Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Beëindigen loongerelateerde WGA- uitkering Wet WIA. Beroep gegrond want arbeidskundige grondslag vh besluit in beroep gewijzigd en medische grondslag vh besluit onvoldoende gemotiveerd. Al informeel gelust, dus geen tussenuitspraak: kale vernietiging.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 20/1035

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 januari 2022 in de zaak tussen

[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J.R. Beukema),

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder.

(gemachtigde: mr. R. Boonstra).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde belanghebbende]

(gemachtigde: mr. P. Weijmans).

Inleiding

1.1

Eiseres werkte als voorvrouw schoonmaakster bij derde-partij voor gemiddeld 31,9 uur per week. Op 21 juni 2017 is zij voor dit werk uitgevallen. Na een wachttijd van 104 weken, per 19 juni 2019, heeft eiseres een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Om voor een WIAuitkering in aanmerking te komen moet vast komen staan dat eiseres nog steeds ongeschikt is voor haar eigen werk, en voor 35% of meer arbeidsongeschikt moet worden beschouwd.

1.2

Een verzekeringsarts van verweerder heeft onderzoek gedaan naar de klachten en beperkingen van eiseres per 19 juni 2019 en heeft geconcludeerd dat eiseres geen benutbare arbeidsmogelijkheden heeft. Dat betekent dat eiseres haar eigen werk niet kan doen, en volledig, dat wil zeggen voor 80 tot 100%, arbeidsongeschikt worden beschouwd. Eiseres voldoet daarmee aan de voorwaarde dat het arbeidsongeschiktheidspercentage tenminste 35% moet zijn om een WIA-uitkering te krijgen. In het besluit van 8 mei 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder eiseres daarom per 19 juni 2019 een loongerelateerde WGAuitkering toegekend op grond van de Wet WIA. De uitkering duurt in ieder geval voort tot en met 5 maart 2021.

1.3

Derde-partij heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft heronderzoek gedaan en vastgesteld dat eiseres per 19 juni 2019 wél benutbare arbeidsmogelijkheden heeft. Zij heeft de klachten en aandoeningen van eiseres vertaald naar beperkingen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 19 november 2019. Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van verweerder heeft vervolgens geconcludeerd dat eiseres vanwege deze beperkingen ongeschikt is voor haar eigen werk. Vervolgens heeft hij het maatmaninkomen van eiseres vastgesteld (het inkomen dat zij zou hebben gehad als zij niet door ziekte was uitgevallen) en drie functies geselecteerd die eiseres volgens hem nog kan doen. Door het uurloon in de middelste functie af te zetten tegen het maatmanloon heeft hij berekend dat eiseres met die functie méér kan verdienen dan haar maatmaninkomen. Dat betekent volgens hem dat eiseres voor 0% arbeidsongeschikt moet worden beschouwd. Eiseres voldoet daarmee niet meer aan de voorwaarde dat het arbeidsongeschiktheidspercentage tenminste 35% moet zijn. Verweerder heeft eiseres daarom op 20 januari 2020 laten weten voornemens te zijn om haar loongerelateerde WGAuitkering per 6 maart 2021 te beëindigen. Eiseres heeft hierop haar zienswijze gegeven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft vervolgens heronderzoek verricht en op 19 februari 2020 aanvullend gerapporteerd. Zij heeft de FML ongewijzigd gelaten. In het besluit van 20 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de loongerelateerde WGAuitkering van eiseres daarom per 6 maart 2021 beëindigd.

1.4

Eiseres heeft beroep ingesteld en een expertiserapport van 4 juli 2020 van neuroloog [Neuroloog] van het Neurologisch Expertise en Behandel Centrum ingediend. Verweerder heeft een verweerschrift en aanvullende rapporten van zijn arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 24 maart 2020 en van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 juni 2021 ingediend. Derde-partij heeft haar zienswijze op de zaak gegeven en een rapport van 10 mei 2021 van bedrijfsarts [bedrijfsarts] van Verzuim Consult ingediend. De zaak is op 23 juli 2021 bij de rechtbank behandeld op een digitale zitting via Skype . Eiseres, verweerder en derde-partij hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na afloop heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak geschorst en partijen in de gelegenheid gesteld om nadere informatie in te dienen.

1.5

Eiseres heeft een aanvullend expertiserapport van [Neuroloog] van 20 september 2021 ingediend. Verweerder heeft aanvullende rapporten van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep van 7 oktober 2021 en van zijn arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 12 oktober 2021 ingediend. Eiseres heeft vervolgens gebruik gemaakt van de gelegenheid om daar nog op te reageren. Met toestemming van partijen heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak gesloten.

Overwegingen

2.1

De rechtbank stelt voorop dat verweerder de arbeidskundige motivering van het bestreden besluit in beroep heeft gewijzigd. Uit het aanvullende rapport in beroep van 24 maart 2020 blijkt namelijk dat eiseres twee van de drie functies die de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in de bezwaarfase voor eiseres had geselecteerd, volgens hem toch niet kan doen. In plaats daarvan heeft hij twee nieuwe functies, die van Suppoost Museum (SBCcode 342024) en Keukenverkoper (SBC-code 517061), geselecteerd die volgens hem wél geschikt zijn voor eiseres. In zijn tweede aanvullende rapport in beroep van 12 oktober 2021 heeft hij echter geconcludeerd dat eiseres de nieuwe functie van Keukenverkoper bij nader inzien ook niet kan doen. In plaats daarvan heeft hij de functie van Receptionist (SBC-code 315120) geselecteerd voor eiseres. Deze functie was reeds bij het eerste aanvullende arbeidskundig rapport van 24 maart 2020 aan eiseres als reservefunctie voorgehouden. Verweerder heeft het bestreden besluit mede gebaseerd op de (ongeschikte) functies die de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in de bezwaarfase had geselecteerd. Dat betekent dat het bestreden besluit in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ondeugdelijk is gemotiveerd. De rechtbank verklaart het beroep daarom gegrond en vernietigt het bestreden besluit.

2.2.

In zijn aanvullende rapporten in beroep heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep, door het uurloon in de nieuwe middelste functie, die van Suppoost Museum (SBCcode 342024), af te zetten tegen het maatmanloon, berekend dat eiseres ook in deze functie méér kan verdienen dan haar maatmaninkomen. Dat betekent volgens hem dat eiseres nog steeds voor 0% arbeidsongeschikt moet worden beschouwd. Verweerder heeft de aanvullende rapporten in beroep alsnog aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd en stelt zich op het standpunt dat eiseres per 19 juni 2019 dus nog steeds niet aan de voorwaarde voldoet dat het arbeidsongeschiktheidspercentage tenminste 35% moet zijn. De loongerelateerde WGAuitkering is volgens verweerder dan ook terecht beëindigd.

2.3

De rechtbank zal hierna, aan de hand van de beroepsgronden van eiseres, beoordelen of er aanleiding bestaat om de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand te laten.

3. Eiseres heeft de rechtbank geen toestemming gegeven om stukken die medische gegevens bevatten ter kennisname van derde-partij te brengen. Gelet hierop zal de rechtbank medische terminologie zoveel mogelijk vermijden bij de motivering van haar oordeel, om te voorkomen dat die gegevens langs deze weg alsnog openbaar worden.

4. Op de zitting heeft eiseres haar beroepsgrond over het opleggen van een loonsanctie en de ingangsdatum van de uitkering, ingetrokken. De rechtbank zal daarom niet meer op deze beroepsgrond ingaan.

5. Bij haar beoordeling stelt de rechtbank voorop dat volgens vaste rechtspraak medische rapporten van verzekeringsartsen als basis kunnen dienen voor een oordeel over iemands arbeidsongeschiktheid. Die rapporten moeten dan wel:

 op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;

 geen tegenstrijdigheden bevatten, en;

 voldoende begrijpelijk zijn.

De rapporten zijn in beroep wel aanvechtbaar. Daarvoor moet eiseres aanvoeren (en zo nodig aannemelijk maken) dat de rapporten niet aan de genoemde drie voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling onjuist is. Niet-medisch geschoolden kunnen aannemelijk maken dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Om voldoende aannemelijk te maken dat een medische beoordeling onjuist is, is in beginsel informatie van een arts of medisch behandelaar noodzakelijk. Dit betekent dat hoe eiseres zich zelf voelt zonder dat daar een medische onderbouwing voor is, niet genoeg is om bij de rechtbank gelijk te krijgen.

Voldoet de medische beoordeling aan de voorwaarden?

6. De rechtbank vindt van wel. Eiseres is door de eerste verzekeringsarts gezien en lichamelijk en psychisch onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiseres ook gezien en heeft het dossier uitgebreid bestudeerd. Zij heeft alle beschikbare medische informatie van de behandelaars van eiseres kenbaar bij haar beoordeling betrokken. In reactie op het beroep en de expertiserapporten van [Neuroloog] die eiseres heeft overgelegd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanvullend gerapporteerd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft zij daarin begrijpelijk en zonder tegenstrijdigheden beargumenteerd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de medische beoordeling aan de voorwaarden voldoet.

Is de medische beoordeling juist?

7. Eiseres voert aan dat de medische beoordeling onjuist is, omdat zowel haar lichamelijke als psychische klachten zijn onderschat. Ter onderbouwing heeft zij gewezen op de rapporten van neuroloog [Neuroloog] . [Neuroloog] acht eiseres vanwege haar lichamelijke klachten aanvullend aangewezen op werk zonder hoog handelingstempo met links. Ook acht hij haar verdergaand beperkt in reiken met links dan in de FML is opgenomen. De lichamelijke kwetsbaarheid van eiseres links moet volgens [Neuroloog] ook apart in de FML worden vermeld in de vorm van een verhoogd risico in werk. Eiseres heeft zelf nog aangevoerd dat zij vanwege haar lichamelijke klachten ook beperkt is in het maken van schroefbewegingen met links en dat zij met links weliswaar tot 1 kg kan tillen, maar niet kan dragen. Vanwege de psychische diagnosen die bij eiseres zijn gesteld acht [Neuroloog] haar verder aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines en productiepieken en zonder grote psychische druk. De beperking op vervoer in de FML moet volgens [Neuroloog] om die reden ook verder worden uitgebreid. Eiseres heeft er tot slot zelf nog op gewezen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar aanvullende rapport van 19 februari 2020 schrijft dat zij eiseres beperkt acht in het hanteren van conflicten in direct contact, maar dat deze beperking helemaal niet in de FML is opgenomen. Ook in zoverre is de medische beoordeling onjuist, aldus eiseres.

Lichamelijke beperkingen

8.1

De rechtbank stelt voorop dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep gelet op haar rapporten, kennis heeft genomen van alle lichamelijke en psychische aandoeningen en klachten die eiseres noemt. Zij heeft eiseres in de FML vanwege haar lichamelijke klachten naar eigen zeggen niet aangewezen op werk zonder hoog handelingstempo met links, omdat er al een beperking op frequent reiken met links in de FML is opgenomen. Eiseres wordt met links maximaal in staat geacht om zo nodig elk uur van de werkdag ongeveer 300 keer te reiken. Hierdoor is werken op hoog handelingstempo met links automatisch al niet mogelijk. De rechtbank kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep hierin volgen. Uit de rapporten van [Neuroloog] waar eiseres naar heeft verwezen komt niet naar voren wat desondanks nog de meerwaarde zou zijn van een specifieke beperking op hoog handelingstempo.

8.2

De rechtbank stelt verder vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in de FML eiseres maximaal in staat acht om met links tot circa 50 cm te reiken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is deze beperking in lijn met de reikwijdte van de linkerarm van eiseres van 40 cm die door [Neuroloog] is gemeten. De rechtbank kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook hierin volgen. Uit het Claim Borgings- en Beoordelingssysteem (CBBS), het systeem dat de verzekeringsarts gebruikt bij het vaststellen van beperkingen in een FML, volgt immers dat een verschil in reiken van 10 centimeter al kan worden overbrugd door het bovenlichaam 15 graden te buigen of torderen. De rechtbank ziet verder dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres in staat acht om met pijn en moeite met links nog verder, tot circa 60 cm, te reiken als eiseres haar bovenlichaam verder dan 15 graden buigt of tordeert. In haar aanvullende rapport van 7 oktober 2021 wijst de verzekeringsarts erop dat zij eiseres hier alleen incidenteel toe in staat acht, dat wil zeggen slechts een enkele keer per uur. Functies waarin verder reiken dan 50 cm met links vaker voorkomt dan dat, zijn niet geschikt. De rechtbank kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook hierin volgen. Uit de rapporten van [Neuroloog] waar eiseres naar heeft verwezen komt niet naar voren waarom eiseres incidenteel niet in staat zou kunnen zijn om haar bovenlichaam verder dan 15 graden te buigen of torderen. [Neuroloog] acht eiseres blijkens zijn rapporten ook niet beperkt in buigen of torderen.

8.3

Dat de lichamelijke kwetsbaarheid van eiseres links apart in de FML had moeten worden vermeld in de vorm van een verhoogd risico in werk, zoals [Neuroloog] voorstaat, volgt de rechtbank evenmin. Gelet op het CBBS is een beperking op dit item alleen aangewezen als er gevaar bestaat voor persoonlijk risico met betrekking tot alertheid, een verminderd bewustzijn, het kunnen inschatten van gevaar, de zintuiglijke functies, een verminderde tastzin, reactiesnelheid op en handelen in gevaarlijke situaties (zoals bij een motorische stoornis of Parkinson) of verminderde herstelkansen na een verwonding. De rechtbank is niet gebleken dat hiervan sprake is bij eiseres. [Neuroloog] heeft dat ook geenszins onderbouwd.

8.4

De door eiseres zelf voorgestane verdergaande beperkingen in het maken van schroefbewegingen en dragen met links, volgt de rechtbank niet. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de FML al opgenomen dat eiseres met links geen grote kracht kan zetten bij het maken van schroefbewegingen. Volgens eiseres is dat onvoldoende omdat zij ook beperkt is in de draaibeweging die zij hierbij zou moeten maken. De rechtbank ziet gelet op het CBBS echter niet dat de bij eiseres (licht) beperkte supinatie moet leiden tot een verdergaande beperking in het maken van schroefbewegingen in de FML. Bij 'schroefbewegingen met hand en arm’ gaat het om de gecoördineerde activiteit van vingers, hand en arm om een voorwerp met enige krachtsinspanning een slag te draaien, te buigen of te vervormen. Het CBBS schrijft niet voor dat die “slag” een minimale supinatie moet beslaan. Dat eiseres helemaal geen draaibeweging kan maken met links, volgt niet uit de medische informatie. De rechtbank ziet verder dat eiseres in de FML in staat is geacht om met links tot 1 kg te tillen én te dragen. Dat eiseres niet in staat zou zijn om tot 1 kg te dragen, volgt ook niet uit de medische informatie. Daarbij weegt de rechtbank mee dat eiseres ook door [Neuroloog] in staat wordt geacht om tot 1 kg met links te dragen. De rechtbank ziet dus ook op dit punt geen aanleiding om aan de juistheid van de beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te twijfelen.

Psychische klachten

8.5

De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voor de psychische klachten die eiseres ervaart, anders dan een beperking op vervoer vanwege het medicatiegebruik kort na 19 juni 2019, geen beperkingen in de FML heeft opgenomen. De psycholoog heeft twee psychische diagnosen bij eiseres gesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet in de redenen van de psycholoog voor het stellen van die diagnosen, echter geen aanleiding voor het aannemen van arbeidsbeperkingen voor eiseres. Daarnaast zijn de psychische klachten die eiseres ervaart voornamelijk gerelateerd aan haar lichamelijke klachten, en daar wordt volgens de verzekeringsarts al voldoende rekening mee gehouden in de FML. De rechtbank kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep hierin volgen. Binnen het systeem van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling toetst de verzekeringsarts de klachten en aandoeningen van de verzekerde aan zijn eigen sociaalmedische kennis. De verzekeringsarts moet daarbij beoordelen of sprake is van een consistent geheel van stoornissen, beperkingen en handicaps. Die beoordeling houdt dus meer in dan het geven van een naam aan bepaalde klachten, met andere woorden, een diagnose op zichzelf zegt nog niets over de belastbaarheid van de betrokken verzekerde. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in geval van eiseres toereikend gemotiveerd waarom zij de visie van psycholoog ten aanzien van de gestelde diagnosen niet volgt. Voor zover [Neuroloog] de door hem voorgestane psychische beperkingen van eiseres relateert aan de gestelde diagnosen, doen zijn rapporten de rechtbank dus niet twijfelen aan de juistheid van de beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.

8.6

Dat eiseres volgens de eerste verzekeringsarts bij het onderzoek emotioneel en somber was, maakt dit oordeel niet anders. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er in dat kader terecht op gewezen dat bij het spreekuur uitgebreid wordt ingegaan op de ziektegeschiedenis van een verzekerde en dat dit logischerwijs tot emoties kan leiden op dat moment.

8.7

Wél volgt de rechtbank eiseres in het betoog dat zij ten onrechte niet beperkt is geacht in het hanteren van conflicten in direct contact. In haar aanvullende rapport van 19 februari 2020 schrijft de verzekeringsarts bezwaar en beroep, voor zover hier relevant, daarover: “(…) De beperking in rechtstreeks contact werd gegeven in verband met het feit dat cliënt wat kwetsbaarder is door de afgelopen ziektegeschiedenis met niet geloofd worden, aan het werk moeten, waardoor ik conflicthantering in direct contact, dus de meest zware vorm, beperkt achtte. (…)” De rechtbank ziet deze beperking, met eiseres, echter niet terug in de FML. In de aanvullende rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 juni 2021 en 7 oktober 2021 die verweerder in beroep heeft overgelegd, ontbreekt hiervoor een verklaring. De beroepsgrond slaagt.

9. Gelet op het voorgaande heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat de medische grondslag van het bestreden besluit onjuist is. Het beroep is dus ook om die reden gegrond. De rechtbank komt dan ook niet toe aan een beoordeling van de arbeidskundige beroepsgronden van eiseres.

Conclusie

10. De rechtbank ziet gelet op wat onder 9. is overwogen geen aanleiding de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, nu verweerder de beperkingen van eiseres opnieuw zal moeten vaststellen. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen (tussenuitspraak te doen) in de zaak. Verweerder is na afloop van de zitting door de rechtbank namelijk al in de gelegenheid gesteld om het bestreden besluit onder meer ten aanzien van het specifieke betoog van eiseres over conflicthantering in direct contact, nader te onderbouwen en heeft dat niet gedaan. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen op het bezwaar van eiseres met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken. Deze termijn begint nadat de termijn om hoger beroep in te stellen ongebruikt is verstreken of, als hoger beroep wordt ingesteld, nadat op het hoger beroep is beslist

11. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, veroordeelt zij verweerder in de proceskosten van eiseres. De rechtbank stelt de proceskosten van eiseres voor de beroepsmatige rechtsbijstand van haar gemachtigde vast op € 1.518,-- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 759,-- met een wegingsfactor 1). De rechtbank veroordeelt verweerder ook in de kosten die eiseres heeft gemaakt voor het inschakelen van neuroloog [Neuroloog] . Dergelijke kosten komen voor vergoeding in aanmerking als het inroepen van de medisch adviseur redelijk was en de daarvoor gemaakte kosten zelf ook redelijk zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is aan deze eisen voldaan. De rechtbank stelt de kosten die eiseres heeft gemaakt voor de rapporten van [Neuroloog] van 4 juli 2020 en 20 september 2021, vast op € 1.623,16. Dit betekent dat de rechtbank verweerder veroordeelt in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 3.141,16.

12. De rechtbank bepaalt tot slot dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 48,-- aan eiseres vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:

 verklaart het beroep gegrond;

 vernietigt het bestreden besluit;

 draagt verweerder op om binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak gezag van gewijsde heeft gekregen, een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres met inachtneming van deze uitspraak;

 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 3.141,16;

 bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 48, aan eiseres vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. N.K. de Bruin, griffier. De beslissing is uitgesproken op 5 januari 2022 zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

(de griffier is verhinderd om

de uitspraak te ondertekenen)

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Deze uitspraak is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature