Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Eenzijdige beeindiging zorg Wmo is niet gegaan volgens het stappenplan van verweerder. Verzoeker heeft zwaarwegend belang bij woonvoorziening en zorg overeenkomstig zijn idicatie. Voorlopige voorziening toegewezen.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 21/6067

uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 december 2021 in de zaak tussen [verzoeker], te [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. M. Baadoudi),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, verweerder(gemachtigde: mr. S. El Jarroudi).

Procesverloop

1.1.

Bij e-mail van 14 oktober 2021 heeft verweerder aan stichting HVO Querido (HVO) laten weten dat vanaf 8 oktober 2021 de eenzijdige beëindiging van de zorg in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO) voor verzoeker akkoord is.

1.2.

Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

1.3.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 november 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is ter zitting vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de heer [naam 1]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en mevrouw [naam 2].

1.4.

Ter zitting is de zaak aangehouden om verweerder in de gelegenheid te stellen om binnen een week (uiterlijk op 7 december 2021) een zorgaanbod te doen passend bij de indicatie van verzoeker.

Verweerder heeft op 7 december en aanvullend op 20 december 2021 gereageerd, waarop verzoeker op 10 en 21 december 2021 heeft gereageerd. Het onderzoek is vervolgens gesloten.

Totstandkoming van het besluit

2.1.

Verzoeker is op 30 januari 2018 terecht gekomen in de maatschappelijke opvang. Uit het trajectplan dat op 21 maart 2018 is opgesteld blijkt het volgende. Verzoeker is in het verleden meermaals veroordeeld, voor drugshandel en geweldsdelicten. Verzoeker heeft ongeveer 9,5 jaar in detentie verbleven, zowel in jeugddetentie (en jeugd TBS) als in volwassenendetentie. Verzoeker heeft bij verweerder aangegeven dat hij een plek voor zichzelf wilt en dat hij daar hulp bij nodig heeft. Verzoeker heeft daarbij aangegeven dat hij graag ondersteuning wilt van een psychiater in verband met zijn psychische klachten. Verzoeker heeft aangegeven dat hij een kort lontje heeft, dat hij snel boos kan worden als hij het gevoel heeft dat hem onrecht wordt aangedaan. Hij raakt ook snel overprikkeld en overvraagd, wat ook boosheid tot gevolg heeft. Verzoeker wil ook hulp om van zijn verslaving aan alcohol af te komen. Verzoeker is gedreven om iets van zijn leven te maken.

2.2.

Uit het verslag van het Wmo-onderzoek van 16 maart 2021 blijkt dat verzoeker eerder een periode op basis van een forensische indicatie heeft verbleven in een beschermde woonvorm bij Huis en Haard van het Leger des Heils in Haarlem. Van december 2020 tot medio maart 2021 verbleef verzoeker weer in detentie. Gedurende detentie was verzoeker in behandeling bij Fivoor. De forensische indicatie is inmiddels komen te vervallen.

2.3.

Op 23 maart 2021 is besloten dat verzoeker recht heeft op de Wmo-voorziening beschermd wonen. In deze indicatie staat het volgende:

Het is belangrijk voor u om beschermd te wonen. Zelfstandig wonen lukt u niet. Het is ook belangrijk voor u dat er een hulpverlener in het gebouw is. Als u een vraag heeft, wilt u die meteen aan uw hulpverlener stellen. U kunt dan niet wachten tot u een afspraak hebt met uw hulpverlener.

In de nacht heeft u soms hulp nodig. Het is belangrijk dat u dan een hulpverlener kunt bellen. Meestal is het voldoende als u even kunt praten. Soms is het nodig dat de hulpverlener bij u langs komt. U kunt zelf bepalen of dit nodig is. De hulpverlener hoeft voor u niet de hele nacht in de buurt te zijn. Beperkt toezicht past het beste bij u.

U weet niet zo goed wat u wel en niet kunt. U wilt dit wel graag leren. U hebt verschillende keren per week hulp nodig om beslissingen te nemen. Uw hulpverlener vertelt u wat het gevolg is van een beslissing. (…). U hebt hulp nodig om een dagritme te maken. (…). Intensieve begeleiding past het beste bij u.

2.4.

Met ingang van 14 juli 2021 is verzoeker geplaatst in de Forensische Zorg Spaarnevleugels in Hoofddorp van HVO (de zorgaanbieder).

2.5.

Op 24 juli 2021 heeft een incident plaatsgevonden waarbij verzoeker zich verbaal agressief heeft opgesteld naar een medewerker van de Brijder en waarbij een vechtpartij is ontstaan met een medebewoner. Het vermoeden van HVO is dat verzoeker tijdens dit incident een mes bij zich droeg en onder invloed was van alcohol en drugs. Ook is het vermoeden dat verzoeker drugs zou hebben aangeboden aan andere bewoners. Aan verzoeker is daarom een time-out gegeven tot maandag 26 juli 2021, 15:00 uur. Omdat verzoeker hier verbaal agressief op reageerde is verzoeker meegenomen door de politie.

2.6.

Op 26 juli 2021 heeft een gesprek plaatsgevonden met verzoeker. Aan verzoeker is duidelijk gemaakt dat hij weet dat hij een probleem heeft met alcohol in combinatie met agressie en dat dit gedrag onacceptabel is. Verzoeker heeft aangegeven dat het niet meer zal gebeuren. Verzoeker is vervolgens voor een week geschorst. Die tijd zou gebruikt gaan worden om te bezien hoe verder gegaan zou worden.

2.7.

Op 2 augustus 2021 is opnieuw met verzoeker gesproken over het incident. Hij was – volgens het verslag – rustig tijdens dit gesprek, maar werd wel boos omdat de schorsing verlengd zou worden. De schorsing is vervolgens verlengd tot 12 augustus 2021.

2.8.

Op 5 augustus 2021 zijn door HVO vragen gesteld ten behoeve van de Veldtafel Haarlem van 20 september 2021. Gevraagd is welke opties er tot begeleiding zijn binnen de regio, passende bij de hulpvraag van verzoeker. Ook is op 5 augustus 2021 een schrijven opgesteld door HVO met als onderwerp: ‘vraag tot eenzijdige zorg beëindiging dhr. [verzoeker].’.

2.9.

Op 10 augustus 2021 vond weer een gesprek plaats met verzoeker om een verlenging van de schorsing mee te delen. Het gesprek verliep moeilijk en verzoeker reageerde heftig op het aanbod van een time-outbed. Verzoeker werd verbaal agressief, liep weg en spuugde op de grond. De schorsing is vervolgens verlengd tot 23 augustus 2021. De reden van schorsing is het incident op 24 juli 2021.

2.10.

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de schorsingsbesluiten van 24 juli en 2 augustus 2021, omdat hij betwist dat er bij het incident op 24 juli 2021 door hem een mes is getoond. Op deze bezwaarschriften is nog niet beslist door verweerder.

2.11.

Uit een e-mail van 10 augustus 2021 van een medewerker van HVO blijkt dat na het gesprek met verzoeker op die dag de conclusie wordt getrokken dat het eenzijdig beëindigen van de zorg en wonen voor Spaarnevleugels nog de enige optie is.

2.12.

Bij brief van 23 augustus 2021 is door HVO de overeenkomst zorg- en dienstverlening opgezegd met onmiddellijke ingang. In de brief staat dat verzoeker bij herhaling grensoverschrijdend, agressief, bedreigend en gewelddadig gedrag heeft vertoond. Dit in combinatie met wapenbezit, alcoholgebruik en handel in drugs. Aangegeven is dat de nazorg alleen nog zal bestaan uit maximaal zes maanden begeleiding bij het regelen van praktische zaken.

2.13.

Op 10 september 2021 heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden. Aan verzoeker is meegedeeld dat er een traject is gestart om de zorg eenzijdig te beëindigen. Besproken is – onder andere – dat de alcoholverslaving een contra-indicatie is voor Spaarnevleugels, dat verzoeker graag begeleiding wenst vanuit het ACT en dat Spaarnevleugels nog steeds begeleiding beschikbaar stelt.

2.14.

Bij e-mail van 14 oktober 2021 is door een medewerker van verweerder aan HVO meegedeeld dat de eenzijdige zorgbeëindiging akkoord is en dat de indicatie op “zorgaanbieder onbekend” wordt gezet.

2.15.

Verzoeker kan zich niet verenigen met dit besluit en stelt voorop dat er sinds de schorsing op 24 juli 2021 feitelijk geen uitvoering meer wordt gegeven aan de indicatie voor beschermd wonen.

Het besluit tot akkoordverklaring van de eenzijdige zorgbeëindiging berust voorts op een onjuiste feitelijke grondslag, is onvoldoende gemotiveerd, is niet zorgvuldig voorbereid en in strijd met de geldende wet- en regelgeving.

Verzoeker betwist dat hij tijdens het incident op 24 juli 2021 heeft gedreigd met een mes. Verweerder heeft volgens verzoeker geen enkel onderzoek gedaan naar die betwisting. Ook heeft verweerder niet onderzocht of het incident zodanig ernstig was dat het zou moeten leiden tot zorgbeëindiging. Bovendien stelt verzoeker dat de zorgaanbieder geen maximale inspanning heeft geleverd om binnen de eigen organisatie of bij een andere zorgaanbieder alternatieve zorg aan te bieden. Kort gezegd stelt verzoeker dat verweerder niet gehandeld heeft conform het Handboek Beschut en Beschermd wonen van de gemeente Haarlem. Daarbij heeft verweerder zijn beslissing te laat genomen, nu dit binnen 15 werkdagen na het verzoek tot eenzijdige beëindiging van de zorg moet gebeuren.

Het verzoek

3.1.

Verzoeker vraagt om schorsing van het besluit van 14 oktober 2021 en te bewerkstelligen dat hij per direct en tot zes weken na de beslissing op bezwaar weer de zorg en woonruimte krijgt van HVO of een soortgelijke zorgaanbieder in dezelfde omvang en vorm.

Aan zijn verzoek ligt - samengevat - ten grondslag dat hij op grond van zijn indicatie intensieve zorg en hulp nodig heeft. Ook is het voor hem van belang dat hij een vaste woonplek heeft waar de zorg geleverd kan worden. Hij woonde bij HVO. Nu is hij al langere tijd verstoken van de noodzakelijke zorg en een vaste woonplek. Er is geen nieuwe zorgaanbieder aangewezen. Verweerder geeft geen uitvoering aan de indicatie voor beschermd wonen.

3.2.

Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek moet worden afgewezen. Volgens verweerder is de schorsing van 1 maand in totaal terecht opgelegd. Ook de zorgbeëindiging heeft volgens verweerder op goede gronden plaatsgevonden, omdat gedragsproblematiek ertoe kan leiden dat een zorgaanbieder de zorg beëindigt (volgens het protocol zorgbeëindiging).

De beoordeling door de voorzieningenrechter

4.1.

Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

4.2.

Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Het spoedeisend belang

4.2.

Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen spoedeisend belang is dat zou moeten leiden tot het treffen van een voorlopige voorziening. Verweerder stelt in dit kader dat verzoeker een dak boven zijn hoofd heeft en zich indien nodig kan wenden tot de ambulante zorg van de zorgaanbieder. Bovendien heeft verweerder in een aanvullende brief na de zitting aangegeven dat het RIBW de opdracht heeft gekregen om de begeleiding voor verzoeker op zich te nemen. De insteek is dat verzoeker 1 à 2 keer per week begeleiding ontvangt.

4.3.

De voorzieningenrechter volgt verweerder niet in de stelling dat het spoedeisend belang ontbreekt. Uit de indicatiestelling van verzoeker volgt dat hij niet zelfstandig kan wonen en dat hij niet kan wachten met zijn hulpvragen totdat er hulp beschikbaar is. Het is belangrijk voor verzoeker – zo staat in de indicatie – dat er een hulpverlener in het gebouw is. Ondanks dit gegeven verblijft verzoeker momenteel zelfstandig, namelijk in een hotel. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wordt daarmee van verzoeker iets verlangd waartoe hij niet in staat wordt geacht. Ook volstaat het aanbod van ambulante hulp (op afspraak of wekelijks) niet, omdat uit de indicatiestelling nu juist blijkt dat verzoeker niet kan wachten met zijn hulpvragen. Nu verzoeker al sinds 24 juli 2021 niet de begeleiding krijgt die hij hoort te krijgen en er geen uitzicht is op een wijziging in de situatie is de voorzieningenrechter van oordeel dat er wel een spoedeisend belang is om het verzoek te beoordelen. De voorzieningenrechter zal dan ook, aan de hand van een voorlopig rechtmatigheidsoordeel en een belangenafweging, beoordelen of er aanleiding is een voorziening te treffen.

Beoordeling van het verzoek

4.4.

De voorzieningenrechter ziet aanleiding om het verzoek toe te wijzen. Reden hiervoor is enerzijds dat verweerder de eenzijdige zorgbeëindiging niet had mogen accepteren, omdat het daarvoor opgestelde protocol niet is doorlopen. Anderzijds omdat het belang van verzoeker bij een woonvoorziening en zorg overeenkomstig zijn indicatie zodanig zwaar weegt dat hierin op korte termijn moet worden voorzien. De voorzieningenrechter zal hieronder uitleggen hoe tot dit oordeel is gekomen.

Voorlopig rechtmatigheidsoordeel

4.5.

Verweerder is op grond van de Wmo verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen bij wie de op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermde woonomgeving centraal staat, inclusief het bieden van de beschermde woonomgeving zelf. Voor mensen die op maatschappelijke ondersteuning zijn aangewezen en hierin niet zelf kunnen voorzien, dient verweerder te voorzien in een maatwerkvoorziening. De maatwerkvoorziening moet rekening houden met de uitkomsten van het onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de client en een passende bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid of participatie van de betrokkene – en deze in staat te stellen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te blijven wonen. In geval van beschermd wonen of opvang geldt hierbij het criterium dat de maatwerkvoorziening erin moet voorzien dat betrokkene – indien dat kan en zo snel als mogelijk – weer in staat is zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De verplichting om maatwerk te leveren is in de Wmo 2015 ruimer geformuleerd dan de compensatieplicht in de Wmo 2007.

Verweerder kan het bieden van maatschappelijk ondersteuning aan degene die daarop zijn aangewezen, desgewenst geheel of gedeeltelijk zelf ter hand nemen. In de meeste gevallen zullen zij daarvoor overeenkomsten sluiten met derden of derden daarvoor een subsidie toekennen. Deze derden worden in de Wmo aangeduid met de term aanbieder.

4.6.

Ter uitvoering van de verplichtingen in het kader van de Wmo is door verweerder het Handboek Beschut en Beschermd wonen opgesteld.

Hierin staat dat voor gecontracteerde aanbieders in beginsel een acceptatieplicht geldt. Dit houdt in dat de aanbieder de plicht heeft om cliënten met een beschikking voor beschermd en beschut wonen ondersteuning te leveren. Ook geldt voor de zorgaanbieder een maximale inspanningsverplichting voor de levering van adequate ondersteuning en zorg. Hieronder wordt verstaan: de inspanningen binnen de eigen organisatie, het organiseren van een passend ondersteuningsaanbod in de vorm van overbruggingsondersteuning of alternatieve ondersteuning bij een andere aanbieder.

In uitzonderlijke situaties, kan het voorkomen dat een aanbieder geen mogelijkheden meer ziet tot het bieden van passende zorg (intern of extern) en voornemens is de zorg eenzijdig te beëindigen. Het beëindigen is alleen mogelijk om zwaarwegende redenen en slechts onder bijzondere omstandigheden.

Volgens het Handboek beoordeelt de gemeente de melding van een voorgenomen zorgbeëindiging altijd per casus. Hierbij worden de uitgangspunten zoals beschreven in paragraaf 9.2 van het Handboek, “procedure zorgbeëindiging door de aanbieder” (hierna: het protocol) gehanteerd.

4.7.

De stappen zijn als volgt:

1. waarschuwen client;

2. intern overleg: het verkennen van alternatieven binnen de eigen organisatie;

3. laatste waarschuwing;

4. verkennen van alternatieven buiten de eigen organisatie;

Als na de laatste waarschuwing de situatie niet is verbeterd, en er geen mogelijkheden zijn om de cliënt passende zorg te bieden binnen de eigen organisatie, dan zoekt de aanbieder naar passende zorg buiten de eigen organisatie. Hiervoor kan de aanbieder gebruik maken van de veldtafel beschermd wonen. De gemeente faciliteert dit overleg.

5. indienen verzoek tot eenzijdige zorgbeëindiging bij de gemeente Haarlem;

In dit verzoek tot eenzijdige zorgbeëindiging zijn opgenomen:

1. Een bondige situatiebeschrijving.

2. Een beschrijving van de ondernomen acties (zie stap 1).

3. Een voorstel waarin beschreven staat hoe de continuïteit van de zorgverlening is geregeld totdat de gemeente Haarlem een uitspraak heeft gedaan.

6. extern overleg: zorgconferentie

De gemeente Haarlem beoordeelt de voorgenomen eenzijdige zorgbeëindiging binnen maximaal 5 werkdagen nadat de zorgconferentie een advies heeft geformuleerd. Dit advies wordt meegewogen in het besluit. Zo mogelijk neemt de gemeente direct na afloop van de zorgconferentie een besluit. De gemeente Haarlem neemt zo nodig contact op met de cliënt voor wederhoor. Het verzoek wordt door de gemeente Haarlem getoetst op het doorlopen proces aan de hand van de gemaakte contractafspraken, het protocol, bestaande jurisprudentie en eventuele eerdere dossiervorming van de gemeente.

4.8.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is niet gebleken dat de hiervoor opgenomen stappen zijn doorlopen. In het dossier bevindt zich een schrijven van HVO van 5 augustus 2021. Hierin is een beschrijving opgenomen van de ondernomen acties en een bondige situatiebeschrijving. Onduidelijk is of dit schrijven aan verweerder is gezonden, maar de voorzieningenrechter gaat daar vooralsnog wel vanuit. Gelet op de bewoordingen gaat de voorzieningenrechter er ook vanuit dat dit het verzoek tot eenzijdige zorg beëindiging is (hierna: het verzoek), waarbij de voorzieningenrechter opmerkt dat hierin geen voorstel is opgenomen waaruit volgt hoe de continuïteit van de zorg is geregeld.

Stap 1: Uit het verzoek volgt dat verzoeker op 24 juli 2021 een waarschuwing is gegeven.

Stap 2: Intern overleg. Uit het protocol blijkt dat de aanbieder de betrokken hulpverlener(s), eventuele behandelaar en de eventuele contactpersoon van de cliënt op de hoogte stelt van de problematiek en met hen mogelijke oplossingen bespreekt. Mogelijkheden zijn onder andere: het inzetten van alternatieve ondersteuning, medicatie, de inzet van andere deskundigen en ander zorgaanbod. Dit kan betekenen dat een cliënt naar een andere locatie binnen de organisatie wordt overgeplaatst.

Uit het verzoek blijkt dat verzoeker een time-outplek aangeboden heeft gekregen, maar dat verzoeker deze niet geaccepteerd heeft. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wordt hiermee niet voldaan aan hetgeen verwacht mag worden van de zorgaanbieder in stap 2. Een time-outplek is een tijdelijk plek waar verzoeker kan verblijven gedurende de schorsing en geen alternatieve plek voor beschermd wonen.

Stap 3: In het verzoek staat dat verzoeker geen laatste waarschuwing heeft gehad.

Stap 4: In het verzoek staat dat andere zorgaanbieders die gebeld zijn niet stonden te springen om verzoeker enige dagen een time-outplek aan te bieden. Hieruit blijkt niet dat bekeken is of verzoeker elders beschermd wonen kan worden aangeboden, rekening houdend met zijn problematiek.

Uit het dossier volgt verder dat er een veldtafel heeft plaatsgevonden op 20 september 2021, maar wat daar besproken is, welke opties zijn verkend en wat de uitkomst daarvan is geweest is niet in het dossier terug te vinden. De enkele mededeling per e-mail aan de gemachtigde van verzoeker dat het overleg geen alternatieven heeft opgeleverd, is onvoldoende om te voldoen aan stap 4 van het protocol. Het is de zorgaanbieder die voorafgaand aan het verzoek tot eenzijdige zorgbeëindiging aan verweerder moet aangeven hoe de stappen zijn doorlopen.

Stap 5: Gesteld noch gebleken is dat er een zorgconferentie heeft plaatsgevonden.

Uit het voorgaande volgt dat meerdere stappen van het protocol niet zijn doorlopen. Dit wordt ook bevestigd door de opmerking van HVO bij stap 3. HVO schrijft dat de ernst van het incident er toe heeft geleid dat zij meteen zijn overgegaan tot het aanvragen van de eenzijdige zorgbeëindiging. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter ontslaat een ernstig incident HVO niet van de verplichting tot het doorlopen van het stappenplan.

4.9.

Ondanks dat uit het dossier niet volgt dat het protocol is doorlopen heeft verweerder het verzoek om zorgbeëindiging goedgekeurd. Door dit te doen heeft verweerder gehandeld in strijd met het protocol en heeft verweerder de zorgaanbieder niet gehouden aan diens maximale inspanningsverplichting.

Hierbij wenst de voorzieningenrechter op te merken dat het opmerkelijk is dat de zorgaanbieder na één incident het verzoek tot beëindiging heeft ingediend. Een incident dat weliswaar als ernstig kan worden bestempeld, maar ook een incident dat op voorhand niet kon worden uitgesloten, gelet op de voorgeschiedenis en de problematiek van verzoeker. Uit het trajectplan uit 2018 blijkt duidelijk dat verzoeker eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten en is de relatie tussen agressie en geweld zichtbaar gemaakt. Ook blijkt uit het trajectplan dat verzoeker te maken heeft met een verslaving aan alcohol en mogelijk ook aan drugs. HVO stelt hiervan niet op de hoogte te zijn geweest, maar ook in het onderzoeksverslag wordt melding gemaakt van de detentieperiode, de forensische indicatie, de psychosociale problematiek en het alcohol- en drugsgebruik. Desondanks heeft de zorgaanbieder verzoeker geaccepteerd en dan geldt dat die zorgaanbieder zich maximaal dient in te spannen bij de begeleiding van verzoeker. Dat één incident meteen leidt tot het verzoek tot beëindiging van de zorg begrijpt de voorzieningenrechter dan ook niet.

Het feit dat verweerder vervolgens dat verzoek heeft geaccepteerd leidt ertoe dat verzoeker zonder zorg is komen te verkeren, zonder dat is bekeken of de zorg (eventueel door een andere zorgaanbieder) kon worden voortgezet. Het bezwaar heeft naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter een kans van slagen.

4.10.

Schorsing van het bestreden besluit zal niet automatisch tot gevolg hebben dat verzoeker weer zal worden toegelaten tot de zorg van de zorgaanbieder, nu de contractuele relatie tussen partijen is opgezegd. Op verweerder blijft echter wel de verplichting rusten om aan verzoeker een maatwerkvoorziening te verstrekken, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitkomsten van het onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte. Uit het onderzoek en de indicatie volgt dat verzoeker hulp nodig heeft bij het wonen, veiligheid, financiën, sociale relaties, zingeving en persoonlijk functioneren. Het is dus aan verweerder om ervoor te zorgen dat aan verzoeker op zo kort mogelijke termijn een maatwerkvoorziening wordt verstrekt die hierin voorziet. Hierbij merkt de voorzieningenrechter op dat, indien het niet mogelijk is om in een passend aanbod te voorzien binnen de regio, verweerder dit buiten de regio zal moeten zoeken.

Belangenafweging

4.11.

Zoals hiervoor reeds uiteen is gezet is verzoeker een man die in het verleden meermaals is veroordeeld voor geweldsdelicten. Ook staat vast dat verzoeker de nodige psychische problemen heeft en verslaafd is aan of zucht heeft naar alcohol en/of drugs. Niet voor niets heeft verzoeker een indicatie beschermd wonen gekregen. Momenteel is verzoeker ondergebracht in een hotel en heeft verzoeker – volgens verweerder – toegang tot de ambulante zorg. Met verzoeker is de voorzieningenrechter van oordeel dat ambulante zorg onvoldoende passend is voor verzoeker, gelet op diens ondersteuningsbehoeften. Verzoeker heeft een woonplek nodig waar een hulpverlener paraat staat om hem indien nodig te helpen, omdat verzoeker niet kan wachten op een afspraak met de hulpverlener. Dat ambulante zorg in dit geval volstaat volgt de voorzieningenrechter dan ook niet. Dat het op dit moment prima lijkt te gaan met verzoeker kan er niet toe leiden dat er dus geen zorg nodig is. Dat het lastig is om een passende plek voor verzoeker te vinden maakt niet dat verzoeker dus maar tijdelijk aangewezen dient te zijn op zichzelf. Hierbij verwijst de voorzieningenrechter nogmaals op de verplichting van verweerder om aan verzoeker een maatwerkvoorziening te verstrekken. Hierbij laat de voorzieningenrechter ook meewegen dat verzoeker een verleden heeft op het gebied van agressie. De voorzieningenrechter acht het niet verantwoord om verzoeker – die verstoken is van de noodzakelijk hulp – langdurig onder te brengen in een hotel. Het verblijf in een hotel met ambulante begeleiding past ook niet binnen de indicatie Beschermd Wonen die verweerder zelf heeft afgegeven. De voorzieningenrechter ziet daarom in de belangen van verzoeker aanleiding om een voorziening te treffen.

Conclusie en gevolgen

5.1.

De voorzieningenrechter zal de gevraagde voorziening toewijzen en verweerder opdragen om binnen een termijn van een week verzoeker onderdak en zorg te bieden overeenkomstig de indicatie beschermd wonen.

5.2.

Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan verzoeker het door hem betaalde griffierecht vergoedt.

5.3.

Omdat het verzoek wordt toegewezen, krijgt verzoeker een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 2.0 punten op (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting). Die punten hebben een waarde van € 748,- bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 1.496,-.

Beslissing

De voorzieningenrechter:

- wijst het verzoek toe;

- schorst het bestreden besluit;

- draagt verweerder op binnen een week na dagtekening van deze uitspraak aan verzoeker onderdak en zorg te bieden overeenkomstig de indicatie van 23 maart 2021;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49,- aan verzoeker te vergoeden;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.496,-.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H. Affourtit-Kramer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.F. Vermeij, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 december 2021.

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature