Weduwnaar is met zijn minderjarige kinderen vanuit Irak teruggekeerd naar Nederland en heeft enige tijd in de (nood)opvang doorgebracht. De gemeente beëindigt deze opvang, omdat betrokkene in staat wordt geacht zelfstandig in woonruimte voorzien. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe; de gemeente moet voorlopig (nood)opvang blijven verstrekken.