U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verwijdering uit Incidentenregister en het Intern en Extern Verwijzingsregister. Niet onrechtmatig opgenomen maar inmiddels niet meer proportioneel. Schadevergoeding afgewezen, verwijdering toegewezen.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 9388665 \ CV EXPL 21-5496

Uitspraakdatum: 30 maart 2022

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1 [eiser sub 1]wonende te [woonplaats]2. [eiser sub 2]

wonende te [woonplaats]eisers

verder gezamenlijk te noemen: [eisers]

gemachtigde: mr. K. Khatchatrian

tegen

de naamloze vennootschapDe Volksbank N.V.

gevestigd te Utrecht

gedaagde

verder te noemen: De Volksbank

gemachtigde: mr. M.H.B.F. Lambie

De zaak in het kort [eisers] zijn sinds 2017 opgenomen in het Incidentenregister en het Intern en Extern Verwijzingsregister en vorderen in deze procedure verwijdering uit deze registers en een schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat de Volksbank [eisers] rechtmatig in de registers heeft opgenomen omdat zij meer dan een redelijk vermoeden had dat [eisers] zich schuldig hadden gemaakt aan valsheid in geschrifte en poging tot oplichting. Daarom wordt de gevorderde schadevergoeding afgewezen. [eisers] moeten wel uit de registers worden verwijderd omdat de termijn van acht jaar, gelet op de omstandigheden, niet meer proportioneel is. De Volksbank krijgt hier twee weken de tijd voor.

1 Het procesverloop

1.1.

[eisers] hebben bij dagvaarding van 10 augustus 2021 een vordering tegen De Volksbank ingesteld. De Volksbank heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

Op 2 maart 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Zowel [eisers] als De Volksbank hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2 De feiten

2.1.

[eisers] hebben op 2 januari 2017 bij De Volksbank een financieringsaanvraag gedaan voor de koop van een woning. Op 6 januari 2017 hebben [eisers] het door De Volksbank verstrekte Hypotheek Uitgangspuntenplan (Hup) ondertekend en aan De Volksbank geretourneerd. [eisers] hebben door de ondertekening verklaard dat de gegevens die De Volksbank van hen heeft en nog gaat krijgen, kloppen en volledig zijn.

2.2.

[eisers] hebben daarna (onder andere) een werkgeversverklaring van de werkgever van [eiser sub 2] aangeleverd gedateerd op 2 januari 2017. Volgens deze werkgeversverklaring ontving [eiser sub 2] een jaarsalaris van € 17.737,56.

2.3.

Omdat het lettertype van de datum van ondertekening van de werkgeversverklaring afweek van het lettertype van de overige gegevens, heeft De Volksbank op 14 februari 2017 contact opgenomen met de werkgever van [eiser sub 2] . De werkgever heeft verklaard dat de werkgeversverklaring die aan [eiser sub 2] was gestuurd, was gedateerd en ondertekend op 29 december 2016 en niet op 2 januari 2017. Het jaarsalaris van [eiser sub 2] bedroeg bovendien niet € 17.737,56 maar € 4.809,32. De werkgever heeft verder toegelicht dat op 26 augustus 2016 een werkgeversverklaring is opgesteld waarin een jaarsalaris van € 17.737,56 werd vermeld, maar dat dit jaar salaris was gebaseerd op de toenmalige loongegevens. Per 5 december 2016 heeft echter een vermindering van de werkuren en het loon plaatsgevonden.

2.4.

Naar aanleiding van deze informatie heeft De Volksbank bij [eiser sub 2] navraag gedaan naar de door haar ingeleverde werkgeversverklaring. De Volksbank vond de reactie van [eiser sub 2] niet bevredigend en heeft geconcludeerd dat bij de aanvraag sprake is geweest van vervalsing van het inkomen, verzwijging van het juiste inkomen en vervalsing van de datum van de werkgeversverklaring. De Volksbank is vervolgens op 16 februari 2017 overgegaan tot registratie van de persoonsgegevens van [eisers] in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister voor de duur van 8 jaar. [eisers] hebben tegen deze registratie bezwaar gemaakt en De Volksbank verzocht deze te verwijderen. De Volksbank heeft niet aan dit verzoek voldaan.

2.5.

De Volksbank heeft tegen [eisers] en tegen hun (schoon)vader, [(schoon)vader] (hierna: de (schoon)vader), aangifte gedaan van krediet-, hypotheek- en depotfraude. De Officier van Justitie heeft [eiser sub 2] op 26 september 2017 geschreven dat de zaak tegen haar wordt geseponeerd wegens onvoldoende bewijs. Tussen partijen is verder niet in geschil dat de zaak tegen de (schoon)vader voorwaardelijk is geseponeerd en dat tegen [eiser sub 1] geen onderzoek is ingesteld.

2.6.

[eisers] hebben De Volksbank eerder in kort geding gevorderd dat De Volksbank hen uit de registers verwijdert en dat De Volksbank wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. In het vonnis d.d. 20 maart 2019 heeft de Voorzieningenrechter de vorderingen van [eisers] afgewezen.

3 De vordering

3.1.

[eisers] vorderen dat de kantonrechter:primairI. De Volksbank beveelt om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de inschrijvingen van [eisers] in het Incidentenregister als in het Intern en Extern Verwijzingsregister ongedaan te maken en te houden door verwijdering van [eisers] uit de registers op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat De Volksbank hiermee in gebreke blijft;II. De Volksbank veroordeelt tot betaling van de schadevergoeding ad € 23.282,03 en de buitengerechtelijke incassokosten;III. De Volksbank veroordeelt tot betaling van de proceskosten;subsidiair:IV. De Volksbank beveelt om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de inschrijvingen van [eisers] in het Incidentenregister als in het Intern en Extern Verwijzingsregister ongedaan te maken en te houden door verwijdering van [eisers] uit de registers op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat De Volksbank hiermee in gebreke blijft;V. De Volksbank veroordeelt in de proceskosten;meer subsidiair:VI. De Volksbank beveelt om [eisers] uit het Extern Verwijzingsregister te halen;VII. De Volksbank veroordeelt in de proceskosten.

3.2.

[eisers] leggen aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij ten onrechte door De Volksbank in de registers zijn opgenomen en dat zij hierdoor schade hebben geleden. Daarnaast is het disproportioneel om [eisers] nog in de registers te houden omdat zij hiervan al 5 jaar de negatieve gevolgen ervaren. Het schadebedrag bestaat uit huurbetalingen, juridische kosten en immateriële schade. Tot slot vorderen [eisers] de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.

4 Het verweer

4.1.

De Volksbank betwist de vordering en voert aan – samengevat – dat zij [eisers] niet ten onterechte in de registers heeft opgenomen omdat zij, voor het aanvragen van een financiering een onjuiste werkgeversverklaring ter beschikking hebben gesteld. De onjuistheid bestond uit: het vervalsen van de datum, het vervalsen van het inkomen en het verzwijgen van het juiste inkomen dan wel het gebruik maken van een vervalste inkomen. Hoewel de daadwerkelijke vervalsing plaatsvond door de (schoon)vader van [eiser sub 1] , zijn [eisers] medeverantwoordelijk omdat zij hun (schoon)vader bij de aanvraag hebben betrokken en zij de verantwoordelijkheid dragen voor het aanvragen van de financiering. Er is geen reden om de duur van de registratie te verkorten; het vervalsen van een werkgeversverklaring en deze gebruiken bij een financieringsaanvraag is een ernstig vergrijp. Voor wat betreft de schade, ontbreekt het causaal verband en staat niet vast dat [eisers] de juridische kosten reeds hebben betaald. Ten aanzien van de immateriële schade hebben [eisers] niet nader onderbouwd dat en hoe zij ‘in hun persoon zijn aangetast’. Tot slot dient de schade voor [eisers] hun rekening en risico te blijven omdat zij zelf onduidelijkheid hebben gezaaid over hun inkomen en daarbij de werkgeversverklaring hebben laten vervalsen.

5 De beoordeling

5.1.

Kern van het geschil betreft de vraag of de registraties in het Incidentenregister en het Intern en Extern Verwijzingsregister ongedaan moeten worden gemaakt.

5.2.

De Volksbank heeft de gegevens van [eisers] in de registers voor de duur van acht jaar geregistreerd, omdat volgens De Volksbank in voldoende mate vaststaat dat [eisers] zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte en poging tot oplichting door het vervalsen en het gebruiken van een werkgeversverklaring bij de financieringsaanvraag van een hypotheek.

5.3.

Een opname in, met name, het Extern Verwijzingsregister kan voor de betrokkenen verstrekkende consequenties hebben. Alle deelnemende financiële instellingen kunnen immers door toetsing in het Externe Verwijzingsregister vaststellen dat er sprake is van opname in het Incidentenregister van andere deelnemers. Vervolgens is het mogelijk dat zij nadere informatie over de opname kunnen vragen. Het gevolg hiervan kan zijn dat andere deelnemers hun financiële diensten aan de opgenomen persoon zullen weigeren. Er moeten daarom hoge eisen worden gesteld aan de gronden voor opname in bedoelde registers.

5.4.

De inschrijving van de persoonsgegevens van [eisers] in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister heeft plaatsgevonden met toepassing van het Protocol Incidenten Waarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2013 (hierna: het Protocol). In dit Protocol is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:

2 Begripsbepalingen

In dit Protocol wordt verstaan onder: (…) Incident: een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of van de medewerkers van een Financiële Instelling, de Financiële Instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding. (…)

3 Algemeen3.1 Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister3.1.1 Iedere Deelnemer heeft een Incidentenregister, waarin door de betreffende Deelnemer gegevens van (rechts)personen worden vastgelegd ten behoeve van het in artikel 4.1. 1 Protocol genoemde doel, naar aanleiding van of betrekking hebbend op een (mogelijk) incident. (…)3.1.2 Aan het Incidentenregister is het Extern Verwijzingsregister gekoppeld. Dit Extern Verwijzingsregister is raadpleegbaar door de Deelnemers, alsmede de Organisatie van de Deelnemers via een verwijzingsapplicatie en bevat uitsluitend Verwijzingsgegevens die onder strikte voorwaarden conform artikel 5.2 Protocol door de Deelnemers mogen worden opgenomen. (…)

4 Incidentenregister4.1 Doel Incidentenregister4.1.1 Met het oog op het kunnen deelnemen aan het Waarschuwingssysteem is iedere Deelnemer gehouden de volgende doelstelling voor het vastleggen van gegevens in het Incidentregister te hanteren:“Het geheel aan verwerkingen ten aanzien van het Incidentenregister heeft tot doel het ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector, daaronder mede begrepen (het geheel van) activiteiten die gericht zijn:-ophetonderkennen,voorkomen,onderzoekenenbestrijdenvangedragingendiekunnenleidentotbenadelingvandebranchewaardefinanciëleinstellingdeelvanuitmaakt,vandeeconomischeeenheid(groep)waartoedefinanciëleinstellingbehoort,vandefinanciëleinstellingzelf,alsmedevanhaarcliëntenenmedewerkers;- op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik van producten, diensten en voorzieningen en/of (pogingen) tot strafbare of laakbare gedragingen en/of overtreding van (wettelijke) voorschriften, gericht tegen de branche waar de financiële instelling deel van uitmaakt, de economische eenheid (groep) waartoe de financiële instelling behoort, de financiële instelling zelf, alsmede haar cliënten en medewerkers;- op het gebruik van en de deelname aan waarschuwingssystemen.(…)5 Extern Verwijzingsregister(…)5.2 Vastlegging van gegevens in het Extern Verwijzingsregister5.2.1. De Deelnemer dient de Verwijzingsgegevens van (rechts)personen die aan de hierna onder a en b vermelde criteria voldoen en na toepassing van het onder c genoemde proportionaliteitsbeginsel op te nemen in het Extern Verwijzingsregister.a) De gedraging(en) van de (rechts)persoon vormden, vormen of kunnen een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of medewerkers van een Financiële instelling, alsmede de (Organisatie van de) Financiële instelling(en) zelf of (II) de continuïteit en/of integriteit van de financiële sector.b) In voldoende mate staat vast dat de betreffende (rechts)persoon betrokken is bij de onder a bedoelde gedraging(en). Deze vaststelling betekent dat van strafbare feiten in principe aangifte of klachten wordt gedaan bij een opsporingsambtenaar.c) Het proportionaliteitsbeginsel wordt in acht genomen. Dit houdt in dat Veiligheidszaken vaststelt, dat het belang van opname in het Externe Verwijzingsregister prevaleert boven de mogelijke nadelige gevolgen voor de Betrokkene als gevolg van opname van zijn Persoonsgegevens in het Extern Verwijzingsregister.

5.5.

Gelet hierop moet de vraag worden beantwoord of De Volksbank de persoonsgegevens van [eisers] op grond van de criteria van het Protocol gerechtvaardigd in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister heeft opgenomen. Volgens vaste jurisprudentie moet daarbij worden beoordeeld of ten aanzien van [eisers] sprake is van zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring - in de zin van artikel 350 Wetboek van Strafvordering - kunnen dragen. Het moet daarbij gaan om vastgestelde gedragingen die een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren, in die zin dat de in de registers te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate vaststaan (vergelijk HR 29 mei 2009, ECLI:HR:2009:BH4720).

5.6.

Tussen partijen is niet in geschil dat [eisers] bij hun financieringsaanvraag bij De Volksbank een vervalste werkgeversverklaring hebben ingediend en dat zij een jaarsalaris van [eiser sub 2] van € 17.737,56 bij De Volksbank hebben opgegeven. De kantonrechter is van oordeel dat het vervalsen van de werkgeversverklaring en het opgeven van een te hoog jaarsalaris bij de financieringsaanvraag van een hypotheek kan worden aangemerkt als valsheid in geschrifte en poging tot oplichting.

5.7.

Vast staat immers ook dat [eisers] bij het aanleveren van de (op dat moment bekende) juiste gegevens niet het hypotheekbedrag zouden krijgen dat zij nodig hadden voor de aankoop van hun woning. Inmiddels heeft De Volksbank erkend dat de werkgeversverklaring is ingeleverd door de (schoon)vader van [eisers] . Het staat weliswaar niet vast dat [eisers] wisten dat hun (schoon)vader de werkgeversklaring had vervalst, maar dit maakt het voorgaande niet anders. Het is immers de verantwoordelijkheid van [eisers] om hun eigen gegevens te controleren voordat deze werden aangeleverd aan De Volksbank. Zij hebben zelf het dossier naar De Volksbank gestuurd waarbij zij uitdrukkelijk hebben verklaard dat de gegevens die De Volksbank heeft gekregen en nog zal krijgen kloppend en volledig zijn.

5.8.

Daar komt nog bij dat De Volksbank per e-mail d.d. 15 februari 2017 expliciet heeft gevraagd of bij [eiser sub 2] de werkgeversverklaring gedateerd 2 januari 2017 met jaarinkomen € 17.737,56 bekend was. Zij heeft hierop bevestigend geantwoord. Hoewel [eiser sub 2] heeft uitgelegd dat zij de werkgeversklaring niet goed had bestudeerd vanwege haar burn-out, had zij op dat moment ook in de e-mail kunnen en moeten lezen dat het jaarinkomen was vastgesteld op € 17.737,56 en dat dat veel te hoog was. Zij was immers toen al ervan op de hoogte dat haar werkuren (in ieder geval administratief) waren gewijzigd van 32 uur per week naar 8 uur per week.

5.9.

Dit blijkt uit e-mail van 19 januari 2017 van [eiser sub 2] naar haar toenmalige werkgever Etos waarin zij schrijft: Ik heb namelijk zo snel mogelijk een nieuwe werkgeversverklaring waarin de juiste gegevens in staan verwerkt voor mijn hypotheekadviseur . Op dit moment zijn de gegevens van 32 uur p.w. gewijzigd naar 8 uur p.w. Zij had, ondanks haar burn-out, contact op moeten nemen met De Volksbank en moeten uitleggen dat Etos een administratieve fout had gemaakt door haar werkuren van 32 uur per week naar 8 uur per week te zetten en dat zij bezig was dit recht te zetten. Dit heeft zij nagelaten. Daar komt nog bij dat [eisers] in de correspondentie met De Volksbank diverse tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd zoals in hun e-mail d.d. 28 februari 2017 waarin zij schrijven: ‘Uit wanhoop is de werkgeversverklaring aangepast maar, besloten het niet te gebruiken’.

5.10.

Hoewel [eisers] nog hebben gesteld dat De Volksbank heeft gezegd dat zij de registratie in de registers ongedaan wilde maken indien [eisers] een verklaring van hun (schoon)vader en een rectificatie van de verklaring van de makelaar zouden overleggen, blijkt uit het door De Volksbank ter zitting voorgelezen gesprekverslag van 24 april 2017 dat deze toezegging niet is gedaan zodat de kantonrechter hieraan voorbij gaat.

5.11.

Gezien al het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake was van een meer dan redelijk vermoeden dat [eisers] zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte en poging tot oplichting. Dit leidt tot de conclusie dat De Volksbank [eisers] niet ten onrechte in de registers heeft opgenomen. Gelet hierop vervalt de grondslag voor de gevorderde schadevergoeding. Voor wat betreft de immateriële schade hebben [eisers] niets in het geding gebracht om deze schade te onderbouwen. Derhalve zal de vordering onder II worden afgewezen.

5.12.

Hoewel is vast komen te staan dat De Volksbank [eisers] rechtmatig in de registers heeft opgenomen, moet de kantonrechter ook nog beoordelen of voldaan is aan de proportionaliteitsvereiste. De persoonsgegevens van [eisers] zijn voor de duur van acht jaar opgenomen in de registers. Ter zitting heeft De Volksbank verklaard dat de termijn van acht jaar geldt als een (soort van) richtlijn voor een maximale termijn waarbij er ook gekeken is naar andere wetgeving omtrent informatieverplichtingen en de daarbij gehanteerde termijnen. De kantonrechter is van oordeel dat er omstandigheden zijn waardoor de termijn in dit geval moet worden verkort. Deze omstandigheden bestaan uit het feit dat, ook uit de stukken, blijkt dat de (schoon)vader van [eisers] de werkgeversverklaring heeft vervalst en het feit dat [eiser sub 2] altijd 32 uur heeft gewerkt, hetgeen De Volksbank niet heeft betwist, maar ineens werd geconfronteerd met een administratieve wijziging waardoor haar uren naar acht uur werden teruggebracht. Gelet hierop zal de vordering onder I worden toegewezen, met dien verstande dat De Volksbank een termijn van twee weken krijgt om de persoonsgegevens van [eisers] te verwijderen en verwijderd te houden uit het Incidentenregister en Intern en Extern Verwijzingsregister. De door [eisers] gevorderde dwangsom zal worden afgewezen omdat De Volksbank op de mondelinge behandeling te kennen heeft gegeven een veroordeling vrijwillig te zullen naleven. [eisers] hebben dit niet gemotiveerd weersproken en er bestaat geen aanleiding om aan de woorden van De Volksbank te twijfelen. Wanneer dit niet het geval blijkt te zijn, staat het [eisers] vrij om alsnog oplegging van dwangsommen te vorderen.

5.13.

Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.

5.14.

De proceskosten worden gecompenseerd in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, omdat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld.

6 De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

veroordeelt De Volksbank om uiterlijk binnen veertien dagen na dit vonnis alle persoonsgegevens van [eisers] te verwijderen en verwijderd te houden uit het Incidentenregister en het Intern en Extern Verwijzingsregister;

6.2.

compenseert de proceskosten in de zin dat iedere partij die eigen kosten draagt;

6.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

6.4.

wijst de vordering voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. M.L. van der Meij.

De griffier De kantonrechter


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature