Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Urgentieverklaring. Hardheidsclausule.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 19/5083

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 oktober 2020 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. J. Sprakel),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, verweerder,

(gemachtigde: mr. R. Braeken).

Procesverloop

Bij besluit van 23 mei 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om haar voorrang (urgentie) te verlenen bij het verkrijgen van woonruimte afgewezen.

Bij besluit van 3 oktober 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2020. Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft zich per 28 november 2017 ingeschreven in Nederland op het adres [adres] . Eiseres woont sinds 27 februari 2018 met haar minderjarige dochter, geboren in [datum] , en haar in [datum] geboren baby in de maatschappelijke opvang [locatie] .

Vanwege de zeer ernstige bedreiging van de lichamelijke en/of sociaal psychische gezondheid van eiseres en haar dochter als gevolg van de huidige woonsituatie en omdat eiseres geen zicht heeft op uitstroom uit de opvang, heeft zij op 22 februari 2019 een aanvraag om urgentieverklaring ingediend.

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de afwijzing van de gevraagde urgentieverklaring gehandhaafd. Aan dit besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiseres nog geen twee jaar inwoners is van een van de gemeenten van de regio Zuid-Kennemerland. Eiseres voldoet dan ook niet aan het in artikel 9, vierde lid, aanhef en onder a, Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland /IJmond: Haarlem 2017, versie 1 mei 2019 (hierna: Huisvestingsverordening) genoemde criterium om in aanmerking te komen voor een urgentieverklaring. Voorts ziet verweerder geen aanleiding om op grond van de hardheidsclausule (artikel 29 van de Huisvestingsverordening ) urgentie te verlenen. De gestelde gezondheidsproblemen van eiseres en haar dochter worden door verweerder hiervoor niet ernstig genoeg geacht. De belangen van de minderjarige dochter zijn voldoende in aanmerking genomen en op dit moment is voorzien in adequate opvang voor haar dochter. De afwijzing is volgens verweerder niet in strijd met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en/of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

3. De relevante bepalingen van de Huisvestingsverordening zijn als bijlage bij deze uitspraak gevoegd en zijn daarvan een onderdeel.

4. Niet in geschil is dat eiseres ten tijde van het bestreden besluit nog geen twee jaar in Haarlem of in een andere gemeente in Zuid-Kennemerland stond ingeschreven. Daarmee staat vast dat eiseres niet voldoet aan het in artikel 9, vierde lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingsverordening genoemde voorwaarde dat de aanvrager minimaal twee jaar inwoner moet zijn van een van de gemeenten in Zuid-Kennemerland.

5.1

Eiseres doet een beroep op de hardheidsclausule. Zij voert hiertoe aan dat zij en haar dochter al onredelijk lang in de opvang verblijven en er nog altijd geen uitzicht is op uitstroom uit de opvang. De dochter van eiseres heeft lichamelijke klachten die volgens de verklaringen van de fysiotherapeut van 21 december 2018 en de huisarts van 18 december 2018 niet aan een lichamelijke oorzaak zijn te wijten. De oorzaak lijkt daarmee psychosomatisch en wordt veroorzaakt, of in ieder geval verergerd, door de huisvestingssituatie. De minderjarige dochter is gebaat bij stabiliteit en het blijven in Haarlem op de school waar zij nu zit en vriendinnetjes heeft. Dat blijkt ook uit de verklaring van de begeleider van het Sociaal Wijkteam van 6 februari 2019. Eisers heeft een klein netwerk en heeft niet de mogelijkheid de situatie zelf op te lossen. Eiseres volgt een opleiding in Haarlem. Bovendien woont de vader van de (ten tijde van het bestreden besluit nog ongeboren) baby in Noord-Holland, waardoor ook vanuit die band gekeken moet worden naar een oplossing in de regio.

5.2

Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen gronden zijn om de hardheidsclausule toe te passen. De hardheidsclausule kan worden toegepast in uitzonderlijke gevallen, waarbij overduidelijk is dat toewijzing van zelfstandige woonruimte op een zo kort mogelijke termijn dient plaats te vinden, omdat het langer laten voortduren van de bestaande situatie om medische of psychosociale redenen onverantwoord is. In dit geval is daarvan geen sprake volgens verweerder. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat er bij haarzelf of haar dochter sprake is van een zeer ernstige bedreiging van de lichamelijke en/of sociaal psychische gezondheid als gevolg van het verblijf in de maatschappelijke opvang voor gezinnen. Verder heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij het woonprobleem alleen in de regio Zuid-Kennemerland kan oplossen.

5.3

De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten de hardheidsclausule niet toe te passen. Daarbij heeft verweerder kunnen verwijzen naar de krapte op de woningmarkt in Haarlem. Uit de door eiseres overgelegde stukken is niet aannemelijk geworden dat bij eiseres en/of haar dochter sprake is van een zeer ernstige bedreiging van de lichamelijke en/of sociaal psychische gezondheid als gevolg van de huidige woonsituatie en ook niet dat het woonprobleem van eiseres uitsluitend kan worden opgelost door het toewijzen van een woning aan eiseres in de regio Haarlem. Ook uit de overgelegde verklaringen van de huisarts, fysiotherapie en het Sociaal Wijkteam volgt dit niet. Eiseres is zonder enige binding met Haarlem in de maatschappelijke opvang in Haarlem terechtgekomen. Eiseres kan uitstromen uit de maatschappelijke opvang naar een andere regio met een meer ontspannen woningmarkt waar, anders dan in Haarlem en omgeving, wel woningen beschikbaar zijn. Eiseres kan ook in een andere regio een opleiding volgen en haar dochter kan ook in een andere regio naar school. Verweerder heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de situatie van eiseres niet dusdanig bijzonder is dat zij voorrang dient te krijgen op mensen die in een vergelijkbare situatie verkeren en die wel voldoen aan de gestelde eisen.

6.1

Voor wat betreft het beroep van eiseres op de beslissing van het Europees Comité voor Sociale rechten (hierna: ECSR) van 1 juli 2014 inzake FEANTSA (no. 86/2012) tegen Nederland, artikel 3 van het IVRK , en de artikelen 3, 8 en 14 van het EVRM overweegt de rechtbank als volgt.

6.2

Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer de uitspraak van 21 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3831) dient de bestuursrechter gelet op artikel 3, eerste lid, van het IVRK te toetsen of het bestuursorgaan zich voldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van het kind en of het bij de uitoefening van zijn bevoegdheden aldus binnen de grenzen van het recht is gebleven.

6.3

De belangen van de dochter van eiseres zijn in deze zaak bij de besluitvorming onder ogen gezien. Verweerder mocht daarbij afgaan op beoordeling door de urgentiecommissie. Bij de vergadering van de urgentiecommissie was een onafhankelijk arts van [naam] aanwezig, die de urgentiecommissie mondeling heeft geadviseerd. Op basis van de stukken, waaronder de door eiseres overgelegde verklaringen van de huisarts, de fysiotherapeut en het sociaal wijkteam, heeft de arts geconcludeerd dat niet is aangetoond dat de huidige woonsituatie de lichamelijke en/of sociaal psychische gezondheid van eiseres of haar dochter zeer ernstig bedreigt. Hoewel het met het oog op de controleerbaarheid van de besluitvorming aanbeveling verdient om het advies van de arts schriftelijk uit te brengen, ziet de rechtbank in de gang van zaken, anders dan eiseres betoogt, geen grond voor het oordeel dat verweerder zich in de besluitvorming onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van de dochter van eiseres.

6.4

Met betrekking tot de uitspraak FEANTSA tegen Nederland geldt dat beslissingen van het ECSR een rol kunnen spelen bij de uitleg en toepassing van andere, wel rechtstreeks toepasbare, bepalingen, zoals artikel 8 van het EVRM (Zie de uitspraak van de Afdeling van 26 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3415).

6.5

Naar het oordeel van de rechtbank is de afwijzing van de aanvraag om urgentieverklaring niet in strijd met artikel 8 van het EVRM (recht op eerbiediging van familie- en gezinsleven), nu niet aannemelijk is gemaakt dat het voor eiseres niet mogelijk is om zonder urgentieverklaring op enige wijze een gezinsleven met haar dochter te hebben. Het gedurende langere tijd verblijven in de maatschappelijke opvang voor gezinnen - ten tijde van het bestreden besluit verbleef eiser daar met haar dochter ruim anderhalf jaar - is, hoewel die situatie op zichzelf bezien niet wenselijk is, geen onmenselijke behandeling in de zin van artikel 3 van het EVRM (verbod op folteringen of onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen). De afwijzing is dan ook evenmin in strijd met dit artikel. Ten slotte is een sprake van strijd met artikel 1 4 (verbod op discriminatie). Dat eiseres en haar dochter inmiddels een zekere binding hebben met Haarlem, maakt niet dat hun situatie vergelijkbaar is met de situatie van mensen die twee jaar of langer inwoner zijn van de regio Zuid-Kennemerland (naar de rechtbank begrijpt door partijen aangeduid als "Haarlemse gezinnen"). Door geen urgentieverklaring te verlenen heeft verweerder dan ook geen ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt die in strijd is met artikel 14 van het EVRM . De beroepsgrond wordt verworpen.

7. Het beroep is ongegrond. Er is daarom geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van mr. L. van Broekhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Bijlage

Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Haarlem 2017 (versie 1 mei 2019)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

[..]

inwoner: persoon die in de basisregistratie personen van een regiogemeente is opgenomen en ook feitelijk daar zijn hoofdverblijf heeft;

Artikel 9. Voorrang bij urgentie, van toepassing voor de gemeenten in Zuid-Kennemerland

[…]

2. Bij het verlenen van huisvestingsvergunningen wordt voorrang gegeven aan woningzoekenden voor wie de voorziening in de behoefte aan woonruimte dringend noodzakelijk is. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders een schriftelijke urgentieverklaring verlenen. Onverminderd artikel 12, derde lid van de wet, kan de voorrang slechts worden verleend aan inwoners van Zuid-Kennemerland met een inkomen van ten hoogste € 40.394 (prijspeil 2017), onverminderd de verplichtingen van woningcorporaties op het gebied van passend toewijzen op basis van inkomen op grond van de Woningwet 2015.

[…]

4.Tot de woningzoekenden bedoeld in het tweede lid behoort tevens de woningzoekende

a. die in zijn lichamelijke en/of sociaal-psychische gezondheid zeer ernstig wordt bedreigd als gevolg van de huidige woonsituatie en die minimaal twee jaar inwoner is van een van de gemeenten in Zuid-Kennemerland;

Artikel 29. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature