Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Promis vonnis. Vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste feit nu de rechtbank niet buiten gerede twijfel kan vaststellen dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van verdovende middelen in de bagage van zijn medeverdachte. Daarmee kan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op de invoer van cocaïne, dan wel de voorbereiding en/of de bevordering daarvan.

De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de ter terechtzitting uitgekeken camerabeelden onvoldoende aannemelijk maken dat sprake zou zijn van zogeheten ‘afhalersgedrag’. Voor de inhoud van de WhatsAppberichten tussen verdachte en medeverdachte is voldoende tekst en uitleg gegeven, waardoor naar het oordeel van de rechtbank niet geconcludeerd kan worden dat er in versluierd taalgebruik of codetaal gesproken zou zijn over drugs. Tot slot kent de rechtbank aan de – inconsistente - verklaringen van de medeverdachte die drugs met zich meevoerde niet die bewijswaarde toe die de officier van justitie daar aan toegekend wenst te zien.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf

Locatie Haarlemmermeer

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/820584-16 (P)

Uitspraakdatum: 3 april 2017

Tegenspraak

Vonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 maart 2017 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te Paramaribo (Suriname),

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres].

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. Y.M. Eising en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.H. Tiemens, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ex artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:

Primair

hij op of omstreeks 19 september 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet , althans aanwezig heeft gehad, heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Subsidiair

hij op een of momenten in of omstreeks de periode op van 1 augustus 2016 tot en met 19 september 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland en/of te Suriname,

tezamen en in vereniging met een ander of ander(en), althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet , te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland (als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca ïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de

bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,

immers, heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):

- medeverdachte [medeverdachte 1] benaderd en/of gevraagd om een koffer aan te leveren en/of (deze/een) deze koffer vanuit Suriname mee te nemen naar Nederland en/of op Schiphol een/deze koffer van de bagageband te nemen en/of met die koffer voorbij de douane te gaan en/of (de inhoud van) deze koffer in Nederland over te dragen en/of;

- ( telefonische)contacten met die [medeverdachte 1] en/of (een) andere medeverdacht(e)(n) onderhouden in het kader van [medeverdachte 1]s/haar reis en/of het transport en/of de invoer en/of overdracht van (de pakketten drugs in) [medeverdachte 1]s/haar koffer en/of;

- zich met een auto naar Schiphol begeven en aldaar enige/langere tijd gewacht om de bagage/koffer van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 1] zelf op te halen en/of;

- een roos gekocht en/of deze getoond en/of overhandigd aan [medeverdachte 1], en/of zich op Schiphol gedragen op een wijze die ertoe diende niet op te vallen (als drugsafhaler(s)), en/of (daarmee) medeverdachte [medeverdachte 2] (bewust) buiten beeld (trachten te) (ge)houden;

- de koerier/[medeverdachte 1] opgehaald en/of de/haar koffer(s)/bagage overgenomen en/of;

- vervolgens met die koffer/bagage de luchthaven Schiphol, althans Schiphol Plaza, verlaten.

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Bewijs

3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van verdachte heeft zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat verdachte van de hem onder primair en subsidiair ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken. Er is geen bewijs dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de koffer van medeverdachte [medeverdachte 1]. Verdachte heeft dan ook geen opzet gehad op de invoer van cocaïne dan wel op de voorbereiding en/of bevordering daarvan.

3.3.

Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken.

De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte zich met medeverdachte [medeverdachte 2] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de invoer van cocaïne door op maandag 19 september 2016 medeverdachte [medeverdachte 1], die blijkens een douanecontrole aan haar koffer een hoeveelheid cocaïne van Suriname naar Nederland met zich meevoerde, op te halen van de luchthaven Schiphol. Dit zou voornamelijk blijken uit de camerabeelden van het gedrag van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] dat ‘typerend is voor afhalers’, de eerste drie verklaringen van [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt dat de officier van justitie hier in ieder geval doelt op haar verklaringen van 20 en 29 september 2016) het feit dat medeverdachte [medeverdachte 2] twee foto’s van verdachte naar [medeverdachte 1] heeft gezonden en de WhatsApp-berichten tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] vlak voor aankomst van [medeverdachte 1], waarin naar de mening van de officier van justitie gebruik gemaakt wordt van zogenaamde codetaal. Voorts wijst de officier van justitie er op dat de WhatsApp applicatie van de telefoon van [medeverdachte 1] gewist is en dat zij heeft verklaard dat dat moest van medeverdachte [medeverdachte 2].

Uit onder meer de verklaringen van verdachte en de camerabeelden van Schiphol blijkt inderdaad dat verdachte op die bewuste dag op Schiphol aanwezig was met medeverdachte [medeverdachte 2] om [medeverdachte 1] op te halen. Verdachte ontkent echter te hebben geweten dat [medeverdachte 1] drugs met zich meevoerde. Uit de camerabeelden is naar het oordeel van de rechtbank hieromtrent ook niets vast te stellen: verdachte is zichtbaar in beeld; klaarblijkelijk in afwachting van de komst van [medeverdachte 1]. De verklaring van [medeverdachte 1] van 29 september 2016 vormt naar het oordeel van de rechtbank evenmin het bewijs dat verdachte wetenschap heeft gehad van de cocaïne. De raadsvrouw van verdachte geeft terecht aan dat die verklaring met name gestoeld is op gissingen van [medeverdachte 1] ten aanzien van de door haar veronderstelde wetenschap bij verdachte; zij verklaart een aantal keer dat zij denkt dat verdachte er van heeft geweten. Vervolgens heeft [medeverdachte 1] in haar eigen strafzaak op 23 januari 2017 haar eerdere verklaring ‘ingetrokken’ en heeft zij verklaard dat zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 2] niet hebben geweten van de aanwezigheid van verdovende middelen en niets te maken hebben gehad met de invoer van de cocaïne. De rechtbank hecht, gelet op voormelde inconsistenties en onduidelijkheden, dan ook geen bewijswaarde aan de verklaringen van [medeverdachte 1] ten aanzien van de wetenschap van verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van cocaïne in haar koffer.

Tot slot hebben verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 2] voldoende tekst en uitleg gegeven over de vorm en inhoud van hun WhatsApp-berichten, waardoor niet geconcludeerd kan worden dat er in versluierd taalgebruik of codetaal gesproken zou zijn over drugs, zoals door de officier van justitie is gesteld.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet is gebleken dat verdachte wist dat [medeverdachte 1] drugs met zich meevoerde, zodat hij niet aangemerkt kan worden als afhaler van de door [medeverdachte 1] meegevoerde cocaïne. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van hetgeen hem primair en subsidiair ten laste is gelegd.

4 Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. M.E. Francke, voorzitter,

mr. I.J.B. Corbeij en mr. E.M. van Poecke, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier D.L. Meyer,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 april 2017.

Mr. Corbeij is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature