U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Schilderwerkzaamheden aan woning. Mag de schilder zijn gemaakte kosten verrekenen met de ontvangen aanbetaling na voortijdige beëindiging van de werkzaamheden? Kosten vervanging van de sloten.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 8253978 / CV EXPL 20-193

Uitspraakdatum: 13 mei 2020

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[naam 1] ,

wonende te [woonplaats]

eiser

verder te noemen: [eiser]

gemachtigde: Incassonet B.V.

tegen

[naam 2] , h.o.d.n. Schildersbedrijf [XXX],

wonende en zaakdoende te [plaats]

gedaagde

verder te noemen: [gedaagde]

procederend in persoon

1 Het procesverloop

1.1.

[eiser] heeft bij dagvaarding van 30 december 2019 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

[eiser] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2 De feiten

2.1.

[eiser] heeft per e-mail van 2 juli 2018 [gedaagde] gevraagd wat de mogelijkheden zijn om het huis van [eiser] van buiten te schilderen. [gedaagde] heeft daarop gereageerd en aangegeven ter plekke te willen komen kijken en bespreken. [gedaagde] is op 6 juli 2018 bij [eiser] langs geweest.

2.2.

Op 10 juli 2018 heeft [gedaagde] een offerte/opdracht schilderwerk (hierna de offerte) aan [eiser] gestuurd voor een totaalbedrag van € 5.088,00 inclusief btw. Op de offerte staat zowel het logo van Ondernemersorganisatie schilders-, onderhouds-, metaalconserverings- en glasbranche Fosag (hierna Fosag) als van Kwaliteitsorganisatie De Betere Schilder (hierna DBS). Ook staat in de offerte dat de Algemene consumentenvoorwaarden voor de schilders-, onderhouds- en glaszetbranche in Nederland, vastgesteld door Fosag (hierna de algemene voorwaarden) van toepassing zijn.

Verder staat er in de offerte onder meer:

Onlangs heeft u mij benaderd omdat u het schilderwerk aan uw woning weer tip top in orde wilt hebben. (…) Daarbij zullen we nauwgezet letten op eventuele sporen van houtrot. Als we deze tegenkomen zullen we dit, waar nodig, in overleg met u repareren. Dit zijn meerkosten, omdat we de aanwezigheid van houtrot niet 100% van te voren kunnen voorspellen. We zullen u echter steeds op de hoogte houden en u kunt er van op aan dat het houtrotherstelwerk wordt uitgevoerd door een erkend en gecertificeerd houtrotspecialist. (…) Inhoud buitenschilderwerk: Al het houtwerk aan uw woning (…)

Uitgangspunten voor deze offerte: (…) Een prijs exclusief steigerkosten vaste stalen steiger; er zal gebruik worden gemaakt van de door de opdrachtgever reeds geplaatste vaste stalen steiger (i.v.m. werkzaamheden dakopbouw), mits deze geschikt is voor de uitvoering van de schilderwerkzaamheden; Het houtherstel zal in regie worden uitgevoerd. Als we houtrot tegenkomen zullen we dit, waar nodig, in overleg met u repareren. Dit zijn meerkosten, omdat we de aanwezigheid van houtrot niet 100% van te voren kunnen voorspellen. We zullen u echter steeds op de hoogte houden. Opdrachtnemer adviseert opdrachtgever rekening te houden met een stelpost voor dit onderdeel en een bedrag van naar schatting € 2000,00 hiervoor te reserveren; (…)

Algemeen: (…) Aanvang werkzaamheden: Wordt na ontvangst van de opdrachtbevestiging ingepland. Betaling: 40% dient twee weken voor aanvang van de werkzaamheden te zijn bijgeschreven op genoemd rekeningnummer, het resterende bedrag bij oplevering van de werkzaamheden.

2.3.

De algemene voorwaarden bepalen onder meer:

Artikel 5 - Verplichtingen van de opdrachtnemer (…) 5.2. De opdrachtnemer neemt bij de uitvoering van het werk de daarop van toepassing zijnde voorschriften in acht zoals deze van kracht zijn ten tijde van de uitvoering van het werk. Eventuele financiële gevolgen van onvoorziene wijzigingen in de voorschriften tussen datum van het aanbod en de datum van aanvang met de uitvoering van het werk zullen worden verrekend. Dit is echter alleen toegestaan wanneer de opdrachtnemer de consument van de wijziging en financiële gevolgen tevoren op de hoogte heeft gesteld en de consument de gelegenheid heeft gegeven in dat geval de overeenkomst te ontbinden. (…)

Artikel 7 - Meerwerk In geval van door de consument gewenste toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk kan de opdrachtnemer slechts dan een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij de consument tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij de consument die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen.

Artikel 8 - Beëindiging van de overeenkomst 8.1 De consument is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. 8.2 Bij opzegging door de consument of indien de gehele of gedeeltelijke beëindiging van de overeenkomst de consument is toe te rekenen, zal hij de voor het gehele werk geldende prijs moeten betalen, verminderd met de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de opzegging voortvloeien, tegen aflevering door de opdrachtnemer van het reeds voltooide werk. Indien de prijs afhankelijk was gesteld van de werkelijk door de opdrachtnemer te maken kosten, wordt de door de consument verschuldigde prijs berekend op grondslag van de gemaakte kosten, de verrichte arbeid en de winst die de opdrachtnemer over het gehele werk zou hebben gemaakt. Hierbij wordt de winst gesteld op 15%. 8.3 Wordt de uitvoering van het werk onmogelijk door een oorzaak die de opdrachtnemer niet kan worden toegerekend en evenmin in zijn risicosfeer ligt, dan is deze gerechtigd de uitvoering van het werk te beëindigen en de gemaakte kosten in rekening te brengen bij de consument. 8.4 Wordt de uitvoering van het werk onmogelijk door een oorzaak die de consument niet kan worden toegerekend en evenmin in zijn risicosfeer ligt, dan is deze gerechtigd het werk te doen beëindigen tegen vergoeding van de door de opdrachtnemer gemaakte kosten.

Artikel 9 - Aansprakelijkheid 9.1 De opdrachtnemer is aansprakelijk voor de directe schade welke tijdens de uitvoering van de overeenkomst (…) wordt toegebracht en die te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de opdrachtnemer (…). De opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor indirecte schade of gevolgschade. 9.2 De opdrachtnemer is niet aansprakelijk indien de schade het gevolg is van opzet, schuld verwijtbaar handelen van de consument of binnen diens risicosfeer valt.

2.4.

[eiser] heeft op 16 juli 2018 de offerte en bijgeleverde algemene voorwaarden voor akkoord getekend.

2.5.

[gedaagde] heeft op 10 november 2018 een factuur “aanbetaling uit te voeren werkzaamheden” aan [eiser] gestuurd van € 2.035,20. [eiser] heeft dit bedrag binnen de gestelde termijn van tien dagen betaald.

2.6.

Op 5 februari 2019 is [eiser] , zonder voorafgaande aankondiging daarvan bij [eiser] , begonnen met de werkzaamheden.

2.7.

Partijen hebben op 5, 6, 7 en 8 februari 2019 contact met elkaar gehad in verband met het door [gedaagde] op 5 februari 2019 aangetroffen houtrot van de kozijnen. [eiser] heeft in dat kader op 7 februari 2019 aan [gedaagde] gemaild:

Je hebt me nogal overvallen afgelopen maandag door zonder aan te kondigen langs te komen en de kozijnen uit te frezen zonder eerst overleg met mij te plegen, zoals afgesproken in de offerte. Op een van de foto’s, die je stuurde, was zelfs te zien dat de onderkant van een kozijn geheel was verwijderd. In het telefoongesprek wat daarop volgde heb ik aangegeven dat ik even zou wachten op de kosten die de nieuwe situatie met zich mee zou brengen. Nu zie ik de prijs en schrik opnieuw, want kort gezegd kunnen wij dit simpelweg allemaal niet betalen. Het houtrot was begroot op 2000 euro, dus ik had met iets meer dan dat rekening gehouden, maar dit komt gewoon neer op een prijs van meer dan 8000 euro en zoals je al aangaf komt daar nog meerwerk bij. Het lijkt erop dat onze kozijnen nu onherstelbaar beschadigd zijn. Ik werk graag met je samen om tot een oplossing te komen, maar ik weet even niet hoe we nu verder gaan. Heb jij suggesties om dit op te lossen?

