U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Adolescentenstrafrecht. Veroordeling wegens o.a. aanranding eerbaarheid. Oplegging deels voorwaardelijke jeugddetentie met bijzondere voorwaarden waaronder o.a. behandelverplichting en contactverbod.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Alkmaar

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15-212880-20

Uitspraakdatum: 19 februari 2021

Tegenspraak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 februari 2021 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] , en aldaar gedetineerd in Hartelborgt Opvang.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie

mr. R.P. Peters en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, naar voren hebben gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1

hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 21 augustus 2020 te Schagen, in elk geval in Nederland, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (meermalen) (op de mond en/of op de wang en/of op de neus en/of op het voorhoofd) zoenen van die [slachtoffer] , en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkheid uit het (telkens):- met een mes, althans met een scherp voorwerp, in een takje snijden in de nabijheid van die [slachtoffer] , dan wel een mes, althans een scherp voorwerp, tonen aan die [slachtoffer] en/of- die [slachtoffer] de woorden toevoegen: "Je moet me niet irriteren, omdat ik anders ga snappen" en/of "Ik heb een mes bij me en die zet ik op je keel als je mij laat snappen" en/of "Ik snij je keel door", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking en/of- die [slachtoffer] meenemen naar een (verlaten) steegje/straatje en/of die [slachtoffer] vasthouden en/of die [slachtoffer] meermalen (bij haar heupen en/of shirt en/of broekspijpen) naar zich toe trekken en/of die [slachtoffer] meermalen de woorden toevoegen: "Stribbel niet tegen, anders snap ik" en/of "Kijk uit want het mes zit nu in mijn zak", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of (aldus) voor die [slachtoffer] (telkens) een zodanig bedreigende situatie heeft doen ontstaan dat zij zich niet aan de seksuele handeling(en) met verdachte kon onttrekken en/of durfde te onttrekken.

2

hij op of omstreeks 7 augustus 2020 te Schagen een of meer winkelgoederen in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Vomar, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3

hij op of omstreeks 12 juli 2020 te Schagen opzettelijk en wederrechtelijk een vuilcontainer, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de gemeente Schagen toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Bewijs

3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten.

3.2.

Standpunt van de verdediging De verdediging heeft ten aanzien van de bewezenverklaring geen verweer gevoerd.

3.3.

Redengevende feiten en omstandigheden

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu de verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:

1:

de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd;

het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 21 augustus 2020 (dossierpagina’s 18-20 van proces-verbaal PL1100-2020178513);

het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 21 augustus 2020 (dossierpagina’s 21-39 van proces-verbaal PL1100-2020178513).

2:

de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd;

het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens benadeelde Vomar Schagen d.d. 7 augustus 2020 (dossierpagina’s 6-11 van proces-verbaal PL1100-2020166172).

3:

de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd;

het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens benadeelde HVC d.d. 14 juli 2020 (dossierpagina ‘s 5-6 van proces-verbaal PL1100-2020145416).

3.4.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat

1:

hij op 21 augustus 2020 te Schagen door bedreiging met geweld en een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het op de mond en op de wang en op de neus en op het voorhoofd zoenen van die [slachtoffer] , en bestaande die bedreiging met geweld en die andere feitelijkheid uit het:- die [slachtoffer] de woorden toevoegen: "Je moet me niet irriteren, omdat ik anders ga snappen" en/of "Ik heb een mes bij me en die zet ik op je keel als je mij laat snappen" en/of "Ik snij je keel door", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en- die [slachtoffer] meenemen naar een verlaten straatje en die [slachtoffer] meermalen (bij haar heupen en shirt en broekspijpen) naar zich toe trekken en die [slachtoffer] meermalen de woorden toevoegen: "Stribbel niet tegen, anders snap ik" en/of "Kijk uit want het mes zit nu in mijn zak", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking,

en/of aldus voor die [slachtoffer] (telkens) een zodanig bedreigende situatie heeft doen ontstaan dat zij zich niet aan de seksuele handelingen met verdachte durfde te onttrekken.

2:

hij op 7 augustus 2020 te Schagen winkelgoederen die aan de Vomar toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3:

hij op 12 juli 2020 te Schagen opzettelijk en wederrechtelijk een vuilcontainer, die aan de gemeente Schagen toebehoorde, heeft beschadigd.

Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4 Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:

1:

feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

2:

diefstal.

3:

opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5 Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6 Motivering van de sanctie

6.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd het jeugdstrafrecht toe te passen en de verdachte te veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 251 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 80 dagen in voorwaardelijke vorm, met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de deskundigen en de reclassering met bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid. De officier van justitie heeft tevens de oplegging van een contactverbod met de aangeefster en een locatieverbod voor de gemeente Schagen gevorderd op grond van artikel 38v Sr voor de duur van 5 jaren subsidiair één week jeugddetentie bij elke overtreding met bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid.

6.2.

Standpunt van de verdachte/de verdediging

De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie dat het jeugdstrafrecht toegepast moet worden en zich ten aanzien van de aan verdachte op te leggen sanctie gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

6.3.

Oordeel van de rechtbank

Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.

6.4.

Hoofdstraf

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte heeft het slachtoffer een aantal malen in het gezicht en op de mond gezoend en (aan haar lichaam en kleding) naar zich toe getrokken, terwijl zij bij herhaling had aangegeven niet intiem met de verdachte te willen zijn en niet gezoend te willen worden en haar boodschap de verdachte ook duidelijk was. Verdachte heeft zijn zin doorgedrukt door te dreigen met het gebruik van een mes dat de verdachte bij zich had, zoals ook het slachtoffer wist. Het slachtoffer heeft hierdoor uit angst geen andere optie gezien dan het ongewenste intieme gedrag van de verdachte te moeten ondergaan. Door dit handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het slachtoffer is bang geweest voor haar leven en heeft, zoals blijkt uit de slachtofferverklaring, nog steeds last van de psychische gevolgen van de aanranding.

Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal en vernieling van een vuilcontainer. Dit zijn hinderlijke feiten die schade en overlast veroorzaken voor de maatschappij en voor de winkeleigenaar en de eigenaar van de vuilcontainer in het bijzonder.

Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:

 het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 13 januari 2021, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder met justitie in aanraking is geweest;

 het over de verdachte uitgebrachte psychiatrische rapport gedateerd 19 november 2020 van [deskundige 1] , psychiater in opleiding onder supervisie van [deskundige 2] , kinder- en jeugdpsychiater en het over de verdachte uitgebrachte psychologische rapport gedateerd 11 november 2020 van [deskundige 3] , GZ-psycholoog, met de ondersteunende opdracht tot een intelligentieonderzoek;

 het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 20 november 2020 van [reclasseringswerker 1] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland Advies & Toezicht Zuid-West Rotterdam en het door [reclasseringswerker 2] , als jeugdreclasseerder werkzaam bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond ter terechtzitting naar voren gebrachte.

Het psychiatrisch rapport houdt onder meer het volgende in:

Bij betrokkene is sprake van een autisme spectrumstoornis, (behandelde) ADHD en vermoedelijk een reactieve hechtingsstoornis van het ontremde type met identiteitsproblemen en mogelijke bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Tevens kan er gesproken worden van een matige stoornis in het gebruik van cannabis. Aangezien er sprake is van ontwikkelingsproblematiek waren deze ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Vanwege de psychiatrische stoornissen kan betrokkene onder andere impulsief handelen, is hij beïnvloedbaar, heeft hij meer moeite met het aanvoelen van grenzen van anderen en kan hij zich hierdoor grenzeloos opstellen, heeft hij emotieregulatieproblemen. Dit alles wordt nog eens versterkt door het gebruik van cannabis.

Ondergetekenden adviseren, gezien de eerder genoemde beperkingen van betrokkene vanuit zijn psychiatrische stoornissen, om betrokkene het ten laste gelegde, indien bewezen, verminderd toe te rekenen.

Voorts wordt in dit rapport behandeling van betrokkene op meerdere gebieden geadviseerd, als volgt.

Aangezien betrokkene openstaat voor hulpverlening en initieel ook vol goede intenties start, maar uit het verleden al meerdere keren is gebleken dat een ambulante setting op dit moment nog onvoldoende houvast biedt voor betrokkene, wordt geadviseerd de behandeling op dit moment in een klinische setting te laten plaatsvinden. De verwachting is dat betrokkene na dergelijke klinische opname voldoende gestabiliseerd zal zijn om, uiteindelijk, op verantwoorde wijze met meer vrijheid om te gaan om een woonvorm als beschermd wonen of een zorgboerderij mogelijk te maken.

Geadviseerd wordt om het bovenstaande interventieadvies in het kader van een bijzondere voorwaarde op te nemen bij een voorwaardelijke veroordeling waarbij de voorwaarde van de klinische behandeling en het voorkomen van recidive worden bewaakt door toezicht van de jeugdreclassering

Met de conclusies van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.

Het reclasseringsrapport houdt onder meer het volgende in:

Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog, mede gezien de complexe psychische problematiek, de oplopende politiecontacten en een zorgmijdende houding.

Wij adviseren jeugdstrafrecht toe te passen en het toezicht op na te noemen bijzondere voorwaarden uit te laten voeren door Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond omdat betrokkene reeds in het kader van een eerder vonnis onder toezicht staat bij de jeugdreclassering en er reeds sprake is een van een vertrouwensband tussen betrokkene en zijn jeugdreclasseringswerker. Gelet op zijn autistische stoornis, is het vermoeden dat verandering hierin, mogelijk een averechts effect zal hebben.

Geadviseerd wordt om ter voorkoming van recidive een (gedeeltelijk) voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen onder de bijzondere voorwaarden dat de heer [verdachte]: - zijn medewerking verleent aan de meldplicht bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, jeugdreclassering; - zijn medewerking verleent aan de klinische behandeling bij De Lupine Kliniek2 of soortgelijke instelling gericht op zijn persoonlijkheidsproblematiek, seksualiteit en middelenproblematiek; - zijn medewerking verleent aan dagbesteding (scholing, vrijwilligerswerk of zover het mogelijk is betaald werk); - zijn medewerking verleent aan het verkrijgen van een stabiel inkomen en het op orde krijgen van zijn financiën; - geen contact mag hebben, direct of indirect met het slachtoffer; - zich niet bevindt in de gemeente Schagen, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit locatieverbod. Wij adviseren dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en het toezicht. De kans op een misdrijf met schade voor personen is groot. Wij adviseren om de gecertificeerde instelling jeugdreclassering Rotterdam Rijnmond opdracht te geven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en betrokkene daarbij te begeleiden.

De getuige [reclasseringswerker 2] van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op de terechtzitting toegelicht dat de verdachte eerst bij De Fjord kan worden geplaatst, een specialistische behandelvoorziening voor jongeren met een combinatie van psychische stoornissen en gedragsproblemen, waarna hij op termijn kan overstappen naar De Lupine.

Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank verder nog het volgende overwogen:

De verdachte was meerderjarig toen hij het bewezenverklaarde feit heeft gepleegd. In beginsel moet hij daarom volgens het commune strafrecht worden berecht. Op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht kan de rechter (in dit geval) evenwel toepassing geven aan het jeugdstrafrecht.

De rechtbank is - met de officier van justitie en de verdediging en alle rapporteurs - van oordeel dat in de onderhavige zaak, gelet op de persoonlijkheid van de verdachte, het jeugdstrafrecht toepast dient te worden. Daarbij heeft het de rechtbank acht geslagen op de met betrekking tot de verdachte opgemaakte psychiatrische rapportage van 19 november 2020 alsmede de reclasseringsrapportage van 20 november 2020, waarin wordt geadviseerd om het adolescentenstrafrecht ( ASR ) toe te passen om redenen zoals vermeld in de rapportages, welke adviezen worden ondersteund door de wegingslijst adolescentenstrafrecht.

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van een duur zoals gevorderd moet worden opgelegd. De rechtbank zal daarbij bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.

Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met en verplichte begeleiding door Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond noodzakelijk. Tevens acht de rechtbank de oplegging van de overig geadviseerde bijzondere voorwaarden geboden. Deze voorwaarden zullen als bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

Ten slotte acht de rechtbank een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod voor de gemeente Schagen noodzakelijk. De rechtbank zal voor de vorm waarin dit moet worden gegoten aansluiten bij het advies van de reclassering. Door deze verboden als bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf te verbinden acht de rechtbank de handhaving daarvan voldoende gewaarborgd en passend. De verdachte heeft verklaard zich zonder meer aan de verboden te zullen houden en er zijn geen aanwijzingen voor het tegendeel. De door de officier van justitie gevorderde verboden op grond van artikel 38v Sr zijn naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak niet proportioneel.

Dadelijke uitvoerbaarheid

De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren. Het onder 1 bewezenverklaarde feit is aan te merken als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.

Voorts moet er, zolang geen behandeling heeft plaatsgevonden, ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan.

7 Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Namens de benadeelde partij [slachtoffer] heeft de gemachtigde mr. J.A. van der Lem een vordering tot schadevergoeding van € 1.885,- ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit materiële schade, te weten de eigen risico zorgverzekering 2021 van € 385,- en € 1.500,- immateriële schade.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gehele vordering kan worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De verdediging heeft zich ten aanzien van de vordering gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gegrond en tot de gevorderde hoogte tevens billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.

Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.

schadevergoedingsmaatregel

De rechtbank ziet als gevolg van het onder 1 bewezen verklaarde handelen van verdachte [kort gezegd: feitelijke aanranding van de eerbaarheid] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:

Artikel 36f, 57, 77c, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 246, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9 Beslissing

De rechtbank:

Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.

Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.

Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.

Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 251 (tweehonderdeenenvijftig) dagen.

Beveelt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot 80 (tachtig) niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 3 (drie) jaren.

Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

 zich zal laten opnemen in De Fjord, Poortmolen 121, (2906 RN) Capelle aan de IJssel of soortgelijke instelling en daar behandeling zal volgen welke gericht is op zijn persoonlijkheidsproblematiek, seksualiteit en middelenproblematiek. De opname duurt zolang de behandelaars van de veroordeelde dat in overleg met Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond nodig vinden. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;

 zich zal houden aan de meldplicht bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond en zich na de klinische behandeling zal blijven melden, zo vaak en zolang Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond dat nodig vindt;

 zal meewerken aan het vinden en behouden van dagbesteding (scholing, vrijwilligerswerk of zover het mogelijk is betaald werk);

 zal meewerken aan het verkrijgen van een stabiel inkomen en het op orde krijgen van zijn financiën;

 op geen enkele wijze contact zal hebben, direct of indirect, met het slachtoffer [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] te Den Helder.

 zich niet zal begeven in de gemeente Schagen, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit locatieverbod.

Geeft aan reclasseringsinstelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond de opdracht als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.

Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:

- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Beveelt dat de gestelde voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer] geleden schade tot een bedrag van € 1.885,00 (eenduizend achthonderdvijfentachtig euro), bestaande uit € 385,00 als vergoeding voor de materiële en € 1.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.

Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.

Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.885,00 (eenduizend achthonderdvijfentachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 28 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.

Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.

Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. A.S. van Leeuwen, voorzitter, tevens kinderrechter,

mr. P.E. van der Veen en mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 februari 2021.

Mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature