Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Exportverbod Wajong-uitkering. Geen toepassing hardheidsclausule.

Deze uitspraak is gepubliceerd in verband met een onderzoek van de Universiteit Utrecht.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 19/1275

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 september 2019 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.H.F. de Jong),

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder

(gemachtigde: mr. M.H.J. van Kuilenburg).

Procesverloop

Bij besluit van 24 oktober 2018 (het primaire besluit) heeft het Uwv het verzoek van eiser om zich met behoud van zijn uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) in Tsjechië te vestigen afgewezen. Eiser komt niet in aanmerking voor toepassing van de uitzonderingsregels.

Bij besluit van 8 februari 2019 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2019. Eiser is niet verschenen en heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.

Eiser ontvangt sinds 3 december 2006 een Wajong-uitkering omdat hij geen arbeidsvermogen heeft. Op 13 oktober 2018 heeft eiser een brief aan het Uwv geschreven. Hierin schrijft hij dat hij in februari 2016 vader is geworden van een zoon. In april 2016 is hij met zijn vriendin en zijn zoon op familiebezoek in Tsjechië geweest. Zijn vriendin bleef met zijn zoon achter in Tsjechië. Hij mocht zijn zoon niet mee naar Nederland nemen. Eiser verzoekt het Uwv om zich met behoud van zijn Wajong-uitkering in Tsjechië te vestigen zodat hij bij zijn zoon kan zijn. Het Uwv heeft dat verzoek afgewezen omdat voor de Wajong een exportverbod geldt. Alleen in uitzonderingssituaties kan van dit verbod worden afgeweken met beroep op een zogenoemde hardheidsclausule. Vervolgens heeft het Uwv het bestreden besluit genomen.

2. Het Uwv legt aan het bestreden besluit ten grondslag dat het exportverbod van de

Wajong-uitkering het uitgangspunt is en dat de zogenoemde hardheidsclausule slechts in uitzonderlijke situaties toepassing kan vinden. Volgens het Uwv is bij eiser geen sprake van een dergelijke uitzonderlijke situatie zodat eiser zich niet met behoud van zijn

Wajong-uitkering buiten Nederland mag vestigen.

3. Artikel 3:19, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wajong bepaalt, kort gezegd, dat het recht op de Wajong- uitkering eindigt indien de jonggehandicapte buiten Nederland is gaan wonen. Op grond van het negende lid van dit artikel kan van dit exportverbod worden afgeweken indien het eindigen van de uitkering zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard (hardheidsclausule).

Het Uwv heeft in het Besluit beleidsregels voortzetting Wajong-uitkering buiten Nederland (Besluit) aangegeven in welke gevallen en op welke wijze door hem uitvoering zal worden gegeven aan de hardheidsclausule. Kort gezegd komt het erop neer dat alleen van het exportverbod van de Wajong-uitkering kan worden afgeweken bij de volgende, in artikel 2 van het Besluit genoemde, zwaarwegende redenen:

het ondergaan van een medische behandeling van enige duur;

het aanvaarden van arbeid met enig re-integratieperspectief;

het volgen van de woonplaats van degene(n) van wie de jonggehandicapte voor zijn verzorging afhankelijk is en die genoodzaakt is om buiten Nederland te gaan wonen.

4. Naar vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), zie bijvoorbeeld de uitspraak van 23 mei 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:1739), moet de hardheidsclausule steeds aan de hand van de omstandigheden van het individuele geval worden toegepast en kan ook in andere dan de drie hiervoor genoemde situaties grond zijn voor toepassing van de hardheidsclausule. Daarom moet in alle gevallen beoordeeld worden of sprake is van zwaarwegende redenen en of het beëindigen van de uitkering een aanmerkelijk nadeel betekent. De redenen om buiten Nederland te gaan wonen, moeten objectief en dwingend van aard zijn, en dus niet in overwegende mate gebaseerd op een eigen keuze.

5. De rechtbank stelt voorop dat als uitgangspunt geldt dat een Wajong-uitkering eindigt in het geval de jonggehandicapte in het buitenland is gaan wonen. De zogenoemde hardheidsclausule vindt slechts in uitzonderlijke situaties toepassing. Op eiser rust de last om omstandigheden te bewijzen dat sprake is van een uitzonderlijke situatie.

6.1.

Tussen partijen staat niet ter discussie dat er geen sprake is van de zwaarwegende redenen die zijn genoemd in artikel 2 onder a, b en c van het Besluit. Eiser voert aan dat hij andere zwaarwegende redenen heeft om in Tsjechië te gaan wonen en dat hij als gevolg van het eindigen van het recht op zijn Wajong-uitkering aanmerkelijk nadeel zal ondervinden. De dreiging zijn kind niet of niet regelmatig te kunnen zien, heeft een groot nadelig effect op zijn psychische problematiek. Naar Tsjechië verhuizen zonder behoud van zijn

Wajong-uitkering is voor eiser geen optie omdat hij daar, vanwege het ontbreken van arbeidsvermogen, geen vermogen zal kunnen genereren. Tot slot stelt eiser dat het weigeren van eisers verzoek om zijn Wajong-uitkering naar Tsjechië te exporteren in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

6.2.

De beroepsgrond slaagt niet. De enkele stelling van eiser dat een exportverbod van zijn Wajong-uitkering nadelig effect op zijn psychische gesteldheid zal hebben, is, zonder nadere onderbouwing met medische stukken, onvoldoende om te bewijzen dat sprake is van een zwaarwegende reden op grond waarvan de hardheidsclausule moet worden toegepast. Ook de stelling van eiser dat hij in Tsjechië geen inkomen kan genereren, levert geen situatie op die tot toepassing van de hardheidsclausule dient te leiden. Zoals de Centrale Raad van Beroep ook heeft geoordeeld in de uitspraak van (ECLI:NL:CRVB:2008:BC5207) leiden de financiële consequenties die een verhuizing van eiser naar Tsjechië tot gevolg zal hebben, niet tot de slotsom dat sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard.

6.3.

Ook anderszins zijn er geen omstandigheden die een grondslag kunnen vormen voor toepassing van de hardheidsclausule. Het feit dat bij eiser de begrijpelijke wens bestaat om bij of in de buurt van zijn zoon in Tsjechië te wonen, is niet zo’n omstandigheid. Eiser wordt niet gevolgd in zijn stelling dat sprake is van een ongerechtvaardigde schending van artikel 8 van het EVRM . Het staat eiser immers vrij om al dan niet naar Tsjechië te verhuizen. Een verhuizing naar het buitenland heeft consequenties voor zijn Wajong-uitkering. Daarmee is echter niet gegeven dat het bestreden besluit inbreuk maakt op het recht op familie- en gezinsleven als omschreven in artikel 8 van het EVRM . De (vertaalde) brief van zijn vriendin die eiser in beroep heeft overgelegd maakt dat niet anders. Zijn vriendin schrijft daarin dat zij graag wil dat eiser een wezenlijke rol speelt in de opvoeding van hun zoon, maar dat zij wil dat het contact plaatsvindt in Tsjechië, waar zij woont. De verhuizing van eisers vriendin naar Tsjechië berust echter op een eigen keuze zonder dat van een objectieve en dwingende noodzaak daartoe is gebleken.

7. De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat het Uwv terecht het verzoek van eiser om zich met behoud van zijn Wajong-uitkering in Tsjechië te vestigen, heeft afgewezen.

8. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 september 2019.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature