Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Minderjarige, veroordeling 312 jo 45, 310 sr en 13 WWM. Verdachte is civielrechtelijk geplaatst daarom jeugddetentie 6 weken geheel voorwaardelijk + bijzondere voorwaarden + DUT.

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummers: 16/653431-17; 16/652038-18 (ter terechtzitting gevoegd) (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 14 september 2018

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [2001] te [geboorteplaats]

ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:

[woonplaats] , [adres] ( Intermetzo, [locatie] )

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting achter gesloten deuren op 31 augustus 2018.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en mr. B.J. de Groot, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

parketnummer 16/653431-17 feit 1

op 23 december 2017 in Heemstede , samen met een ander, [slachtoffer] heeft beroofd van zijn telefoon en (bank)passen;

parketnummer 16/653431-17 feit 2

op 23 december 2017 in Heemstede een boksbeugel voorhanden heeft gehad;

parketnummer 16/652038-18

op 9 september 2017 in Mijdrecht een sleutelbos heeft gestolen.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 16/653431-17 en het onder parketnummer 16/652038-18 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 16/653431-17 en het onder parketnummer 16/652038-18 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak bepleit van de onder feit 1 van parketnummer ten laste gelegde bedreigingen nu de verklaring van aangever op dit punt geen steun vindt in het dossier.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen parketnummer 16/653431-17

Verdachte heeft de onder 1 en 2 van parketnummer 16/653431-17 ten laste gelegde feiten bekend. De verdediging heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen en volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:

de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 augustus 2018;

een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 28 tot en met 30 van proces-verbaalnummer PL1100-2017260755;

een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 36 van proces-verbaal nummer PL1100-2017260755;

een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] , pagina 64 van proces-verbaal nummer PL1100-2017260755.

Bewijsoverweging

bedreigingen feit 1

De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde bedreigingen.

De rechtbank heeft, mede gelet op de context van de beroving, geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van aangever [slachtoffer] waar het de door verdachte en zijn medeverdachte geuite bedreigingen betreft. Het verweer van de raadsvrouw – dat er op neer komt dat ieder onderdeel van de tenlastelegging gedekt moet worden door twee bewijsmiddelen – vindt geen steun in het recht, zodat dit verweer wordt verworpen.

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsmiddelen parketnummer 16/652038-18

Verdachte heeft het onder parketnummer 16/652038-18 ten laste gelegde feit bekend. De verdediging heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen en volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:

de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 augustus 2018;

een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van aangifte van [aangever] , pagina 3 en 4 van proces-verbaal nummer PL0900-2017279164.

5 BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

parketnummer 16/653431-17

1

op 23 december 2017 te Heemstede , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon (Iphone) en (bank)passen toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen deze [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een andere deelnemer van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat

- verdachte en/of diens mededader deze [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal de woorden heeft toegevoegd dat als deze [slachtoffer] nu niet weg zou gaan verdachte en/of diens mededader deze [slachtoffer] in elkaar zou slaan en

- verdachte opzettelijk dreigend een boksbeugel heeft gehouden en heeft gedrukt tegen de nek van deze [slachtoffer] en deze [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "ga nu weg anders ga ik hem ook tegen je gebruiken”;

2.

op 23 december 2017 in de gemeente Heemstede, een wapen van categorie I, onder 3 te weten een boksbeugel voorhanden heeft gehad;

parketnummer 16/652038-18

op of omstreeks 09 september 2017 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een sleutelbos, toebehorende aan [aangever] .

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen onder parketnummer 16/653431-17 feit 1 en feit 2 en parketnummer 16/652038-18 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

parketnummer 16/653431-17 feit 1

diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, het zij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

parketnummer 16/653431-17 feit 2

handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie

parketnummer 16/652038-18

diefstal

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:

- een jeugddetentie van twee maanden, met aftrek van het voorarrest, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de jeugdreclassering.

De officier van justitie heeft tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoon van verdachte, zijn blanco strafblad en de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De verdediging heeft bepleit om verdachte een voorwaardelijke taakstraf op te leggen, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de deskundigen

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder laten meewegen dat verdachte samen met zijn medeverdachte aangever [slachtoffer] , onder bedreiging van een boksbeugel, heeft beroofd van zijn telefoon en passen. Verdachte heeft daarbij een grotere rol gehad dan zijn medeverdachte. Hij was degene die aangever met een boksbeugel heeft bedreigd. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat zij aangever, een jongen van 15 jaar, om hulp hadden gevraagd en deze, nadat hij behulpzaam zijn telefoon ter beschikking had gesteld, hebben beroofd. Dergelijke feiten zorgen voor gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en in de samenleving. Zoals ook blijkt uit de schriftelijke verklaring van [slachtoffer] waarin hij aangeeft dat de beroving voor hem intimiderend en bedreigend was en dat zij misbruik hebben gemaakt van zijn vertrouwen en hulpvaardigheid, waardoor niet alleen zijn gevoel van veiligheid is aangetast, maar ook dat van de mensen om hem heen.

Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal. Dergelijke feiten zorgen voor financiële schade en overlast bij de slachtoffers.

De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht gaan, bij een first offender, uit van:

- een taakstraf van 60 uur, dan wel 1 maand jeugddetentie voor een straatroof.

- een taakstraf van 20 uur voor een diefstal.

Voor het voorhanden hebben van een boksbeugel zoekt de rechtbank aansluiting bij de oriëntatiepunten voor het voorhanden hebben van een steekwapen/nepvuurwapen, te weten een taakstraf van 30 uur.

Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:

- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 19 juli 2018;

- een psychologisch rapport van 14 maart 2018, uitgebracht door P.M.A. van Oss en P.R. Bhagwandin, beiden GZ psycholoog;

- een uitgebreid advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 27 juli 2018, uitgebracht door C.M. van Steenderen, raadsonderzoeker.

Uit het strafblad van verdachte van 19 juli 2018 volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat, in het voordeel van verdachte, rekening gehouden met het vonnis van deze rechtbank van heden, waarbij verdachte in een andere zaak is veroordeeld tot een werkstraf.

Uit het psychologisch rapport volgt dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van PTSS, ADHD, een normoverschrijdende gedragsstoornis en een bedreigde persoonsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken. Deze stoornis was aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde (diefstal met geweld en bedreiging) en beïnvloedde verdachtes keuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde. Geadviseerd wordt verdachte het ten laste gelegde verminderd toe te rekenen.

Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Risicofactoren die bij verdachte van belang zijn voor de kans op herhaling zijn de zwakke impulsregulatie, zijn verhoogde spanningsbehoefte en neiging tot bravouregedrag, zijn vermijdende copingmechanisme, de moeite met omgaan met autoriteit en zijn alcoholgebruik.

Verdachte is gebaat bij een beschermende en gestructureerde behandelklimaat waarbij in eerste instantie aandacht dient te zijn voor stabilisatie. Op langere termijn zal aandacht besteed moeten worden aan het verbeteren van zijn emotieregulatie en traumaverwerking. Verder lijkt verdachte gebaat te zijn bij medicatie voor zijn ADHD. Daarnaast dient er aandacht te zijn in de behandeling voor het middelengebruik van verdachte. Middels urinecontroles kan hier zicht op gehouden worden.

De mogelijkheden voor behandeling zijn vanuit het strafkader beperkt. Wel wordt de meerwaarde van toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering met bijzondere voorwaarden in een voorwaardelijke strafdeel, gezien. Aangezien detentie - gezien de problematiek van betrokken - niet in zijn belang wordt geacht zou dan gedacht kunnen worden aan een (deels) voorwaardelijke taakstraf. Een bijzondere voorwaarde kan zijn dat verdachte meewerkt aan controles op het middelengebruik. Om behandeling te waarborgen wordt geadviseerd om verdachte binnen het bestaande civiele kader gesloten te plaatsen in een gespecialiseerde behandelinstelling voor jeugdigen.

Het door de Raad van de Kinderbescherming uitgebrachte adviesrapport is ter terechtzitting toegelicht door C. van Steenderen, Raad voor de Kinderbescherming en K. Leenders, Samen Veilig Midden-Nederland.

De behandeling van de problematiek van verdachte dient voorop te staan. Deze is nog niet van de grond gekomen door een combinatie van omstandigheden. Verdachte zit op dit moment vanuit een civiel kader gesloten geplaatst. Verdachte doet het inmiddels goed, ondanks moeilijke momenten en heeft inmiddels een aantal vrijheden opgebouwd. Komende maand wordt bekeken of hij overgeplaatst kan worden naar Valkenheide . De jeugdreclassering is door de civiele plaatsing op dit moment minder bij verdachte betrokken, maar dat zal veranderen als verdachte meer vrijheden krijgt en naar buiten gaat.

Beide deskundigen adviseren verdachte een voorwaardelijke taakstraf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden op te leggen dat verdachte:

- zal meewerken aan de behandeling die de jeugdreclassering nodig acht en vanuit de setting waar hij op dat moment (civielrechtelijk) verblijft;

- zich moet houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering met betrekking tot urineonderzoek en/of behandeling gericht op middelengebruik;

- zal deelnemen aan scholing en het vinden en behouden van een dagbesteding.

Tegelijk met onderhavige zaak diende bij deze rechtbank nog een strafzaak tegen verdachte ter zake een straatroof gepleegd op 11 augustus 2017. De officier van justitie acht in die zaak een straatroof wettig en overtuigend bewezen en heeft een jeugddetentie van 2 dagen geëist en daarbij sterk rekening gehouden met zijn eis in de onderhavige zaak. Nu de rechtbank in de andere zaak tot een zelfde bewezenverklaring, maar tot een andere, te weten een hogere, straftoemeting is gekomen wijkt de rechtbank in onderhavige zaak bij de straftoemeting, in het voordeel van verdachte, af van de eis van de officier van justitie.

Een taakstraf, zoals door de verdediging bepleit, doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst en aard van de bewezenverklaarde feiten.

Alles afwegende acht de rechtbank een jeugddetentie van 6 weken, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden. Gelet op de persoon en problematiek van verdachte, acht de rechtbank behandeling van verdachte noodzakelijk en zal aan verdachte de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de deskundigen aan verdachte opleggen. De rechtbank zal voornoemde jeugddetentie geheel voorwaardelijk opleggen, nu verdachte in een civiel kader gesloten is geplaatst en behandeling en begeleiding van verdachte noodzakelijk is.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van het slachtoffer. De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hierna op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

9 BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 932,46. Dit bedrag bestaat uit € 382,46 materiele schade en € 550,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 van parketnummer 16/653431-17 ten laste gelegde feit.

9.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toe te wijzen tot een bedrag van 647,48, met daarbij de gevorderde wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

9.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bepleit de gevorderde materiële en immateriële schade te matigen, mede gelet op de beslissing van de kinderrechter in de zaak van de medeverdachte.

9.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank overweegt dat de benadeelde partij bij de schadepost van de telefoon uit is gegaan van een afschrijvingspercentage van 20% per jaar en dat de telefoon 1 jaar en 10 maanden oud was. Echter uit de bijlagen bij de vordering blijkt dat de telefoon op het moment van de diefstal 2 jaar en tien maanden oud was. De rechtbank zal derhalve een afschrijvingspercentage van in totaal 50% hanteren van de aanschafwaarde (€ 449,95) van de telefoon, waardoor een bedrag van € 224,98 voor vergoeding in aanmerking komt.

De materiële schade voor zover die betrekking heeft op de schadeposten simkaart, bankpas en telefoon ter hoogte van in totaal € 247,48 komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank acht een bedrag van € 400,00 ter zake immateriële schade redelijk en billijk.

De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 647,48 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 december 2017 tot de dag van volledige betaling.

De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.

De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.

Verdachte zal ook worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

De rechtbank zal in het belang van voornoemde benadeelde partij als extra waarborg voor betaling, de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opleggen, omdat verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die het bewezen geachte feit heeft toegebracht.

10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen

36f, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77z, 77aa, 77gg, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en

13 en 55 van de Wet wapens en munitie;

zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11 BESLISSING

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 16/653431-17 en het onder parketnummer 16/652038-18 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 16/653431-17 en het onder parketnummer 16/652038-18 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 16/653431-17 en het onder parketnummer 16/652038-18 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 6 weken;

- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige jeugddetentie doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;

- bepaalt dat de jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden;

- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;

- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:

* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;

- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:

* verplicht mee zal werken de behandeling die de jeugdreclassering nodig acht en vanuit de setting waar hij op dat moment (civielrechtelijk) verblijft;

* zich zal houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering met betrekking tot urineonderzoek en/of een behandeling gericht op middelengebruik;

* zal deelnemen aan scholing en/of het vinden en behouden van dagbesteding.

- waarbij aan Samen Veilig Midden-Nederland opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;

- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de jeugdreclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;

voorlopige hechtenis

- heft op het geschorste bevel tot voorlopige jeugddetentie;

benadeelde partij (feit 1 parketnummer 16/653431-17)

- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 647,48, bestaande uit

€ 247,48 materiële schade en € 400,00 immateriële schade;

- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;

- veroordeelt verdachte ook in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 647,48 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2017 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag jeugddetentie, met dien verstande dat dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;

- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, voorzitter, tevens kinderrechter,

mrs. H.A. Gerritse en M.E. Falkmann, rechters, in tegenwoordigheid van

G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 september 2018.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

parketnummer 16/653431-17

1

hij op of omstreeks 23 december 2017 te Heemstede, althans in het arrondissement Noord-Holland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een telefoon (Iphone) en/of (bank)passen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal

werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen deze [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en / of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld

hierin bestond(en) dat

- verdachte en/of diens mededader deze [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal de woorden heeft toegevoegd dat als deze [slachtoffer] nu niet weg zou gaan verdachte en/of diens mededader deze [slachtoffer] in elkaar zou slaan, althans woorden van dergelijke aard of strekking en/of

- verdachte opzettelijk dreigend een boksbeugel, althans een soortgelijk voorwerp heeft gericht en/of heeft gehouden en/of heeft gedrukt tegen de nek, althans het lichaam van deze [slachtoffer] en/of deze [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "ga nu weg anders ga ik hem ook tegen je gebruiken", althans woorden van dergelijke aard of strekking;

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 23 december 2017 in de gemeente Heemstede althans in het arrondissement Noord-Holland, een of meer wapens van categorie I, onder 3 te weten een boksbeugel voorhanden heeft gehad;

de in bovenstaande telastelegging gebruikte termen worden, voorzover daaraan in de "Wet Wapens en Munitie" betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebruikt;

art 13 lid 1 Wet wapens en munitie

parketnummer 16/652038-18

hij op of omstreeks 09 september 2017 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen,, althans in het arrondissement Midden-Nederlanf, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een sleutelbos, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;

art 310 Wetboek van Strafrecht


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature