Vrijspraak. Naar het oordeel van de rechtbank is niet buiten redelijke twijfel vast komen te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ambtelijke omkoping (feit 2). Nu verdachte wordt vrijgesproken voor feit 2, is evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig gemaakt aan ambtelijke omkoping (feit 1).