepschrift is daarom verontschuldigbaar. De gevoerde verweren worden verworpen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

rekestnummer 21/004243

cjib-zaaknummer 300000147

Beslissing van de meervoudige raadkamer d.d. 7 juli 2021 op het beroep ex artikel 27 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie, ingesteld door

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1979,

in detentie verblijvende in Rome, Italië,

hierna: veroordeelde,

raadsman mr. S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam.

Procesverloop

Op 29 maart 2021 is namens veroordeelde beroep ingesteld tegen de op 2 december 2020 genomen beslissing tot erkenning en tenuitvoerlegging van een op 17 maart 2017 door de Court of Appeals of Reggio Calabria opgelegde beslissing tot confiscatie van een bedrag van € 40.100,00.

De raadsman en de officier van justitie hebben schriftelijk hun standpunten uiteengezet en diverse stukken ingebracht. De mondelinge behandeling heeft op 16 juni 2021 plaatsgevonden. Veroordeelde is niet verschenen; wel is verschenen zijn raadsman mr. S.J. van der Woude.

Motivering

1. Het beroep is ingesteld op grond van artikel 27 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (WWETGC).

De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, is de bevoegde instantie voor de behandeling van het beroep.

2. In artikel 27 van de WWETGC is bepaald dat het beroep moet worden ingesteld uiterlijk binnen zeven dagen, te rekenen van de dag dat de veroordeelde kennis heeft gekregen van de beslissing tot erkenning en tenuitvoerlegging. Uit de stukken blijkt dat de veroordeelde op 18 maart 2021 de aanschrijving heeft ontvangen die betrekking had op de beslissing tot erkenning en tenuitvoerlegging. Een in de Italiaanse taal gesteld beroepschrift, gedateerd 25 maart 2021, is op 25 maart 2021 ter post gedaan. Dit beroepschrift is niet ontvangen door de rechtbank. Het door de Nederlandse raadsman namens veroordeelde ingestelde beroep, gedagtekend 29 maart 2021, is op 29 maart 2021 per fax ontvangen door de rechtbank en daarmee 4 dagen na het verstrijken van de termijn voor het instellen van beroep.

3.1.

De raadsman heeft verzocht de overschrijding van de termijn voor het instellen van beroep verschoonbaar te achten nu veroordeelde een levenslange gevangenisstraf in Rome ondergaat en het daarom voor hem lastiger is om tijdig en op de juiste wijze beroep in te stellen in Nederland.

3.2.

De officier van justitie acht de overschrijding van de termijn niet verontschuldigbaar nu de Italiaanse advocaat van veroordeelde als professionele procesdeelnemer de mogelijkheid had een Nederlandse advocaat in te schakelen die tijdig het beroep zou hebben kunnen indienen.

3.3.

De rechtbank overweegt als volgt. De termijn voor het instellen van beroep is kort, tot uiterlijk op de zevende dag na kennisneming van de beslissing tot erkenning kan beroep worden ingesteld. De veroordeelde ondergaat een levenslange gevangenisstraf in een gevangenis in Rome, Italië, en het is goed voorstelbaar dat veroordeelde beperkte mogelijkheden heeft om vanuit detentie contact te hebben met een Italiaanse advocaat en overleg te voeren omtrent de wenselijkheid om in Nederland beroep in te stellen tegen de beslissing tot erkenning. De rechtbank is de hoogste instantie voor de beoordeling van dergelijke beroepen. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank de - geringe - overschrijding van de termijn voor het indienen van een beroepschrift verontschuldigbaar en de rechtbank verklaart veroordeelde dan ook ontvankelijk in het ingestelde beroep.

4. Als uitgangspunten voor de beoordeling van een beroep op grond van artikel 27 van de WWETGC gelden:

I. de rechtbank moet toetsen of de officier van justitie in redelijkheid tot zijn beslissing tot erkenning heeft kunnen komen;

II. de officier van justitie mag bij zijn beoordeling niet treden in het in het buitenland gevoerde rechtsgeding en de in het buitenland genomen beslissingen;

III. de rechtbank mag bij haar beoordeling evenmin treden in het in het buitenland gevoerde rechtsgeding en de in het buitenland genomen beslissingen.

5. De raadsman heeft gesteld dat er sprake is van de weigeringsgrond genoemd in artikel 24 van de WWETGC . In het certificaat is aangekruist dat er sprake is van moord en witwassen. Veroordeelde is in Italië voor deze feiten veroordeeld tot een straf of maatregel die ook al ten uitvoer is gelegd. Dat bij die veroordeling geen beslissing tot confiscatie is opgelegd doet daar niet aan af. Er is in ieder geval sprake van een feit als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onder a, onder 2, van de WWETGC , zo stelt de raadsman.

6. De officier van justitie heeft aangevoerd dat dit verweer moet worden verworpen nu er geen sprake is van een dubbele veroordeling in de zin van artikel 24 van de WWETGC . Veroordeelde is niet ook in Nederland veroordeeld voor moord of witwassen en er is niet ook in Nederland een beslissing tot confiscatie opgelegd.

7. De rechtbank overweegt als volgt. In deze zaak gaat het om de beslissing van 17 maart 2017 van de Court of Appeals of Reggio Calabria tot confiscatie van een geldbedrag van

€ 40.100,00 op grond van de verruimde confiscatiebevoegdheid als bedoeld in artikel 1 sub g onder 4 van de WWETGC . Nagegaan moet worden of er sprake is van een dubbele tenuitvoerlegging van de beslissing tot confiscatie van dit geldbedrag. Daarvan is niet gebleken.

8. De raadsman heeft, met een beroep op artikel 25, lid 2, van de WWETGC , gesteld dat de beslissing tot confiscatie van het geldbedrag gebaseerd is op speciale wetgeving in Italië waardoor het mogelijk is om van leden van de maffia goederen af te pakken zonder dat er een rechtstreekse relatie is met een specifiek feit. In deze zaak is het inbeslaggenomen geld geen wederrechtelijk verkregen voordeel of iets dergelijks maar het betreft een preventieve beslaglegging met een preventieve confiscatie. De officier van justitie zal naar de inhoud van de beslissing moeten kijken omdat deze vorm van confiscatie niet voorkomt binnen het Nederlandse recht en er getoetst moet worden of er geen sprake is van een ontneming in strijd met het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Dit tegen de achtergrond van de bescherming van het eigendomsrecht. De raadsman stelt dat de erkenning door de officier van justitie daarom ongegrond moet worden verklaard en dat de officier van justitie opgedragen moet worden de onderliggende stukken op te vragen en te laten vertalen zodat beoordeeld kan worden of de door de Italiaanse autoriteiten gegeven motivering aan de beslissing tot confiscatie geen aanleiding is om gebruik te maken van de facultatieve weigeringsgrond.

9. De officier van justitie heeft aangevoerd dat alleen bij het vermoeden van ernstige schending van fundamentele rechtsnormen eventueel nadere informatie kan worden gevraagd aan het uitvaardigende land maar dat dit in deze zaak niet aan de orde is. De officier van justitie en de rechtbank zullen de toetsing moeten doen op basis van het overgelegde certificaat, aldus de officier van justitie.

10.1.

De rechtbank overweegt dat de raadsman hogere eisen stelt aan de toetsing door de officier van justitie en de rechtbank dan volgt uit de wet, uit de wetsgeschiedenis of uit jurisprudentie. Uit het beginsel van wederzijdse erkenning van vonnissen en beslissingen binnen de aangesloten landen vloeit voort dat niet toegekomen kan worden aan een beoordeling van de in het uitvaardigende land gevoerde procedure of de materiële gronden die aan de beslissing ten grondslag liggen. Dat hier sprake is van een verruimde confiscatiebevoegdheid die het Nederlands recht niet kent, maakt dit niet anders. Ook in Nederland kan bij een verdachte van moord, witwassen en deelname aan een criminele organisatie een bij de aanhouding aangetroffen geldbedrag in beslag worden genomen en kan er een beslissing tot verbeurdverklaring of ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel worden genomen door de rechter.

10.2.

Een beroep op bescherming van het eigendomsrecht gaat niet op. De rechten en vrijheden van het individu kunnen door de overheid ingeperkt worden bij wet. Dit uitgangspunt is ook verwoord in internationale verdragen die strekken tot bescherming van de rechten van de mens. Het gaat in deze zaak om een (strafrechtelijke) beslissing waarbij aan de veroordeelde een maatregel is opgelegd in de vorm van een beslissing tot confiscatie van een onder veroordeelde inbeslaggenomen geldbedrag. Het vertrouwensbeginsel dat geldt tussen de verschillende landen binnen de Europese Unie maakt dat ervan uit moet worden gegaan dat de betreffende beslissing overeenkomstig de wet genomen is en daarmee niet in strijd is met het recht op vrijheid van eigendom.

11. De rechtbank verwerpt de namens veroordeelde gevoerde verweren.

12. De rechtbank is van oordeel dat er geen weigeringsgronden aanwezig zijn die de officier van justitie had moeten toepassen bij de beoordeling van het verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde opgelegde beslissing tot confiscatie. De rechtbank is voorts van oordeel dat de officier van justitie in redelijkheid heeft kunnen afzien van het gebruikmaken van een facultatieve weigeringsgrond en in redelijkheid tot de beslissing tot erkenning heeft kunnen komen. De rechtbank zal het ingestelde beroep daarom ongegrond verklaren.

Beslissing

De rechtbank verklaart veroordeelde ontvankelijk in zijn beroep.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 7 juli 2021 door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. K. Post en mr. W.S. Sikkema, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature