U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Medeplegen van het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep en hasjiesj alsmede medeplegen van de handel daarin gedurende ongeveer 9 maanden (artikel 3 Opiumwet). Aan verdachte en zijn medeverdachte wordt een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/228136-20 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 17 maart 2021

in de strafzaak tegen

[verdachte] , geboren op [1997] te [geboorteplaats ] ,wonende op het adres: [woonplaats] , [adres] ,

hierna te noemen: verdachte.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 maart 2021.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie, mr. R.J.J.S. Visser en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: op 8 september 2020 te Hilversum met (een) ander(en) opzettelijk ongeveer 238,50 kilogram hennep en ongeveer 248,24 kilogram hasjiesj aanwezig heeft gehad.

feit 2: in de periode van 1 oktober 2019 tot en met 8 september 2020 te Hilversum, met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan de handel in softdrugs (hennep en/of hasjiesj).

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft (primair) vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. De raadsman heeft betoogd dat de redenen die hebben geleid tot de aanhouding onduidelijk zijn. In het dossier staan verschillende versies omtrent de grondslag van de aangewende bevoegdheden van verbalisanten. De verder in het dossier gerelateerde feiten en omstandigheden (onder anderen dat de inzittenden van de Volkswagen Polo eerder in de loods gesignaleerd zijn waar zich mogelijk een kwekerij of opslagplaats bevond) leiden tot de doorzoeking in de loods. Een en ander doet het vermoeden ontstaan dat het binnentreden achteraf is gelegitimeerd. De doorzoeking is onrechtmatig. Dit dient op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering tot bewijstuitsluiting, en dus vrijspraak, te leiden, aldus de raadsman.

Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten niet kunnen worden bewezen, nu uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat verdachte als medepleger van medeverdachte [medeverdachte 1] kan worden gezien. Bovendien kan het opzet op het aanwezig hebben van de middelen in de loods niet wettig en overtuigend worden bewezen, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid ervan in die loods. Ook ten aanzien van de handel (feit 2) ontbreekt het aan voldoende wettig en overtuigend bewijs. De raadsman heeft betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat de telefoon die als handelstelefoon wordt gezien, bij verdachte in gebruik was.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen

Verdachte heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik was in de loods aan de [adres] te [woonplaats] op 8 september 2020, toen de politie het pand betrad. Ik heb op 8 september 2020 gebruik gemaakt van de telefoon met goednummer PL0900-2020292502-2692154. De telefoon met goednummer met goednummer PL0900-2020292502-2692157 is van mij.

In een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot een doorzoeking in het pand aan de [adres] te [woonplaats] is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Op dinsdag 8 september 2020 werden op heterdaad aangehouden terzake overtreding van de

Opiumwet verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Gezien was dat medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een bedrijfspand aan de [adres] te [woonplaats] verlieten en met een Volkswagen Polo wegreden. Tevens werd verdachte in het bedrijfspand aangehouden. Er heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het bedrijfspand [adres] te [woonplaats] . In het bedrijfspand werd een grote partij hennep en hasj aangetroffen:

In ruimte D (kantineruimte / opslagruimte):

In 10 verhuisdozen zaten gesealde zakken met vermoedelijk hasj. Bij een indicatieve weging bleek dat de dozen in gewicht varieerden tussen de 20 en 30 kilo.

In 1 XXL doos werd -indicatief gewogen- 32 kilo vermoedelijk hasj en 900 gram hennep aangetroffen. In vijf andere XXL-dozen werd hennep aangetroffen, na indicatieve weging bleek elke doos ongeveer 10 kilo te wegen.

In ruimte E (een opslagruimte):

60 zakken vermoedelijk hennep, indicatief gewogen elk van een (1) kilo. Zes grote

doorzichtige zakken van een zeer groot model met daarin vermoedelijk hennep. Deze

zakken bleken na indicatieve weging te variëren van 3 tot 5 kilo. Daarnaast werden er

14 zakken van een kleiner model aangetroffen. Deze hadden een totaal gewicht van

ongeveer 10 kilo na indicatieve weging. Op een tafel stond een weegschaal. Ook bevond zich een vacumeermachine in deze ruimte en was er een koolstoffilter aangesloten op een afvoerslang.

Ruimte F (verborgen ruimte):

Hier zijn diverse zakken met vermoedelijk hennep aangetroffen. Na indicatieve weging bleek dit te gaan om ongeveer 70 kilo. Tevens werden er vier koolstoffilters aangetroffen, waarvan er twee aangesloten waren.

In een Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot een onderzoek naar verdovende middelen is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Onder proces-verbaal met nummer PL0900-2020292502 is er op dinsdag 8 september 2020 een grote partij vermoedelijk softdrugs in beslag genomen. Ik zag dat de partij bestond uit twee verschillende soorten verdovende middelen. Ik zag dat de partij bestond uit verschillende zakken. Deze zakken waren gevuld met toppen van een groene plantensoort. Ik herkende de plantensoort aan de uiterlijke kenmerken als zijnde hennep. Ik zag dat de toppen gedroogd waren, dit betreft een normaal proces tijdens de verwerking van de hennepplanten. Tevens rook ik rondom de zakken een sterke geur. Ik herkende deze geur direct als zijnde een hennepgeur. Hierop heb ik één monster genomen van de partij. Ik heb dit monster getest middels een ‘Cannabis tester‘. Indien de test een positief resultaat weergeeft, zal de tester rood kleuren. Ik zag dat de tester na het testen van de inhoud van bovengenoemde zakken, rood kleurde. Hierop stelde ik vast dat de inhoud van bovengenoemde zakken hennep betrof en de werkzame stof THC bevatte.

Ik zag dat het andere deel van de partij bestond uit ingetapete blokken. Ik zag aan de vorm van de blokken dat elk blok weer bestond uit meerdere kleine blokjes. Het is mij ambtshalve bekend dat deze wijze van verpakken gebruikt wordt voor het vervoer van het verdovende middel hasj. Ik zag dat alle blokjes bruin van kleur waren. Ik herkende de uiterlijke kenmerken als zijnde de verdovende middelen hasj. Ik rook dat er een sterke geur om de blokken hing die ik herkende als de geur van hasj. Hierop heb ik één monster van elk groot blok genomen. Ik heb de monsters getest middels een ‘Cannabis tester‘. Indien de test een positief resultaat weergeeft, zal de tester rood kleuren. Ik zag dat alle drie de testers na het testen van de inhoud van bovengenoemde blokken, rood kleurden. Hierop stelde ik vast dat de inhoud van bovengenoemde blokken hasj betrof en de werkzame stof THC bevatte.

In een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de huur van voornoemd pand is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Verdachte is de huurder van het pand. De ingangsdatum van de huurovereenkomst is 1 oktober 2019.

In een Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot het aantreffen van telefoons bij verdachte is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Ten tijde van de aanhouding van verdachte droeg hij drie telefoons bij zich. Eén telefoon droeg hij in zijn broekszak en twee telefoons in zijn rechter kontzak. Het betrof een iPhone met goednummer PL0900-2020292502-2692150, een iPhone zwart met goednummer PL0900-2020292502-2692154 (hierna: goednummer 54) en een iPhone met goednummer PL0900-2020292502-2692157 (hierna: goednummer 57).

In een Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot een onderzoek naar een onder verdachte inbeslaggenomen telefoon (met goednummer 54) is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Ik kom meerdere afbeeldingen tegen die voor het onderzoek van belang kunnen zijn.

Foto 1: Betreft een foto van een afbeelding van een ander scherm. Ik zie dat er benamingen staan met daarachter een hoeveelheid. Ik verbalisant herken de term gelato, deze naam wordt gebruikt bij een soort hennep. Ik verbalisant zie ook staan AM Lemon citrus en AM Oud. Ik verbalisant herken AM als zijnde amnesia, dit betreft een hennepsoort. Door deze bevindingen heb ik sterk het vermoeden dat dit een administratie document betreft van een partij hennep.

Foto 2: Betreft een foto van een notitie met daarop vermoedelijk een datum 25-07 zaterdag. Hierop staat AM en gruis. Gruis is een benaming voor overblijfselen/restjes. Deze benaming wordt ook gebruikt om restjes hennep te benoemen. 25 juli 2020 betrof een zaterdag.

Foto 3: Betreft een notitie met aantallen AM erop.

Foto 4: Betreft een foto van een notitie met daarop AM, AMG, Gelato en Gruis en

daarachter hoeveelheden. AMG is mij bekend als Amnesia mac ganja, dit betreft een

hennepsoort.

Foto 5: Betreft een screenshot van een gesprek met "Klei Bro". Hierin wordt gesproken over "Mijn kleine bro kan het aannemen en heeft ook nog wat handel".

Foto 6: Betreft een notitie met daarop de tekst "4/8 jongetje mee 1 plakje cocola".

Ook hierop staat een overzicht van aantallen.

Foto 7: Betreft een screenshot van een gesprek met " [A] ". Hierop is een afbeelding te zien van een screenshot van een gesprek met ‘Cabaratuur’. In het gesprek met ‘Cabaratuur’ wordt gesproken over: "gebroken pakjes, geen 1 plakje is 100 voor de duidelijkheid". [A] stuurt "10 stuks zijn 1 ki". Ik verbalisant heb sterk het vermoeden dat hier over plakjes hasj wordt gesproken, waarvan mij ambtshalve bekend is dat deze vaak per 100 gram worden verpakt. Het contact [A] komt voor in de contacten zonder telefoonnummer.

Foto 8: Betreft een foto van een notitie met daarop de termen Cocola, AM gruis, monsters. Ook staan er hoeveelheden op en vermoedelijk datums.

Foto 9: Betreft een foto van een notitie met daarop vermoedelijk hennep soorten en

hoeveelheden.

- Foto 10: Betreft een foto van een notitie met daarop vermoedelijk hennep soorten en

hoeveelheden.

Foto 12 - Betreft een foto van een notitie met daarop de namen: AM, Gelato. Op deze notitie staat bij de getallen de tekst "gewicht". Ook staat er "drogen, minder geknipt, goed geur". De datum 18-07 zaterdag staat er op geschreven.

Foto 13: Betreft een foto van een notitie met daarop: "cocola, gruis, zaad". 25/7, 6/8 en hoeveelheden.

Foto 14: Betreft een screenshot van een notitie met daarop als titel "PO". 1 k gruis gelato en 5 k gruis reus.

Foto 15: Betreft een foto van een notitie met daarop: AM, Gelato, So met takken.

Foto 16: Screenshot van gesprek met "Klei bro". Hierin wordt gesproken over "Prijzen".

Er zijn onder meer de volgende notities aangemaakt in deze telefoon:

Notitie 1: aangemaakt op 7-9-2020. Titel "Po". Inhoud: 1 k gruis gelato 5 k gruis reus.

Notitie 2: aangemaakt op 5-9-2020. Titel "Gelato 101:2.200. Inhoud:

17: 4.000

Gelato l0l0:2.20O

Am Citrus: 4.740

Gelato 3: 1.950

21: 5.200

Gelato 17a: 6530

van 10.740

Chats:

Ik zie dat er op de telefoon de chat applicatie Threema staat. Dit betreft een applicatie die bekend staat als veiliger alternatief voor WhatsApp. Ik zie dat de gebruiker van de telefoon in deze app " [WhatsApp naam] " heet. Ik zie een gesprek met het contact " [A] ". Dit gesprek is gestart op 24-7-2020 en het laatste bericht is van 8-9-2020. In deze chat bevinden zich 1170 berichten, waaronder de volgende berichten:

[WhatsApp naam] is [WhatsApp naam]

[A] is [A]

25-07-2020

: Had jij de AM nog nodig

[WhatsApp naam] : Ja alleen morgen is het zondag

: Begrijp je niet

[WhatsApp naam] : Jij zij voor 11 anders volgende dag maar morgen is het zondag is dat geen probleem, kan het morgen gwn?

: Nee. Liever vandaag en anders maandag. Maar vandaag wel zo.

[WhatsApp naam] : Ok dan ga ik nu naar hem toe

: Oke duidelijk. Nog wat weg gedaan?

[WhatsApp naam] : Nee vandaag niet

: Geef door aan kl dat je komt zodat hij klaar staat. Hoeveel ga je meenemen.

[WhatsApp naam] : Heb ik gedaan hy wacht op me

: 5 toch ongeveer?

[contact 2] : Weet ik niet. Hoeveel mag ik pakken. Ik pak ook de gruis meteen

: Ongeveer 5 tot 7

[WhatsApp naam] : Oke

: Heb niks kunnen kopen hier

[WhatsApp naam] : Jaa ik snap het

: Oke duidelijk. De am geruis voor hoeveel ga je die weg doen? Heb iemand voor 1.3

[WhatsApp naam] : Ik ga kijken hoeveel ik voor kan krijgen en dan laat ik jou het weten.

: Was alleen vergeten. jeis AM. is. Met veel ballen

[WhatsApp naam] : Ik pak dan 1 er van als ik meer kan krijgen doe ik weg zo niet laat ik et voor jou beter.

(….)

: Hou er rekening mee wordt weer crisis.

[WhatsApp naam] : Ja als jij zegt effe wachten met weg doen ook goed mij maakt niet uit.

:Waarom?

[WhatsApp naam] : Maar nu willen ze nog niet goed betalen.

: Doe weg jongen.

[WhatsApp naam] : Omdat jij zegt crisis.

: Geef je alleen info. Niet dom doen

(….)

: Waar had je precies de pap gedaan in tali?

[WhatsApp naam] : In mijn schoenen die zit in de tas naast de wijn koelkasten.

: In de auto.

[WhatsApp naam] : Nee in de huis. Ik loop nu na binnen. Ik pak 7 st am.

: Oke laat me weten welke precies. Staat op de lijst.

[WhatsApp naam] : Oke nr 5 2035. nr 17 5st. Nr 17 is geen am is een gelato en nr 5 is wel een am

Noot verbalisant: De nummer 5 en 17 komen ook voor op de afbeeldingen van de diverse notities die aan dit proces-verbaal zijn toegevoegd.

: Stuur jij ook foto. Van wat je precies hebt

[WhatsApp naam] : Oke. Moment

Noot verbalisant: [WhatsApp naam] stuurt foto 2 van de fotobijlage.

27-07-2020

[WhatsApp naam] : Was gister ook weg gaan brengen maar ze vonden de topjes te klein.

[A] : De am?

[WhatsApp naam] : Ja

8-9-2020 11:03

[A] : Alles ok?

[WhatsApp naam] : Ja alles gaat goed

[A] :? pffff

[WhatsApp naam] : Hij is effe kak weg gaan brengen. Sorry hoorde de tell niet ben bezig met sorteren.

Noot verbalisant: [A] antwoord met geluidsopnames, deze kunnen op dit moment nog niet uitgeluisterd worden.

[WhatsApp naam] : Excuses ik hou de telefoon naast mij.

[A] : Dat moet. Waker blijven

[WhatsApp naam] : Er staat iemand aan de deur.

[A] : Wie

[WhatsApp naam] : Ik weet niet. [contact 2] neemt niet op

[A] : Niet openen

[WhatsApp naam] : Nee

[A] : Welke tel. Neemt hij niet op

[WhatsApp naam] : Nee normale

[A] : En die andere

[WhatsApp naam] : Jijde niet bijde

[A] : Pfff

[WhatsApp naam] : Zeg tegen la dat tis moet komen kijken. Aub

[A] : Zijn bericht komt binnen maar leest ze niet. Kut hij ver zegt hij. Doe rustig aan.

Zijn ze aan het kloppen?

[WhatsApp naam] : Nee ze willen binnen komen. Lijkt et.

[A] : Wacht.

11:13 uur

[WhatsApp naam] : Zo proberen open te breken.

[A] : Hoe bedoel je. Kut!!!! zeker po.

[WhatsApp naam] : Trekken aan de deur en trappen shit ze breken iets.

[A] : Nog steeds.

[WhatsApp naam] : Jaa harder en harder.

[A] : De plaats is dicht

[WhatsApp naam] : Wat moet ik doen. Beee ja bedoel ik.

[A] : Doe dicht

[WhatsApp naam] : Maar heb hier dozen liggen.

[A] : Zeg een vriend is net geweest en er was wat trammelant.

[WhatsApp naam] : Ze stoppen niet. Politie. Shit. Doei

[A] : Kut.

Ik, verbalisant, zie dat de berichten stoppen. Gelet op de berichten die in deze chat allemaal worden verstuurd, heb ik sterk het vermoeden dat de handel in deze gesprekken gaat over de aangetroffen hennep en hasj in het pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Met het bericht "Plaats is dicht", heb ik sterk het vermoeden dat dit gaat over de verborgen ruimte in het pand. De overige berichten in deze chat gaan over de zelfde onderwerpen als in het begin van deze opsomming van de berichten.

Gesprek met [contact 1] :

In zie in de zelfde applicatie een chat gesprek met het contact " [contact 1] ":

[contact 1] is [contact 1]

[WhatsApp naam] is [WhatsApp naam]

8-9-2020 10:08 uur

[WhatsApp naam] : Hey weet je zeker dat dat minder handel is?

Ja.

(….)

[contact 1] : Zoals we afgesproken hebben. Sorteren. En dan gaan we 1 zak maar open doen. En dan mag ie het zo meenemen.

[WhatsApp naam] : Oke.

In de applicatie kom ik meerdere gesprekken tegen die gaan over de handel van verdovende middelen. Ik, verbalisant, ben vervolgens op zoek gegaan naar het eerste bericht wat handel aantoont. Ik zie dat er een gesprek is gestart op 9-7-2020 met het contact [contact 2] . In dit gesprek zijn 912 berichten over en weer verstuurd.

[contact 2] : [contact 2]

[WhatsApp naam] : [WhatsApp naam]

10-07-2020

: Hola. Is et mogelijk om vandaag nog monsters te krijgen?

[contact 2] : Oke komt in orde. Van elk e20. Hoe is het daar.

: Oke is goed. We zitten te wachten op die jonge man. Wel al afgeleverd. Ze vonden het mooi.

[contact 2] : Dat is belangrijk.

: Alleen jongeman moet nog ff kieken.

[contact 2] : Volgende keer goed kijken als beetje zaad in zit goed geruis vrij maken!!!

Ik verbalisant heb sterk het vermoeden dat de aangetroffen foto's / afbeeldingen en

gesprekken over de handel in verdovende middelen gaan, genoemd in lijst II van de

Opiumwet. Dit vermoeden heb ik doordat er termen worden genoemd als: Gruis, takken, drogen, AM, gelato, PAP (ambtshalve bekend als papier/ geld ), gewichten, prijzen, kak (ambtshalve bekend als hasj). De genoemde termen zijn bij mij verbalisant allemaal bekend als benamingen / versluierde taal voor zaken die met hennep te maken hebben.

In een Proces-verbaal van Bevindingen, getiteld ‘Geluidsbestand [A] [verdachte] ’, is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

In de telefoon met goednummer 54 is het volgende geluidsbestand aangetroffen, dat door contact " [A] " is gestuurd op 8 september 2020 om 11:07 uur en waarop het volgende is te horen:

"Hey die persoon die je zag. Die net. Dat is een hele goede gast, is dat.

Met hem moet je proberen contact te houden. Je weet waar hij zit he, en daar is het

heel goed. Ik doe expres effe heel goed met hem begrijp je, dat we eventjes zijn weg

even openen, begrijp je mij of niet. Ok. Het is wel te plaatsen bij [naam] dat is echt

een plaats nu op dit moment, alles kan je weg doen daar. Dan moet je daar stationeren met hem als je slim bent."

Gelet op de bevindingen in een ander proces-verbaal zouden de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 8 september 2020 tussen 09:40 uur en 10:40 uur binnen zijn geweest bij het pand, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Hierdoor bestaat bij ons, verbalisanten, sterk het vermoeden dat het geluidsbestand gaat over de ontmoeting tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .

In een Proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot een onderzoek naar de historische gegevens van de telefoon met goednummer 57 is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Uit onderzoek bleek dat de telefoon met goednummer 54 gebruikt werd voor de handel in verdovende middelen. Verdachte verklaarde dat hij deze telefoon niet eerder had gezien dan de dag van de aanhouding op 8 september 2020.

Ik verbalisant kwam tijdens dit onderzoek geen enkel historische verkeersgegeven tegen van de telefoon met goednummer 57 die afweek van de historische verkeersgegevens van de telefoon met goednummer 54. Hierdoor heb ik sterk het vermoeden dat de telefoons zich bij elkaar bevonden in de periode 25-6-2020 tot en met 8-9-2020.

In een Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot een onderzoek naar een onder verdachte inbeslaggenomen telefoon (met goednummer 57) is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Gebruik telefoon:

- Toestel heeft gebruik gemaakt van telefoonnummer [telefoonnummer] .

Contact [verdachte] en [medeverdachte 1] :

Ik, verbalisant, zocht op telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer werd gebruikt

in de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] . Ik zie dat dit telefoonnummer meerdere keren voorkomt. Ik zie dat het telefoonnummer voorkomt als zijnde "signal contact, genaamd Keasy Styl. Signal betreft een applicatie om versleutelde berichten mee te versturen. Ik zie dat er op 8 september 2020 om 11:07, 11:11 en 11:14 uur geprobeerd is contact op te nemen met de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] .

In een Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot een onderzoek naar een onder medeverdachte [medeverdachte 1] inbeslaggenomen telefoon met goednummer 2692205 is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Ik, verbalisant, deed onderzoek aan de telefoon met het goednummer 2692205. Deze telefoon is in beslag genomen onder medeverdachte [medeverdachte 1] . Ik ben in mijn onderzoek eerst naar de chatgesprekken gegaan van de telefoon en zie dat de applicatie threema zich op de telefoon bevindt. Ik zie dat de gebruiker van de telefoon " [contact 1] " heet in de applicatie. Ik herken " [contact 1] " als een contact in het proces-verbaal met het nummer PL0900-2020292502-72. Ik zie vervolgens dat er een gesprek is met " [WhatsApp naam] ". De naam van de gebruiker van de telefoon in het genoemde proces-verbaal. Ik zie dat het gesprek wat is uitgewerkt in het genoemde proces-verbaal zich ook in deze chat bevindt. De gebruiker van de telefoon die ik nu onderzoek heeft dus contact met de gebruiker van de telefoon van het eerdere genoemde proces-verbaal. Ik zie dat er een gesprek is met " [A] ". Dit gesprek is gestart op 11-7-2020 en loopt tot 8-9-2020 en bevat 7228 berichten.

[A] is [A]

[contact 1] is [contact 1]

8-9-2020, dag van de aanhouding

: Ik rijd

[A] : "Duimpje"

Noot verbalisant: Er worden meerdere geluidsbestanden heen en weer verstuurd. Deze kunnen nu niet uitgeluisterd worden.

: Oke duidelijk. [naam] is met 5 min met mij

: Wat moet je hebben voor die gold. Zei je ook al weer voor kak.

[A] : 4.1. Hij kan er 4.5 vragen

: En die critical

[A] : 4.4

: Ik zei is wel gauw weg

[A] : Die critical 2.8

: Hij wil in adam de gold Verkopen. En critical naar seis

[A] : Wat vond hij van de handel

: Luister. Die ciguela. Vind ie top mog eigenlijk te goed voor daar zegt ie. Maar

hij wil ze. En die 15 ook. Hij vraagt. Doen we helft helft.

[A] : Die van Cijuela is mooi. En die 9

: Die 9 misschien later. Omdat past niet meer in de student. Want zitten ook goeie

topjes tussen. Maar als je hem de volgende keer nog hebt. Wil die hem.

[A] : Oke duidelijk

[contact 2] : Kan niet meer kwijt in de staan. Stash

[A] : Helft helft.

: Oke???

[A] : Ja

: Duidelijk. Hij krijgt 4 + misschien 45 voor deze handel in swis. Transport is

goedkoop.

: Dat gaat ie eerst testen hij gaat 4500 vragen voor critical. Luister student komt

het zelf halen en inpakken. Omdat hij bepaalde inpak methode heeft voor de stash.

Vandaag mag dat.

10:21 uur

: Hij weet wat hij doet . Oke dus. Student komt met eigen normale personen auto deze 22 halen. Maar ik haal hem eerst op. Hij zegt die auto van student is super schoon maar hoeft niet naar binnen punt uit. Oke duidelijk

10:27 uur

: AM vind top spul

[A] : Dacht ik al

: Die wil die graag ook hebben kan ie. Nu al 47 voor vragen. Maar niet nu. Die gold

voor 4.1. Gaat ie straks voor rennen. Die AM is voor adam.

[A] : Mooi

: Ok duidelijk. Ga nu test draaien met machine

[A] : Oke

(….)

10:47

[A] : ?,?,?,?

Noot verbalisant: Er volgt geen reactie meer van " [contact 1] ". Het is mij verbalisant

bekend dat de verdachte om 10:50 uur werd aangehouden.

Gesprek met onbekend contact. Dit gesprek valt op, omdat het lijkt dat er een afspraak wordt gemaakt op de dag van de aanhouding.

O: Onbekend contact

[contact 1] : [contact 1]

7-9-2020

O: Morgen 10:00 vaste plek?

: Ja zeker. Ok

O: Tot morgen vriend

Ik, verbalisant, zie dat er nog 13 gesprekken in de applicatie Threema staan. Hierin

bevinden zich eveneens gesprekken waarin met versluierde taal wordt gesproken.

In deze telefoon staan 15 notities. Gelet op de inhoud van de notities heb ik, verbalisant, sterk het vermoeden dat dit gaat over de administratie van de handel in verdovende middelen. Ook wordt er vermoedelijk gesproken over een modus operandi. Ik zie in foto 9 staan: “2 normale auto's 1 papier en 1 neemt mee!!” Het is mij ambtshalve bekend dat met papier, geld wordt bedoeld. Ook wordt er gesproken over "34 kwijt in NL en zelfs meer. In foto 7 zie ik staan "Cali Gold". Dit is bij mij ambtshalve bekend als een hennepsoort.

Verbalisant heeft meerdere afbeeldingen aangetroffen die voor het onderzoek van belang kunnen zijn:

Foto 13: Betreft een foto waarin ik een soort gelijk blokje hasj zie als werd aangetroffen tijden de aanhouding. Ik zie hier meerdere blokjes bij liggen. Ik zie dat de foto in de DCIM map staat met het fotonummer [fotonummer] .jpg. De locatie waar de foto staat geeft mij sterk het vermoeden dat de foto is genomen met de telefoon. Ik kom meerdere soortgelijke foto's tegen van een soortgelijke partij verdovende middelen.

Foto 14: Betreft een foto van een notitie, met daarop hoeveelheden en de tekst "Gelato, AM, zaad".

Foto 15: Betreft een foto van een notitie, met daarop hoeveelheden en de tekst "Critical, am, ww, Sumango". Noot verbalisant: Critical is mij ambtshalve bekend als een hasj soort. Sumango zou mogelijk somango kunnen zijn. Dit is mij ook ambtshalve bekend als zijnde een hennepsoort.

Foto 16: Betreft een foto van een notitie met daarop hoeveelheden en de tekst "4/8 jongetje mee 1 plakje cocola".

Foto 17: Betreft een foto van vermoedelijk verdovende middelen. De wijze waarop het is ingepakt is mij, verbalisant, ambtshalve bekend als inpak wijze voor verdovende middelen.

In een Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot een onderzoek naar een onder medeverdachte [medeverdachte 1] inbeslaggenomen telefoon met goednummer 2692199 is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Contact [medeverdachte 1] met [verdachte] :

Ik, verbalisant, ben gaan zoeken in het systeem naar het telefoonnummer waarmee verdachte contact zou hebben gehad met medeverdachte [medeverdachte 1] volgens het proces-verbaal PL09002020292502-89. Ik zie dat medeverdachte [medeverdachte 1] op 8 september 2020 om 11:06 uur, 11:09 uur en 11:13 uur oproepen middels de applicatie "signal" heeft gemist. Deze oproepen kwamen vanaf het nummer [telefoonnummer] .

Ik zie dat het telefoonnummer [telefoonnummer] meerdere keren voorkomt in de telefoon. (…) Ik zie dat er in totaal volgens de call log van de telefoon 173 maal contact is geweest met het contact “ [contact 3] ”.

In een Proces-verbaal van Bevindingen getiteld ‘onderzoek notities’ is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Ik, verbalisant, deed onderzoek aan in beslag genomen notities, aangetroffen in de stellingskast in de verborgen ruimte tijdens de doorzoeking op dinsdag 8 september 2020 in het pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Van deze notities heb ik, verbalisant, foto's gemaakt en deze zijn in een fotobijlage, welke toegevoegd is aan dit proces-verbaal, verwerkt:

Foto 1: Ik zie op de notities dat er benamingen staan welke genummerd zijn. Ik zie hier meerdere benamingen staan die ik ambtshalve herken als zijnde een soort hennep en/of hasj. Zoals: Critical, Haze, Afrika Queen. Ik zie ook staan 10/3. Gezien eerdere notities die ik aantrof in het onderzoek aan de telefoon in het proces-verbaal PL0900-2020292502-72, heb ik sterk het vermoeden dat hiermee 10 maart wordt bedoeld. Ook zie ik dat er een kopje "hoeveel" en "overblijft" op staat geschreven. Ik heb hierdoor sterk het vermoeden dat er verdovende middelen op de genoemde datum zijn afgeleverd.

Foto 2: Ik zie nummering met benaming en hoeveelheden staan. Boven de hoeveelheden staat "Binnen" en "Inpak". Gelet op de geringe stijging van de hoeveelheden en de hoedanigheid waarin de verdovende middelen zijn aangetroffen, dat hiermee wordt bedoeld het gewicht zonder verpakking en het gewicht met verpakking.

Foto 3: Ik zie een nummering met daarachter benamingen, waaronder AM. Ik heb het vermoeden dat "AM " staat voor amnesia. Dit betreft een softdrugs. Ook daarachter staan hoeveelheden.

Foto 4 : Ik zie een nummering met daarachter afkortingen en hoeveelheden. Ook zie ik staan "5-6". Ik vermoed dat dit 5 juni moet zijn.

Foto 5: Ik zie een nummering met daarachter afkortingen en hoeveelheden. Ik zie staan 14/7, 15/7, 16/7, 17/7, 18/7. Ik vermoed dat dit 14 juli betreft.

Foto 6, 7, 8, 9, 10: Ik zie een groen notitieboekje met daarin verschillende notities. Ik zie op foto 7 staan eruit, met daarbij 04-02 / 07-02 / 10-02 / 10-02. Ik vermoed dat dit allen datums zijn. Ik zie op foto 8 meerdere berekeningen en de term "gruis". Dit betreft een benaming voor overblijfselen van hennep.

Foto 9: benamingen waarvan ik meerdere ambtshalve herken als zijnde een hennepsoort. Hierachter staan hoeveelheden. Ook staat er 08-02 wat vermoedelijk betekent 8 februari. Op foto 10 zie ik ambtshalve bekende hennep namen staan, zoals K3, B2, Skunk en Amnesia, wat mijn eerder vermoeden dat AM staat voor Amnesia bevestigd met daarachter hoeveelheden en de vermoedelijke datum 12/10 oftewel 12 oktober.

De notities die werden aangetroffen in de verborgen ruimte tijdens de doorzoeking lijken de administratie te zijn, voor hoeveel verdovende middelen er binnen kwamen en hoeveel er weer uit ging. Ik heb het vermoeden dat op meerdere notities datums staan. Dit vermoeden bestaat doordat in het onderzoek aan de telefoon een foto (foto 2 van het proces-verbaal PLO900-2020292502-72) werd aangetroffen met daarop " 25-07 zaterdag". 25 Juli 2020 betrof een zaterdag.

In een Proces-verbaal van Bevindingen is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:

Onderzoek aan de in beslag genomen notities met goednummer 2692643 komende uit de ruimte D en de notities met goednummer 2692645, komende uit ruimte F. Deze werden aangetroffen tijdens de doorzoeking op 8 september 2020 in het pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] .

Ik zie notities (foto 1 bijlage) waarvan eerder foto’s werden aangetroffen tijdens het onderzoek aan de telefoons die onder de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] in beslag werden genomen.

Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ben de aannemer, de aannemer van de handel van de coffeeshops en de verdeler en

de planner. Het pand had ik zelf in gebruik. Als de huur betaald moest worden gaf ik [verdachte] het geld. Hij stortte het op zijn bank en betaalde de huur. Ik ben “ [contact 1] ”. We zijn vanaf januari (de rechtbank begrijp: 2020) bezig.

Verbalisant: Hoeveel kilo is er volgens jou binnengekomen en weer uit gegaan?Medeverdachte [medeverdachte 1] : 400 minus wat jullie hadden aan hennep.

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsoverwegingen feiten 1 en 2

Rechtmatigheid doorzoeking

De raadsman heeft betoogd dat de doorzoeking van de loods onrechtmatig was en dat dat moet leiden tot bewijsuitsluiting. De rechtbank overweegt als volgt. Uit de inhoud van de bewijsmiddelen rondom de identiteitscontrole en aanhouding van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en het binnentreden en vervolgens doorzoeken van de betreffende loods blijkt het volgende:

Verbalisanten kregen op 8 september 2020 omstreeks 08.30 uur een zogenaamde ANPR-hit (betrokkenheid bij een Opiumwet-feit in Zwitserland) op een voertuig dat op naam staat van [medeverdachte 2] (die, naar later bleek, ook de bestuurder was).

Omstreeks 09.23 uur parkeerde dit voertuig op de Willem Bontekoestraat te Hilversum. Verbalisanten viel op dat daarbij niet de snelste route werd gereden naar die parkeerplaats.

Rond 09.30 uur kwam een Volkswagen Polo aangereden met daarin, naar later bleek, medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] stapte bij medeverdachte [medeverdachte 1] in.

Om 09.40 uur reden zij weg en het voertuig stopte bijhet pand aan de [adres] te [woonplaats] .

Omstreeks 10.40 uur reed de Volkswagen Polo weer – met verhoogde snelheid – weg. Verbalisanten moesten hard rijden om dit voertuig bij te houden (tussen de 70 en de 80 kilometer per uur, waar 50 kilometer per uur toegestaan is). Hierbij maakte [medeverdachte 1] abrupte stuurbewegingen en wisselde hij veel van rijstrook.

[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] reden weer terug naar de parkeerplaats aan de Willem Bontekoestraat, waar het voertuig van [medeverdachte 2] nog stond.

Verbalisanten hebben daar de personalia gecontroleerd van – naar later bleek – [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Verbalisant constateerde dat de kleding van [medeverdachte 1] naar hennep rook.

[medeverdachte 2] gooide een groot blok hasj onder zijn voertuig, kennelijk om het weg te maken.

Hierop zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet.

Omdat tevens gezien was dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een bedrijfspand aan de [adres] te [woonplaats] bezochten en met hoge snelheid weer verlieten en omdat bij de controle van de personalia werd gezien dat [medeverdachte 2] een bruin blok (vermoedelijk hasj) weggegooide, werd het bedrijfspand aan de [adres] op grond van de Opiumwet betreden. Daarbij werd een grote partij hennep en hasj aangetroffen en werd verdachte aangehouden. Naar aanleiding van het voorgaande heeft er op 9 september 2020 een doorzoeking in het pand plaatsgevonden.

De rechtbank overweegt, gelet op het voorgaande, dat aan de raadsman moet worden toegegeven dat de communicatie en verslaglegging op grond waarvan bepaalde bevoegdheden zijn toegepast, onduidelijkheden bevatten en niet de schoonheidsprijs verdienen. Verbalisanten hebben echter wel de diverse feiten en omstandigheden geverbaliseerd op grond waarvan zij tot identiteitscontrole, aanhouding, binnentreding en vervolgens doorzoeking zijn overgegaan. Het relaas van de diverse verbalisanten maakt het mogelijk dat het aanwenden van de bevoegdheden kan worden getoetst. Op grond van die feiten en omstandigheden konden verbalisanten naar het oordeel van de rechtbank de door hen aangewende bevoegdheden ook toepassen.

De rechtbank is van oordeel dat de beschikbare informatie de verdenking van overtreding van de Opiumwet (en daarmee de aanhouding van verdachte) kon dragen en het staande houden, het binnentreden en de daaropvolgende doorzoeking ter inbeslagneming gerechtvaardigd waren.

Gelet op het vorenstaande verwerpt de rechtbank het door de raadsman gevoerde verweer. Het binnentreden en doorzoeken wordt rechtmatig geacht. Dat betekent dat geen sprake is van vormverzuimen als bedoeld in artikel 359a Sv , zodat bewijsuitsluiting niet aan de orde is.

Opzet / Medeplegen

De raadsman heeft betoogd dat niet kan worden bewezen dat verdachte de feiten tezamen en in vereniging heeft gepleegd, dat het opzet op deze feiten niet kan worden bewezen en dat de telefoon die als handelstelefoon wordt gezien, niet bij verdachte in gebruik was: verdachte heeft hem alleen gebruikt kort voor zijn aanhouding toen er mensen de loods probeerden binnen te gaan.

Voor medeplegen is vereist dat tussen de verdachten een nauwe en bewuste samenwerking bestaat. Daarover overweegt de rechtbank het volgende. Op de dag dat werd binnengetreden in de betreffende loods op 8 september 2020, zijn zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 1] in de loods (geweest). Medeverdachte [medeverdachte 1] is kort ervoor aangehouden nadat hij bij de loods is weggereden en verdachte werd in de loods aangetroffen en vervolgens aangehouden. Behoudens [medeverdachte 2] is verder niemand in het pand geweest die dag. In die loods werd vervolgens een grote hoeveelheid hennep en hasjiesj aangetroffen.

Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zijn beide betrokken bij de huur van het pand:

Verdachte is de huurder, terwijl zij allebei hebben bijgedragen aan de huur.

De onderzoeksbevindingen met betrekking tot de telefoons bieden eveneens inzicht in de samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [verdachte] . Uit de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de telefoon met goednummer 54 is gebruikt voor – kort gezegd – de handel in hennep en hasjiesj. Dit volgt uit het samenstel van diverse gesprekken (al dan niet in versluierde vorm), notities (van hoeveelheden en soorten drugs / de administratie van die handel) en foto’s. De rechtbank dient nu vast te stellen wie de gebruiker is geweest van de telefoon met goednummer 54, nu medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de telefoon met goednummer 54 in de loods lag en daar door verschillende mensen gebruikt kon worden en niet van verdachte is en verdachte heeft ontkend dat deze telefoon van hem is.

De rechtbank stelt ten aanzien van de telefoon met goednummer 54 het navolgende vast:

Deze telefoon is op 8 september 2020 aangetroffen in één van de zakken van verdachte ten tijde van zijn aanhouding;

Verdachte erkent dat hij die telefoon op 8 september 2020 heeft gebruikt;

De telefoon met goednummer 57, waarvan verdachte heeft verklaard dat deze van hem is, straalt in de nachtelijke uren van 8 augustus 2020 tot en met 6 september 2020 een zendmast aan in de nabijheid van zijn woning. Verbalisant kon geen duidelijk verschillende locaties op het zelfde moment vinden met betrekking tot de telefoon met goednummer 54. Verbalisant heeft sterk het vermoeden dat beide telefoons – dus de telefoon waarvan verdachte zegt dat deze van hem is en de telefoon met goednummer 54 – zich bij elkaar bevonden in de periode 25 juni 2020 tot en met 8 september 2020.

De rechtbank leidt hieruit af, het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, dat de telefoon met goednummer 54 in gebruik was bij verdachte, ook vóór 8 september 2020. Verdachte maakte daarbij gebruik van de naam ‘ [WhatsApp naam] ’ in de chat-applicatie Threema. Dat verdachte die telefoon alleen gebruikte op 8 september 2020 omdat er mensen de loods in probeerden te komen, zal de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde schuiven. Verdachte was op dat moment de enige in de loods en er gaan gesprekken vooraf aan het moment dat de politie daar probeert binnen te komen. De rechtbank zal die gesprekken hierna verder belichten.

In de telefoon met goednummer 54 is een geluidsbestand aangetroffen dat door contact " [A] " is gestuurd op 8 september 2020 om 11:07 uur. Er wordt onder meer gezegd dat ‘die persoon die je net zag, die net, dat is een hele goede gast, met hem moet je proberen contact te houden’ en ‘alles kan je weg doen daar’. Tussen 09.40 uur en 10.40 uur die dag is verdachte met [medeverdachte 2] in het pand geweest. Voornoemd geluidsbestand refereert onmiskenbaar aan [medeverdachte 2] als de persoon die langs is geweest. [medeverdachte 2] is de enige persoon – naast medeverdachte [medeverdachte 1] – die ‘net’ is langs geweest in de loods. Verdachte werd dus door “ [A] ” op de hoogte gebracht van het belang van een goed contact met [medeverdachte 2] , terwijl medeverdachte [medeverdachte 1] die ochtend een ontmoeting had met [medeverdachte 2] en met [medeverdachte 2] in de loods was geweest terwijl verdachte daar ook aanwezig was.

De telefoon met goednummer 54 heeft de chat-applicatie Threema en maakt – als gezegd – gebruik van de naam ‘ [WhatsApp naam] ’. ‘ [WhatsApp naam] ’ – verdachte dus – heeft een gesprek met ‘ [A] ’ op 8 september 2020, waarbij ‘ [WhatsApp naam] ’ aangeeft dat hij even ‘kak’ – waarvan verbalisant heeft gerelateerd dat het hem bekend is dat hiermee hasj wordt bedoeld – weg is gaan brengen. Verder zegt ‘ [WhatsApp naam] ’ dat hij bezig is met sorteren. In een eerder gesprek die dag – om 10.08 uur – tussen ‘ [WhatsApp naam] ’ en ‘ [contact 1] ’ (medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij – onder meer – ‘ [contact 1] ’ is) zegt ‘ [contact 1] ’: ‘zoals we afgesproken hebben. Sorteren. En dan gaan we één zak maar open doen. En dan mag ie het zo meenemen,’ waarop ‘ [WhatsApp naam] ’ (verdachte) antwoordt met ‘Oké’. Diezelfde dag geeft verdachte in zijn chat met ‘ [A] ’ van 11:03 en 11:13 uur er blijk van dat zij kennelijk te vrezen hebben van de politie. Enigszins paniekerig meldt hij immers dat de politie voor de deur staat en dat ze proberen naar binnen te komen.

Uit al het voorgaande leidt de rechtbank af dat tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een nauwe en bewuste samenwerking bestond:

-verdachte was op 8 september 2019 in de loods en datzelfde gold voor medeverdachte [verdachte] . Die dag is een grote partij drugs in de loods aangetroffen;

- Zowel verdachte als medeverdachte [verdachte] zijn betrokken geweest bij de (betaling van) de huur;

- verdachte en medeverdachte [verdachte] hebben een en ander met elkaar afgestemd alvorens [medeverdachte 2] het pand zou bezoeken;

,- verdachte heeft tegen [A] gezegd dat hij aan het sorteren was op het moment dat medeverdachte [medeverdachte 1] weer weg was met [medeverdachte 2] , terwijl die [medeverdachte 2] ook daadwerkelijk een plak hasj bij zich had die hij weggooide vlak voor zijn aanhouding. Die plak hasj komt wat de wijze van verpakken betreft overeen met hasj die in de loods is aangetroffen.

Uit het vorenstaande volgt niet alleen het medeplegen van het aanwezig hebben van die grote hoeveelheid hasjiesj en hennep in het pand op 8 september 2020 (feit 1), maar ook dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] met elkaar die drugshandel dreven vanuit de loods vanaf januari 2020 (feit 2). De rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] veelvuldig telefonisch contact hebben met elkaar. Verder zijn op de onder hen in beslag genomen telefoons met goednummers 54 en 205 (in gebruik bij respectievelijk verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] ) foto’s van notities aangetroffen, welke notities bij de doorzoeking in de loods zijn aangetroffen en in beslag genomen.

Daarbij is de eerste notitie die met de drugshandel in verband kan worden gebracht van februari 2020. De datum van die notitie sluit aan bij de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] , inhoudende ‘we zijn van januari 2020 bezig’. De rechtbank zal de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] over de aanvang van de onder 2 ten laste gelegde periode volgen. Het is beide verdachten er kennelijk alles aan gelegen geweest om verdachte uit de wind te houden, maar de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen wijzen in een andere richting, namelijk dat beide verdachten zich hier gezamenlijk in nauwe en bewuste samenwerking mee bezighielden. Hieruit volgt ook het opzet op de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De verweren van de raadsman vinden derhalve hun verwerping in de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen.

De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 is omschreven.

5 BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

Feit 1

hij op 8 september 2020 te Hilversum tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep en een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende hasj en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Feit 2

hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2019 tot en met 8 september 2020 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft verkocht en/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerd en/of heeft verstrekt en/of aanwezig heeft gehad, (telkens) (grote) hoeveelheden softdrugs, waaronder hennep en/of

hasj en/of hasjiesj, zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

feit 1:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

feit 2:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

en

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:

- een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de reeds ondergane voorlopige hechtenis overstijgt. Eventueel kunnen daarnaast nog een voorwaardelijke straf en een werkstraf worden opgelegd.

De raadsman heeft voorts aangevoerd dat het aanwezig hebben van een dergelijke hoeveelheid verdovende middelen in Nederland weliswaar strafbaar is, maar onontkoombaar vanwege de hypocrisie omtrent het gedoogbeleid. In zekere mate is een en ander wel verontschuldigbaar.

De raadsman heeft voorts stilgestaan bij de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Aard en ernst van de feiten

Verdachte heeft, met zijn medeverdachte, een grote hoeveelheid hennep en hasjiesj aanwezig gehad in een door hen gehuurde loods. Het exacte gewicht kan niet worden vastgesteld, nu het verpakkingsmateriaal deels is meegewogen. Om toch een indicatie van die grote hoeveelheid te geven: het bruto gewicht betreft 238,50 kilogram (gedroogde) hennep en 248,24 kilogram hasjiesj. Deze voorraad was bestemd voor de handel in voornoemde middelen. Op de dag dat de loods door de politie werd betreden en dit alles – waaronder in een verborgen ruimte – werd aangetroffen, waren verdachte en zijn medeverdachte bovendien actief bezig met deze handel. Verdachte en zijn medeverdachte hebben gedurende een periode van zo’n negen maanden in deze middelen gehandeld.

Het in een dergelijke omvang aanwezig hebben van hennep en hasjiesj en de handel daarin is een illegale activiteit waarmee aanzienlijke illegale winsten kunnen worden behaald. Daarnaast zijn hennep en hasjiesj bij gebruik niet alleen schadelijk voor de volksgezondheid, maar ook direct en indirect de oorzaak van vele vormen van criminaliteit.

De persoon van verdachte en zijn omstandigheden

Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook acht geslagen opeen uittreksel betreffende de justitiële documentatie van verdachte d.d. 8 december 2020, waarop alleen veroordelingen staan die verband houden met verkeersgedrag.

De op te leggen straf

Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Gelet op de ernst van de feiten is een gevangenisstraf van langere duur vanuit het oogpunt van vergelding en normhandhaving op zijn plaats en is het opleggen van een gevangenisstraf die de reeds ondergane voorlopige hechtenis niet overstijgt alsmede een taakstraf, zoals door de raadsman is bepleit, niet aan de orde.

De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) gaan voor het aanwezig hebben van softdrugs met een gewicht tussen 25.000 en 250.000 gram – de hoogste categorie binnen deze oriëntatiepunten – uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. De hoeveelheden die verdachten aanwezig hebben gehad op de dag van de aanhouding, overstijgen deze hoogste categorie ruimschoots. Daar komt bij dat er bovendien in deze softdrugs is gehandeld gedurende ongeveer negen maanden. Dit betekent, wanneer daarbij straffen worden betroken die in min of meer vergelijkbare zaken worden opgelegd, dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die de twee jaar overstijgt, in beeld komt voor zowel verdachte als de medeverdachte. De rechtbank ziet niet in dat in straf verminderende zin rekening dient te worden gehouden met de zogenaamde ‘achterdeurproblematiek’ die verband houdt met de bevoorrading van coffeeshops. Er is niet onderbouwd dat daarvan sprake is geweest en – anders dan uit de (door de rechtbank gepasseerde) verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] – blijkt dit niet uit het dossier.

In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd van verdachte en met het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten in contact is geweest met justitie.

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. Een deel daarvan, namelijk zes maanden, zal de rechtbank voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren. Daarmee wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

Voorlopige hechtenis

De officier van justitie heeft de opheffing van de schorsing van het bevel tot verdachtes voorlopige hechtenis op het moment van de uitspraak gevorderd.

De raadsman heeft verzocht het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.

Ter terechtzitting van 4 december 2020 heeft de rechtbank besloten tot schorsing van de voorlopige hechtenis over te gaan, en wel met ingang van 7 december 2020 tot aan de zitting van 3 maart 2021, en heeft aan die schorsing een aantal voorwaarden verbonden. Vervolgens heeft de rechtbank op voornoemde zitting de voorlopige hechtenis wederom geschorst, en wel tot aan de uitspraak van 17 maart 2021. Gesteld noch gebleken is dat verdachte zich niet aan enige aan die schorsing verbonden voorwaarden heeft gehouden.

Bij die stand van zaken en ook overigens acht de rechtbank geen termen aanwezig om niet wederom tot schorsing van de voorlopige hechtenis over te gaan. Daarom zal de rechtbank de voorlopige hechtenis wederom schorsen, welke beslissing bij afzonderlijk beslissing zal worden geminuteerd.

9 BESLAG

9.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd tot verbeurdverklaring van een onder verdachte inbeslaggenomen telefoon, een geldbedrag ad € 3.012,- en diverse notities.

9.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht tot teruggave van voornoemd geldbedrag.

9.3

Het oordeel van de rechtbank

Verbeurdverklaring

De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

- een telefoon (omschrijving: G2692154, zwart 2, merk: iPhone);

- een ‘groen boekje met papieren’ (omschrijving: G2692648);

- ‘ papier met notities’ (omschrijving: G2692645, zalmroze);

- ‘ losse papieren’ (omschrijving: G2692643);

- een geldbedrag ter hoogte van € 3.012,10,-,

verbeurd verklaren.

Met behulp van de telefoon en de hiervoor opgesomde papieren / notities zijn de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten begaan.

Het geldbedrag is geheel of grotendeels door middel van of uit baten van de onder 2 gepleegde strafbare feiten verkregen. Immers, een legale inkomstenbron die een contant geldbedrag van een dergelijke proportie kan rechtvaardigen, is gesteld noch gebleken, waarbij de rechtbank de omstandigheden rondom de aanhouding in aanmerking neemt (verdachte had die dag een grote hoeveelheid softdrugs aanwezig in een loods en hield zich bezig met de handel daarin). Dat conservatoir beslag is gelegd op het geldbedrag, staat

volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad aan verbeurdverklaring niet in de weg (ECLI:NL:HR:2017:117).

10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen

14a, 14b, 14c, 33, 33a en 57 van het Wetboek van Strafrecht en

3 en 11 van de Opiumwet;

zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11 BESLISSING

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden;

- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 6 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;

- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;

- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

Voorlopige hechtenis

- schorst (wederom) het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte, welke beslissing in een afzonderlijk bevel is opgemaakt;

Beslag

- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:

een telefoon (omschrijving: G2692154, zwart 2, merk: iPhone);

een ‘groen boekje met papieren’ (omschrijving: G2692648);

‘papier met notities’ (omschrijving: G2692645, zalmroze);

‘losse papieren’ (omschrijving: G2692643);

een geldbedrag ter hoogte van € 3.012,10,-.

Dit vonnis is gewezen door W.S. Ludwig, voorzitter, mrs. I.L. Gerrits en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 maart 2021.

De griffier is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

Feit 1

hij op of omstreeks 8 september 2020 te Hilversum tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 238,50 kilogram, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep en/of ongeveer 248,24 kilogram, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende hasj en/of hasjiesj,

zijnde hennep en/of hasjiesj (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Feit 2

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met

8 september 2020 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft

verkocht en/of heeft afgeleverd en/of heeft vervoerd en/of heeft verstrekt en/of aanwezig heeft gehad, (telkens) één of meer (grote) hoeveelheden softdrugs, waaronder hennep en/of

hasj en/of hasjiesj, in elk geval in totaal (een) grote hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende hennep en/of hasj en/of hasjiesj, zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 24 november 2020, genummerd PL0900-2020292502, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 376. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 maart 2021 (zie proces-verbaal van die zitting).

Pagina 37.

Pagina 39.

Pagina 39.

Pagina 39.

Pagina 72.

Pagina 75.

Pagina 152.

Pagina 114.

Pagina 115.

Pagina 115.

Pagina 116.

Pagina’s 116 en 117.

Pagina 117.

Pagina’s 117 en 118.

Pagina 118.

Pagina 118.

Pagina 118.

Pagina 119.

Pagina 119.

Pagina 124.

Pagina 124.

Pagina 173.

Pagina 175.

Pagina 144.

Pagina 126.

Pagina’s 127 en 128.

Pagina 128.

Pagina 129.

Pagina 129.

Pagina 141.

Pagina 153.

Pagina 159 en pagina 160

Pagina 299.

Pagina 300.

Pagina 302.

Pagina 308.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature