U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de invoer in Nederland van 2 zakjes inhoudende pleisters, met het ingrediënt Mu xiang. Het betreft hier de beschermde plantensoort Saussurea costus.

Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 100.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Haarlem

Economische Politierechter

Parketnummer: 81.035256.20

Uitspraakdatum: 15 januari 2021

tegenspraak

Proces-verbaal van het verhandelde op de openbare terechtzitting van 15 januari 2021.

Aanwezig zijn:

mr. H.D. Overbeek, economische politierechter,

mr. A. Zeeman, griffier,

mr. H.H.M. Beune, officier van justitie,

De economische politierechter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.

In dit proces-verbaal zijn mededelingen van de procesdeelnemers steeds zakelijk en verkort weergegeven.

Aangezien verdachte blijk geeft niet de Nederlandse , maar wel de Chinese taal (Mandarijn) voldoende machtig te zijn, vindt het onderzoek ter terechtzitting plaats met bijstand van W. Zhang, wonende te Almere, zijnde een in het register als bedoeld in artikel 2 van de Wet be ëdigde tolken en vertalers ingeschreven en als zodanig beëdigde tolk in de Chinese taal.

Al hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door de tolk vertaald.

De verdachte ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op vragen van de economische politierechter naar zijn personalia als volgt:

[de verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteland] ,

wonende te [adres] .

Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. T.P.A.M. Wouters, advocaat te Amsterdam.

De economische politierechter vermaant verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mee dat hij niet tot antwoorden is verplicht.

De officier van justitie draagt de zaak voor.

De economische politierechter deelt mondeling onder meer mee de korte inhoud van de navolgende stukken uit het dossier:

I.

Het proces-verbaal overtreding d.d. 18 juli 2019.

II.

Het proces-verbaal van determinatie d.d. 6 april 2019.

III.

Het uittreksel justitiële documentatie d.d. 22 oktober 2020.

Verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart – zakelijk weergegeven – als volgt.

Ik werk al zeven jaar in Europa. De laatste anderhalve jaar werk ik bij de bank of China in Nederland. Ik ben ervan op de hoogte dat je geen producten van de Citeslijst mag invoeren. Dat soort spullen heb ik ook nog nooit meegenomen.

Ik had last van mijn knie en had daarom de pleisters gekocht in een apotheek in China. Ik had nog gekeken op de verpakking, maar niets gezien wat verboden was. Ik heb het daarom niet met opzet ingevoerd. Op vragen van mijn raadsman antwoord ik dat ik geïnformeerd was over de douaneregels.

De officier van justitie voert het woord, leest de vordering voor en legt die aan de economische politierechter over. Een kopie van die vordering wordt als bijlage [I] aan dit proces-verbaal gehecht.

De raadsman voert het woord ter verdediging overeenkomstig de inhoud van een als bijlage II aan dit proces-verbaal gehechte pleitnotitie, waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd.

Gelet op de positie van cliënt, heeft een veroordeling verstrekkende gevolgen voor de visum aanvraag. De kosten voor rechtsbijstand overstijgen al de hoogte van de strafbeschikking.

De officier van justitie repliceert:

In verband met het opzet geldt dat verdachte had kunnen checken dat er Saussurea costus in de pleisters zat. Voor afwezigheid van alle schuld is geen ruimte. Verdachte had zich niet geïnformeerd over de aanwezigheid van Saussurea costus in de pleisters.

In verband met het argument van de advocatenkosten geldt dat verdachte natuurlijk niet verplicht was zich te laten bijstaan.

De raadsman dupliceert:

‘Had moeten weten’ is een culpa achtige redenatie en dat is geen (voorwaardelijk) opzet.

Verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken:

Ik houd mij aan alle wetten. Zulke fouten zal ik nooit meer maken. Ik zal het aan andere Chinezen vertellen.

De economische politierechter sluit het onderzoek ter terechtzitting en doet direct mondeling uitspraak.

Van dit uitgesproken vonnis is aantekening gehouden op de wijze als hieronder vermeld.

Aantekening van het mondeling vonnis

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

dat hij op of omstreeks 6 april 2019 te Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, heeft gehandeld in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift(en) van (een) EU-verordening(en), te weten artikel 4, lid 1 en/of 2 van de Basisverordening EG nr. 338 /97 door, al dan niet opzettelijk, specimen van de in bijlage A en/of B bij deze verordening genoemde soorten, te weten

2, althans één of meerdere zakjes inhoudende pleisters, met het ingrediënt Mu xiang, Nederlandse benaming Cost, Latijnse benaming Saussurea costus,

In de Gemeenschap binnen te brengen;

2 Voorvragen

De economische politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat hijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Bewijs

3.1.

Partiële vrijspraak

Naar het oordeel van de economische politierechter is niet bewezen, het onderdeel van de tenlastelegging 'door al dan niet opzettelijk'. Uit de omstandigheid dat verdachte zich had moeten informeren over de informatie op het de achterkant van de verpakking van de pleisters, kan niet worden afgeleid dat verdachte wist dat hij pleisters bevattende Saussurea costus vervoerde. Aldus kan niet bewezen worden verklaard dat verdachte deze opzettelijk binnen Nederland bracht. Verdachte dient dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.

3.2

Bewijsmiddelen

De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

Hetgeen van de dossierstukken in dit proces-verbaal hiervoor onder I. tot en met II. is opgenomen.

De door de economische politierechter als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.

3.3

Bewezenverklaring

De economische politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

het tenlastegelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:

dat hij op 6 april 2019 te Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, heeft gehandeld in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift van (een) EU-verordening, te weten artikel 4, lid 1 van de Basisverordening EG nr. 338 /97 door, specimen van de in bijlage A bij deze verordening genoemde soorten, te weten

2, zakjes inhoudende pleisters, met het ingrediënt Mu xiang, Nederlandse benaming Cost, Latijnse benaming Saussurea costus,

in de Gemeenschap binnen te brengen.

Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4 Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:

overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 3.37, eerste lid Wet natuurbescherming

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5 Strafbaarheid verdachte

Aangaande het gevoerde verweer ten aanzien van dwaling overweegt de economische politierechter als volgt. Voor afwezigheid van alles schuld is geen ruimte, gezien verdachte zich nader had kunnen laten informeren over de inhoud van de producten die hij bij zich had. Daarbij is het een feit van algemene bekendheid dat delen van planten en dieren in dergelijke (medicinale) producten wordt verwerkt. Het verweer wordt mitsdien verworpen.

Er is ook overigens geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6 Motivering van de sanctie

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de economische politierechter zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Rekening is gehouden met de draagkracht van verdachte, zoals daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

In het bijzonder overweegt de economische politierechter het volgende. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de invoer in Nederland van 2 zakjes inhoudende pleisters, met het ingrediënt Mu xiang. Het betreft hier de beschermde plantensoort Saussurea costus, welke opgenomen is in Bijlage A van de EG- Basisverordening nr. 338/97. Deze behoort tot de beschermde plantensoort die niet zonder vrijstelling in Nederland mag worden ingevoerd. De ongecontroleerde invoer van dergelijke plantensoorten die in deze bijlage zijn opgenomen brengt grote schade toe aan natuurlijke populaties en draagt bij aan een vermindering van de overlevingskansen van soorten in het wild.

Gelet op het voorgaande acht de economische politierechter een geldboete van na te noemen hoogte passend en geboden.

7 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:

23, 24, 24c Wetboek van Strafrecht

3.37

Wet natuurbescherming

Bijlage A, Basisverordening EG nr. 338/97

1a, 2, 6 Wet op de economische delicten

8 Beslissing

De economische politierechter vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking en beslist als volgt.

Spreekt verdachte vrij van het onderdeel van de tenlastelegging 'door al dan niet opzettelijk'.

Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 100, gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.

9 Rechtsmiddel

De economische politierechter deelt verdachte mee, dat verdachte binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen tegen het vonnis, waarna de zaak opnieuw zal worden behandeld door de economische kamer van het gerechtshof te Amsterdam en maakt verdachte opmerkzaam op het recht om ter terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.

Dit proces-verbaal is door de economische politierechter en de griffier vastgesteld en ondertekend.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature