Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Luchtvaartzaak. Passagier heeft geen bevestigde boeking voor de onderhavige vlucht overgelegd.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 6883427 \ CV EXPL 18-3595

Uitspraakdatum: 1 mei 2019

Vonnis in de zaak van:

[de passagier]

wonende te [woonplaats]

eiser

hierna te noemen de passagier

gemachtigde mr. R. Bos

tegen

de vennootschap naar buitenlands recht

Egyptair

statutair gevestigd te Cairo, Egypte, feitelijk mede kantoorhoudende te Amsterdam

gedaagde

hierna te noemen Egyptair

gemachtigde mr. T. Teke

1 Het procesverloop

1.1.

De passagier heeft bij dagvaarding van 23 januari 2018 een vordering tegen Egyptair ingesteld. Egyptair heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Egyptair een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2 De feiten

2.1.

De passagier heeft compensatie van Egyptair gevorderd in verband met vertraging van een vlucht van Amsterdam-Schiphol Airport naar Cairo International Airport (Egypte) op 26 juni 2017.

2.2.

Egyptair heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3 De vordering

3.1.

De passagier vordert dat Egyptair bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juni 2017, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; - € 60,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juni 2017, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; - de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente. - de nakosten.

De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Egyptair vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Egyptair van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

4 Het verweer

4.1.

Egyptair betwist de vordering. Zij voert primair aan dat de passagier een niet bestaande persoon heeft gedagvaard en om die reden niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering. De vennootschap naar buitenlands recht Egyptair Airlines Company bestaat niet. Evenmin is het een handelsnaam van Egyptair. Subsidiair voert Egyptair aan dat de passagier niet bekend is bij Egyptair. De passagier heeft niet aangetoond dat tussen Egyptair en de passagier een vervoersovereenkomst is gesloten. De passagier heeft geen bevestigde boeking, een ticket of een ticketnummer en heeft ook niet aangetoond dat hij zich tijdig heeft gemeld bij de incheckbalie. Aangezien het voor komt dat passagiers een vlucht annuleren of wijzigen na een bevestigde boeking en de passagier niet bekend is bij Egyptair, heeft Egyptair meerdere malen om het ticketnummer en/of boarding pass gevraagd. Deze zijn niet overgelegd. Daarnaast is het e-mailadres gebruikt voor het boekingsformulier niet van Egyptair en bevestigt dit het vermoeden van Egyptair dat er sprake is van een vals of vervalst boekingsformulier.

5 De beoordeling

5.1.

Het primaire verweer van Egyptair dat Egyptair Airlines Company een niet bestaande vennootschap is slaagt niet. Het volgende is daartoe redengevend. De passagier heeft tegenover het verweer van Egyptair gesteld dat Egyptair geen eenduidig naamgebruik voert als het gaat om bedrijfsonderdelen. Egyptair is verschenen in de procedure en heeft zich verweerd. De passagier verzoekt daarom de rechtbank om de naam in de dagvaarding te lezen als Egyptair.

5.2.

De kantonrechter overweegt dat uit de jurisprudentie volgt dat een fout in de aanduiding van een rechtspersoon onder bepaalde omstandigheden voor herstel in aanmerking kan komen mits de vergissing voor gedaagde kenbaar was, de gedaagde niet wordt benadeeld of zijn verdediging geschaad en rectificatie tijdig plaatsvindt (HR 4 december 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2798). Voorwaarde daarbij is onder andere dat sprake is van een vergissing en dat de wederpartij heeft begrepen of redelijkerwijs geacht kan worden te hebben begrepen ten verzoeke van wie de dagvaarding is uitgebracht (HR 11 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI4198). De kantonrechter is van oordeel dat Egyptair had moeten begrijpen dat de vermelding van de naam EgyptAir Airlines Company in plaats van Egyptair in de inleidende dagvaarding op een vergissing berustte. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat uit de inhoud van de dagvaarding en de producties volgt dat de passagier compensatie vordert van Egyptair. Daarnaast heeft Egyptair inhoudelijk op de dagvaarding kunnen reageren en is dan ook niet in haar belangen geschaad. De kantonrechter staat de rectificatie daarom toe. Deze blijkt uit de aangepaste partij-aanduiding in de aanhef van dit vonnis. De kantonrechter komt daarom toe aan de inhoudelijke behandeling van de zaak.

5.3.

Ten aanzien van het door Egyptair gevoerde verweer dat geen vervoersovereenkomst is overeengekomen met de passagier overweegt de kantonrechter het volgende.

Artikel 3 lid 2 van de Verordening bepaalt dat voor toepassing van de Verordening vereist is dat de passagiers een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 - (tijdig) bij de incheckbalie melden. De bewijslast ter zake hiervan rust op de passagier. De passagier heeft in de onderhavige procedure slechts een boekingsformulier overgelegd waarvan door Egyptair is betwist dat deze is verzonden door Egyptair. Nu door Egyptair betwist is dat de passagier een bevestigde boeking voor de onderhavige vlucht had, had het op de weg van de passagier gelegen dit nader te onderbouwen door het overleggen van een e-ticket of de boardingpas. Dit heeft de passagier nagelaten. Voorts heeft de passagier onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij zich bij de incheckbalie heeft gemeld. Gezien het bovenstaande dient de vordering van de passagier dan ook te worden afgewezen.

5.4.

De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt.

6 De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

verstaat dat Airhelp de naam van Egyptair Airlines Company heeft gerectificeerd in Egyptair en merkt Egyptair aan als de gedaagde in deze procedure;

6.2.

wijst de vordering af;

6.3.

veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Egyptair worden vastgesteld op een bedrag van € 144,00 aan salaris van de gemachtigde van Egyptair.

6.4.

verklaart het vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature