Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

WAHV - niet deugdelijk afgedekte losse lading. Gevaar of hinder. Artikel 5.18.6, lid 2, Regeling Voertuigen . Wegwaaiende aarde kan wel degelijk hinder of gevaar opleveren door de schrikreactie die dit kan veroorzaken bij medeweggebruikers.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Zaanstad

Zaaknummer : 9723638 \ WM VERZ 22-153

CJIB-nummer : 240638950

Uitspraakdatum : 3 mei 2022

061

Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting

in de zaak van

[betrokkene]

gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zaak is behandeld op de zitting van 19 april 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.

De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: met een voertuig rijden, met gevaar dat de niet deugdelijk afgedekte losse lading eraf valt.

Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.

Gemachtigde van betrokkene stelt dat het niet verplicht was om de losse lading af te dekken, omdat deze niet van het voertuig af kon vallen en wijst daartoe naar de foto in het dossier. Daarnaast stelt gemachtigde dat, indien er toch een klein beetje aarde van het voertuig zou waaien, dit niet noodzakelijkerwijs zou betekenen dat er hinder of gevaar zou worden veroorzaakt.

In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant onder andere het volgende: “…De aanhangwagen achter het landbouwvoertuig was beladen met grondaarde welke niet was afgedekt middels een zeil. De grondaarde kwam aan alle kanten boven het kopschot uit. Kleine stukken grondaarde vielen ook tijdens het rijden op de rijbaan. (…) Verklaring betrokkene: Mijn baas weet dat er zo gereden wordt. En anders moet ik steeds voor die korte ritjes een doek erover heen doen.“

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de specifieke verklaring van de verbalisant en de foto van de gedraging – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De kantonrechter verwijst volledigheidshalve naar onderstaand artikel 5.18.6, lid 2, Regeling Voertuigen :

2. Losse lading die naar haar aard niet op of aan het voertuig bevestigd kan worden, moet deugdelijk zijn afgedekt indien gevaar of hinder ontstaat of kan ontstaan als gevolg van afvallende of wegwaaiende lading.

Het verweer dat betrokkene het overige verkeer niet heeft gehinderd of in gevaar heeft gebracht treft naar het oordeel van de kantonrechter geen doel, nu de wegwaaiende aarde wel degelijk hinder of gevaar kan opleveren door de schrikreactie die dit kan veroorzaken bij medeweggebruikers.

De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:

‒ verklaart het beroep ongegrond;

‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.

De griffier De kantonrechter

Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht. Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.

Datum toezending:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature