Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9609973 \ CV EXPL 21-6418
Uitspraakdatum: 21 december 2022
vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
MULTIRISK DIENSTEN B.V., H.O.D.N. MAKELAAR IN GROND,
gevestigd te Katwijk,
eiseres,
hierna te noemen: Multirisk,
gemachtigde: K.W.A. van der Meer,
tegen
DE GEZAMENLIJKE ERVEN VAN DE OP [datum] OVERLEDEN [erflater],
laatstelijk wonende te [plaats] ,
gedaagden,
hierna te noemen: de erven,
gemachtigde: mr. T.F. Feenstra.
De zaak in het kort
Het gaat in deze zaak om de vraag of de erven geld verschuldigd zijn aan Multirisk, op grond van een overeenkomst die wijlen de heer [erflater] (hierna: de [erflater] ) met Multirisk heeft gesloten. De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is. Omdat het beding in de overeenkomst met informatie over het ontbindingsrecht niet duidelijk is, wordt de ontbindingstermijn verlengd. De [erflater] heeft binnen die verlengde termijn de overeenkomst ontbonden. De erven hoeven daarom niet te betalen.
1 Het procesverloop
1.1.
Multirisk heeft bij dagvaarding van 23 december 2021, met producties, een vordering tegen de erven ingesteld. De erven hebben schriftelijk geantwoord.
1.2.Op 24 november 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Multirisk is [naam 1] verschenen. Namens de erven was [naam 2] aanwezig, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
2 De feiten
2.1.
De [erflater] heeft een overeenkomst met Multirisk getekend die gedateerd is op 6 mei 2016. In de overeenkomst is bepaald dat de [erflater] ruimte krijgt om gedurende één jaar een advertentie te plaatsen op de site makelaaringrond.nl. De overeenkomst vangt aan op 20 december 2016 en loopt tot 20 december 2017.
2.2.
De [erflater] heeft nog een overeenkomst met Multirisk ondertekend, die is gedateerd op 6 december 2016. Ook in die overeenkomst is openomen dat die aanvangt op 20 december 2016 en loopt tot 20 december 2017. De inhoud van deze overeenkomst verschilt niet van de overeenkomst die is gedateerd op 6 mei 2016.
2.3.
De kosten voor het plaatsen van een advertentie bedragen eenmalig € 550,-- inclusief btw. Daarnaast is gedurende de looptijd van de overeenkomst maandelijks een bedrag van € 50,00 verschuldigd.
2.4.
In de overeenkomsten is onder meer het volgende opgenomen:
“artikel 2: bedenktijd /mogelijkheid tot ontbinding
1. Ingeval van colportage heeft aanbieder het recht deze overeenkomst kosteloos, zonder opgave van redenen, te ontbinden, en wel binnen veertien kalenderdagen na ondertekening van deze overeenkomst. (…)”
2.5.
De [erflater] heeft op 16 januari 2017 een brief gestuurd aan Multirisk, waarin hij heeft geschreven: “Kort dat u bij mij thuis was (..) z.g. advertentieovereenkomst, heb ik deze schriftelijk ’n paar dagen later opgezegd. Blijkbaar hebt u daar geen notitie van genomen, vandaar dat ik deze 2de brief (…) naar u verstuur. Hopend dat u me niet lastig valt met verdere post van uw kantoor (…)”
2.6.
Multirisk heeft aan de [erflater] diverse facturen gestuurd, die de [erflater] niet heeft voldaan.
3 Het geschil
3.1.
Multirisk vordert - samengevat - veroordeling van de erven tot betaling van € 2.611,86 (inclusief rente tot en met datum dagvaarding en buitengerechtelijke kosten), vermeerderd met rente over € 1.150,-- vanaf datum dagvaarding en proceskosten.
3.2.
Multirisk stelt hiertoe het volgende. Op grond van de overeenkomst die in mei 2016 is gesloten had de [erflater] de mogelijkheid om één jaar een advertentie te plaatsen voor de verkoop van grond op de website van Multirisk. Daarvoor is de [erflater] kosten verschuldigd. De advertentie is op de site geplaatst. Door het overlijden van de [erflater] zijn de erven aansprakelijk voor de schuld aan Multirisk.
3.3.
De erven voeren – kort samengevat en voor zover van belang – het volgende verweer. Zij betwisten dat de [erflater] in mei 2016 een overeenkomst heeft gesloten en in december 2016 nog een. Dat is niet aannemelijk. De erven gaan er daarom vanuit dat er één overeenkomst is gesloten, in december 2016. Zij voeren verder aan dat de [erflater] de overeenkomst heeft ontbonden in december 2016, binnen de termijn van 14 dagen nadat de overeenkomst is aangegaan. Dat heeft de [erflater] bevestigd in de brief van 16 januari 2017. De erven zijn daarom geen kosten verschuldigd.
4 De beoordeling
Van welke overeenkomst moet worden uitgegaan?
4.1.
De eerste vraag is van welke overeenkomst in deze procedure moet worden uitgegaan. Multirisk heeft ter zitting toegelicht dat zij in mei 2016 een huisbezoek heeft gebracht aan de [erflater] . De [erflater] vertelde toen dat hij wel grond wilde verkopen, maar dat hij wilde afwachten of er een bestemmingswijziging zou komen. Dat was voor Multirisk ook een uitdaging. Om discussie te voorkomen, is [naam 1] daarom namens Multirisk op 6 december 2016 weer naar de [erflater] gegaan, om de overeenkomst te bevestigen. Daarom is er ook een overeenkomst op 6 december 2016 ondertekend, aldus Multirisk.
4.2.
De kantonrechter oordeelt op dit punt als volgt. Een overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van een aanbod. Uit de toelichting van [naam 1] blijkt dat het in mei 2016 nog niet helemaal duidelijk was wanneer de [erflater] grond wilde verkopen. Dat is voor het sluiten van de overeenkomst wel relevant, gelet op de inhoud daarvan. Het heeft immers geen zin om voor een bepaalde periode advertentieruimte te reserveren, als het niet het goede of gewilde moment voor de verkoop is. Uit de mededelingen van Bakker in mei 2016 blijkt dat de verkoop of het gewenste moment daarvan op dat moment nog niet duidelijk was. Ook Multirisk was er kennelijk niet zeker van dat de [erflater] de grond in december 2016 te koop wilde zetten, gelet op het feit dat zij op 6 december 2016 wederom een bezoek aan de [erflater] heeft gebracht, naar eigen zeggen om discussie te voorkomen. Toen is nogmaals een overeenkomst getekend. Op basis van die gang van zaken moet naar het oordeel van de kantonrechter worden uitgegaan van de overeenkomst die in december 2016 is getekend. Het aanbod dat op 6 december 2016 is gedaan, is door de [erflater] volledig aanvaard.
Is de overeenkomst binnen de termijn ontbonden?
4.3.
De [erflater] was bij het sluiten van de overeenkomst consument. Dan dient Multirisk voorafgaand of bij het sluiten van de overeenkomst te voldoen aan een aantal informatieverplichtingen. De kantonrechter moet zelf beoordelen of Multirisk aan die verplichtingen heeft voldaan.
4.4.
De overeenkomst is gesloten buiten de verkoopruimte en er is sprake van een overeenkomst tot levering van een dienst. Dan heeft de consument het recht om de overeenkomst 14 dagen na het sluiten daarvan, te ontbinden.Daarover moet de consument worden geïnformeerd. Multirisk heeft informatie daarover opgenomen in artikel 2 van de overeenkomst. De informatie moet duidelijk en begrijpelijk zijn.
4.5.
Aan die voorwaarde voldoet de informatie in artikel 2 van de overeenkomst niet. Artikel 2 bepaalt dat als er sprake is van colportage, de consument de overeenkomst kan ontbinden. Het wordt dus aan de consument gelaten om te beoordelen of er in het specifieke geval sprake is van colportage en dus van een ontbindingsrecht. Er mag echter bij de consument geen twijfel bestaan of hij dat recht op ontbinding heeft. Anders zou de uitoefening van dat recht onder druk kunnen komen te staan. Door de consument op deze manier te informeren, bestaat het risico dat een consument geen gebruik van zijn ontbindingsrecht maakt, bijvoorbeeld omdat hij ten onrechte denkt dat er geen sprake is van colportage. Daardoor is het beding naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende duidelijk.
4.6.
Omdat het beding onvoldoende duidelijk is, heeft Multirisk op dit punt niet aan haar informatieverplichtingen voldaan. In dat geval wordt de ontbindingstermijn verlengd, tot maximaal 12 maanden.
4.7.
De [erflater] heeft in elk geval per brief van 16 januari 2017 duidelijk gemaakt dat hij de overeenkomst wilde ontbinden. Die mogelijkheid had de [erflater] , omdat de ontbindingstermijn is verlengd. De brief heeft Multirisk bereikt. Dit betekent dat er door die mededeling van de [erflater] een einde aan de overeenkomst is gekomen.
Wat is het gevolg van ontbinding van de overeenkomst voor de betalingsverplichting?
4.8.
De vraag is nu of er een betalingsverplichting bestaat over de periode 20 december 2016 – 17 januari 2017. Dat is niet het geval. Dat wordt hieronder uitgelegd.
4.9.
Het ontbindingsrecht is er om de consument de gelegenheid te geven te bedenken of hij de overeenkomst wel wil. Daarbij past in principe niet dat de consument moet betalen voor een dienst, als hij tot ontbinding van de overeenkomst overgaat. Daarom is de consument alleen kosten verschuldigd, als hij uitdrukkelijk aan de leverancier van de dienst heeft verzocht met de levering van de dienst te beginnen, voordat de termijn van ontbinding is afgelopen. Dat de [erflater] dat heeft gedaan, is niet door Multirisk gesteld en blijkt ook nergens uit. Daarom hoeven de erven geen kosten te betalen, ook niet als de advertentie vóór 16 januari 2017 wel al door Multirisk op de website was geplaatst, zoals Multirisk heeft betoogd.
Conclusie en proceskosten
4.10.
De vordering wordt afgewezen. Multirisk is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de erven begroot op € 436,-- (2 punten x € 218,--).
5 De beslissing
De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Multirisk af,
5.2.
veroordeelt Multirisk in de proceskosten, aan de zijde van de erven tot dit vonnis begroot op € 436,--,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Nieuwenhuijs en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022
Artikel 6:230o lid 1 onder a
Artikel 6:230m Burgerlijk Wetboek (BW)
Artikel 6:230o lid 2 in combinatie met 6:230m onder h BW.
Artikel 6:230s lid 5 sub 1 en 2 BW