2.8.

[gedaagde] heeft in reactie hierop per e-mail van 8 februari 2019 onder andere geschreven:

Ik begrijp dat je geschrokken bent van de staat van het houtwerk. Ik ben conform de opdracht en op jouw verzoek aan de slag gegaan. (…) Bij de voorbereidende werkzaamheden bleek het houtwerk in een zeer slechte staat te zijn. Het is zelfs zonder gebruikmaking van apparatuur met de hand te verpulveren. Hier is geen frees aan te pas gekomen. Je kunt het houtwerk als een spons uitknijpen. Het zit vol vocht. Dit was niet te voorspellen. Ik heb je hiervan na constatering direct op de hoogte gebracht en foto’s erbij meegezonden. Dit is dus meteen met je gecommuniceerd. Gezien de zeer slechte staat van het houtwerk, raad ik je aan om het schilderwerk voor nu te laten vervallen. Prioriteit heeft nu het toepassen van houtrotreparaties en (deel-) vervangingen. (…) Laat maar weten waar de voorkeur naar uitgaat. Zodra je hebt besloten, kan ik de bestellingen de deur uitdoen (we moeten rekening houden met een levertijd).

2.9.

Op 9 februari 2019 zijn partijen bij elkaar gekomen om e.e.a. te bespreken. Bij dat gesprek was ook de vader van [eiser] aanwezig.

2.10.

[eiser] heeft per WhatsApp van 14 februari 2019 [gedaagde] als volgt bericht:

Ik heb je afgelopen zondag en gister avond een mail gestuurd naar aanleiding van ons gesprek zaterdag. Zoals we in het gesprek hadden afgesproken zou je direct na het weekend de steiger weghalen, de huissleutel in de bus stoppen en de aanbetaling terug betalen en overmaken naar onze rekening. Ik heb echter nog niks gehoord van je en de situatie is nog hetzelfde. Zijn de emails aan jou kant in goede orde ontvangen? Zou je mij alsjeblieft kunnen vertellen wat de status is van bovenstaande punten? Alvast bedankt!

2.11.

[gedaagde] heeft op 15 februari 2019 per e-mail aan [eiser] geschreven:

Zoals ik eerder per mail liet weten: gewerkte uren voorbereidend werk: 2 x 3,5 uur á € 50,00 plus de kosten voor de tijdelijke rolsteiger: € 150,00 plus demontage en afvoeren steiger 2x € 50,00 Dit maakt een totaal van € 350,00 + € 150,00 + € 100,00 = € 600,00 Dit is het bedrag dat ik dan zal verrekenen met de aanbetaling.

2.12.

Op 1 maart 2019 heeft [eiser] het volgende WhatsApp bericht aan [gedaagde] gestuurd:

Ter info. Ik heb je vorige week per post en aangetekend een brief gestuurd. Ook heb ik gisteravond een klacht ingediend bij de organisatie waar je bij aangesloten bent: De Betere Schilder. Ook heb ik mijn huissleutels nog niet terug en staat de steiger er nog. Sleutels aub direct retour en steiger alsjeblieft ook weg halen. Ik hoop dat we tot een oplossing kunnen komen.

2.13.

Naar aanleiding van de door [eiser] op 1 maart 2019 bij DBS ingediende klacht over [gedaagde] , heeft [YYY] namens DBS op 6 maart 2019 per e-mail gereageerd. In die e-mail staat onder meer:

Ik heb uw klacht uitgebreid bestudeerd, de documenten aandachtig bestudeerd, de aangeleverde foto’s goed bekeken en zal hieronder stapsgewijs reageren op uw klacht:

1. De offerte heeft op juiste wijze aangegeven wat de werkzaamheden zouden zijn.

2. U geeft aan dat [ZZZ] uw kozijnen heeft vernield. Hiervan is geen sprake, iedere deskundige (ik ben tevens “houtrot gecertificeerd”) kan zien dat de kozijnen totaal vermolmd zijn door houtrot. Om een goede inschatting te kunnen maken van de kosten van reparatie en/of vervanging, is het nodig om alle hout dat rot is weg te halen, hetgeen hier is gebeurd.

3. U geeft aan dat in de offerte staat dat het houtrotonderzoek op regie zou gebeuren. Dit is niet juist, [ZZZ] offreert het houtrotherstel op regiebasis en dat is juist, aangezien er nog veel meer rotte plekken kunnen zijn, is het niet mogelijk vooraf een juiste prijsopgave te maken. Er moet dus “tot op het bot” gesneden worden om tot een juiste conclusie te komen. Het “u hiervan op de hoogte houden” gaat in dit geval over het uitvoeren van het herstel van houtrot (hetgeen nog niet is uitgevoerd).

4. U heeft een voorstel gedaan om [ZZZ] te compenseren. Uit de door u toegezonden stukken kan ik concluderen dat u akkoord bent gegaan met de offerte. Dat in acht genomen, kan ik niet anders constateren dat het bedrijf juist (conform de offerte) heeft gehandeld. Conform hetgeen is vastgelegd in de wet, kan en mag het bedrijf kosten in rekening brengen voor het mislopen van winst. Ook de gemaakte kosten zullen moeten worden vergoed.

5. Hetgeen u aangeeft inzake de huissleutel, hierin heeft u gelijk, ik heb [ZZZ] meegedeeld dat hij de sleutel zsm aan u overhandigt. De steiger heeft [ZZZ] laten staan omdat hij de klus alsnog voor u wilde uitvoeren, maar hij geeft aan dat deze komende week verwijderd wordt.

6. Over hetgeen aangegeven in punt 4, kunt u een artikel van Consuwijzer teruglezen over uw rechten en plichten bij het aangaan van een overeenkomst met een bedrijf: (…)

Helaas voor u moet ik constateren dat ik uw klacht beoordeel als ongegrond en kan u niets anders dan adviseren dat akkoord te gaan met het voorstel van de heer [gedaagde] van Schildersbedrijf [ZZZ] .

2.14.

Op of kort na 1 maart 2019 heeft [eiser] zijn sloten vervangen. [gedaagde] heeft op 8 maart 2019 de steiger bij het huis van [eiser] weggehaald en op 9 maart 2019 de sleutels teruggegeven.

2.15.

Bij e-mail van 12 maart 2019 heeft [eiser] [gedaagde] een laatste mogelijkheid geboden om (buiten rechte) een bedrag van € 1.882,00 terug te storten vóór 15 maart 2019. [gedaagde] heeft aan dat verzoek niet voldaan.

2.16.

[eiser] heeft op 2 mei 2019 door een derde partij het houtrot laten herstellen. Dat bedrijf heeft die werkzaamheden voor € 4.670,60 uitgevoerd, inclusief werk aan de zijgevel.

2.17.

Bij e-mail van 9 november 2019 heeft [gedaagde] een voorstel aan [eiser] gedaan tot oplossing van het geschil tussen partijen. [gedaagde] heeft [eiser] voorgesteld om een bedrag van € 650,40 terug te betalen, waarmee de door hem gemaakte kosten zijn verrekend met het door [eiser] aanbetaalde bedrag. [eiser] is niet akkoord gegaan met dat voorstel.

3 De vordering

3.1.

[eiser] vordert – samengevat – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 2.646,70. De vordering bestaat uit € 2.149,10 aan hoofdsom, € 175,24 aan rente berekend tot 30 december 2019 en € 322,36 aan buitengerechtelijke incassokosten, nog te vermeerderen met verdere rente en proceskosten.

3.2.

[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] wanprestatie heeft gepleegd, door niet te handelen conform de tussen partijen gemaakte afspraken en hetgeen in de offerte is opgenomen. [gedaagde] heeft op 6 juli 2018, voorafgaande aan het opstellen van de offerte, houtrot in een vergevorderd stadium bij de woning ontdekt. [gedaagde] heeft aangegeven dat compleet vervangen van de kozijnen niet noodzakelijk was. In de offerte staat dat houtrotherstel in regie en in overleg met [eiser] zal worden gerepareerd. [gedaagde] is maanden na de aanbetaling en zonder voorafgaand overleg met [eiser] op 5 februari 2019 begonnen met de werkzaamheden. [gedaagde] heeft op die dag drie foto’s aan [eiser] gestuurd waarop houtrot aan de kozijnen op de eerste verdieping zichtbaar is, met de mededeling dat het meeste niet gerepareerd kan worden. Daarop heeft [eiser] laten weten eerst te willen overleggen met [gedaagde] . [gedaagde] heeft een kostenoverzicht gestuurd voor herstelwerkzaamheden van het houtrot van ongeveer € 8.000,00 exclusief meerwerk, terwijl daar in de offerte een bedrag van € 2.000,00 voor is opgenomen. [eiser] heeft op 7 februari 2019 twee onafhankelijke houtrotspecialisten langs laten komen voor een second opinion. Zij geven beiden aan dat [gedaagde] op ongebruikelijke wijze heeft gewerkt. Normaal gesproken wordt bij één kozijn gestart, waarna overleg met de klant plaatsvindt bij overschrijding van het begrote bedrag. [gedaagde] heeft echter de verschillende kozijnen al verwoest, zonder [eiser] vooraf inzicht te geven in de daarmee gepaard gaande kosten. Op 9 februari 2019 heeft overleg tussen partijen plaatsgevonden. [eiser] heeft (wederom) zijn ongenoegen over de gang van zaken geuit. Omdat [gedaagde] niet heeft gehandeld zoals in de offerte is opgenomen, heeft [eiser] aangegeven de samenwerking te willen beëindigen. Partijen hebben afgesproken dat [gedaagde] de steiger weg zou halen, de sleutels terug zou geven en het bedrag van de aanbetaling ad € 2.035,20 zou terugbetalen. [gedaagde] heeft echter een kostenoverzicht aan [eiser] gestuurd waarin de door [gedaagde] gemaakte kosten van arbeidsloon en steigerkosten van totaal € 600,00 in mindering gebracht op de aanbetaling. Ook heeft [gedaagde] de sleutels niet teruggegeven en de steiger niet weggehaald ondanks herhaaldelijk verzoek van [eiser] . Dat heeft [gedaagde] pas op 9 respectievelijk 8 maart 2019 gedaan. Inmiddels had [eiser] zijn sloten vervangen omdat hij zich niet meer veilig voelde in zijn huis. De kosten van de sloten van totaal € 113,90, komen dan ook voor rekening van [gedaagde] . Omdat [gedaagde] zich niet heeft gehouden aan de gemaakte afspraken en hetgeen in de offerte staat, is [eiser] niet akkoord gegaan met het voorstel van verrekening van [gedaagde] op 9 november 2019. [gedaagde] dient dan ook het hele bedrag dat [eiser] heeft aanbetaald terug te betalen. Daarnaast maakt [eiser] aanspraak op schadevergoeding in de vorm van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. [eiser] heeft nog opgemerkt dat in de offerte wordt verwezen naar de algemene voorwaarden van Fosag, maar dat het [eiser] na het tussen partijen ontstane geschil is gebleken dat [gedaagde] al vier jaar geen lid meer is van die organisatie. [eiser] voelt zich hierdoor zeer misleid door [gedaagde] .

4 Het verweer

4.1.

[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij werk heeft verricht voor [eiser] overeenkomstig de opdrachtovereenkomst. Bij de opname van het schilderwerk heeft [gedaagde] alleen de kozijnen aan de begane grond kunnen zien. Daar heeft [gedaagde] de geschatte stelpost van € 2.000,00 op gebaseerd. Tijdens de werkzaamheden is veel meer houtrot aan het licht gekomen dan tevoren was voorzien. [gedaagde] betwist dat hij de kozijnen heeft vernield. Zoals op de foto’s te zien is, waren de kozijnen totaal vermolmd door houtrot, zoals DBS ook heeft bevestigd in haar e-mail van 6 maart 2019. Om een goede inschatting te kunnen maken van de reparatie- of vervangingskosten is het nodig om al het rotte hout weg te halen, hetgeen [gedaagde] ook heeft gedaan. Hij heeft dat ook steeds direct met [eiser] gecommuniceerd. [gedaagde] voert verder aan dat hij recht heeft op vergoeding van de door hem gemaakte kosten, bestaande uit dervingskosten van 15% ad € 784,80 en € 600,00 aan reeds uitgevoerd werk, zoals berekend in de e-mail van 15 februari 2019. Gelet op de aanbetaling van [eiser] komt dit neer op teruggave aan [eiser] van € 650,40. [gedaagde] betwist de gevorderde kosten van de sleutels verschuldigd te zijn, omdat vervanging van de sloten niet nodig was. [gedaagde] heeft niet geprobeerd om toegang tot de woning van [eiser] te krijgen met de sleutels van [eiser] . Omdat hij meerdere sleutels in zijn bezit heeft, heeft hij voorgesteld om te proberen welke sleutel van [eiser] is, om vergissing te voorkomen.

5 De beoordeling

5.1.

Vaststaat dat de samenwerking tussen partijen is geëindigd nadat [gedaagde] korte tijd werkzaamheden heeft uitgevoerd. Het grootste deel van de hoofdsom bestaat uit het door [eiser] betaalde voorschotbedrag van € 2.035,20. De vraag is of [gedaagde] gehouden is om dat bedrag in zijn geheel terug te betalen of dat [gedaagde] met dat bedrag door hem aangevoerde kosten mag verrekenen. [gedaagde] heeft immers niet betwist dat hij het aanbetalingsbedrag in beginsel dient terug te betalen, maar hij heeft een beroep op verrekening gedaan.

5.2.

[eiser] stelt in eerste instantie in de dagvaarding onder punt 10 dat partijen op 9 februari 2019 (voor wat betreft dit deel van de vordering) zijn overeengekomen dat [gedaagde] het bedrag van de aanbetaling van € 2.035,20 zal terugbetalen minus de door [gedaagde] gemaakte kosten, die [gedaagde] op dat moment nog niet kon opgeven. Vervolgens betwist [eiser] (onder punt 11) de door [gedaagde] op 15 februari 2019 opgegeven kosten. Die totale kosten van € 600,00 bestaan uit € 350,00 aan gewerkte uren (7 x € 50,00), € 150,00 aan kosten tijdelijke rolsteiger en € 100,00 (2 x € 50,00) aan demontage en afvoeren steiger. [eiser] stelt dat het hem zeer onwaarschijnlijk lijkt dat [gedaagde] totaal 7 uur heeft besteed aan voorbereidend werk. [gedaagde] heeft immers gezegd, aldus [eiser] , geen frees te hebben gebruikt omdat het hout zo verrot was dat het er heel makkelijk uitviel. Ook betwist [eiser] deze kosten omdat hij daarvoor nooit akkoord heeft gegeven. De door [gedaagde] opgegeven kosten van de tijdelijke rolsteiger en de kosten van demontage en afvoeren van de steiger heeft [eiser] eveneens betwist verschuldigd te zijn omdat ook dit volgens [eiser] niet is afgesproken. [gedaagde] diende, aldus [eiser] , zelf zorg te dragen voor een steiger.

5.3.

De kantonrechter begrijpt de onderbouwing door [eiser] van dit deel van de vordering aldus, dat [gedaagde] geen recht heeft op verrekening omdat de beëindiging van de samenwerking tussen partijen te wijten is aan [gedaagde] door zich niet te houden aan de gemaakte afspraken en hetgeen in de offerte is vastgelegd.

5.4.

Het door [gedaagde] gevoerde verweer treft doel. Zoals ook DBS in haar e-mail van 6 maart 2019 heeft aangegeven naar aanleiding van de door [eiser] ingediende klacht, zijn de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden gedaan conform de door [eiser] ondertekende offerte. Bij aanvang van de werkzaamheden is het [gedaagde] gebleken dat de kozijnen waar hij de foto’s van heeft gemaakt, totaal vermolmd waren door houtrot. Om een inschatting te kunnen maken van de kosten van reparatie en/of vervanging, is het nodig om al het rotte hout weg te halen, hetgeen [gedaagde] heeft gedaan. Dit is houtrotonderzoek. Aan het houtrotherstel, dat op regiebasis zou plaatsvinden, is [gedaagde] niet toegekomen omdat [eiser] de samenwerking met [gedaagde] wilde beëindigen. Tegenover het door [gedaagde] gevoerde verweer heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] zich niet heeft gehouden aan de gemaakte afspraken en hetgeen in de offerte is vastgelegd. Dat de beëindiging van de samenwerking te wijten is aan [gedaagde] staat dan ook niet vast. Evenmin heeft [eiser] voldoende onderbouwd weerlegd dat het onredelijk is dat [gedaagde] 7 uur aan gewerkte uren in rekening heeft gebracht. De enkele stelling dat de kozijnen al rot waren en dat [gedaagde] dat had moeten weten is daartoe in het licht van het voorgaande onvoldoende. Dat betekent dat de door [gedaagde] opgegeven kosten voor gewerkte uren van € 350,00 (7 keer € 50,00) verrekenbaar zijn.

5.5.

De door [gedaagde] in rekening gebrachte steigerkosten, zowel de kosten voor de tijdelijke rolsteiger als die van de demontage en afvoer van de steiger, zijn eveneens toewijsbaar. Uit de offerte blijkt immers dat de prijs exclusief steigerkosten is. [gedaagde] mag deze kosten van totaal € 250,00 daarom eveneens verrekenen. Ook de in zijn conclusie van antwoord aangevoerde dervingskosten van 15% over het offertebedrag zijn verrekenbaar. Die zijn immers gebaseerd op artikel 8.2 van de algemene voorwaarden die op de offerte van toepassing zijn verklaard. Dat [gedaagde] geen lid meer is van Fosag, doet niet af aan de toepasbaarheid van die voorwaarden op de overeenkomst tussen partijen. Omdat in de offerte een bedrag van € 5.088,00 inclusief btw is opgenomen, is 15% van dat bedrag -zijnde € 763,20- verrekenbaar.

5.6.

Voor wat betreft de vordering die betrekking heeft op het terugbetalen van het voorschot van € 2.035,20 is de conclusie dat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van € 672,00 (€ 2.035,20 minus € 1.363,20).

5.7.

De vordering tot het betalen van de vervangen sloten van tot totaal € 113,90 is toewijsbaar. [eiser] heeft onbetwist gesteld dat hij [gedaagde] herhaaldelijk heeft gevraagd om de sleutels terug te geven, hetgeen [gedaagde] pas weken later heeft gedaan. Dat [eiser] zich daardoor onveilig voelde en vervolgens begin maart 2019 is overgegaan tot het vervangen van de sloten is daarom begrijpelijk. De kosten daarvan dienen voor rekening van [gedaagde] te komen.

5.8.

De niet betwiste buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toewijsbaar echter tot een bedrag van € 117,89, zijnde het tarief behorende bij de hoofdsom van € 785,90. De wettelijke rente is toewijsbaar over € 785,90 vanaf 12 november 2019.

5.9.

In de uitkomst van de zaak, waarbij ieder van de partijen deels in het ongelijk wordt gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren.

6 De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 903,79 te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over € 785,90 vanaf 12 november 2019 tot aan de dag van de gehele betaling;

6.2.

compenseert de proceskosten in die zin dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt;

6.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

6.4.

wijst de vordering voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op 13 mei 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature