U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Minderjarige verdachte. 5 auto-inbraken in een parkeergarage, waarbij de autoruiten van de auto’s zijn ingeslagen. Er was sprake van een professionele werkwijze. Jeugddetentie van 17 dagen en een taakstraf van 80 uren.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16-034868-22; 16-094597-21 (vord. tul)

Vonnis van de meervoudige kamer van 3 januari 2023

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] , hierna te noemen: [verdachte] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van

20 december 2022. [verdachte] was bij deze zitting aanwezig, waardoor juridisch gezien sprake is van een vonnis op tegenspraak. Hoewel [verdachte] ten tijde van het tenlastegelegde feit minderjarig was, heeft de rechtbank de zaak met instemming van partijen niet achter gesloten deuren behandeld, omdat gelijktijdig met deze zaak een andere zaak in het openbaar is behandeld tegen [verdachte] met het parketnummer 16-095641-22, nu [verdachte] ten tijde van die tenlastegelegde feiten meerderjarig was. De zaken zijn niet gevoegd behandeld. In die andere zaak is apart vonnis opgemaakt en op 3 januari 2023 uitgesproken.

De rechtbank heeft tijdens de zitting gesproken met en geluisterd naar de standpunten van [verdachte] , zijn advocaat mr. J.C. Reisinger en de officier van justitie mr. F. Rethmeier. Daarnaast waren aanwezig de ouders van [verdachte] , J.P.C. Smit, raadsonderzoeker bij de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad), en S. M’ghaouch, jeugdreclasseringswerker bij Samen Veilig Midden-Nederland (Samen Veilig).

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Kort gezegd verdenkt de officier van justitie [verdachte] ervan dat hij:

feit 1: omstreeks 3 februari 2022 in Utrecht uit de auto’s van aangevers [A] en [benadeelde partij] auto-onderdelen heeft gestolen door de autoruit in te slaan;

feit 2: op meerdere tijdstippen omstreeks 6 februari 2022 in Utrecht auto-onderdelen heeft gestolen uit de auto’s van aangevers [benadeelde partij 2] , [slachtoffer 1] en

[slachtoffer 2] door de autoruit in te slaan.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht de diefstal door middel van braak en verbreking uit de auto van [A] , ten laste gelegd onder feit 1, wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft gevorderd om [verdachte] vrij te spreken van de diefstal uit de auto van [A] (ook: [benadeelde partij 3] ) wegens onvoldoende bewijs.

De officier van justitie acht de drie auto-inbraken ten laste gelegd onder feit 2 wettig en overtuigend te bewijzen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de auto-inbraak in de auto van [A] . Voor het overige refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen

Feit 1

Het feit is door [verdachte] begaan. [verdachte] heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:

- de bekennende verklaring van [verdachte] afgelegd op de zitting van 20 december 2022;

- de aangifte van [benadeelde partij] namens [benadeelde partij 4] ;

- het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het bekijken van de desbetreffende camerabeelden.

Gedeeltelijke vrijspraak

De rechtbank spreekt [verdachte] vrij van de auto-inbraak in de auto van [A] ( [benadeelde partij 3] ), wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte heeft dit feit ontkend en er zijn in het dossier geen camerabeelden die zien op deze auto-inbraak.

Feit 2

Het feit is door [verdachte] begaan. [verdachte] heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:

- de bekennende verklaring van [verdachte] afgelegd op de zitting van 20 december 2022;

- de aangifte van [benadeelde partij 2] , namens [benadeelde partij 5] ;

- het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het bekijken van de camerabeelden van de desbetreffende auto-inbraak;

- de aangifte van [slachtoffer 1] ;

- het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het bekijken van de camerabeelden van de desbetreffende auto-inbraak;

- de aangifte van [slachtoffer 2] ;

- het proces-verbaal bevindingen inhoudende het bekijken van de camerabeelden van de desbetreffende auto-inbraak.

5 BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :

1. op 3 februari 2022 te Utrecht,- een multimediasysteem / media-unit en SD-kaarten, die aan [benadeelde partij 4] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking;

2op meerdere tijdstippen op 6 februari 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met een ander

- een navigatiesysteem en een radio, die aan [benadeelde partij 5] toebehoorden, en- een navigatiesysteem, een multimediasysteem en een cd speler, die aan [slachtoffer 1] , toebehoorden, en- een navigatiesysteem en een scherm, die aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en verbreking;

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

feit 1: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking;

feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking, meermalen gepleegd.

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8 OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door de haar bewezen geachte te veroordelen tot:

- een jeugddetentie van 17 dagen, met aftrek van het voorarrest;

- een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 80 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 40 dagen jeugddetentie.

Zij acht het wenselijk dat de bijzondere voorwaarden die de Raad heeft geadviseerd niet in deze zaak maar in de andere strafzaak van [verdachte] met parketnummer 16-095641-22 aan een voorwaardelijk op te leggen straf worden verbonden. Dit past beter bij de huidige leeftijd van [verdachte] . Hij is dan zelf verantwoordelijk voor het nakomen van de bijzondere voorwaarden en bij het niet nakomen van voorwaarden zal geen jeugddetentie maar gevangenisstraf aan de orde zijn.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht een straf op te leggen die gelijk is aan de tijd die [verdachte] in voorarrest heeft doorgebracht.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals ter terechtzitting is gebleken.

8.3.1.

De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan

[verdachte] heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan vijf auto-inbraken in een parkeergarage, waarbij de autoruiten van de auto’s zijn ingeslagen. Er was sprake van een professionele werkwijze, waarbij [verdachte] (al dan niet met zijn medeverdachte) bewust auto’s van een bepaald merk heeft uitgezocht om daaruit voornamelijk dure inbouwnavigatiesystemen weg te nemen om deze vervolgens te verkopen. Dergelijke auto-inbraken veroorzaken materiële schade en overlast. [verdachte] heeft bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de benadeelden. Dit neemt de rechtbank [verdachte] kwalijk.

8.3.2.

De persoonlijke omstandigheden

De rechtbank heeft gekeken naar het uittreksel uit de justitiële documentatie (het strafblad) van [verdachte] van 29 september 2022. Daaruit blijkt dat [verdachte] eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, onder andere op 2 september 2021 door de kinderrechter van deze rechtbank voor afpersing, diefstal en diefstal in vereniging door middel van braak. [verdachte] liep ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten nog in proeftijd voor die veroordeling. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee.

Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het advies van de Raad van 12 december 2022. Geadviseerd wordt [verdachte] een deels onvoorwaardelijke en deels voorwaardelijk jeugddetentie op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: meewerken aan begeleiding door de Reclassering Nederland, zich inzetten voor een gestructureerde dagbesteding, zich inzetten voor verkrijgen en behouden van een positieve vrijetijdsbesteding en dat hij zich verplicht laat behandelen door De Waag of een soortgelijke instelling, waarbij aan de Reclassering Nederland opdracht wordt gegeven in het kader van Toezicht en Begeleiding toezicht te houden op de naleving van de bijzondere voorwaarden.

8.3.3.

Conclusie

Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden kan niet met een andere strafmodaliteit worden volstaan dan een vrijheidsbenemende straf. Het is zorgwekkend dat [verdachte] zich op jonge leeftijd schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Hij heeft ter zitting wel openheid van zaken gegeven en daarmee verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag.

Gelet op de straf die de rechtbank vandaag oplegt in de andere strafzaak van [verdachte] met parketnummer 16-095641-22, waarbij de door de Raad geformuleerde bijzondere voorwaarden aan een deels voorwaardelijke gevangenisstraf zijn verbonden, worden in de onderhavige zaak geen bijzondere voorwaarden opgelegd.

De rechtbank zal een onvoorwaardelijke jeugddetentie opleggen die niet langer duurt dan het al ondergane voorarrest. De rechtbank acht het echter wel van belang dat [verdachte] de gevolgen van zijn handelen ervaart en zal daarom aan hem daarnaast een onvoorwaardelijke taakstraf opleggen.

Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de volgende straf passend en geboden is: een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 17 dagen, met aftrek van de tijd die [verdachte] in voorarrest heeft doorgebracht (namelijk 17 dagen), en een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 80 uren, te vervangen door 40 dagen jeugddetentie bij niet of niet naar behoren uitvoeren.

9 BESLAG

9.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen snorfiets verbeurd te verklaren.

9.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht de in beslag genomen snorfiets terug te geven aan [verdachte] , omdat het strafbare feit niet is gepleegd met de snorfiets.

9.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal de inbeslaggenomen snorfiets (goednummer 2693091) verbeurd verklaren, omdat [verdachte] de onder feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde feiten heeft gepleegd met behulp van de snorfiets. [verdachte] is met de snorfiets naar de parkeergarages gereden waar hij de auto-inbraken heeft gepleegd en vervolgens heeft hij de gestolen goederen in de buddyseat van de snorfiets vervoerd.

10 BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde partij 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.537,12. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het aan [verdachte] onder 1 ten laste gelegde feit.

10.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie vordert dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard wordt, gelet op de verzochte vrijspraak.

10.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, gelet op de bepleite vrijspraak.

10.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank spreekt [verdachte] partieel vrij van het ten laste gelegde feit onder 1 dat ziet op de auto-inbraak in de auto van [benadeelde partij 3] en zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

11 VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij de stukken bevindt zich een vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-094597-21 betreffende het vonnis van 2 september 2021 van de kinderrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, waarbij [verdachte] onder meer is veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van 50 uren. Daarbij is de algemene voorwaarde gesteld dat hij voor het einde van de proeftijd van 2 jaren geen strafbaar feit pleegt.

11.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert dat de vordering tenuitvoerlegging wordt toegewezen.

11.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

11.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat [verdachte] zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop kan de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. De rechtbank ziet naar aanleiding van het verhandelde ter zitting geen reden om hiervan af te wijken en wijst de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-094597-21 toe.

12 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33 a, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77gg en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13 BESLISSING

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 17 dagen;

- bepaalt dat de tijd door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht (te weten: 17 dagen) op de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;

- veroordeelt verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 80 uren;

- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen jeugddetentie;

Beslag

- verklaart verbeurd

 1 STK Snorfiets (goednummer 2693091);

Benadeelde partij

- verklaart [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering;

- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.

Vordering tenuitvoerlegging

- wijst de vordering toe;

- gelast de tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 16-094597-21 door de kinderrechter van deze rechtbank bij vonnis d.d. 2 september 2021 voorwaardelijk aan de verdachte opgelegde straf, te weten een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 50 uren en bepaalt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 25 dagen jeugddetentie;

Voorlopige hechtenis

- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis, dat al was geschorst.

Dit vonnis is gewezen door G. Schnitzler, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.T. van den Dool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 januari 2023.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

1. hij, op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 3 februari 2022 te Utrecht, althans in Nederland,- een multimediasysteem, althans een auto-onderdeel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [A] en/of [benadeelde partij 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) en/of- een multimediasysteem / media-unit en/of SD-kaarten, in elk geval enig goed, dat/doe geheel of ten dele aan [benadeelde partij] en/of [benadeelde partij 4] , in elk geval aan een ander toegehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdie weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;

( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )

2hij, op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 6 februari 2022 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,- een navigatiesysteem en/of een radio, althans een of meerdere auto-onderdelen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of- een navigatiesysteem en/of een multimediasysteem en/of een cd speler, althans een of meerdere auto-onderdelen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of- een navigatiesysteem en/of een scherm, althans een of meerdere auto-onderdelen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;

( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )

Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn, tenzij anders vermeld, als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 10 februari 2022, genummerd PL0900-2022038842, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 151. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 20 december 2022.

Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij] van 10 februari 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , p. 123-124.

Proces-verbaal bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , p. 126-132.

De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 20 december 2022.

Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 2] van 8 februari 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , p. 148-149.

Proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , p. 68-76.

Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 7 februari 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , p. 46-47.

Proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , p. 56-66.

Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 7 februari 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , p. 145-147.

Proces-verbaal bevindingen van 10 februari 2022, opgemaakt door [verbalisant 1] , p. 35-45.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature