Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Ambtshalve toetsen, tegenspraak. Energie . schriftelijksvereiste bij telefonische colportage. Eiseres kan bestelproces niet meer overleggen. Kantonrechter kan niet vaststellen dat bestelknop juist was en aanbod is aanvaard..

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 10392539 \ CV EXPL 23-1241 CK

Uitspraakdatum: 26 juli 2023

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de besloten vennootschap Innova Energie B.V.

gevestigd te Delft, kantoorhoudende te ‘s-Gravenhage

eiseres

verder te noemen: Innova

gemachtigde: B.E.J. Caminada

tegen

[gedaagde]

wonende te [plaats]

gedaagde

verder te noemen: [gedaagde]

procederend in persoon

1 Het procesverloop

1.1.

Innova heeft bij dagvaarding van 7 maart 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft op de rolzitting van 22 maart 2023 geantwoord.

1.2.

Innova heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven. In dat laatste stuk heeft hij om een schadevergoeding verzocht.

2 De beoordeling

2.1.

De kantonrechter zal hierna ingaan op de stellingen van partijen voor zover deze voor de beoordeling van de vordering van belang zijn.

2.2.

Innova vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 314,60 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 264,05 vanaf 7 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

2.3.

Innova legt aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij via een tussenpersoon (Tariefspecialist.nl) met [gedaagde] een overeenkomst tot de levering van gas en elektriciteit (hierna: de overeenkomst) heeft gesloten voor een periode van drie jaar. Innova stelt dat [gedaagde] met tijdige en/of volledige betaling van de voorschotten en/of afrekeningen in gebreke is gebleven.

2.4.

De kantonrechter begrijpt dat de overeenkomst is beëindigd doordat [gedaagde] naar een andere leverancier is overgestapt. De vordering van Innova ziet op het (restant-)bedrag van de eindafrekening en de opzegvergoeding.

2.5.

[gedaagde] bestrijdt de vordering. Hij stelt onder meer dat hij heeft ingestemd met een energiecontract voor één jaar. De aanbieding waar hij via Tariefspecialist.nl. mee akkoord was gegaan, was echter niet meer beschikbaar. [gedaagde] betwist dat hij akkoord heeft gegeven voor een contract voor drie jaren.

2.6.

De vordering van Innova is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd.

2.7.

In artikel 6:230v lid 6 BW is bepaald dat overeenkomsten op afstand tot het geregeld leveren van gas, water, elektriciteit of stadsverwarming schriftelijk moeten worden aangegaan als de consument telefonisch is benaderd door de handelaar. Aan dit vereiste is voldaan wanneer de handelaar een aanbod tot het aangaan van een overeenkomst in schriftelijke vorm opstelt en aan de consument toestuurt. De aanvaarding van een consument zal (doorgaans) blijken uit de ondertekening van de overeenkomst. De handelaar kan de overeenkomst ook per e-mail naar de consument sturen, waaraan de consument dan schriftelijk of per e-mail zijn instemming moet geven. Als de overeenkomst niet schriftelijk is aangegaan is deze op grond van artikel 3:39 BW nietig.

2.8.

Innova heeft bij de dagvaarding een kopie van een belscript en de leverings-overeenkomst overgelegd, voorzien van een toelichting. Zij heeft gesteld dat zij naar aanleiding van het telefoongesprek per e-mail een schriftelijk aanbod tot het aangaan van een overeenkomst aan [gedaagde] heeft verzonden. Nadat het schriftelijke aanbod is gedaan, heeft [gedaagde] het aanbod aanvaard door op de ‘aanvaarding button’ in de e-mail te klikken, aldus Innova.

2.9.

De kantonrechter overweegt dat Innova weliswaar heeft gesteld dat zij bij dagvaarding een kopie van het schriftelijk gedane aanbod heeft overgelegd, maar de beschreven ‘aanvaarding button’ ontbreekt bij de stukken. Zonder deze ‘aanvaarding button’ kan de kantonrechter niet vaststellen dat [gedaagde] akkoord is gegaan met het aanbod. Daarbij is in dit geval onduidelijk met welk aanbod [gedaagde] dan akkoord zou zijn gegaan. Uit het belscript blijkt niet welk aanbod is gedaan, terwijl op de door [gedaagde] ingezonden schriftelijke bevestiging is vermeld dat het aanbod niet meer geldig is wegens een wijziging van de tarieven.

2.10.

De kantonrechter is van oordeel dat onder deze omstandigheden en gelet op de overgelegde producties niet kan worden vastgesteld dat is voldaan aan artikel 6:230v lid 6 BW. Het ligt op de weg van Innova om aan te tonen dat, zoals zij heeft gesteld, de overeenkomst waar zij zich op beroept tot stand is gekomen. Gelet op het verweer van [gedaagde] ziet de kantonrechter in de onderhavige zaak geen aanleiding om Innova alsnog in de gelegenheid te stellen een nadere, met stukken onderbouwde toelichting te geven op de wijze waarop zij meent te hebben voldaan aan artikel 6:230v lid 6 BW . Dat had Innova bij conclusie van repliek kunnen doen.

2.11.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de overeenkomst op grond van artikel 3:39 BW nietig is, zodat de vordering moet worden afgewezen. De kantonrechter komt daarom niet toe aan bespreking van wat door [gedaagde] verder is aangevoerd of de beantwoording van de vraag of is voldaan aan de (overige) (pre-)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m en 6:230v lid 7 BW .

2.12.

De subsidiaire en meer subsidiaire vorderingen (die beide zijn gebaseerd op onverschuldigde betaling) zullen eveneens worden afgewezen. Nietigheid van de overeenkomst brengt namelijk mee dat Innova ongevraagd energie heeft geleverd. In dat geval bestaat op grond van artikel 7:7 lid 2 BW geen betalingsverplichting voor een consument.

2.13.

De proceskosten komen voor rekening van Innova, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

2.14.

Het verzoek van [gedaagde] om een schadevergoeding is te laat ingediend, dat had gelijktijdig met het antwoord ingediend moeten worden. Aan een beoordeling van dat verzoek komt de kantonrechter dus niet toe.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

wijst de vordering af;

3.2.

veroordeelt Innova tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.

3.3.

Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter

Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).

Artikel 137 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature