Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Tussenvonnis. Boete op grond van algemene voorwaarden wegens gemiste afspraak orthodontist. Voorgenomen vernietiging oneerlijk beding wegens strijd met Richtlijn 93/13/EEG.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

kantonrechter

locatie Almere

zaaknummer: 8942672 MC EXPL 20-9089

Vonnis van 28 april 2021

inzake

de besloten vennootschap

[eiseres] B.V. h.o.d.n. [handelsnaam],

gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,

verder ook te noemen [eiseres] ,

eisende partij,

gemachtigde: Webcasso B.V.,

tegen:

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

verder ook te noemen [gedaagde] ,

gedaagde partij,

gemachtigde: [gemachtigde] .

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding, met producties, van 11 november 2020;

- de conclusie van antwoord met een productie;

- de akte van [eiseres] , tevens houdende vermindering van eis;

- de antwoordakte van [gedaagde] met een productie.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] en [naam onderneming] te [vestigingsplaats 2] (hierna: de orthodontist) hebben een mondelinge behandelingsovereenkomst gesloten op grond waarvan de orthodontist op 28 mei 2019 en op 11 juni 2019 aan [gedaagde] (orthodontische) diensten zou leveren.

2.2.

[gedaagde] is zowel op 28 mei 2019 als op 11 juni 2019 niet bij de orthodontist verschenen en heeft de afspraken niet (tijdig) afgezegd.

2.3.

De orthodontist heeft de vorderingen tot betaling van de kosten van de niet nagekomen afspraken aan [eiseres] overgedragen.

2.4.

Bij factuur van 17 juni 2019 heeft [eiseres] een bedrag van € 15,00 bij [gedaagde] in rekening gebracht ter zake de kosten van de niet nagekomen afspraak van 11 juni 2019 en bij factuur van 28 november 2019 een bedrag van € 50,00 ter zake de kosten van de niet nagekomen afspraak van 28 mei 2019. Op de achterzijde van deze facturen zijn de algemene betalingsvoorwaarden van [eiseres] opgenomen. Hierin is onder meer het volgende bepaald:

‘Betalingsvoorwaarden [handelsnaam] verzorgt de debiteurenadministratie voor uw zorgverlener. Uw zorgverlener hanteert de [handelsnaam] betalingsvoorwaarden en heeft de vordering die hij op u heeft, overgedragen aan [handelsnaam] te [vestigingsplaats 1] (KvK no. [.] ), welke overdracht door [handelsnaam] is aanvaard. (…) Algemeen (…) 4. Wanneer de patiënt is verhinderd voor een afspraak dient hij deze uiterlijk 24 uur tevoren af te zeggen. Zegt de patiënt de afspraak niet of niet op tijd af, dan kan de zorgverlener de gereserveerde tijd in rekening brengen indien in deze tijd geen andere declarabele werkzaamheden konden worden verricht. Als de gereserveerde tijd aan de patiënt in rekening wordt gebracht, zal dit een naar redelijkheid vast te stellen percentage (0-100) van het bedrag van de voorgenomen behandeling betreffen. Betrof de afspraak een behandeling orthodontie, dan zal dit bedrag in beginsel gelijk zijn aan het consulttarief. Indien een uitgebreid onderzoek of plaatsing of verwijdering van apparatuur was voorzien, kan het viervoudig van het consulttarief in rekening worden gebracht.’

2.5.

Op 27 december 2019 heeft [gedaagde] een bedrag van € 15,00 en op 5 januari 2021 (na de dagvaarding) een bedrag van € 50,00 aan [eiseres] betaald.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert, na vermindering van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan [eiseres] te voldoen € 0,82 aan rente tot 11 november 2020, € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente over € 50,00 vanaf 11 november 2020 tot de voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3.2.

Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiseres] dat [gedaagde] op grond van de tussen [gedaagde] en de orthodontist gesloten behandelingsovereenkomst en de daarop toepasselijke algemene voorwaarden, welke op de achterzijde van de facturen en in de praktijk kenbaar zijn gemaakt, kosten verschuldigd is geworden wegens het zonder tijdige afzegging niet verschijnen op de afspraken. [gedaagde] is vervolgens, ondanks sommaties, niet tot tijdige betaling van deze kosten overgegaan. [eiseres] maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten nu [gedaagde] in verzuim is geraakt, respectievelijk [eiseres] de vordering uit handen heeft moeten geven.

3.3.

Bij conclusie van antwoord maakt [gedaagde] bezwaar tegen de hoge kosten en stelt hij dat hij ziek was en de afspraken niet op tijd kon afbellen. Bij antwoordakte stelt [gedaagde] vervolgens dat volgens de orthodontist de factuur van € 50,00 niet bestaat en niet meer terug te vinden is in hun systeem, dat bij minderjarigen bij een niet nagekomen afspraak een boete geldt van € 15,00 en niet van € 50,00, dat de factuur- en behandeldatum van 18 november 2019 respectievelijk 28 mei 2019 niet kloppen en dat hij geen herhaalde verzoeken of sommaties heeft ontvangen. Ten slotte heeft [gedaagde] – naar de kantonrechter begrijpt – gevorderd dat de betaalde bedragen teruggestort worden.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

[gedaagde] heeft niet (gemotiveerd) betwist dat hij met de orthodontist een mondelinge behandelingsovereenkomst heeft gesloten op grond waarvan op 28 mei 2019 en op 11 juni 2019 aan hem (orthodontische) diensten zouden worden verleend en dat hij op deze afspraken – zonder tijdige afzegging – niet is verschenen. Weliswaar heeft [gedaagde] gesteld dat de factuurdatum van 28 november 2019 en de datum van behandeling van 28 mei 2019 niet kloppen, maar onvoldoende duidelijk is of [gedaagde] hiermee heeft bedoeld te betwisten dat hij op of omstreeks 28 mei 2019 een afspraak heeft gemaakt waarop hij vervolgens zonder tijdige afzegging niet is verschenen. Voor zover [gedaagde] dat wel heeft bedoeld, dan gaat de kantonrechter hieraan voorbij omdat deze stelling strijdig met zijn eerder verklaring in de conclusie van antwoord, waarin hij juist heeft gesteld dat hij ziek was en de afspraken niet tijdig kon afbellen.

4.2.

De kantonrechter gaat ook voorbij aan de stelling van [gedaagde] dat de orthodontist de factuur van € 50,00 niet meer in haar systeem kan terugvinden. Dit doet, wat daar verder ook van zij, niet af aan het feit dat voldoende is vast komen te staan dat [gedaagde] op twee afspraken niet is verschenen. Bovendien is het verklaarbaar dat de vordering niet meer in de systemen van de orthodontist is terug te vinden, nu de orthodontist de vordering heeft overgedragen aan [eiseres] en in deze procedure niet als eisende partij optreedt.

4.3.

[eiseres] baseert de in rekening gebrachte kosten voor de niet nagekomen afspraken op artikel 4 van haar algemene betalingsvoorwaarden. De overeenkomst tussen de orthodontist en [gedaagde] is niet op schrift gesteld. Nog afgezien van de vraag of en op welke wijze de algemene voorwaarden van [eiseres] op deze overeenkomst van toepassing zijn verklaard en voor [gedaagde] op voorhand voldoende kenbaar waren als bedoeld in artikel 6:233 onder b jo. artikel 6:234 BW , overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] als consument is aan te merken, zodat op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie en de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld moet worden of het beding, op grond waarvan [eiseres] de schade die zij lijdt in het geval [gedaagde] de afspraken niet nakomt, onredelijk bezwarend is. In het geval wordt vastgesteld dat het beding ‘oneerlijk’ is in de zin van artikel 3 lid 1 van de Richtlijn 93 /13/EEG (hierna: de Richtlijn) dient het beding buiten beschouwing te worden gelaten. De kantonrechter is voornemens het beding te vernietigen voor zover het ziet op de gevorderde kosten voor de niet nagekomen afspraken. Dit zou betekenen dat de betalingen van [gedaagde] onverschuldigd zijn gedaan. De kantonrechter overweegt hiertoe als volgt.

4.4.

De patiënt (lees: consument) kan uit artikel 4 van de algemene voorwaarden zelf niet opmaken wat de hoogte is van de kosten van de voorgenomen behandeling waarmee hij nog kan worden geconfronteerd en hoe deze kosten worden berekend. De enkele benoeming dat de kosten eenzijdig door [eiseres] worden vastgesteld op een naar redelijkheid vast te stellen percentage tussen de 0 en 100% van de voorgenomen behandeling, dan wel dat de kosten bij orthodontie ‘in beginsel’ gelijk zullen zijn aan het consulttarief en onder omstandigheden het viervoudige daarvan, brengt met zich dat [eiseres] (de wijze van berekening van) de kosten tussentijds en zonder medeweten en/of instemming van de consument naar eigen inzicht kan wijzigen.

4.5.

Artikel 4 van de algemene voorwaarden is daarom aan te merken als een eenzijdig wijzigingsbeding en brengt dan ook een aanzienlijke verstoring van het contractuele evenwicht tussen [eiseres] en [gedaagde] in de zin van artikel 3 van de Richtlijn met zich mee. Daaraan doet een weergave van de kosten achteraf in een concrete zaak niets af. Daarbij komt dat artikel 4 van de algemene voorwaarden niet transparant is. Artikel 5 van de Richtlijn bepaalt in dit verband: ‘In het geval van overeenkomsten waarvan alle of bepaalde aan de consument voorgestelde bedingen schriftelijk zijn opgesteld, moeten deze bedingen steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. In geval van twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de consument gunstigste interpretatie. (…)’. De enkele bepaling dat de in rekening te brengen kosten eenzijdig door [eiseres] worden vastgesteld, dan wel ‘in beginsel’ gelijk zijn aan het consulttarief of het viervoudige daarvan, is niet ‘duidelijk’ in de zin van dit artikel.

4.6.

Naast de voorwaarde dat een beding transparant moet zijn, dient een beding op grond waarvan de consument de door zijn handelen geleden schade van eisende partij moet vergoeden deugdelijk te zijn onderbouwd. In dit geval heeft [eiseres] niet gesteld waarom de facturen met de omschrijving ‘niet nagekomen afspraak’ een evenredige vergoeding betreffen van haar schade.

4.7.

Gelet op de uitspraak van de Hoge Raad van 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691 ( [achternaam 1] / [achternaam 2] ) zal de kantonrechter [eiseres] en [gedaagde] , in het kader van het beginsel van hoor en de wederhoor, in de gelegenheid stellen om bij akte te reageren op de door de kantonrechter voorgenomen vernietiging van artikel 4 van de algemene voorwaarden.

5 De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 12 mei 2021 te 11:00 uur voor het nemen van een akte door [eiseres] over hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de door de kantonrechter voorgenomen vernietiging van artikel 4 van de algemene voorwaarden, voor zover het ziet op de gevorderde kosten voor de niet nagekomen afspraken;[gedaagde] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om binnen een termijn van twee weken daarop schriftelijk te reageren;

5.2.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 28 april 2021.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature