Bewezenverklaring van dood door schuld en van het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie. Verdachte heeft *roekeloos * zeer onvoorzichtig gehandeld door met een doorgeladen vuurwapen te spelen en te zwaaien, het vuurwapen op enig moment in de richting van het slachtoffer te houden en de trekker over te halen. Verdachte had zich ervan moeten vergewissen dat het wapen niet geladen was. Vrijspraak van de primair ten laste gelegde doodslag, omdat opzet aan de zijde van verdachte niet bewezen kan worden, ook niet in voorwaardelijke zin. De rechtbank ziet geen aanleiding voor toepassing van het jeugdstrafrecht. Aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf van 270 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 256 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.