U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling voor drie insluipingen, twee woninginbraken en tweemaal opzetheling. Aan verdachte is opgelegd een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met bijzondere voorwaarden.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummers: 16.124329.22; 13.701068.19 (vord tul); 09.296943.22 (gev. ttz) (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 29 augustus 2023

in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1990 te [geboorteplaats] (Ghana),

gedetineerd in P.I. [locatie 1] te [verblijfplaats] ,

hierna: verdachte.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 augustus 2023.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. E. Stam, advocaat te Amsterdam, alsmede de benadeelde partij [aangever 1] en de gemachtigde van de benadeelde partij [aangeefster 2] , dhr. [gemachtigde] , naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

feit 1 op 18 mei 2022 te [plaats 1] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 1] en uit deze woning diverse goederen toebehorende aan [aangever 3] heeft weggenomen;

feit 2 primair

in de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te [plaats 2] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 2] en uit deze woning diverse goederen toebehorende aan [aangever 4] heeft weggenomen;subsidiair

in de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te De Bilt zich schuldig heeft gemaakt aan heling van diverse goederen;

feit 3 primair

in de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te [plaats 1] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 3] en uit deze woning diverse goederen toebehorende aan [aangever 5] heeft weggenomen;subsidiair

in de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te Eemnes zich schuldig heeft gemaakt aan heling van diverse goederen;

feit 4 primair

in de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te [plaats 1] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 4] en uit deze woning diverse goederen toebehorende aan [aangever 6] heeft weggenomen;subsidiair:

in de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te Eemnes zich schuldig heeft gemaakt aan heling van diverse goederen;

feit 5 in de periode van 8 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te Amsterdam en/of Utrecht zich schuldig heeft gemaakt aan heling van een telefoon (merk: Apple).

Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

feit 1 op 3 maart 2022 te [plaats 3] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 5] en uit deze woning diverse goederen toebehorende aan [aangeefster 2] heeft weggenomen;

feit 2 op 3 maart 2022 te [plaats 3] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 6] en uit deze woning diverse goederen toebehorende aan [aangever 1] heeft weggenomen.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht ten aanzien van parketnummer16.124329.22feit1, de feiten 2 tot en met 4 het primair tenlastegelegde en feit 5 de subsidiair tenlastegelegde schuldheling wettig en overtuigend te bewijzen. Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22 acht de officier van justitie beide feiten wettig en overtuigend te bewijzen.

Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft ten aanzien van parketnummer 16.124329.22 vrijspraak bepleit van het onder feit 1, feit 2 primair en subsidiair, feit 3 primair, feit 4 primair en feit 5 ten laste gelegde. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor het onder feit 3 subsidiair en feit 4 subsidiair ten laste gelegde voor zover die feiten zien op de goederen die bij verdachte zijn aangetroffen. De raadsman heeft ten aanzien van parketnummer 09.296943.22 vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten.

Voor zover van belang worden de standpunten van de raadsman hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

Vrijspraak feit 2, primair

De officier van justitie heeft – kort gezegd – het volgende naar voren gebracht. Hoewel de spullen van aangever één dag na de inbraak bij verdachte in de auto worden aangetroffen, maakt het korte tijdsverloop dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inbraak. Daarnaast geeft verdachte geen aannemelijke verklaring voor het voorhanden hebben van de gestolen spullen en zijn er inbrekerswerktuigen in de auto aangetroffen.

De rechtbank acht op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de woninginbraak heeft gepleegd. Het dossier bevat geen bewijsmiddel waaruit kan worden afgeleid dat verdachte in de nacht van 16 op 17 mei 2022 in De Bilt is geweest. Daarnaast is het tijdsverloop tussen de inbraak en het aantreffen van de gestolen goederen in de ochtend van 18 mei 2022 in de auto van verdachte te groot om alleen op grond daarvan aan te nemen dat verdachte de pleger van de woninginbraak moet zijn geweest. De rechtbank zal verdachte gelet op bovenstaande vrijspreken van het onder feit 2 primair ten laste gelegde feit.

Bewijsmiddelen

Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

In de nacht van 17 mei 2022 op 18 mei 2022 ben ik met de auto in Eemnes geweest. Ik heb daar een beige linnen tas met spullen in de auto gedaan en een rugzak. In die tas zaten drie camera’s, een telefoon, een bakje met munten en een glazen bol. Ik heb op internet gezocht naar de prijs van een Fuji camera.

Proces-verbaal van aangifte [aangever 3] d.d. 18 mei 2022

Aangever [aangever 3] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik woon in een woning aan de [adres 1] te [plaats 1] . Op 18 mei 2022 omstreeks 01:00 uur is mijn zoon nog beneden geweest om zijn telefoon te pakken. Omstreeks 05:30 uur kwam ik beneden en zag ik dat er diverse laatjes en kastjes in de woonkamer openstonden. Ik zag dat de telefoon van mijn andere zoon weg was. Ik liep naar buiten de achtertuin in, daar zag ik twee portemonnees geopend liggen.

Bijlage gestolen goederen:

- een spelcomputer (merk: Nintendo Switch)

- twee controllers (merk: Nintendo Switch)

- een computerspel (Nintendo Minecraft)

- een tablet (merk: Apple)

- een laptop (merk: Google Chromebook)

- een camera (merk: Nikon)

- een telefoon (merk Samsung)

- een geldbedrag

Proces-verbaal van verhoor getuige [aangever 3] d.d. 18 mei 2022

Aangever [aangever 3] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Bij de inbraak in mijn woning is de telefoon van mijn zoon [A] gestolen. Wij hebben alle telefoons van de familie aangesloten op de app Google Family Link. Ik zag dat de telefoon van [A] niet was uitgeschakeld en uitstraalde. Ik heb van een buurvrouw beelden gehad van iemand die afgelopen nacht om 03:15 uur over straat liep. De camera staat gericht op onze straat. De persoon liep uit de richting vanaf onze straat.

Ik zag dat de telefoon lang uitstraalde bij winkelcentrum [locatie 2] . Ik ben daar ook heen gereden. Toen ik daar liep zag ik een man uit een witte Renault Clio stappen. Ik vond dat deze leek op de persoon van de camerabeelden die ik had gezien. Ik bedoel daarmee: de zwarte Nike schoenen met witte zool en logo, het postuur en de strakke donkere broek. Ik zag dat de man terug was gekomen naar zijn auto en wegreed. Ik zag dat de gestolen telefoon op dat moment ook begon met verplaatsen. Ik zag in de app dat de telefoon eindigde op de locatie [straat] .

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2022

Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:

Samen met verschillende eenheden ging ik ter plaatse naar de [straat] . Aldaar zag ik recht tegenover de winkel Boni de witte Renault met kenteken [kenteken].

Ik hoorde dat de collega’s de gestolen telefoon aan het bellen waren. Ik opende de auto aan de bestuurderskant. Bij het open deur hoorde ik een telefoon afgaan.

Ik opende de achterklep van de auto en zag het volgende:

- een bruine rugzak;

- twee zwarte tassen wat ik herken als cameratassen;

- een beige stoffen tas.

Ik hoorde het geluid uit de beige stoffen tas komen. Ik opende de

beige stoffen tas en trof daar een blauwe telefoon aan die gebeld werd.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2022

Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Wij, verbalisanten, doorzochten op 18 mei 2022 de in beslag genomen personenauto, een witte Renault Clio voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik zag dat op de grond onder de bestuurdersstoel een glazen bol lag. Ik zag op de grond aan de bijrijderskant een doorzichtige tupperware bak met blauwe deksel stond. Op deze bak, waarin 4x 50 euro en een hoop muntgeld zat, stonden de namen [B] en [A] . Ik zag dat in de rechterachterdeur een PS5 controller lag. In de kofferbak lagen meerdere tassen. Wij zagen dat er twee cameratassen met camera’s in lagen. Wij zagen dat er in de zwarte cameratas een zwarte camera lag van het merk Fujifilm. Ook zagen wij dat er een lensdop en twee batterijen in de cameratas zaten. In de andere zwarte cameratas zagen wij dat er ook een zwarte camera van het merk Nikon in lag. Verder zagen wij dat er 2 stekkers en een batterij in lagen. Verder zagen wij dat er een witte linnen tas in de kofferbak lag. Wij zagen dat op deze linnen tas geschreven stond: ‘ik ben de fantastische mama van [C] ’. Wij zagen dat er in de linnen zak een zwarte camera zat van het merk Canon. Verder zagen wij ook dat er nog een zwarte camera in de tas zat van het merk Panasonic. Ook zagen wij dat er een losse lens van het merk Tamron in zat. In de tas zagen wij dat er ook een blauwe Samsung telefoon in zat. Ook zagen wij dat er een paar grijze handschoenen, een groene hoodie en een paar zwarte schoenen van het merk Nike in de kofferbak lagen. Ook zagen wij dat er een groene North Face tas met een zwarte boven- en onderkant in de kofferbak lag. In de tas zagen wij 3 schroevendraaiers en een lampje zitten. Wij zagen dat er onder de bodemplaat in de kofferbak een zwarte Iphone telefoon lag. Verder zagen wij nog een blauwe speaker liggen. Ook lag er een paar schoenen. Dit zijn blauwe schoenen van het merk Nike. De zolen van de schoenen zijn wit.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 mei 2022

Verbalisant [verbalisant 4] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

De door Shell tankstation [locatie 3] te Muiden beschikbaar gestelde opnamen d.d. woensdag 18 mei 2022, werden door mij, verbalisant, bekeken.

06:00:30: De witte Renault Clio, voorzien van kenteken [kenteken] komt het terrein van de Shell oprijden.

06:00:30: De tankende bestuurder wordt op dit beeld herkend als verdachte [verdachte] .

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2022

Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

De vrouw van aangever [aangever 3] , [D] , kwam op het politiebureau in Baarn. Ik overhandigde haar de blauwe Samsung telefoon. Ik hoorde haar zeggen dat zij deze telefoon herkende als die van haar zoon. Tevens overhandigde ik haar een Nikon Coolpix camera. Ik hoorde haar zeggen dat ze deze herkende als hun eigendom. Ik overhandigde haar ook een glazen bol welke zij herkende als hun eigendom. Ook overhandigde ik haar een tupperware bak met blauwe deksel. Ik hoorde haar zeggen dat ze deze herkende als hun eigendom omdat hier de namen van haar zoons op stonden, te weten [A] en [B] . Ik vertelde haar dat we los een lader van het merk Nikon hadden aangetroffen. Nadat ik deze getoond had hoorde ik haar zeggen dat ze deze herkende als een lader welke ook bij haar camera had gezeten.

Proces-verbaal van aangifte [aangever 4] d.d. 17 mei 2022

Aangever [aangever 4] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op maandag 16 mei 2022 ging ik slapen en toen ik op dinsdag 17 mei 2022 beneden kwam, zag ik dat er diverse spullen weg waren.

Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 4] d.d. 20 mei 2022

Aangever [aangever 4] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

U toonde mij zojuist een aantal foto’s van aangetroffen goederen. Ik herken hierop mijn blauwe muziekbox. Het betreft een muziekbox van het merk Megaboom 3 en heeft een plus en minteken op de achterzijde van de box. Doordat u mij deze foto toonde zag ik dat ik deze niet meer thuis had liggen.

Proces-verbaal van aangifte [aangever 5] d.d. 18 mei 2022

Aangeefster [aangever 5] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 17 mei 2022 gingen mijn partner en ik slapen in onze woning aan de [adres 3] te [plaats 1] . Op 18 mei 2022 zagen wij dat er diverse kasten en lades openstonden. Wij zagen dat er diverse goederen in de woning verplaatst waren en kwamen er achter dat er ook goederen weg waren genomen. Ik zag vervolgens dat het bovenraam van de keukendeur was verbroken. Wij missen de volgende goederen:

- 3 tablets (merk Apple)

- Een fotocamera (merk Canon)

- Een videocamera (merk Panasonic)

Proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangever 5] d.d. 20 mei 2022

Aangeefster [aangever 5] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op donderdag 19 mei 2022 kwam ik er achter dat ik mijn werklaptop inclusief oplader mis. Deze is ook weggenomen bij de gepleegde inbraak in mijn woning.

Het weggenomen goed betreft:

- Een laptop van het merk HP

- Een bijbehorende acculader

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2022

Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Op het politiebureau in Baarn toonde ik aangeefster [aangever 5] een Panasonic HCV180 en een Canon EOS 1100D. Ik hoorde haar zeggen dat zij deze herkende als haar eigendom. Ik hoorde haar zeggen dat ze deze herkenden omdat de foto’s van haar kind erop stonden. Op een later moment deed ik onderzoek naar een aangetroffen linnen tas met opschrift: ‘ik ben de fantastische mama van [C] ’. Ik hoorde aangeefster [aangever 5] zeggen dat ook deze tas was weggenomen en dat de voetafdrukken van haar dochter op de tas stonden.

Proces-verbaal van aangifte [aangever 6] d.d. 18 mei 2022

Aangever [aangever 6] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op dinsdag 17 mei 2022 ging ik slapen in mijn woning aan de [adres 4] te [plaats 1] . Toen ik op 18 mei 2022 weer in mijn huiskamer kwam zag ik dat mijn rugtas, zwart met groen, geopend was en dat mijn laptop (merk: Lenovo) eruit was weggenomen.

Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 6] d.d. 21 mei 2022

Aangever [aangever 6] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik hoorde mijn dochter zeggen dat haar camera, een Fujifilm X-S10 body met daarop een lens, bij mij moest zijn. U toont mij zojuist de camera. Ik herken de camera van de foto’s die mijn dochter mij gestuurd heeft.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juni 2022

Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Door mij werd onderzoek gedaan in de telefoon van verdachte [verdachte] en door mij werd het volgende bevonden.

Searched items:

Ik zag dat er onder de searches items middels [website] de volgende zoekterm was gebruikt:

18-05-2022 tussen 04:26 en 04:29: Fujifilm pro 1, Fujifilm XS10, Canon 1100D prijs en Canon 1100.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 mei 2020

Verbalisant [verbalisant 5] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Ik zag dat er bij de in beslag genomen goederen, welke uit het voertuig van verdachte kwamen, een zwarte telefoon van het merk Apple zat. Ik zag dat er in het scherm in de Engelse taal kwam te staan dat deze telefoon gestolen was. Ik kreeg een man aan de lijn die zei dat zijn telefoon op 8 mei 2022 was gestolen in een nachtclub in Amsterdam.

Ik zag dat de eigenaar van de telefoon de gestolen iPhone opende met een code en mij de locaties liet zien waar de telefoon verbinding gemaakt had met Find My Iphone. Ik zag onder meer het volgende adres:

- [adres 7] , [postcode] [plaats 4] op 10 mei om 15.20 uur

Ik zag dat het adres in Utrecht het [naam] ziekenhuis betrof.

Proces-verbaal van aangifte [aangever 7] d.d. 8 mei 2022

Aangever [aangever 7] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik had op 7 mei 2022 een tasje bij me met onder meer een Apple iPhone X black color bij me. Op 8 mei 2022 werd ik wakker en constateerde ik dat mijn tas weg was.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 mei 2022

Verbalisant [verbalisant 6] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Ik, verbalisant, nam contact op met de vriendin van verdachte genaamd [E] en zij verklaarde als volgt. Ons zoontje is geboren op [geboortedatum 2] 2022 om [tijdstip] uur in het [naam] ziekenhuis in [plaats 4] . Mijn vriend (verdachte) is de gehele bevalling in het ziekenhuis aanwezig geweest en na de bevalling ook.

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsoverwegingen

Inbraken feit 1, feit 3, primair en feit 4, primair

Verdachte heeft zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat hij zelf niet betrokken is geweest bij de inbraken in Eemnes. Hij was naar eigen zeggen in de nacht van 17 op 18 mei 2022 als snorder aan het rijden in Amsterdam, Utrecht en andere voor verdachte onbekende plaatsen. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij die nacht drie verschillende klanten heeft gehad die allemaal niet wilden betalen. Als compensatie voor zijn snordersdiensten zou verdachte daarom van hen een beige en groene tas hebben afgepakt en deze in de kofferbak van zijn auto hebben gelegd. Ter zitting heeft verdachte – anders dan bij de politie – verklaard dat hij één rit heeft gereden, waarbij hij een tas van iemand heeft afgepakt. Hij bracht iemand om 5.00 uur in de ochtend naar Eemnes waar hij nog twee mannen zag op straat waarvan de auto het niet deed en waar hem gevraagd is om die auto weg te slepen. Hij heeft geen andere ritten gereden die nacht. Toen ze bijna in Eemnes waren zou hem verteld zijn dat de jongens een inbraak hadden gepleegd. Verdachte is op enig moment boos geworden omdat die jongens hem niet betaalden voor de rit en het wegslepen van de andere auto. Verdachte heeft daarom een beige linnen tas van de jongens afgepakt. De groene rugzak is van verdachte. Verdachte zou alleen drie camera’s, een telefoon en een glazen bol hebben gezien. De overige aangetroffen gestolen goederen hebben volgens verdachte allemaal in de beige linnen tas gezeten.

De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat de verklaring van verdachte aannemelijk is en ondersteund wordt door overige bewijsmiddelen. Immers, er is een forse hoeveelheid goederen weggenomen tijdens de inbraken, terwijl er veel minder goederen zijn aangetroffen in de auto van verdachte. Daarnaast kan aan de herkenning van aangever [aangever 3] geen waarde worden gehecht. Het signalement is niet onderscheidend en de beelden zijn vaag. Er is geen DNA-materiaal van verdachte aangetroffen in de woningen waar de inbraken zijn gepleegd en er is ook geen schoensporenonderzoek gedaan in de woningen.

Op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte diverse gestolen goederen in zijn auto had liggen, afkomstig van meerdere inbraken. De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of verdachte ook de inbraken heeft gepleegd. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (vgl. HR 19 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2880) kan aan het enkele voorhanden hebben van gestolen goederen niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat degene die de gestolen goederen voorhanden heeft ook de woninginbraak heeft gepleegd. Voor de beoordeling van de betekenis die aan dat voorhanden hebben moet worden gehecht, zijn de feiten en omstandigheden van het geval van belang. Bij die beoordeling kan een rol spelen of de betrokkene een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor dat voorhanden hebben.

Uit de bewijsmiddelen blijken de navolgende feiten en omstandigheden. In de nacht van 17 op 18 mei 2022 zijn drie inbraken dan wel insluipingen gepleegd in [plaats 1] in de woningen gelegen aan de [adres 1] , de [adres 3] en de [adres 4] . Verdachte is die nacht in [plaats 1] geweest. Uit beelden van de deurbelcamera van de buren van de woning aan de [adres 1] is gebleken dat iemand om 03:15 uur over straat liep.

Uit het onderzoek naar de telefoon van verdachte is gebleken dat verdachte tussen 04:26 uur en 04:29 uur heeft gezocht naar onder meer ‘Fujifilm xs10’ (eenzelfde goed is weggenomen bij de woning aan de [adres 4] ) en ‘Canon 1100d’ (eenzelfde goed is weggenomen bij de woning aan de [adres 3] ). Om 06:00 uur is verdachte herkend op beelden bij tankstation [locatie 3] in Muiden. Vanuit [locatie 3] peilde een gestolen telefoon (weggenomen bij de [adres 1] en op dat moment in de auto van verdachte) uit in Amsterdam en vervolgens bij winkelcentrum [locatie 2] in Utrecht. Bij het winkelcentrum herkent aangever verdachte als degene die op de beelden te zien is van buren van de [adres 1] . Omstreeks 09:30 uur is de politie ter plaatse bij de woning van verdachte en bij die woning wordt de auto waar verdachte die nacht in reed, aangetroffen met goederen afkomstig uit woningen waar die nacht inbraken hebben plaatsgevonden. In de groene North Face tas, waarvan verdachte ter zitting heeft verklaard dat dat zijn tas is, worden schroevendraaiers en een (zak)lampje aangetroffen.

De rechtbank stelt op grond van de camerabeelden vast dat de insluiping in de woning aan de [adres 1] rond 3:15 uur moet hebben plaatsgevonden. Toen verdachte om 6:00 uur bij [locatie 3] was, had hij de gestolen telefoon al in zijn bezit. Verder blijkt uit het zoeken van verdachte op zijn telefoon naar de prijs van een fuji camera en een canon camera dat verdachte al om 4:26 uur de uit de [adres 4] gestolen fuji camera en de uit de [adres 3] gestolen canon camera in zijn bezit moet hebben gehad. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het korte tijdsverloop tussen enerzijds de tijdstippen waarop de inbraken plaatsvonden en anderzijds het moment waarop verdachte de gestolen goederen in zijn bezit heeft gehad, maakt dat verdachte de woninginbraken moet hebben gepleegd. De rechtbank heeft bij deze beoordeling betrokken dat verdachte een hoogst onaannemelijke verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van de gestolen goederen in zijn auto. Verdachte heeft wisselende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd wat maakt dat de rechtbank zijn verklaringen volstrekt ongeloofwaardig vindt. Dat niet alle gestolen goederen in de auto van verdachte zijn aangetroffen, doet daar niet aan af. Immers, verdachte is nadat hij in [plaats 1] is geweest nog naar Amsterdam gereden waar (zoals verdachte heeft verklaard) zijn afnemers wonen. Het valt dus niet uit te sluiten dat verdachte vóór het moment dat de (overige) gestolen goederen werden aangetroffen al wat goederen had verkocht..

Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder feit 1, feit 3 primair en feit 4 primair.

Opzetheling feit 2, subsidiair en feit 5

Ten aanzien van feit 2 subsidiair heeft de raadsman naar voren gebracht dat uit het dossier niks naar voren komt over het moment van verkrijging van de gestolen speaker. Daardoor kan niet vastgesteld worden of verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om een gestolen speaker ging.

Verdachte heeft voor wat betreft feit 5 naar voren gebracht dat een vriend van hem, [F] , de zwarte iPhone heeft gestolen in Amsterdam. [F] heeft de telefoon op 10 mei 2022 in de auto van verdachte achtergelaten, nadat verdachte [F] zou hebben opgehaald na de geboorte van verdachte zijn zoontje in het [naam] ziekenhuis in Utrecht. Verdachte wist naar eigen zeggen op dat moment niet dat de telefoon gestolen was.

De raadsman heeft in aanvulling op de verklaring van verdachte ten aanzien van feit 5 naar voren gebracht dat verdachte de telefoon slechts heeft willen opbergen op een veilige plek. Dat die veilige plek onder de bodemplaat van de kofferbak is, is niet ongebruikelijk. De raadsman geeft verder aan dat er niets bekend is over wat zichtbaar was toen de telefoon aanstond, noch over het moment van verkrijging van de telefoon.

Op grond van de gebruikte bewijsmiddelen stelt de rechtbank allereerst vast dat de onder de verdachte in beslag genomen blauwe speaker en zwarte iPhone van misdrijf, te weten van diefstal, afkomstig waren. Uit de bewijsmiddelen blijkt daarnaast dat zowel de blauwe speaker als de zwarte iPhone zijn aangetroffen onder de bodemplaat van de kofferbak van de auto van verdachte. Verdachte heeft deze goederen zelf onder de bodemplaat gelegd en de goederen daarmee aan het zicht onttrokken. Ook betreffen het twee gestolen goederen afkomstig van verschillende misdrijven.

De rechtbank acht de verklaring van de verdachte over het bezit van deze goederen niet aannemelijk, gelet op de navolgende feiten en omstandigheden. De politie zag bij het aanzetten van de telefoon meteen een bericht in het scherm staan dat deze gestolen zou zijn. Verdachte heeft verklaard dat de telefoon uitstond. Dit betekent dat hij de telefoon dus heeft geprobeerd aan te zetten en toen moet hij ook dit bericht hebben gezien. Over de blauwe speaker heeft verdachte wisselend verklaard. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat de speaker van een vriend zou zijn, ter zitting verklaarde verdachte dat die verklaring niet klopt en dat hij niets weet van de speaker. Wegens het ontbreken van een aannemelijke, hem ontlastende verklaring voor het voorhanden hebben van de goederen en het feit dat verdachte de goederen verstopt heeft onder de bodemplaat kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen daarvan wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank concludeert dan ook tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde opzetheling onder feit 2, subsidiair en feit 5.

Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

Bewijsmiddelen

Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 3 maart 2022 was ik bij de woningen aan de [adres 5] te [plaats 3] en aan de [adres 8] te [plaats 3] . Ik had een mondkapje op. Ik heb de spullen naar mijn mijn auto gebracht. Ik had fotos en filmpjes gemaakt van die spullen. In Amsterdam zijn de spullen verkocht.

Proces-verbaal van aangifte [aangeefster 2] d.d. 3 maart 2022

Aangeefster [aangeefster 2] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 2 maart 2021 (de rechtbank begrijpt: 2 maart 2022) ben ik naar boven gegaan in mijn woning aan de [adres 5] te [plaats 3] . De woning was afgesloten en alles zat op slot. Midden in de nacht hoorde ik een harde klap. Op donderdag 3 maart 2021 (de rechtbank begrijpt: 3 maart 2022) zag ik dat de deur van mijn kast open stond.

Ik keek in mijn portemonnee en zag dat de paar honderd euro die ik erin had zitten, eruit waren. Ook zag ik dat de twee laptops en één tablet die op het bureau lagen weg waren. Eén laptop betreft een Dell en één laptop betreft een HP Chromebook. De tablet die is weggenomen is van het merk Lenovo. Ik zag dat de 50 euro die in de portemonnee van mijn zoontje zat ook weg was. Ik zag dat de telefoon (Huawai) van mijn zoontje ook weg was.

Wij zijn de tuin in gelopen en keken naar het badkamer raam. Ik zag dat dit raamkozijn beschadigd was. Ik zag een mondkapje op de grond liggen bij mijn prullenbakken die onder dit raam staan.

Proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [adres 5] [plaats 3] d.d. 10 maart 2022

Verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd:

Ik, [verbalisant 7] , heb het mondkapje bemonsterd. Mevr. [aangeefster 2] wees mij de locatie aan waar het mondkapje in de eerste instantie lag. Dit betrof nabij de kliko's en het uitzetraam van de badkamer.

Spoornummer: PL1500-2022062256-130413SIN: AA0U8282NL Spooromschrijving: SpeekselPlaats veiligstellen: mondkap welke in de tuin lag

Een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 mei 2022

Tabel 1 Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek

SIN DNA kan afkomstig zijn van Bewijskracht

AA0U8282NL#01 minimaal vier personen meer dan 1 miljard

- [verdachte]

- minimaal drie onbekende personen

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2022

Verbalisant [verbalisant 9] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

In het journaal van deze zaak las ik dat [verdachte] was aangehouden in Utrecht. In Utrecht is de telefoon van verdachte in beslag genomen en uitgelezen. In dat proces-verbaal las ik het volgende:

"VID- [nummer 1] .mp4: Ik zag dat als datum gewijzigd 03-03-2022 stond. Ik zag dat er in dit videobestand goederen op een bed lagen. Ik zag dat afbeelding IMG- [nummer 2] .JPG hiervan een foto was.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2022

Verbalisant [verbalisant 10] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

In de telefoon, in beslag genomen bij verdachte, werden meerdere foto’s van telefoons, laptops, tablet en chromebooks aangetroffen.

Ik, verbalisant toonde een foto aan aangeefster [aangeefster 2] . Zij wees direct aan:

- Een zwarte Dell laptop

- Een groene chromebook met ESA sticker

- Een witte telefoon

- Een tablet in een doosje

Aangeefster [aangeefster 2] herkende deze goederen als haar eigendom.

Nadat ik aangeefster [aangeefster 2] verliet, liep ik naar de [adres 6] te [plaats 3] . [H] deed open en ik, verbalisant toonde een foto. Hij wees direct aan:

- Een laptop met roze bloemen cover

- Een witte HP Chromebook

- 2 grijze laptops

Hij herkende deze goederen als zijn en zijn ouders hun eigendom.

Proces-verbaal van aangifte [aangever 1] d.d. 3 maart 2022

Aangever [aangever 1] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op donderdag 3 maart 2022 bevond ik mij in mijn woning aan de [adres 6] te [plaats 3] . Omstreeks 08:45 uur kwam ik beneden en ik zag dat de volgende goederen waren weggenomen:

- Chromebook;

- HP laptop

- Huawei P20 telefoon

- Huawei earbuds.

Er was geen braakschade aan de voor- of achterdeur. Vermoedelijk zijn de daders

via de voordeur binnengekomen. Deze deur zat niet in het nachtslot. Ik hoorde van de buren van nummer [huisnummer] dat ze wel wat hebben opgenomen via hun deurbel. Ik heb de beelden gezien en ik zag dat er een man met een mondmasker voor onze deur kwam staan.

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsoverweging

Verdachte heeft zich bij de politie op zijn zwijgrecht beroepen. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij op 2 maart 2022 de hele dag bij een Van Der Valk hotel was. Verdachte is naar eigen zeggen te lang doorgegaan met gokken en had alles verloren. Uit paniek belde hij in de nacht van 2 maart 2022 op 3 maart 2022 een vriend en deze vriend kwam hem ophalen. De vriend, genaamd [G] , kwam met het plan een inbraak te plegen en verdachte is meegegaan naar [plaats 3] . [G] zou hebben ingebroken en omdat verdachte geen spullen bij zich had, heeft hij enkel op de uitkijk gestaan. Verdachte had een mondkapje op.

Aanvullend op de verklaring van verdachte heeft de raadsman naar voren gebracht dat uit het dossier niet valt af te leiden dat verdachte degene is geweest die in de woningen is geweest. Er is immers geen DNA in de woning aangetroffen. De verklaring dat verdachte op de uitkijk heeft gestaan blijft daarmee overeind. Verdachte heeft zich niet als pleger schuldig gemaakt aan de inbraken. Medeplichtigheid of medeplegen is niet ten laste gelegd, zodat verdachte van deze feiten dient te worden vrijgesproken.

De rechtbank overweegt als volgt. In de nacht van 2 op 3 maart 2022 heeft een inbraak respectievelijk een insluiping plaatsgevonden in [plaats 3] in de woningen aan de [adres 5] en de [adres 6] . Verdachte heeft verklaard dat hij bij die woningen was en dat hij een mondkapje droeg. Het mondkapje met daarop DNA van verdachte is aangetroffen bij de woning aan de [adres 5] onder het opengebroken raam bij de kliko. Dit weerspreekt de verklaring van verdachte dat hij enkel op de hoek van de woningen is geweest om op de uitkijk te staan. Ook wordt op beelden van een deurbelcamera van buren maar één man gezien, niet twee. Deze man draagt een mondkapje. Via deze voordeur is de dader vermoedelijk binnen gekomen. Op het moment dat verdachte werd geconfronteerd met voornoemde bewijsmiddelen, paste hij zijn verklaring aan. Voorgaande, en de vindplaats van het mondkapje met daarop DNA van verdachte, maakt dat de verklaring van verdachte niet aannemelijk is geworden. De rechtbank oordeelt dat verdachte de pleger is geweest van de woninginbraak en de insluiping en komt daarmee tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder feit 1 en feit 2.

5 BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

feit 1

op 18 mei 2022 te [plaats 1] , in een woning, te weten aan de [adres 1] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,

- een spelcomputer (merk: Nintendo),

- twee controlers (merk: Nintendo),

- een computerspel,

- een tablet (merk: Apple),

- een laptop (merk: Google),

- een camera (merk: Nikon),

- een telefoon (merk: Samsung),

- een geldbedrag en

- een glazen bol,

die geheel aan [aangever 3] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

feit 2, subsidiair

in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te De Bilt en/of Utrecht, althans in Nederland

- een speaker,

voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;

feit 3, primair

omstreeks de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te [plaats 1] , in een woning, te weten aan de [adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,

- een linnen tas,

- 2 camera's (merk: Canon en Panasonic),

- 3 tablets (merk: Apple), en

- een laptop (merk: HP) en bijhorende acculader,

die geheel aan [aangever 5] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen tas, camera's, tablets en laptop onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;

feit 4, primair

in de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te [plaats 1] , in een woning, te weten aan de [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,

- een laptop (merk: Lenovo), en

- een fotocamera (merk: Fujifilm),

die geheel aan [aangever 6] , in elk geval aan een ander toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

feit 5

in de periode van 8 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te Utrecht, althans in Nederland een telefoon (merk: Apple), voorhanden heeft gehad, , terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

feit 1

op 03 maart 2022 te [plaats 3] , in een woning, te weten de [adres 5] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een computer (DELL) en een HP Chromebook en Lenovo Tablet en een mobiele telefoon (Huawei) en, een geldbedrag, die aan [aangeefster 2] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen apparatuur onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;

feit 2

op 3 maart 2022 te [plaats 3] , in een woning, te weten de [adres 6] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,

een HP computer en een chromebook en een mobiele telefoon (Huawei) en een hoofdtelefoon (Huawei), die geheel aan [aangever 1] , toebehoorden heeft weggenomen

met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

feit 1 en feit 4

telkens: diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;

feit 2 en feit 5

telkens: opzetheling;

feit 3

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.

Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

feit 1

diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;

feit 2

diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:

- een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Verdachte zit in een vicieuze cirkel waar hij moeilijk uitkomt. Klinische opname is nodig en hij wil daaraan meewerken. Een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf voegt niks toe voor verdachte en de maatschappij. Klinische opname heeft meer zin als dit op korte termijn gebeurt. Een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest zou moeten volstaan in combinatie met een fors voorwaardelijk deel.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

Ernst van de feiten

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie insluipingen, twee woninginbraken en tweemaal opzetheling. Verdachte heeft geen enkel respect getoond voor de eigendommen en privacy van de slachtoffers en heeft zijn eigen geldelijk gewin vooropgesteld. Een woning is bij uitstek de plek waar iemand zich veilig zou moeten voelen. Dat dit niet meer vanzelfsprekend is na een woninginbraak (of insluiping) blijkt ook uit de onderbouwing van de vorderingen van de benadeelde partijen, de familie [aangever 3] en de familie [aangever 1] . In het bijzonder hun kinderen hebben lang last gehad van het feit dat er iemand ongewenst, terwijl zij sliepen, in hun huis was. Het veilige gevoel dat de slachtoffers hadden, is aangetast. Daarnaast zijn de gestolen spullen, die voor hen veel waard waren, weg en moeten zij nu (door toedoen van verdachte) sparen om soortgelijke spullen opnieuw te kopen. De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan.

Persoon van verdachte

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 10 juli 2023, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van verdachte mee bij de straftoemeting.

Over verdachte is op 31 juli 2023 een reclasseringsadvies opgesteld door C. Schipper. In dit advies is opgemerkt dat verdachte blijft recidiveren en een reclasseringstraject niet bijdraagt aan het terugdringen van recidive. De enige manier om een gedragsverandering teweeg te brengen en recidive te verminderen, is middels een klinische opname. Het recidiverisico wordt ingeschat op hoog. De reclassering heeft geadviseerd om een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden: (I) een meldplicht, (II) opname in een zorginstelling, (III) ambulante behandeling, (IV) begeleid wonen of maatschappelijke opvang, (V) dagbesteding, (VI) meewerken aan schuldhulpverlening en (VII) een verbod op kansspelen.

Strafoplegging

Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft bij de keuze van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor insluiping in een woning uit van een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden bij veelvuldige recidive en bij inbraak in een woning van een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden bij veelvuldige recidive. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank neemt in strafverzwarende zin mee dat verdachte tijdens de schorsing in onderhavige zaak opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten heeft gepleegd. Inmiddels is verdachte reeds veroordeeld in één van deze zaken en verdachte bevindt zich in de andere zaak opnieuw in voorlopige hechtenis. De rechtbank neemt het verdachte daarnaast kwalijk dat hij voor het overgrote deel van de bewezenverklaarde feiten geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. Dit werkt weliswaar niet strafverzwarend – een verdachte mag ontkennen en zwijgen – maar het maakt wel dat de rechtbank in dit geval geen ruimte ziet voor strafmatiging. De rechtbank vindt het belangrijk dat verdachte, gelet op de veelvuldige recidive, klinisch behandeld wordt. De rechtbank zal daarom het advies van de reclassering volgen en een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen met de geadviseerde bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft tot slot bij het bepalen van de straf rekening gehouden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en met aftrek van voorarrest, passend en geboden.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet , dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Voorlopige hechtenis

De vordering van de officier van justitie om het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen wordt toegewezen.

9 BENADEELDE PARTIJEN

Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

9.1

[aangever 3]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1060,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten aanzien van parketnummer 16.124329.22 onder feit 1 ten laste gelegde feit.

9.1.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van in totaal € 250,00.

9.1.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank primair verzocht om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de gevraagde vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging bepleit dat de vordering voor zover deze ziet op de gemiste inkomsten afgewezen dient te worden en de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat deze schade reeds vergoed is.

9.1.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering voor zover deze ziet op de gemiste inkomsten, aangezien dit deel niet is onderbouwd. De vordering kan voor dat deel nog bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

De rechtbank zal de vordering voor het overige deel afwijzen. Reden daarvoor is dat de geleden schade reeds vergoed is door de verzekeraar. De benadeelde partij heeft verzocht om vergoeding van het deel dat niet door de verzekeraar is vergoed omdat de verzekeraar niet de nieuwwaarde van de goederen heeft vergoed, maar rekening heeft gehouden met de ouderdom van de goederen, terwijl zij voor dit bedrag geen nieuwe goederen kunnen kopen. Hoezeer begrijpelijk dit verzoek ook is, ook de rechtbank dient bij de vaststelling van de omvang van de schade de ouderdom van de goederen te betrekken. Er is geen grond om in dit geval meer schadevergoeding toe te kennen dan de dagwaarde van de goederen op het moment van de diefstal.

Nu de vordering van de benadeelde voor een deel niet-ontvankelijk wordt verklaard en voor een deel wordt afgewezen, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

9.2

[aangever 6]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 998,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten aanzien van parketnummer 16.124329.22 onder feit 4 ten laste gelegde feit.

9.2.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van in totaal € 400,00.

9.2.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank primair verzocht om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de gevraagde vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.

9.2.3

Het oordeel van de rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden. De rechtbank houdt rekening met de afschrijving van de laptop en stelt de schade schattenderwijs vast op € 500,00. De vordering wordt tot dat bedrag toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 mei 2022 tot de dag van volledige betaling.

De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde afwijzen.

Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

Schadevergoedingsmaatregel

Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [aangever 6] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 mei 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 10 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 6] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

9.3

[aangeefster 2]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.623,79. Dit bedrag bestaat uit € 1.323,79 materiële schade en € 300,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten aanzien van parketnummer 09.296943.22 onder feit 1 ten laste gelegde feit.

9.3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering geheel toe te wijzen.

9.3.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank primair verzocht om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de gevraagde vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

9.3.3

Het oordeel van de rechtbank

Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering is onderbouwd en niet betwist door de verdediging. Wat betreft de immateriële schade stelt de rechtbank als onbetwist vast dat de benadeelde partij door de woninginbraak op andere wijze in haar persoon is aangetast, als bedoeld in artikel 6:106, onder b, van het Burgerlijk Wetboek . Het toegewezen bedrag van € 1.623,79 wordt verhoogd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.

Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

Schadevergoedingsmaatregel

Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [aangeefster 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.623,79, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.

Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 26 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

9.4

[aangever 1]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.217,85. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten aanzien van parketnummer 09.296943.22 onder feit 2 ten laste gelegde feit.

9.4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van in totaal € 300,00.

9.4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank primair verzocht om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de gevraagde vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging de rechtbank verzocht om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren aangezien de schade reeds vergoed is door de verzekeraar.

9.4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij afwijzen. Reden daarvoor is dat de geleden schade reeds vergoed is door de verzekeraar. De benadeelde partij heeft verzocht om vergoeding van het deel dat niet door de verzekeraar is vergoed omdat de verzekeraar niet de nieuwwaarde van de goederen heeft vergoed, maar rekening heeft gehouden met de ouderdom van de goederen, terwijl zij voor dit bedrag geen nieuwe goederen kunnen kopen. Hoezeer begrijpelijk dit verzoek ook is, ook de rechtbank dient bij de vaststelling van de omvang van de schade de ouderdom van de goederen te betrekken Er is geen grond om in dit geval meer schadevergoeding toe te kennen dan de dagwaarde van de goederen op het moment van de diefstal.

Nu de vordering van de benadeelde wordt afgewezen, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10 VORDERING TENUITVOERLEGGING

10.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering toe te wijzen.

10.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

10.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 14 februari 2019 (parketnummer 13.701068.19) is aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden waarvan één maand voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden zal het voorwaardelijke deel van deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

11 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 63, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht , zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12 BESLISSING

De rechtbank:

Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

- verklaart het onder feit 2, primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Bewezenverklaring ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

- verklaart het onder feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3 primair, feit 4 primair en feit 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Bewezenverklaring ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

- verklaart het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden;

- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;

- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;

Algemene voorwaarden

- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:

* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;

Bijzondere voorwaarden

- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:

* zich meldt bij Reclassering Leger des Heils op het adres Zeehaenkade 30, te Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;

* zich laat zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;

* zich laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;

* verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;

* zich inspant voor het vinden en behouden van dagbesteding/ werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.

* meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;

* niet deelneemt aan kansspelen.

- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;

Voorlopige hechtenis

- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis;

Benadeelde partij [aangever 3]

- verklaart [aangever 3] voor wat betreft de gevorderde vergoeding van gemiste inkomsten niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- wijst de vordering van [aangever 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;

- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;

Benadeelde partij [aangever 6]

- wijst de vordering van [aangever 6] toe tot een bedrag van € 500,00;

- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2022 tot de dag van volledige betaling;

- wijst de vordering van [aangever 6] voor wat betreft het meer gevorderde af;

- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 6] aan de Staat € 500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen gijzeling;

- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

Benadeelde partij [aangeefster 2]

- wijst de vordering van [aangeefster 2] toe tot een bedrag van € 1.623,79;

- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangeefster 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangeefster 2] aan de Staat € 1.623,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 26 dagen gijzeling;

- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

Benadeelde partij [aangever 1]

- wijst de vordering van [aangever 1] af;

- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 13.701068.19

- wijst de vordering toe;

- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de Rechtbank Amsterdam bij vonnis van 14 februari 2019 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst, voorzitter, mr. L.E. Verschoor-Bergsma en mr. J.E.S. Dolmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Matser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 augustus 2023.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22

feit 1

hij op of omstreeks 18 mei 2022 te [plaats 1] , in een woning en/of op een besloten erf

waarop een woning stond, te weten aan de [adres 1] , alwaar hij, verdachte,

zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,

- een spelcomputer (merk: Nintendo),

- twee controlers (merk: Nintendo),

- een computerspel,

- een tablet (merk: Apple),

- een laptop (merk: Google),

- een camera (merk: Nikon),

- een telefoon (merk: Samsung),

- een geldbedrag (van in totaal €360), en/of

- een glazen bol,

in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 3] , in elk geval aan een

ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich

wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft

en/of dat/die weg te nemen elektronische goederen, geldbedrag en/of glazen bol

onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of

inklimming;

feit 2

hij in of omstreeks de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te [plaats 2] , in

een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de

[adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of

tegen de wil van de rechthebbende bevond,

- 2 telefoons (merk: Samsung, type: A6 en/of A8),

- een tablet (merk: Lenovo),

- een laptop (merk: Lenovo),

- 2 fotocamera’s (merk: Canon),

- een videocamera, en/of

- een speaker,

in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 4] , in elk geval aan

een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen

met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft

en/of dat/die weg te nemen telefoons, laptop, tablet, speaker en/of camera's onder

zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te De Bilt

en/of Utrecht, althans in Nederland

- 2 telefoons (merk: Samsung, type: A6 en/of A8),

- een tablet (merk: Lenovo),

- een laptop (merk: Lenovo),

- 2 fotocamera’s (merk: Canon),

- een videocamera, en/of

- een speaker,

althans enig goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft

overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van

deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door

misdrijf verkregen goederen betroffen;

feit 3

hij in of omstreeks de periode van 16 mei 2022 tot en met 17 mei 2022 te [plaats 1] , in

een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de

[adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of

tegen de wil van de rechthebbende bevond,

- een linnen tas,

- 2 camera's (merk: Canon en/of Panasonic),

- 3 tablets (merk: Apple), en/of

- een laptop (merk: HP) en bijhorende acculader,

in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 5] , in elk geval aan

een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich

wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft

en/of dat/die weg te nemen tas, camera's, tablets en/of laptop onder zijn bereik

heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te Eemnes

en/of Utrecht, althans in Nederland

- een linnen tas,

- 2 camera's (merk: Canon en/of Panasonic),

- 3 tablets (merk: Apple), en/of

- een laptop (merk: HP) en bijhorende acculader,

althans enig goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft

overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van

deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door

misdrijf verkregen goederen betroffen;

feit 4

hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te [plaats 1] , in

een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de

[adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de

rechthebbende bevond,

- een laptop (merk: Lenovo), en/of

- een fotocamera (merk: Fujifilm),

in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 6] , in elk geval aan een

ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich

wederrechtelijk toe te eigenen;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te Eemnes

en/of Utrecht, althans in Nederland,

- een laptop (merk: Lenovo), en/of

- een fotocamera (merk: Fujifilm,

althans enig goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft

overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van

deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door

misdrijf verkregen goederen betroffen;

feit 5

hij in of omstreeks de periode van 8 mei 2022 tot en met 18 mei 2022 te Amsterdam

en/of Utrecht, althans in Nederland een telefoon (merk: Apple), althans een goed

heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten

tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans

redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed

betrof;

Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22

feit 1

hij in of omstreeks 03 maart 2022 te [plaats 3] ,

in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de

[adres 5] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of

tegen de wil van de rechthebbende bevond,

een computer (DELL) en/of een HP Chromebook en/of Lenovo Tablet en/of een

mobiele telefoon (Huawei) en/of 350 euro, althans een geldbedrag, in elk geval enig

goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangeefster 2] , in elk geval aan een ander

toebehoorde(n)

heeft weggenomen

met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft

en/of dat/die weg te nemen apparatuur onder zijn bereik heeft gebracht door

middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;

feit 2

hij op of omstreeks 3 maart 2022 te [plaats 3] ,

in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de

[adres 6] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of

tegen de wil van de rechthebbende bevond,

een HP computer en/of een chromebook en/of een mobiele telefoon (Huawei)

en/of een hooftelefoon (Huawei), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele

aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)

heeft weggenomen

met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft

en/of dat/die weg te nemen apparatuur onder zijn bereik heeft gebracht door

middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.

Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit - tenzij anders aangegeven - pagina’s

van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als

bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 december 2022,

met nummer PL0900-2022141165, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 256. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 15 augustus 2023, inhoudende de verklaring van verdachte.

Pagina 168.

Pagina 46-48.

Pagina 26.

Pagina 27.

Pagina 49-50.

Pagina 150.

Pagina 155.

Pagina 86.

Pagina 205.

Pagina 214.

Pagina 175-176.

Pagina 188.

Pagina 86-87.

Pagina 193.

Pagina 196.

Pagina 88.

Pagina 84.

Pagina 225.

Pagina 85.

Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit - tenzij anders aangegeven - pagina’s

van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als

bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 november 2022,

met nummer PL1500-2022254331, opgemaakt door politie Eenheid Den Haag, doorgenummerd 1 tot en met 101. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 15 augustus 2023, inhoudende de verklaring van verdachte.

Pagina 26-27.

Pagina 37.

Pagina 40-41.

Pagina 76.

Pagina 84-85.

Pagina 98-99.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature