U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaren wegens:

- afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

- diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

- medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III en medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie .

Verwerping alternatief scenario.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18/830281-18

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 7 juni 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] ,

thans gedetineerd te PI Leeuwarden.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 mei 2019.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door W.M. Shreki, advocaat te Rotterdam.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door L. Lübbers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met

een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)

ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met

geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld ,

in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de aldaar aan

[straatnaam] gevestigde winkel genaamd [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of

anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke

bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat

verdachte en/of verdachte mededader(s),

-een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend

voorwerp in de rug van die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd en/of telkens op

die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of

-die [slachtoffer] naar het kantoorgedeelte heeft/hebben geduwd/meegenomen en/of

hierbij heeft hebben gezegd:"opschieten, opschieten" en/of

-tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven)"Of hij de

sleutel van de kluis heeft" en/of "Snel snel opschieten, geld er moet meer

zijn" en/of "Waar zijn de kassalades, sneller, sneller" en/of

-een of meer personeelsleden van de [benadeelde partij] bij de armen heeft/hebben vastgepakt

en/of meegenomen naar het kantoor en/of

hierbij een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben

getoond en/of hiermee heeft/hebben gedreigd en/of heeft/hebben

gezegd:"Meekomen jij en/of liggen jullie en/of doorlopen", althans woorden van

gelijke dreigende aard en/of strekking en/of waarbij die personeelsleden op de

grond moesten gaan liggen en/of

een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en gezegd:"Dit is

een overval, iedereen naar achteren" en/of

-bivakmutsen droegen en/of maskers althans gezichtsbedekking;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met

een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke

toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed,

geheel of ten dele toebehorende aan toebehorende aan de aldaar aan [straatnaam]

gevestigde winkel genaamd [benadeelde partij] in elk geval aan een ander of anderen dan aan

verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of

vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen M.

[slachtoffer] en/of een of meer personeelsleden, gepleegd met het oogmerk om

die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij

betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de

vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte

en/of verdachtes mededader(s),

-een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend

voorwerp in de rug van die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd en/of telkens op

die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of

-die [slachtoffer] naar het kantoorgedeelte heeft/hebben geduwd/meegenomen en/of

hierbij heeft hebben gezegd:"Opschieten, opschieten" en/of

-tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven)"Of hij de

sleutel van de kluis heeft" en/of "Snel snel opschieten, geld er moet meer

zijn" en/of "Waar zijn de kassalades, sneller, sneller" en/of

-een of meer personeelsleden van de [benadeelde partij] bij de armen heeft/hebben vastgepakt

en/of meegenomen naar het kantoor en/of

hierbij een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben

getoond en/of hiermee heeft/hebben gedreigd en/of heeft/hebben

gezegd:"Meekomen jij en/of liggen jullie en/of doorlopen", althans woorden van

gelijke dreigende aard en/of strekking en/of waarbij die personeelsleden op de

grond moesten gaan liggen en/of

een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en gezegd:"Dit is

een overval, iedereen naar achteren" en/of

-bivakmutsen droegen en/of maskers althans gezichtsbedekking;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

een goed, te weten een hoeveelheid geld heeft verworven, voorhanden gehad

en/of overgedragen,

terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden

krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden

dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

2.

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met

een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke

toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en/of een pakket met

rollen muntgeld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan

de aldaar aan [straatnaam] gevestigde winkel genaamd [benadeelde partij] , in elk geval aan een

ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal

werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging

met geweld tegen een of meer personeelsleden gepleegd met het oogmerk om die

diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping

op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht

mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk

geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte e/of

verdachtes mededader(s)

-een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend

voorwerp in de rug van een personeelslid van de [benadeelde partij] heeft/hebben geduwd en/of

telkens op hem heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of naar het

kantoorgedeelte heeft/hebben geduwd/meegenomen en/of hierbij heeft hebben

gezegd:"Opschieten, opschieten" en/of

-heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven)"Of hij de sleutel van de kluis

heeft" en/of "Snel snel opschieten, geld er moet meer zijn" en/of "Waar zijn

de kassalades, sneller, sneller" en/of

-een of meer personeelsleden van de [benadeelde partij] bij de armen heeft/hebben vastgepakt

en/of meegenomen naar het kantoor en/of

hierbij een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben

getoond en/of hiermee heeft/hebben gedreigd en/of heeft/hebben

gezegd:"Meekomen jij en/of liggen jullie en/of doorlopen", althans woorden van

gelijke dreigende aard en/of strekking en/of waarbij die personeelsleden op de

grond moesten gaan liggen en/of

een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en gezegd:"Dit is

een overval, iedereen naar achteren" en/of

-bivakmutsen droegen en/of maskers althans gezichtsbedekking;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met

een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)

ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met

geweld een personeelslid van de [benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een

hoeveelheid sigaretten en/of een pakket met rollen muntgeld, in elk geval van

enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de aldaar aan [straatnaam]

gevestigde winkel genaamd [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan

verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met

geweld hierin bestond(en) dat;

verdachte en/of verdachte mededader(s),

-een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend

voorwerp in de rug van een personeelslid van de [benadeelde partij] heeft/hebben geduwd en/of

telkens op hem heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of

-naar het kantoorgedeelte heeft/hebben geduwd/meegenomen en/of hierbij heeft

hebben gezegd:"Opschieten, opschieten" en/of

- heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven)"Of hij de sleutel van de kluis

heeft" en/of "Snel snel opschieten, geld er moet meer zijn" en/of "Waar zijn

de kassalades, sneller, sneller" en/of

-een of meer personeelsleden van de [benadeelde partij] bij de armen heeft/hebben vastgepakt

en/of meegenomen naar het kantoor en/of

hierbij een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben

getoond en/of hiermee heeft/hebben gedreigd en/of heeft/hebben

gezegd:"Meekomen jij en/of liggen jullie en/of doorlopen", althans woorden van

gelijke dreigende aard en/of strekking en/of waarbij die personeelsleden om de

grond moesten gaan liggen en/of

-een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en gezegd:"dit

is een overval, iedereen naar achteren" en/of

-bivakmutsen droegen en/of maskers althans gezichtsbedekking;

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

een goed, te weten een hoeveelheid sigaretten en/of een pakket met rollen

muntgeld heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,

terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden

krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden

dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

3.

hij op of omstreeks 23 november 2018 te Delfzijl

tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans alleen,

een wapen van categorie III te weten een pistool van het merk Berasaluze, type

Allies, kaliber 7.65 mm en/of munitie van categorie III te weten drie

kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm voorhanden heeft

gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van de stukken in het dossier veroordeling gevorderd ten aanzien van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] passen in de door aangever en de getuigen beschreven signalementen. In de woning waar verdachte is aangehouden, lag in de kinderslaapkamer een zilverkleurig vuurwapen verstopt. Op het magazijn van dit vuurwapen is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van verdachte (een kans van 1 op 1 miljard).

Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] zijn foto's gevonden van verdachte met een zilverkleurig vuurwapen in de hand. Verdachte heeft op 13 en 17 november 2018 foto's van hemzelf en het vuurwapen naar medeverdachte [medeverdachte 2] verzonden. Het vuurwapen op de foto lijkt overeen te komen met het wapen dat in de kinderslaapkamer is aangetroffen en is mogelijk bij de overval gebruikt. Voorts blijkt uit de historische gegevens van de telefoonnummers van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] dat zij samen op 21 november 2018 naar Delfzijl zijn gereisd en dat zij in de periode ervoor meerdere malen contact met elkaar hebben gehad. Tot slot is verdachte op de ochtend van de overval samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden in een badkamer waarvan de deur op slot zat. In de badkamer is naast een deel van de buit, ook kleding aangetroffen die overeenkomt met de kleding van de overvallers zoals te zien is op de camerabeelden van de [bedrijf] kort na de overval. De officier van justitie acht het zeer onwaarschijnlijk dat anderen dan verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrokken zijn geweest bij de overval, omdat de politie snel ter plaatse was bij de flat aan het [straatnaam] en zij niet hebben gezien dat iemand in die periode de woning heeft verlaten. Bovendien hebben verdachte en de medeverdachten hier niets over verklaard.

De officier van justitie heeft geconcludeerd dat, ondanks de indirecte aard van het bewijs, wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte één van de drie overvallers is geweest.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het dossier geen bewijs bevat op grond waarvan verdachte op of rondom het tijdstip van de overval in de [benadeelde partij] kan worden geplaatst. Zo zijn er geen sporen van verdachte op of in de buurt van de plaats delict gevonden en komen de door de getuigen opgegeven signalementen niet overeen met het signalement van verdachte, of zijn deze signalementen zo algemeen dat zij geen identificerende kracht hebben. Verdachte heeft verklaard dat hij zich op het moment van de overval in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aan [straatnaam] bevond. Nu de ontlastende getuigenverklaring van mevrouw [getuige 8] ontbreekt om de verklaring van verdachte te bevestigen, dient naar andere feiten en omstandigheden te worden gekeken om het standpunt van verdachte te bevestigen. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat uit het dossier op geen enkele wijze is gebleken dat verdachte op de ochtend van 23 november 2018 de woning zou hebben verlaten. Vanaf 22 november 2018 straalt de telefoon van verdachte dezelfde zendmast aan. Hieruit kan worden opgemaakt dat deze telefoon zowel op 22 als op 23 november 2018 aan stond en zich op één en dezelfde locatie bevond, te weten de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] . Gelet hierop bevestigen de historische verkeersgegevens van de telefoon de aanwezigheid van verdachte in de woning op de ochtend van de overval. Daarnaast zijn er op de tassen met buit, die mogelijk afkomstig zijn van de [benadeelde partij] , geen sporen van verdachte aangetroffen. Het enige spoor dat van verdachte is gevonden, betreft een DNA-spoor op een magazijn behorende bij vuurwapen dat in de kinderslaapkamer verstopt lag. Dit spoor kan niet als daderspoor worden aangemerkt omdat het spoor niet op het wapen zelf, maar op het magazijn is aangetroffen.

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier diverse aanwijzingen bevat voor een alternatief scenario dat niet verdachte maar anderen bij de overval betrokken zijn geweest. Zo biedt de tijdspanne van 1 uur van 45 minuten voldoende gelegenheid voor de overvallers om de buit in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] te stallen en vervolgens op de vlucht te slaan. Getuige [getuige 1] heeft immers verklaard dat zij niet drie maar één man de woning aan [straatnaam] heeft zien binnengaan. Daarnaast bevatten de forensische sporen die op de tassen met buit zijn aangetroffen DNA-mengprofielen van meerdere onbekend gebleven donoren. Een andere aanwijzing voor de aanwezigheid van een vierde man in de woning, naast de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] over een man genaamd [naam 1] , is de beschrijving van verbalisant Hartog dat zij een man met een lichtgetinte huid met zwart omhoog staand kroeshaar uit het raam van de woning aan het [straatnaam] heeft zien kijken. De aangehouden verdachten voldoen niet aan dit signalement. Deze persoon heeft mogelijk in de gaten gehad dat de verbalisanten aan de achterzijde van de flat stonden en zou zich uit de voeten gemaakt kunnen hebben.

Gelet op deze stand van zaken kan het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend worden bewezen en dient verdachte te worden vrijgesproken.

Ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat de enkele aanwezigheid van verdachte in de badkamer nog geen bewezenverklaring voor heling kan opleveren nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte deze goederen heeft gezien/kunnen zien en wetenschap had omtrent de criminele herkomst daarvan, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.

Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw betoogd dat uit de inhoud van het dossier niet blijkt dat verdachte op 23 november 2018 wetenschap had van de aanwezigheid van het wapen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] , zodat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat hij het wapen voorhanden heeft gehad. Van medeplegen is evenmin sprake nu niet bewezen kan worden dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde.

Oordeel van de rechtbank

Op 23 november 2018 is de [benadeelde partij] aan [straatnaam] in Delfzijl overvallen waarbij een hoeveelheid geld, sigaretten en een pakket met rollen muntgeld is buitgemaakt. De vraag die bij de beoordeling van het onder 1 en 2 ten laste gelegde voorligt, is of bewezen kan worden dat verdachte bij de overval betrokken is geweest. De rechtbank overweegt op grond van onderstaande bewijsmiddelen als volgt.

Uit de aangifte, verschillende getuigenverklaringen en de camerabeelden van de [bedrijf] volgt dat de [benadeelde partij] op 23 november 2018 door drie mannen is overvallen. Diezelfde ochtend heeft de politie in de badkamer van de woning gelegen aan [straatnaam] (de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] ) verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangetroffen in de aanwezigheid van tassen met donker gekleurde kleding en een deel van de buit (rollen met geld en sigaretten). Daarnaast lagen er sigaretten, geld in de vorm van bankbiljetten, een zwart nepwapen en een zilverkleurig pistool op verschillende plaatsen in het huis. Op het zilverkleurige pistool is DNA gevonden dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 2] en op de magazijnhouder die hoort bij het zilverkleurige wapen, is DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van verdachte. Daarnaast is op verschillende goederen DNA aangetroffen dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] , namelijk op een bivakmuts die in de badkamer is gevonden en waarin gaten waren geknipt, op een tas waarin een deel van de buit zat en op het zwarte nepwapen.

Uit het onderzoek naar de telefoons is naar voren gekomen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 21 november 2018 samen naar Delfzijl zijn gereisd. Verdachte heeft op 13 en 17 november 2018 foto's van een zilverkleurig wapen naar medeverdachte [medeverdachte 2] verzonden. Dit wapen komt overeen met het wapen dat in de woning aan het [straatnaam] is gevonden. Uit de verklaringen van aangever en de getuigen volgt dat één van de overvallers gebruik heeft gemaakt van een zilverkleurig wapen. Ook zouden de overvallers volgens de getuigen gezichtsbedekking hebben gedragen. Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] is een foto aangetroffen waarop te zien is dat hij een Nike muts draagt. Deze foto heeft hij op 15 november 2018 naar verdachte verzonden. In de woning aan het [straatnaam] heeft de politie tijdens de doorzoeking eenzelfde soort muts gevonden waarin gaten waren geknipt. Tot slot wordt in de agenda op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] de verwijderde melding ' [benadeelde partij] ' (starttijd 8.00 uur, eindtijd 9 uur op 23 november 2018) gevonden.

Ter zitting heeft de verdediging erop gewezen dat verdachte volhoudt dat hij ten tijde van de overval in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] was. Als alternatief scenario heeft de verdediging naar voren gebracht dat niet verdachte, maar anderen bij de overval betrokken zijn geweest, die vervolgens de aangetroffen buit, wapens en kleding in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] hebben achtergelaten. De rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat noch verdachte, noch de medeverdachten bij de politie of ter zitting hebben verklaard dat zij hebben gezien dat andere personen op de ochtend van 23 november 2018 in de woning zijn geweest en daar spullen hebben neergelegd. Alleen daarom al blijft het geschetste alternatieve scenario hooguit speculatief en is het onvoldoende concreet gemaakt. Bovendien ontbreekt de tijd die voor een dergelijk alternatief scenario benodigd is. Volgens de camerabeelden van de [bedrijf] hebben de overvallers om 08.11 uur de winkel verlaten. Getuige [getuige 1] heeft de overvallers daarna eerst bij de brug van [straatnaam] gezien en later bij de flat aan het [straatnaam] . De politie is om 08.40 uur ter plaatse gekomen waarna de flat meteen is afgezet. Het ligt niet voor de hand dat in de tussentijd andere personen in de woning zijn geweest om de buit te stallen en op verschillende plaatsen in die woning te verbergen en vervolgens zijn weggegaan, vooral omdat de politie na het afzetten van de flat niemand het gebouw heeft zien in- of uitgaan. De rechtbank is al met al van oordeel dat het door de verdediging geschetste alternatieve scenario onvoldoende aannemelijk is geworden. Het verweer wordt verworpen.

Op grond van de voornoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende wettige bewijsmiddelen zijn op grond waarvan de rechtbank ook de overtuiging heeft dat verdachte één van de drie overvallers is geweest. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde.

Nu de rechtbank bewezen acht dat verdachte één van de overvallers van de supermarkt is geweest, en uit de onderstaande bewijsmiddelen volgt dat het onder 3 ten laste gelegde wapen daarbij is gebruikt en in de woning van verdachte is aangetroffen ten tijde van zijn aanhouding, acht zij ook dit feit wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Ten aanzien van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 1 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018308116 (onderzoek NN2R018120-PUP) d.d. 28 maart 2019, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :

Ik ben namens de [benadeelde partij] gerechtigd tot het doen van aangifte. Op 23 november 2018 kwam er om ongeveer 08.10 uur een man in de winkel die mij opviel omdat hij snel liep toen hij de winkel binnenkwam. Ik zag dat het een man was met een donkere huidskleur, wat voller gezicht, hij had rastahaar in een staart en dat zat in een capuchon. Qua nationaliteit denk ik aan Antilliaan of Surinamer. De man was 180 à 185 cm, 20 à 25 jaar oud. De man droeg een donsjas, kleur donkerblauw of zwart. In de rest van mijn verklaring noem ik deze man: man 1. Man 1 stond toen plotseling voor mij. Hij had voor mij duidelijk zichtbaar een pistool in zijn linkerhand en hij hield het voor zijn borst. Het was een zilverkleurig pistool. Ik heb alleen het pistool gezien en ik heb wel een bivakmuts gezien maar die had misschien 1 van de anderen op. Man 1 vroeg mij of ik de sleutel van de kluis had en of ik de kluis open kon maken. Ik voelde dat hij het pistool in mijn rug duwde. Ik moest richting het kantoor lopen. Man 1 duwde de hele tijd het pistool in mijn rug, hij zei: "Opschieten, opschieten." Ik voelde dat hij harder duwde met het pistool. Man 1 hield continu het wapen op mij gericht. Man 1 zei: "Snel snel, opschieten, geld, er moet meer geld zijn." Ik ben toen verder gegaan met het geld uit de kluis te halen en man 1 heeft zelf ook nog met zijn handen in de kluis gezeten en er geld uit gehaald. Man 1 had een big shopper van de [benadeelde partij] bij zich. Deze is van canvas of een soort verstevigd plastic. Er zat alleen muntgeld en kleingeld in de kluis. Dit ging om bankbiljetten van 5 euro, in totaal 1900 euro aan 5,- euro bankbiljetten. Dit waren 3 pakjes bankbiljetten, 500 euro per pakje. Van 1 pakje had ik 20 bankbiljetten afgehaald, dus 100,- euro. Ik heb een bankbiljet van 50,- euro in de tas van man 1 gedaan. Het muntgeld was ingeseald in plastic, in 10 rolletjes. Dat gaat om 5 cent, 10 cent, 20 cent, 50 cent, 1 euro en 2 euro. Per pakje zitten er 10 rolletjes in. Ze hebben alles meegenomen. Ik schat ongeveer 4.000,- euro aan muntgeld. Ik zag dat de tas met geld kapot ging. De handvaten scheurden er af en de tas scheurde doormidden. Mijn 3 collega's kwamen ook het kantoor binnen. Dit was toen ik de kluisdeur net had geopend en ik net bezig was om het geld eruit te halen. Ik hoorde dat man 1 om meer tassen vroeg toen zijn tas scheurde. Mijn 3 medewerkers lagen op hun buik op de grond. Ik zag dat man 1 met de kapotte tas weg ging. Ik heb nog naar buiten gekeken en ik zag toen 3 jongens lopen. Ik zag dat ze de [benadeelde partij] verlieten en links af gingen. De andere 2 mannen waren kleiner. Man 1 zei steeds dat ik door moest lopen, dat het snel moest. Een paar minuten later kwam er een klant aan die de kapotte tas kwam terugbrengen.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van aangever d.d.

29 november 2018, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :

Nadat ik de kluis had geopend, hield man l een [benadeelde partij] tas voor mij open waar ik van man 1 het geld in moest doen. Ik pakte het geld uit de kluis en deed dit in de tas. Ik heb ook geld aan man 1 gegeven. Man 1 deed dit geld vervolgens zelf in de tas. Het was muntgeld en het waren geldbiljetten. Ik zag dat man 1 zelf met een hand in de kluis ging en pakket met rollen muntgeld pakte. Volgens mij waren het oranje rollen.

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van aangever d.d.

15 maart 2019, opgenomen op pagina 7 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :

Het is wel zo dat het bedrag van het geld wat ik terugkreeg nagenoeg overeenkwam met wat er bij de overval was weggenomen. De munten die ik in ontvangst nam, waren verpakt in muntrollen, net zoals de munten die bij de overval waren buitgemaakt.

4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 186 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :

Vanmorgen was ik aan het werk bij de [benadeelde partij] aan [straatnaam] in Delfzijl. (…) Ik zag dat achter de bedrijfsleider een man met hele snelle passen liep. Mijn collega, [getuige 3] , was vlak bij mij. Hierna zag ik dat een tweede man onze richting uit kwam lopen. Ik voelde dat ik van achteren bij mijn beide armen werd vastgepakt. De persoon die mij beetpakte, stond achter mij. Ik hoorde een mannenstem die zei: 'Meekomen jij.' De man die mij vast had, duwde mij in de richting van het magazijn van de winkel, [getuige 3] en [getuige 4] moesten ook mee van de man. De man duwde ons naar het kantoor wat zich in het magazijn bevindt. Ik hoorde man zeggen: 'Liggen jullie.' Ik zag dat de man die ons door het magazijn duwde en het kantoor in duwde, voor de deur stond. Ik zag dat deze man een groot mes vast had in zijn rechterhand en dat zijn arm licht gebogen was. Ik zag dat de punt van het mes in onze richting wees. Het mes leek op een groot keukenmes.

5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 188 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :

Op 23 november 2018, omstreeks 8.00 uur, was ik aan het werk in de [benadeelde partij] te Delfzijl. (…) Ik zag dat een donkere man iets in de rug van mijn filiaalmanager drukte. Ik zag dat [slachtoffer] richting het kantoor werd geduwd. Ik kan de donkere man als volgt beschrijven:

Overvaller 1:

- donker getinte man/ hij leek mij Antilliaans;

- ongeveer 1.70 meter lang;

- ongeveer 20/30 jaar oud;

- donker haar met lange dreadlocks in een staart;

- zwarte jas tot aan de heupen;

- zwarte sjaal voor de mond;

- Antilliaans accent.

Ik zag een andere man aankomen die ik als volgt kan beschrijven:

Overvaller 2:

- donker getinte man, hij leek mij Antilliaans;

- ongeveer 170 meter lang;

- ongeveer 20/30 jaar oud;

- opvallende grote ogen;

- lichtgrijze joggingsbroek;

- donkere jas tot aan de heupen.

Wij werden door de hier bovengenoemde man bij elkaar getrokken en ik werd samen met

[getuige 3] en [getuige 2] het magazijn in gedrukt. Ik hoorde hem roepen: ''Doorlopen''. Ik zag door de deuropening mijn bedrijfsleider, [slachtoffer] , op zijn knieën voor de kluis zitten met een andere donkere man achter zich. Ik zag dat dit de overvaller was die ik beschrijf als overvaller 1. Ik zag dat deze overvaller met een afstand van ongeveer 30 centimeter een zilverkleurige pistool richtte op [slachtoffer] . Op dit moment stonden er twee overvallers bij ons in het kantoor. Ik zag dat de man die ik net beschreef als overvaller 2 een groot puntig mes in zijn handen had. Ik zag dat de man ook een [benadeelde partij] shoppertas in zijn handen had waar het geld uit de kluis heen in ging. Overvaller 2 zei tegen ons dat wij moesten gaan liggen in het kantoor.

6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 191 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 5] :

Vrijdag 23 november 2018 ben ik aan het werk gegaan bij de [benadeelde partij] te Delfzijl. (…) Ik zag dat [slachtoffer] op een drafje naar de deur liep die de toegang naar het magazijn verschaft. Ik zag dat achter [slachtoffer] een donkere man liep. Ik zag dat deze man een zilverkleurig vuurwapen tegen de rug drukte van [slachtoffer] . Vervolgens keek ik om heen in de winkel en plotseling keek ik recht in de bruine ogen van een tweede donker uitziende man. Het volgende moment dat ik mij herinner is dat [getuige 4] , [getuige 2] en ik door de man met die onvriendelijke bruine ogen werden meegenomen. Wat ik nu voor mij zie is een bivakmuts en die ogen. Ik hoorde de man steeds zeggen: 'Doorlopen, doorlopen, doorlopen.' Ik zag dat die man een groot mes in zijn hand vast had. Van de man moesten we het kantoor binnen gaan. Ik zag dat [slachtoffer] met de eerste man, die met het pistool, ook al in het kantoor waren. Door de man met de bruine onvriendelijke ogen werden we het kantoor in geduwd en van hem moesten we op de grond gaan liggen. Ik hoorde een man zeggen: 'Waar zijn de kassalades?' Ik hoorde één van de donkere mannen zeggen: 'Sneller, sneller.' Ik hoorde de andere man zeggen: 'Sneller, sneller.'

7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.

20 december 2018, opgenomen op pagina 197 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 6] :

Ik werd aangeduwd door iemand. Ik kijk op en er staat één van de overvallers naast mij. Hij zegt: 'Dit is een overval, iedereen naar achter.' Hij had een zwart masker op en een wapen in zijn hand. Hij had een grijze joggingsbroek. Ik noem hem verder man 1. Ik liep naar achter. Man 1 bleef in de winkel en bleef overzicht houden op de winkel. Ik zag vervolgens een andere overvaller bij een kassa en die gooide tassen van de [benadeelde partij] naar het kantoortje. Dat is man 2. Bij het kantoortje zag ik een 3e overvaller uit het kantoortje springen. Dat is man 3. Man 2 zag ik bij een kassa allemaal pakjes sigaretten in zo'n [benadeelde partij] tas gooien. Toen zag ik dat de drie overvallers lopend, niet rennend, de winkel uitliepen.

Man 1:

- Hij was de man die mij aanduwde.

- Hij had een wapen, het was een pistool maar hij leek nep. De kleur was zwart/antraciet. Hij

hield het wapen iedere keer naar de grond gericht. Hij had het pistool vast in zijn rechterhand.

- Grijze joggingbroek.

- Zwart masker. Volgens mij alleen gaten voor de ogen. Er liep een stiknaad verticaal tussen de ogen door.

- Ik heb stukjes huid gezien en ik zag dat hij een licht getinte huidskleur had. Ik heb een stukje van zijn hals gezien en een stukje pols. Hij had een veel lichtere huidskleur dan de andere twee.

- Hij was niet heel groot.

- Hij had een soort Turks/Marokkaans accent. Niet gewoon Nederlands.

- Hij was niet dun.

Man 3:

- Ik zag van hem dat hij een soort knot had in zijn haar. Doordat hij sprong zag ik zijn nek en

ik zag dat hij een donkere huidskleur had.

8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.

24 november 2018, opgenomen op pagina 194 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 7] :

Ik kwam gisteren binnen in de [benadeelde partij] . Ik zag dat er 3 mannen uit het kantoortje kwamen en ze liepen richting de kassa en toen naar de uitgang. Ik zag dat ze dikke tassen bij zich hadden. Ik zag dat die mannen capuchons over het hoofd hadden, ik zag ook dat er 1 van die groene schoonmaakhandschoenen aan. Ik ben er toen achteraan gegaan. De mannen die ik achtervolgde waren twee mannen lopend en 1 op de fiets. Ik weet alleen dat het donkere types waren. De ene had een grijze jogging broek de andere hadden donkere kleren aan. Die met de grijze jogging broek had volgens mij ook die groene handschoenen aan. Die ene kon die tas niet meer tillen aan het einde van het bruggetje. Die tas scheurde namelijk. Hij liet die tas gewoon staan. Degene die de tas achterliet was de man met grijze joggingbroek. Ik heb de tas naar de [benadeelde partij] terug gebracht.

9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 15 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten:

Door verbalisant zijn de beelden van de supermarkt [bedrijf] , gevestigd aan [straatnaam] 1 te Delfzijl veiliggesteld. Hieronder wordt met tijden en beelden een weergave getoond van de verdachten die op vrijdag 23 november 2018 tussen 08:05 uur en 08:17 uur een overval hebben gepleegd op de supermarkt [benadeelde partij] .

08:07:40 uur: De drie verdachten gaan richting de winkel.

08:11:47 uur: Komen de 3 mannen uit de winkel.

08:11:56 uur: Verdachte 2 en verdachte 3 staan met tassen bij de fiets. Verdachte met lichte broek loopt met tas. Verdachte l met grijs vest gaat over de brug en slaat vervolgens rechtsaf.

08:12:52 uur: Verdachte met lichte broek liep met versnelde pas over de brug en blijft daar aan de rechterzijde staan en laat de tas daar liggen. De man met de groene jas op de fiets op de voorgrond volgt de verdachte met lichte broek.

08:12:53 uur: Verdachte met lichte broek rent dan vervolgens ook rechtsaf.

10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d.

24 november 2018, opgenomen op pagina 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :

Gisteren ging ik rond 08.10 richting school. Ik zag toen iemand rennen, vanaf de brug van

[straatnaam] in de richting van het speeleiland. Ik fietste door naar [straatnaam] brug. Er waren drie mannen. De voorste rende, daarachter fietste iemand en daar weer achter

rende ook iemand. De achterste stopte op een gegeven moment en zette de [benadeelde partij] tas die

hij in zijn hand had neer. Hij pakte er wat spullen uit. Ik zag dat het aan het begin van de brug was. Ik zag dat hij een lang mes had. Die ene man liet de tas staan. Dat was de laatste man. Het was een [benadeelde partij] tas. Volgens mij had die andere ook een [benadeelde partij] tas. De man die de tas bij de brug neerzette was donker, best wel breed, muts en sjaal over zijn gezicht. Helemaal in het zwart gekleed. (…) Ik zet de fiets altijd aan het [straatnaam] . Ik zag eentje op de verdieping lopen. Het was bij de laatste flat. Die man die op die verdieping liep, had dezelfde [benadeelde partij] tas bij zich. Hij had hem namelijk niet bij de handvatten beet, dat viel mij op. Ik kon in de kelder kijken doordat de deur open stond. Ik zag toen twee personen en eentje had een fiets. De man is de derde woning vanaf links naar binnen gegaan.

11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op 23 november 2018 omstreeks 08.10 kreeg ik de melding van een gewapende overval in de [benadeelde partij] aan [straatnaam] te Delfzijl. Ik kreeg via het operationeel centrum door uit te kijken naar 3 getinte mannen met deels donkere kleding, l man met een grijze joggingbroek en de mannen zouden tassen met zich mee voeren. Ik hoorde dat deze mannen de verdachten van de gewapende overval op de [benadeelde partij] waren waarbij 2 vuurwapens en een mes zou zijn gebruikt. (…) Rond 08.38 uur melde zich spontaan een vrouw bij mij, ik hoorde de vrouw zeggen dat ze 3 donker getinte mannen in deels zwarte kleding met tassen had gezien op de brug tussen het park en de [benadeelde partij] aan [straatnaam] te Delfzijl. Verder hoorde ik de vrouw zeggen dat ze deze 3 mannen de flat op het [straatnaam] naast station West binnen had zien gaan waarbij ze had gezien dat de mannen over de galerij op de eerste verdieping liepen en een woning op

de eerste verdieping binnen gingen. Omstreeks 08.40 uur waren er meerdere politie eenheden ter plaatse bij de flat aan het [straatnaam] en hebben wij de flat afgezet. Toen de politie hondengeleider ter plaatse was is er besloten dat wij de flat zouden betreden om de woningen op de eerste verdieping in de flat ter aanhouding te doorzoeken. (…) Hierop ben ik samen met de politiecollega's naar de voordeur van de woning op perceel nummer [nummer] gegaan. Hier hoorde en zag ik dat een collega aanbelde en vervolgens op de deur en ramen bonsde waarbij hij zich bekend maakte als politie en sommeerde dat de deur opengemaakt moest worden. Ik zag en hoorde dat er geen reactie werd gegeven vanuit de woning. Toen hoorde ik via de portofoon van een collega die aan de achterzijde van desbetreffende woning stond dat er wel een donker getinte man met kroeshaar door haar was gezien die aan de achterzijde van de woning met zijn hoofd boven de vensterbank uit kwam en het gordijn opzij deed om naar buiten te kijken. Ik hoorde van deze collega dat toen deze man haar zag staan hij snel wegdook. (…)

Vervolgens heb ik samen met meerdere collega's en de politiehondengeleider de woning betreden waarbij ik meerdere keren 'politie' geroepen heb en tevens hoorde ik dat de politiecollega's ook meerdere keren 'politie riepen. Ik zag dat de gang, keuken/ woonkamer en slaapkamer vrij waren van verdachten. Toen zag ik dat de deur van de badkamer dicht was en op slot gedraaid was. Ik hoorde een collega meerdere keren roepen dat degenen die daar binnen zaten eruit moesten komen en dat hij van de politie was. Ik hoorde en zag dat er geen reactie kwam. Ik zag dat de collega het slot van de badkamer deur ergens mee open draaide, vervolgens zag ik dat er zich 3 gehurkte verdachten die voldeden aan het signalement in de badkamer bevonden. Ik hoorde en zag dat de 3 verdachten werden aangehouden. Ik zag tijdens het zoekend rondkijken in de woning een tas in de badkamer staan met daarin duidelijk zichtbaar zwarte kleding, pakjes sigaretten en rolletjes kleingeld

verpakt in gekleurd papier.

12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 384 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:

Wij, verbalisanten, hielden op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 09.45 uur op de locatie [straatnaam] te Delfzijl als verdachte aan:

Achternaam : [verdachte]

Voornamen : [verdachte]

Geboren : [geboortedatum] 1982

Geboorteplaats : [geboorteplaats]

13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 349 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:

Wij, verbalisanten, hielden op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 09.45 uur op de locatie [straatnaam] te Delfzijl als verdachte aan:

Achternaam : [medeverdachte 1]

Voornamen : [medeverdachte 1]

Geboren : [geboortedatum] 1989

Geboorteplaats : [geboorteplaats]

Adres : [straatnaam]

Plaats : Delfzijl

14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 368 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:

Wij, verbalisanten, hielden op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 09.45 uur op de locatie [straatnaam] te Delfzijl als verdachte aan:

Achternaam : [medeverdachte 2]

Voornamen : [medeverdachte 2]

Geboren : [geboortedatum] 1985

Geboorteplaats : [geboorteplaats]

15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek d.d.

23 november 2018, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op vrijdag 23 november 2018 bevond ik mij, verbalisant, in de woning [straatnaam] te Delfzijl. In deze woning waren eerder die ochtend drie verdachten aangehouden als verdachten van de overval op de [benadeelde partij] te Delfzijl, gepleegd op vrijdag 23 november 2018 omstreeks 08.10 uur.

Op de bovenste woonlaag bevinden zich de volgende ruimte:

- Kinderslaapkamer aangeduid als ruimte 3

- Keuken aangeduid als ruimte 6

- Badkamer aangeduid als ruimte 7

De volgende goederen zijn aangetroffen en in beslag genomen:

3-1-1 Pistool zwart/zilver, inclusief patroonhouder en 3 patronen. Aangetroffen op de

grond, onder knuffelberen voor het ledikant.

3-1-2 Geld(rollen) in kussensloop kinderbed. 94 biljetten van € 5,00 en muntrollen van

verschillende munten, een totaalbedrag van € 1.019,-.

3-1-3 Zwarte tas achter deur. Inhoud 7 pakje sigaretten en geldrollen met een

totaalbedrag van € 723,50.

3-1-4 9 pakje sigaretten onder matras kinderledikant.

6-1-1 Plastic zwart pistool. In rechter bovenlade keukenblok.

7-1-1 Paarse [benadeelde partij] tas inhoudende pakjes sigaretten, zwarte kleding en muntrollen met een

totaalbedrag van € 659,50.

7-1-2 Blauwe [benadeelde partij] 'shopper' inhoudende diverse kledingstukken.

7-2-1 Grijze vuilniszak inhoudende zwarte kleding en

7-2-2 Bivakmuts

7-2-3 Bivakmuts

7-2-4 Handschoenen

16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek d.d.

28 januari 2019, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op vrijdag 23 november 2018 werd door mij verbalisant als forensisch onderzoeker een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een overval op een winkelfiliaal van de " [benadeelde partij] ", gepleegd tussen vrijdag 23 november 2018 te 08:00 uur en vrijdag

23 november 2018 te 08:10 uur. Inmiddels waren er drie verdachten aangehouden in een woning aan de [straatnaam] te Delfzijl.

Badkamer

Ik zag in de badkamer, één vuilniszak, een blauwe plastic tas en een paarse stoffen

tas met kleding staan. In de vuilniszak werden onder ander de volgende kledingstukken aangetroffen, veiliggesteld voor mogelijk DNA-onderzoek en elk afzonderlijk voorzien van een SIN.

Bivakmuts, zwart met wit zoekingsnummer 7-2-3 AAMD6780NL

Bivakmuts, zwart zoekingsnummer 7-2-2 AAMD6781NL

In de paarse tas werd naast donkergekleurde kleding, een mogelijke deel van de buit

aangetroffen, namelijk geld en sigaretten.

Kinderslaapkamer

Achter de toegangsdeur van de kinderslaapkamer zag ik een binnenstebuiten gekeerde

zwart stoffen tas staan met een mogelijke deel van de buit, namelijk geld en sigaretten.

Ik zag aan de binnenzijde van de tas de woorden "Zuidgeest vakkundig flexibel personeel" staan. De zwarte tas werd door mij veiliggesteld voor mogelijk DNA-onderzoek en voorzien van een SIN. Tas, stof/zwart AAMD6785NL.

Onder het matras van het kinderledikant werd een mogelijk deel van de buit, sigaretten, aangetroffen.

Op de vloer onder de knuffeldieren werd een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aangetroffen. Dit wapen, van het merk "Berasaluze"- kaliber 7.65 mm, bleek half geladen te zijn, dus geen patroon in de kamer van het wapen. In het patroonmagazijn zag ik drie patronen. Door mij werd het wapen en patroonmagazijn veiliggesteld voor mogelijk DNA- en wapenonderzoek en elk afzonderlijk voorzien van een SIN.

Wapen, grijs, Berasaluze AAMD6784HL

Patroonmagazijn met drie patronen AAMD6783NL

In het kussensloop van het éénpersoonsbed werd een deel van de mogelijke buit aangetroffen, namelijk geld.

De door een collega veiliggesteld op een vuurwapen gelijkend voorwerp uit de

keukenlade kleur zwart van het merk Desert, werd op 23 november 2018 om 13.45 uur

aan mij overgedragen, voor mogelijk DNA- en wapenonderzoek. De sporendrager werd door mij voorzien van een SIN sticker.

Wapen, zwart, Desert zoekingsnummer 6-1-1 AAMD6786NL

Op dinsdag 27 november 2018 werd door collegae van de Forensische Opsporing Noord Nederland, taakveld DNA een biologisch vooronderzoek verricht aan de/het:

Sporendrager : SIN : Bemonstering :

Wapen, grijs/ Berasaluze AAMD6784NL AAME0079NL, AAME0082NL en AME0086NL

Patroonmagazijn

met drie patronen AAMD6783NL AMME0085NL

Wapen, zwart, Desert AAMD6786NL AAME0083NL en AAME0084NL

Bivakmuts, zwart met wit AAMD6780NL AAMD5995NL

Tas, stof, zwart AAMD6785NL AAMD5966NL

17. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2019.01.04.167, d.d. 21 januari 2019, opgenomen op pagina 309 e.v. van voornoemd dossier opgemaakt door S. Tuinman, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende als zijn/haar verklaring:

SIN en OmschrijvingBeschrijving DNA-profielCelmateriaalMatchkans

kan afkomstig

zijn van

AAMD5995NL#01 afgeleid DNA-hoofdprofiel [medeverdachte 1] kleiner

Speeksel van een man dan één

op één

miljard

18. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2018.12.28.069, d.d. 31 januari 2019, opgenomen op pagina 317 e.v. van voornoemd dossier opgemaakt door J.L.W. Dieltjes, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende als zijn/haar verklaring:

SIN en OmschrijvingBeschrijving DNA-profielCelmateriaalMatchkans

kan afkomstig

zijn van

AAMD5966NL DNA-mengprofiel van [medeverdachte 1] en

minimaal drie personen minimaal twee

onbekende personen

AAME0085NL DNA-profiel van een man [verdachte] kleiner

dan één

op één

miljard

AAME0084NL DNA-mengprofiel van [medeverdachte 1] zie pv

minimaal twee personen en minimaal één

onbekende persoon

AAME0086NL DNA-mengprofiel van [medeverdachte 2]

minimaal vier personen en minimaal drie

andere personen

19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 10 februari 2019, opgenomen op pagina 315 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op 31 januari 2019 werd door het NFI het rapport "DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval gepleegd in Delfzijl op 23 november 2018"/ zaaknummer 2018.12.28.069, opgemaakt.

AAMD5966NL

In de bemonstering werd een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen aangetroffen,

waaronder verdachte [medeverdachte 1] en minimaal twee onbekende personen. Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd in het volgende hypothesepaar:

l. De bemonstering bevat DNA van verdachte [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende

personen.

2. De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen.

Hypothese l is één miljard keer waarschijnlijker waar dan hypothese 2 waar is.

AAME0084NL

In de bemonstering werd een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal twee personen, waaronder verdachte [medeverdachte 1] en minimaal één onbekende persoon. Eén van de onbekende personen in de bemonstering van AAMD5966NL is dezelfde onbekende

persoon in deze bemonstering. Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd in het volgende hypothesepaar:

l. De bemonstering bevat DNA van verdachte [medeverdachte 1] en één willekeurige onbekende

persoon.

2. De bemonstering bevat DNA van twee willekeurige onbekende personen.

Hypothese l is één miljard keer waarschijnlijker waar, dan hypothese 2 waar is.

AAME0086NL

In de bemonstering werd een DNA-mengprofiel van minimaal vier personen aangetroffen,

waaronder verdachte [medeverdachte 2] en minimaal drie onbekende personen. Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd in het volgende hypothesepaar:

l. De bemonstering bevat DNA van verdachte [medeverdachte 2] en drie willekeurige onbekende

personen.

2. De bemonstering bevat DNA van vier willekeurige onbekende personen.

Hypothese l is 200 miljoen keer waarschijnlijker waar/ dan hypothese 2 waar is.

20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

8 februari 2019, opgenomen op pagina 81 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op vrijdag 8 februari 2019 werd de inhoud van de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 1]

door mij, verbalisant onderzocht. Door mij, verbalisant, werd het woord ' [benadeelde partij] ' ingevoerd als zoekwoord. Ik zag dat bij dit zoekwoord 1 treffer werd weergegeven. Dit betrof een opmerking in de agenda van de gmailaccount ' [emailadres] @gmail.com. Het onderwerp betrof: ' [benadeelde partij] klus'.

Als startdatum en tijdstip werd vermeld 23-11-2018, 08.00 uur.

Als einddatum en tijdstip werd vermeld 23-11 -2018, 09.00 uur.

Voorts stond vermeld dat voornoemd agendapunt was 'deleted'.

21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

4 april 2019, opgenomen op pagina 134 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op de telefoon van verdachte [medeverdachte 2] werden door mij, verbalisant, twee zogenaamde selfies aangetroffen met hierop afgebeeld verdachte [medeverdachte 2] . Verdachte [medeverdachte 2] bevindt zich kennelijk in een winkel en lijkt een muts te passen waarbij hij van zichzelf twee selfies maakt. Ik zag dat de muts zwart van kleur was en voorzien van een Nikelogo aan de voorzijde. Het Nikelogo is glimmend zilver van kleur. De foto's waren gemaakt op

15 november 2018 te 17.02 uur. Verder is het opvallend dat deze foto's hierna door verdachte [medeverdachte 2] naar verdachte [verdachte] werden geappt. Tijdens de doorzoeking in het [straatnaam] werd een zwarte Nike muts aangetroffen waarin twee ooggaten waren geknipt/aangebracht zodat deze kennelijk gebruikt kon worden als bivakmuts/gezichtsbedekking. Ik, verbalisant, zag dat deze muts meerdere overeenkomsten vertoonde met de muts die door verdachte [medeverdachte 2] op de foto draagt. Ik, verbalisant, zag dat de kleur, de weefstructuur van het textiel alsmede de grootte, kleur en de positie van het Nikelogo overeenkwamen met de muts die verdachte [medeverdachte 2] draagt zoals aangetroffen op de foto's op zijn mobiele telefoon. Tevens zijn beide mutsen voorzien van stiknaden aan de bovenzijde van de muts.

22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

7 februari 2019, opgenomen op pagina 54 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Door mij, verbalisant is de inhoud van de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 2] onderzocht. Hierbij werd door mij onder meer het volgende aangetroffen: Twee foto's van een zilverkleurig vuurwapen/pistool. Gelet op het uiterlijk en verschillende kenmerken waaronder beschadigingen/slijtageplekken betreft dit hetzelfde vuurwapen als het (scherpe) vuurwapen welke na de aanhouding werd aangetroffen in de kinderkamer in perceel [straatnaam] te Delfzijl. Volgens de afbeeldingsnaam zijn deze foto's gemaakt op

13 november 2018.

23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

8 maart 2019, opgenomen op pagina 98 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Door mij, verbalisant, is nader onderzoek verricht naar de inhoud van de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 2] . Hierbij is door mij onder meer een WhatsApp-conversatie aangetroffen tussen verdachte [medeverdachte 2] , die zich hierbij' ' [naam 2] ' noemt en een persoon die door verdachte [medeverdachte 2] als contact is opgeslagen onder de naam ' [naam 3] '. Het telefoonnummer welke bij [naam 3] is opgeslagen betreft [mobielnummer] . Uit een eerder onderzoek naar telefoonnummer [mobielnummer] was reeds gebleken dat dit telefoonnummer kennelijk in gebruik is bij verdachte [verdachte] . Het eerste contact tussen verdachte [medeverdachte 2] zoals aangetroffen op de telefoon dateert van 1 september 2018 te 21:37 uur en het laatste contact vind plaats op 22 november 2018 te 21:35 uur.

Bijzonderheden

Op 13 november 2018 te 14.43 uur verstuurt ' [naam 3] ' 4 foto's van twee vuurwapens, een zwarte en een zilverkleurige. De vuurwapens betreffen pistolen van kennelijk hetzelfde merk en type. Ik, verbalisant, herken het zilverkleurige vuurwapen als zijnde hetzelfde vuurwapen welke is aangetroffen tijdens de doorzoeking in het [straatnaam] . Het vermoeden bestaat dat dit vuurwapen is gebruikt bij de overval op de [benadeelde partij] . Op/aan dit vuurwapen werd DNA aangetroffen van zowel verdachte [medeverdachte 2] als verdachte [verdachte] . Voorts wordt er op 17 november 2018 te 15.56 uur een foto verstuurd door ' [naam 3] ' waarop verdachte

[verdachte] zichtbaar is terwijl hij in zijn rechterhand een zilverkleurig vuurwapen vasthoudt.

24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

4 maart 2019, opgenomen op pagina 141 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Er is onderzoek verricht naar de locatie van de telefoon van [medeverdachte 2] voor, tijdens en na de overval en zijn contacten. Op 21 november 2018 wordt er kennelijk naar Groningen gereisd. Te 12.53 uur wordt een mast bij Amsterdam-Duivendrecht aangestraald. Te 14.20 uur wordt een mast aangestraald bij Aduard en te 14.58 uur in Delfzijl. Hierna blijft de telefoon de gehele dat (de rechtbank begrijpt: dag) masten aanstralen in Delfzijl.

25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.

8 maart 2019, opgenomen op pagina 153 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Er is onderzoek verricht naar de locatie van de telefoon van [verdachte] voor, tijdens en na de overval en zijn contacten. Op 21 november 2018 wordt er kennelijk naar Groningen gereisd. Te 11.48 uur wordt er nog een mast aangestraald in Rotterdam. Het eerstvolgende contact die dag vindt te 14.18 uur plaats middels een mast te Groningen. Te 15.48 uur wordt een mast aangestraald in Delfzijl.

26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen d.d.

3 januari 2019, opgenomen op pagina 41 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:

Op vrijdag 23 november 2018 te 13:02 uur zijn goederen inbeslaggenomen. Na onderzoek

van deze goederen is het volgende naar voren gekomen:

Goednummer : PL0100-2018308116-1076692

Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof

Object : Vuurwapen (Pistool)

Merk/type : Berasaluze, Allies

Kaliber : 7.65 mm

Het inbeslaggenomen voorwerp is een pistool geschikt om projectielen door een loop af

te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige

ontploffing of een andere scheikundige reactie. Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel l onder 3, gelet op artikel 2, lid l categorie III onder l van de Wet wapens en munitie .

De aangeleverde munitie betrof drie kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot (S&B), type volmantel en het kaliber 7,65 millimeter. Deze patronen zijn geschikt om een projectiel door middel van een vuurwapen, onder andere het hier beschreven pistool, af te schieten. Dit is munitie in de zin van artikel l onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie .

27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 24 november 2018, opgenomen op pagina 379 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] :

[verdachte] ken ik al 10 jaar. [medeverdachte 1] ken ik ook al heel lang.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

1. primair

hij op 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld

[slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan de aldaar aan [straatnaam] gevestigde winkel genaamd [benadeelde partij] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat

verdachte en/of verdachtes mededaders,

- een pistool in de rug van die [slachtoffer] heeft geduwd en telkens op die [slachtoffer] heeft gericht en gericht gehouden en

- die [slachtoffer] naar het kantoorgedeelte heeft geduwd en hierbij heeft gezegd: "Opschieten, opschieten" en

- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd (zakelijk weergegeven) "Of hij de sleutel van de kluis heeft" en "Snel snel opschieten, geld er moet meer zijn" en "Waar zijn de kassalades, sneller, sneller" en

- personeelsleden van de [benadeelde partij] bij de armen heeft vastgepakt en meegenomen naar het kantoor en hierbij een mes heeft getoond en hiermee heeft gedreigd en heeft gezegd: "Meekomen jij en liggen jullie en doorlopen" en waarbij die personeelsleden op de

grond moesten gaan liggen en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en gezegd: "Dit is een overval, iedereen naar achteren" en

-bivakmutsen droegen en gezichtsbedekking;

2. primair

hij op 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en een pakket met rollen muntgeld, toebehorende aan de aldaar aan [straatnaam] gevestigde winkel genaamd [benadeelde partij] welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personeelsleden gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededaders

- een pistool in de rug van een personeelslid van de [benadeelde partij] heeft geduwd en telkens op hem heeft gericht en gericht gehouden en naar het kantoorgedeelte heeft geduwd en hierbij heeft gezegd: "Opschieten, opschieten" en

- heeft gezegd (zakelijk weergegeven) "Of hij de sleutel van de kluis heeft" en "Snel snel opschieten, geld er moet meer zijn" en "Waar zijn de kassalades, sneller, sneller" en

- personeelsleden van de [benadeelde partij] bij de armen heeft vastgepakt en meegenomen naar het kantoor en hierbij een mes heeft getoond en hiermee heeft gedreigd en heeft gezegd: "Meekomen jij en liggen jullie en doorlopen" en waarbij die personeelsleden op de

grond moesten gaan liggen en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en gezegd: "Dit is een overval, iedereen naar achteren" en

- bivakmutsen droegen en gezichtsbedekking;

3.

hij op 23 november 2018 te Delfzijl tezamen en in vereniging met anderen een wapen van categorie III te weten een pistool van het merk Berasaluze, type Allies, kaliber 7.65 mm en munitie van categorie III te weten drie kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm voorhanden heeft gehad.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

1. primair afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

2. primair diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

3. medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III

en

medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie .

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair,

2 primair en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 jaren met aftrek als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Bij de formulering van de strafeis heeft de officier van justitie naast de ernst van de feiten en de justitiële documentatie van verdachte, als strafverzwarende omstandigheden meegewogen dat de feiten in vereniging zijn gepleegd, dat er wapens en vermommingen zijn gebruikt en dat de bedrijfsleider van de [benadeelde partij] tijdens de overval onder schot is gehouden terwijl de rest van het personeel op de grond moest gaan liggen. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte en zijn medeverdachten een gelijke straf dient te worden opgelegd omdat hun rollen inwisselbaar zijn geweest.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw verzoekt de rechtbank, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, om rekening te houden met de omstandigheid dat bij de overval slechts in zeer beperkte mate gebruik is gemaakt van geweld en er wapens zijn getoond maar deze niet zijn gebruikt. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van recidive en dat de strafeis van de officier van justitie disproportioneel is. Zij heeft verwezen naar de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS waarbij het uitgangspunt voor een gewapende overval de oplegging van een gevangenisstraf van 2 jaren is. Tot slot heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte de afgelopen maanden veel last heeft gehad van zijn gezondheid waardoor het van belang is dat hij een zo kort mogelijke termijn in vrijheid wordt gesteld zodat de behandelingen in het Erasmus MC kunnen worden gecontinueerd.

Oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Op de ochtend van 23 november 2018 heeft verdachte samen met twee anderen de [benadeelde partij] in Delfzijl overvallen, waarbij onder bedreiging van geweld geld en sigaretten zijn weggenomen. Daarbij droegen zij vermommingen en maakten zij gebruik van wapens waaronder een groot mes, een pistool en een nepvuurwapen. Een van de verdachten heeft zijn pistool op de bedrijfsleider gericht en hem gedwongen de kluis te openen en daar geld uit te pakken en heeft zelf ook geld uit de kluis weggenomen. Het aanwezige personeel werd door een medeverdachte met een groot mes meegenomen naar het kantoor waar zij op de grond moesten gaan liggen. De klanten werden door een andere medeverdachte met een nep vuurwapen gesommeerd om achterin de winkel te gaan staan. Uit het dossier volgt dat de overval diepe indruk heeft gemaakt op de klanten en het personeel. Zo hebben zij beschreven dat zij tijdens de overval ontzettend bang zijn geweest en dat zij hebben gevreesd voor hun leven. Verdachte en de medeverdachten hebben hier geen moment bij stilgestaan omdat zij zich slechts door eigen financieel gewin hebben laten leiden. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.

Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen.

De reclassering heeft geen advies omtrent verdachte uitgebracht omdat hij heeft geweigerd om mee te werken aan het opstellen van een reclasseringsrapport.

Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS als uitgangspunt genomen. Volgens de oriëntatiepunten is een gevangenisstraf van 2 jaren passend voor een overval op een winkel met bedreiging met geweld, waarbij dan nog geen rekening is gehouden met strafverzwarende omstandigheden. De rechtbank is van oordeel dat er verschillende strafverzwarende omstandigheden aanwezig zijn. Zo heeft verdachte de overval samen met anderen gepleegd, was er sprake van een duidelijke rolverdeling en zijn er wapens en vermommingen gebruikt. Daarnaast is de overval gepleegd op een moment dat er veel klanten in de winkel aanwezig waren en is verdachte blijkens zijn justitiële documentatie eerder wegens soortgelijke delicten in aanraking geweest met politie en justitie. Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van voorarrest een passende reactie vormt. De rechtbank ziet in hetgeen ter terechtzitting door de verdediging is aangevoerd omtrent de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen reden na af te wijken van voornoemde straf.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 57, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie , zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. R. Baluah en

mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. A.C. Fennema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 juni 2019.

Mr. E.P. van Sloten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

In de muts waren gaten geknipt, zie proces-verbaal Biologisch en Dactyloscopisch vooronderzoek d.d. 28 november 2018, opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten.

Het was een muts van het merk Nike waar ooggaten in waren geknipt, zie proces-verbaal Biologisch en Dactyloscopisch vooronderzoek d.d. 28 november 2018, opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten.

Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 273 van voornoemd dossier

Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 276 van voornoemd dossier

Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 276 van voornoemd dossier

Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 276 van voornoemd dossier

Zie het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 10 februari 2019, opgenomen op pagina 315 van voornoemd dossier.

Zie het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 10 februari 2019, opgenomen op pagina 315 van voornoemd dossier.

Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2018, opgenomen op pagina 276 van voornoemd dossier


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature