U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

ZM verleend voor 6 maanden.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht

Locatie Utrecht

Zaaknummer: C/16/499187 / FA RK 20-1819

Betrokkene nummer: [betrokkene nummer]

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg

Beschikking van 30 maart 2020 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] , [adres] ,

hierna te noemen: de betrokkene,

advocaat: mr. C.T.B.J. Libosan-Besjes.

1 Procesverloop

1.1.

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

- de medische verklaring van 19 februari 2020;

- de zorgkaart inclusief bijlagen;

- het zorgplan inclusief bijlagen;

- de bevindingen van de geneesheer directeur;

- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz en strafvorderlijke en justitiegegevens.

1.2.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 maart 2020.

1.3.

Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen telefonisch gehoord:

- de betrokkene;

- mr. C.T.B.J. Libosan-Besjes, de advocaat van de betrokkene;

- mevrouw [A] , behandelaar.

1.4.

De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de

mondelinge behandeling te verschijnen.

1.5.

De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en aan de officier van justitie, de advocaat van de betrokkene en aan de zorgaanbieder een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

2 Beoordeling

2.1.

In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan de betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:

a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;

b. beperken van de bewegingsvrijheid;

c. insluiten;

d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;

e. onderzoek aan kleding of lichaam;

f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;

g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;

j. opnemen in een accommodatie.

De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden.

De behandelaar heeft verklaard dat de onder a. genoemde vorm van verplichte zorg alleen toeziet op het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Bovendien heeft zij verklaard dat de vorm van verplichte zorg onder g. niet meer nodig is.

2.2.

De advocaat van de betrokkene heeft verklaard dat de betrokkene recentelijk goed heeft meegewerkt aan een vrijwillige opname. De betrokkene wil op termijn zelf weer regie hebben over zijn leven.

2.3.

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.

2.4.

Deze stoornis leidt bij de betrokkene tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:

- ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële, immateriële of financiële schade, maatschappelijke teloorgang voor of van betrokkene of een ander;

- bedreiging van de veiligheid van de betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;

- de situatie dat de betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;

- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.

Om ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft de betrokkene zorg nodig.

2.5.

Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt.

De betrokkene accepteert op dit moment onder voorwaarden van de nieuwe voorwaardelijke machtiging (die in het kader van de Wet BOPZ was verleend) de zorg die voor hem nodig is. Bij middelengebruik kan hij zo ernstig manisch en psychotisch worden, of een zodanig ernstige opwindingstoestand krijgen dat hij niet meer in staat is de zorg te accepteren. Dan ontstaat er ook een grote kans op ernstig nadeel.

Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat de betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.

2.6.

De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de Wet BOPZ. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.

2.7.

Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vorm a. eerst moet worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de vormen b, c, d, e, f, i en j worden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen, mogen dan ook in de kliniek worden toegepast.

Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.

2.8.

Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

2.9.

De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.

2.10.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3 Beslissing

De rechtbank:

verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:

a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van

medische controles;

b. beperken van de bewegingsvrijheid;

c. insluiten;

d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;

e. onderzoek aan kleding of lichaam;

f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende

middelen en gevaarlijke voorwerpen;

i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;

j. opnemen in een accommodatie,

en

bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder a.;

bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast;

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 30 september 2020.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2020 door mr. D.J. van Maanen, rechter, in aanwezigheid van D.B.T. Koster als griffier en is schriftelijk uitgewerkt op 14 april 2020.

..

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature