U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Overlast door hondenpoep op balkon. Ontruiming wordt toegewezen.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 9993941 \ VV EXPL 22-90

Uitspraakdatum: 12 september 2022

Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:

de stichtingStichting Woningbedrijf [gemeente]

gevestigd te IJmuiden

eiseres

verder te noemen: Woningbedrijf [gemeente]

gemachtigde: mr. M. van den Oord

tegen

[bewindvoerder], h.o.d.n. [bewindvoerder],

in de hoedanigheid van bewindvoerder van [betrokkene]

gevestigd te [plaats]

gedaagde

verder te noemen: [bewindvoerder]

gemachtigde: mr. J.L. Scheltens

1 Het procesverloop

1.1.

Woningbedrijf [gemeente] heeft [bewindvoerder] op 18 juli 2022 gedagvaard.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, [bewindvoerder] mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Woningbedrijf [gemeente] bij brief van 25 augustus 2022 nog stukken toegezonden.

1.3.

[bewindvoerder] is tijdens de zitting vertegenwoordigd door haar gemachtigde. [betrokkene] (hierna: [betrokkene]), de onderbewindgestelde over wie deze zaak feitelijk/inhoudelijk gaat, was niet aanwezig bij de zitting.

2 De feiten

2.1.

Woningbedrijf [gemeente] en [betrokkene] hebben met ingang van 25 augustus 2015 een huurovereenkomst gesloten ten aanzien van de woning gelegen aan het [adres 1] (hierna: de woning). In artikel 6.6. van de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst staat – voor zover hier relevant – het volgende:Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. (…)

2.2.

Sinds 22 november 2017 staat [betrokkene] onder bewind. Per 4 september 2018 is [bewindvoerder] de bewindvoerder van [betrokkene].

2.3.

[betrokkene] houdt in de woning twee honden. Sinds maart 2022 ontvangt Woningbedrijf [gemeente] van omwonenden klachten over uitwerpselen van de honden op het balkon van [betrokkene].

2.4.

Per brief d.d. 5 april 2022 heeft Woningbedrijf [gemeente] het volgende aan [betrokkene] geschreven:(…)Wij hebben u drie maal persoonlijk gevraagd of u de hondenuitwerpselen op uw balkon wilt verwijderen. U heeft daar geen gehoor aangegeven. De laatste keer deed u zelfs de deur niet open. (…)Ik verzoek u om voor 14 april 2022 de uitwerpselen weg te halen. Doet u dit niet, dan zal ben ik genoodzaakt om juridische stappen te ondernemen. Wij zullen controleren of u dit heeft gedaan. Wij zullen via de leegstaande woning uw balkon bekijken. (…)

2.5.

Per brief d.d. 4 mei 2022 heeft Woningbedrijf [gemeente] [betrokkene] voor de laatste keer gesommeerd de hondenpoep van haar balkon te verwijderen.

2.6.

De onderbuurvrouw van [betrokkene] heeft meerdere keren per e-mail geklaagd bij Woningbedrijf [gemeente] dat de hondenpoep van het balkon van [betrokkene] op haar balkon (en tafel) valt.

2.7.

[bewindvoerder] heeft per e-mail d.d. 10 mei 2022 aan een medewerker van de GGD en Woningbedrijf [gemeente] het volgende geschreven:(…)Ik heb net een lang gesprek gehad met Kim [betrokkene] gehad en deze is volledig doorgedraaid. Heeft gister een buurvrouw met een loden pijp op het hoofd geslagen. Dit gaat nu totaal de verkeerde kant op. (…)

2.8.

In juni heeft Woningbedrijf [gemeente] opnieuw diverse overlastmeldingen van omwonenden van [betrokkene] ontvangen die voornamelijk zien op overlast door uitwerpselen van de honden op het balkon en het aanhoudend blaffen van de honden van [betrokkene].

2.9.

De gemachtigde van Woningbedrijf [gemeente] heeft [bewindvoerder] per brief d.d. 28 juni 2022 gesommeerd de huurovereenkomst uiterlijk 6 juli 2022 op te zeggen en de woning tijdig op te leveren.

2.10.

De huurovereenkomst is niet opgezegd.

3 De vordering

3.1.

Woningbedrijf [gemeente] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [bewindvoerder] in de hoedanigheid van bewindvoerder van [betrokkene] veroordeelt:

primair I. om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, de woning te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen en al de personen die zijdens [betrokkene] in voormeld pand verblijven en dit pand ter vrije beschikking van Woningbedrijf [gemeente] te stellen;

subsidiair II. om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, de woning te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen en al de personen die zijdens [betrokkene] in voormeld pand verblijven en dit pand ter vrije beschikking van Woningbedrijf [gemeente] te stellen indien en voor zover binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, alsmede in de twee jaren daaropvolgend door [betrokkene] niet wordt voldaan aan een van de navolgende verboden/geboden/gedragsaanwijzingen/voorwaarden:- het verwijderen van de aanwezige honden en verwijderd houden van de honden in en rond de woning,- het verwijderen en verwijderd houden van diverse (met ducttape) aan het balkon vastgemaakte doeken;- het vrij maken en vrij houden van het balkon van ontlasting (van honden) en het schoonmaken en schoon houden van het balkon, zodat het balkon (bij voortduring) een verzorgde indruk maakt;- verlenen van toegang tot de woning voor het uitvoeren van een inspectie, zodat beoordeeld kan worden of het houden van honden óók gevolgen heeft gehad voor de binnenzijde van de woning;- het meewerken aan en aanvaarden van hulp van Vangnet en Advies, gemeente [gemeente], waarbij [betrokkene] tenminste maandelijks moet meewerken aan een bezoek aan de woning om te kunnen evalueren hoe de woning bewoond wordt;

primair en subsidiair: III. in de proceskosten, inclusief de nakosten.

3.2.

Woningbedrijf [gemeente] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [betrokkene] zich niet als goed huurder gedraagt. Zij heeft immers niet voorkomen dat haar honden overlast veroorzaken en zij geeft geen gehoor aan de sommaties van Woningbedrijf [gemeente] tot het schoonmaken van het balkon, het staken van het uitlaten van de honden op het balkon en het verwijderen van diverse doeken die vastgemaakt zijn aan het balkon. Ook heeft [betrokkene] een omwonende met een ijzeren pijp geslagen. Hiermee handelt [betrokkene] in strijd met artikel 7:213 BW, artikel 7:240 BW en artikel 6.6 van de algemene huurvoorwaarden hetgeen de gevorderde ontruiming rechtvaardigt.

4 Het verweer

4.1.

[bewindvoerder] betwist de vordering gedeeltelijk en voert aan – samengevat – dat er geen sprake is van jarenlange overlast, maar [betrokkene] verkeert wel in een existentiële crisis. Zij heeft veel angst voor haar ex-partner waardoor zij de honden niet buiten de deur durft uit te laten. Er is inmiddels een nieuwe aanvraag voor een zorgmachtiging gedaan omdat [betrokkene] hulp nodig heeft. [betrokkene] heeft echter wel baat bij het behouden van de woning zodat [bewindvoerder] verzoekt het primair gevorderde af te wijzen maar het subsidiair gevorderde toe te wijzen, met uitzondering van het permanent verwijderen van de honden.

5 De beoordeling

5.1.

De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Woningbedrijf [gemeente] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een overlastsituatie waarbij er ook geweld is gebruikt tegen een omwonende.

5.2.

Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.

5.3.

[bewindvoerder] heeft de tekortkomingen van [betrokkene] niet betwist, zodat deze vast staan. Gelet op de genoemde tekortkomingen kan van Woningbedrijf [gemeente] niet worden verlangd dat de huurovereenkomst met [betrokkene] nog langer wordt voortgezet. Gelet hierop zal de gevorderde ontruiming worden toegewezen met dien verstande dat de ontruimingstermijn, mede gelet op het feit dat Woningbedrijf [gemeente] hiermee akkoord gaat, wordt bepaald op drie weken na betekening van het vonnis.

5.4.

Tot slot merkt de kantonrechter nog op dat Woningbedrijf [gemeente] ter zitting heeft gesteld dat, indien [betrokkene] hulp krijgt en zij gestabiliseerd is, Woningbedrijf [gemeente] zich wil inzetten om een laatste-kanswoning aan [betrokkene] ter beschikking te stellen.

5.5.

De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Woningbedrijf [gemeente] zal toewijzen.

5.6.

De proceskosten komen voor rekening van [bewindvoerder] omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [bewindvoerder] ook veroordeeld tot betaling van het nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Woningbedrijf [gemeente] worden gemaakt.

6 De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

veroordeelt [bewindvoerder] om binnen drie weken na betekening van het vonnis, de woning aan het adres [adres 2] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen en al de personen die zijdens [betrokkene] in voormeld pand verblijven en dit pand ter vrije beschikking van Woningbedrijf [gemeente] te stellen;

6.2.

veroordeelt [bewindvoerder] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Woningbedrijf [gemeente] tot en met vandaag vaststelt op:

dagvaarding € 125,03

griffierecht € 128,00

salaris gemachtigde € 498,00 ;

te vermeerderen met een bedrag van € 124,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Woningbedrijf [gemeente] worden gemaakt;

6.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

6.4.

wijst de vordering voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature