E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNNE:2019:3853
Rechtbank Noord-Nederland, LEE 18/3391

Inhoudsindicatie:

Omgevingsvergunning drijvend zonnepark op de Lippe Gabriëlsplas te Ureterp De rechtbank is van oordeel dat verweerder in dit geval in redelijkheid geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te stellen. Uit de gedingstukken volgt niet dat de aard en omvang van het bouwplan tijdens de aanvraagprocedure onvoldoende duidelijk waren. De rechtbank volgt eisers verder niet in hun stelling dat de gemeenteraad foutief zou zijn geïnformeerd. Voorts volgt de rechtbank eisers niet in hun stelling dat aannemelijk is dat een foutieve goedkeuring van het waterschap is gegenereerd. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verweerder de natuurwaarden van de plas voldoende heeft betrokken bij zijn besluitvorming. Verweerder heeft in redelijkheid zwaarder gewicht mogen toekennen aan de belangen gemoeid met realisatie van het bouwplan dan aan ecologische belangen gemoeid met het achterwege laten van deze ingreep. Tevens is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan niet mer-plichtig is. In de veiligheidsaspecten van het bouwplan heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om de gevraagde vergunning te weigeren. Ook is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vergunbaar is. Verweerder heeft in redelijkheid gebruikt gemaakt van zijn bevoegdheid om voor het bouwplan een omgevingsvergunning te verlenen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie