E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNNE:2019:3138
Rechtbank Noord-Nederland, LEE 18/2855

Inhoudsindicatie:

Eiser was werkzaam als medewerker horeca bij de gemeente Groningen. Naar aanleiding van een melding van een klant over een verschil tussen het totaalbedrag van de (aan tafel getoonde) tussenbon en de (aan de kassa opgemaakte) eindbon, als gevolg waarvan de klant meer fooi heeft gegeven dan zijn bedoeling was, heeft de gemeente een onderzoek ingesteld naar de gegevens in het kassasysteem. De rechtbank heeft op grond van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging verkregen dat eiser inzake drie nader omschreven bonnen de hem verweten gedragingen heeft begaan. Door het wissen van consumpties heeft eiser de bedragen van de fooien verhoogd. Met de handelingen van eiser is sprake van plichtsverzuim. Dat is hem toe te rekenen. De opgelegde disciplinaire straf van ontslag met onmiddellijke ingang is naar het oordeel van de rechtbank niet onevenredig aan de aard en ernst van het gepleegde plichtsverzuim. In zijn functie ontving eiser veelvuldig geldbedragen van klanten en hierbij had hij een grote mate van zelfstandigheid en vrijheid. Juist dit maakte dat de gemeente erop moest kunnen vertrouwen dat van deze vrijheid geen misbruik zou worden gemaakt, zoals wel is gebeurd. Het beroep is ongegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie