E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNHO:2017:3819
Rechtbank Noord-Holland, 15/820584-16 (P)

Inhoudsindicatie:

Promis vonnis. Vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste feit nu de rechtbank niet buiten gerede twijfel kan vaststellen dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van verdovende middelen in de bagage van zijn medeverdachte. Daarmee kan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op de invoer van cocaïne, dan wel de voorbereiding en/of de bevordering daarvan.

De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de ter terechtzitting uitgekeken camerabeelden onvoldoende aannemelijk maken dat sprake zou zijn van zogeheten ‘afhalersgedrag’. Voor de inhoud van de WhatsAppberichten tussen verdachte en medeverdachte is voldoende tekst en uitleg gegeven, waardoor naar het oordeel van de rechtbank niet geconcludeerd kan worden dat er in versluierd taalgebruik of codetaal gesproken zou zijn over drugs. Tot slot kent de rechtbank aan de – inconsistente - verklaringen van de medeverdachte die drugs met zich meevoerde niet die bewijswaarde toe die de officier van justitie daar aan toegekend wenst te zien.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie