< Terug naar de zoekresultaten

Opties voor deze uitspraak




U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Fictief; ingebrekestelling te vroeg; niet-ontvankelijk,

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 20/1763

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

de Minister voor Rechtsbescherming, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Awb .

3. De rechtbank stelt vast dat het primaire besluit is genomen op 18 december 2019. Eiser heeft zijn bezwaarschrift ingediend op 24 januari 2020. Verweerder moet binnen zes weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn is verstreken. In deze zaak eindigde de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift dus op 29 januari 2020. Omdat er een hoorcommissie is geldt in dit geval een beslistermijn termijn van twaalf weken. Dat staat in artikel 7:10 en 7:13 van de Awb. Uitgaande van een beslistermijn van twaalf weken die is ingegaan op 30 januari 2020, diende verweerder dus uiterlijk op 23 april 2020 te beslissen. Verweerder had op die datum nog steeds niet beslist.

4. De rechtbank stelt verder vast dat eiser verweerder op 9 maart 2020, door verweerder ontvangen op 11 maart 2020, in gebreke heeft gesteld. Omdat 23 april 2020 de laatste dag van de beslistermijn was, was op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet verstreken. Dat betekent dat de ingebrekestelling van 9 maart 2020 te vroeg is ingediend. Er is dan ook geen sprake van een rechtsgeldige ingebrekestelling.

5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van N.J.R. Kalaykhan, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2020.

de griffier de rechter

Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature