Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10531985 \ WM VERZ 23-395
CJIB-nummer : 251033137
Uitspraakdatum : 19 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. MG. Van Wijk.
1 Het verloop van de procedure
1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde zijn met afbericht niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.
2 Overwegingen
2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Namens betrokkene wordt aangevoerd dat de Laat in Alkmaar er door wegwerkzaamheden uit lag. Hierdoor was het moeilijker om de binnenstad in te rijden. Betrokkene moest in de binnenstad zijn om in opdracht van de winkeliersvereniging een markt op te bouwen. Betrokkene kon niet anders dan een overtreding begaan om de locatie te bereiken.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Op de zitting is ook een foto van de gedraging overgelegd.
2.4.
De gedraging kan worden vastgesteld op basis van de overgelegde foto. De door gemachtigde van betrokkene aangevoerde omstandigheden geven de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen. Er is onvoldoende aannemelijk gemaakt (met bijvoorbeeld bewijsstukken) dat betrokkene ter plaatse moest zijn om een markt op te bouwen. Daarnaast was er een mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen bij de gemeente om de geslotenverklaring in te mogen rijden. Dat betrokkene dit niet heeft gedaan komt voor zijn rekening en risico. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht. Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: