U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Aanranding

Uitspraak



RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht

Zittingslocatie Utrecht

Parketnummer: 16/661301-15 (P)

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 2 februari 2016

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1968] te [geboorteplaats] , Turkije,

wonende [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter openbare terechtzitting dat heeft plaatsgevonden op 19 januari 2016. Verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. C.N. Noordzee, advocaat te Zeist.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

op 3 juli 2014 te Utrecht [slachtoffer 1] heeft aangerand;

op 3 februari 2014 te Utrecht [slachtoffer 2] heeft aangerand.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, gelet op de verklaringen van de beide aangeefsters en de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] .

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit, nu de gepleegde handelingen geen ontuchtig karakter hebben gehad. De verdediging heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat er geen sprake is geweest van dwang door geweld of door een andere feitelijkheid.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.

Feit 1

Op 22 juli 2014 komt [slachtoffer 1] (hierna: aangeefster) aangifte doen bij de politie. Aangeefster heeft verklaard dat zij op 3 juli 2014 een jurkje wilde laten vermaken bij ‘ [naam kleermakerszaak] ’ aan de [straatnaam] te Utrecht. Aangeefster moest het jurkje aantrekken. Zij verklaart dat het jurkje volgens de kleermaker niet goed zat en dat hij met zijn handen aan het jurkje zat om haar borsten omhoog te duwen. De kleermaker deed op een gegeven moment zijn handen op de blote borsten van aangeefster en tilde ze op. Aangeefster heeft verklaard dat de kleermaker achter haar ging staan en twee of drie keer met zijn hand langs haar billen ging. Hij hield zijn handen om haar middel, drukte haar tegen zich aan en bewoog heen en weer. Aangeefster heeft verklaard dat ze daarbij zijn geslachtsdeel voelde. Het viel aangeefster op dat hij het expres deed. Hij had inmiddels ook al een paar keer aan haar borsten gezeten. Aangeefster heeft verklaard dat ze alleen in de winkel was met de kleermaker.

Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat aangeefster hem belde op 3 juli 2014. De getuige heeft verklaard dat hij gelijk hoorde dat er iets aan de hand was en dat aangeefster naar hem onderweg was. Toen getuige aangeefster zag, barstte ze gelijk in huilen uit. De getuige heeft verklaard dat aangeefster net bij het naaiatelier was geweest in [straatnaam] om een jurkje aan te laten passen. De getuige heeft verklaard dat aangeefster hem vertelde dat de man aan haar borsten had gezeten en dat hij zich met zijn geslachtsdeel tegen haar aan had gedrukt.

Feit 2

[slachtoffer 2] (hierna: aangeefster) heeft zich op 3 februari 2014 gemeld bij de politie en verklaard dat ze bij ‘ [naam kleermakerszaak] ’ te Utrecht was geweest om een jurk kleiner te laten maken. Hierbij had de kleermaker haar borsten en de binnenzijde van haar benen betast.

Op 11 september 2014 wordt aangeefster gehoord bij de politie. Zij heeft verklaard dat ze bij het naaiatelier kwam om een jurk en een rokje te laten vermaken. Ze moest het jurkje aantrekken. Aangeefster heeft verklaard dat ze tegen de kleermaker zei dat alleen de achternaad van het jurkje ingenomen moest worden. De man begon aan de voorkant van de jurk te kijken en zat aan haar borsten. Aangeefster heeft verklaard dat ze nogmaals tegen hem zei dat hij de jurk beter aan de achterkant kon innemen. De man ging aan de zijkant verder met spelden en streek daarbij over haar lichaam en benen. Aangeefster heeft verklaard dat hij op een rare manier aan haar borsten zat en dat hij met zijn handen haar borsten omsloot. De man ging vervolgens aan de achterkant verder en wreef – over de stof van het jurkje heen – over haar billen. De man hurkte, ging met zijn handen onder de jurk en zat aan de blote billen en benen van aangeefster. Aangeefster heeft verklaard dat al die handelingen die de man deed echt onnodig voelden en dat ze zich ongemakkelijk en bang voelde, omdat ze alleen in de winkel was en niet wist hoe de man zou reageren. Volgens aangeefster is de man onnodig lang bezig geweest, want toen de man klaar was, zag aangeefster dat er maar een paar spelden in de jurk zaten.

Bewijsoverwegingen

Verdachte heeft ontkend dat er ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden tussen hem en de aangeefsters. Hij heeft aangegeven dat lichamelijk contact onvermijdelijk is bij het opmeten en spelden van kleding. Hij heeft echter nooit op een seksuele manier klanten aangeraakt, aldus verdachte.

De raadsvrouw heeft betoogd dat het aanraken van klanten tijdens de werkzaamheden van verdachte onvermijdelijk is en dat die handelingen over het algemeen geen ontuchtig karakter hebben. Zij heeft aangegeven dat het ontuchtige karakter van de handelingen afhangt van de bedoeling van de verdachte. Verdachte heeft steeds ontkend de bedoeling te hebben gehad om seksuele handelingen te verrichten. Ook stelt de raadsvrouw dat er in de verklaringen van de aangeefster aanknopingspunten zijn te vinden voor de stelling dat het steeds om normale handelingen ging.

De rechtbank is van oordeel dat verdachte de beide aangeefsters heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen. De rechtbank overweegt daartoe dat het ontuchtige karakter van de gepleegde handelingen blijkt uit de aard van de aanrakingen en het aantal gepleegde handelingen. Verdachte heeft bij het aanpassen van het jurkje van aangeefster [slachtoffer 1] meermalen aan haar borsten gezeten, haar borsten omhoog geduwd en vervolgens zijn handen in het jurkje gedaan, zijn handen op haar blote borsten gelegd om ze omhoog te duwen. Ook heeft hij een aantal keer over haar billen gewreven en haar vastgepakt, haar tegen zich aangeduwd en heen en weer bewogen, waarbij zij het geslachtsdeel van verdachte voelde. Verdachte heeft bij het aanpassen van het jurkje van aangeefster [slachtoffer 2] haar borsten vastgepakt, terwijl zij hem vertelde de achternaad van het jurkje in te nemen. Ook heeft hij onder haar jurk haar blote billen en benen betast. De rechtbank is van oordeel dat de genoemde handelingen niet passen binnen het werk dat verdachte op dat moment deed. De beide aangeefsters verklaren dat zij de aanrakingen onnodig vonden. Aangeefster [slachtoffer 2] geeft ook aan dat de man een grens overschreden heeft. De handelingen hebben naar hun aard een ontuchtig karakter. De handelingen zijn niet per ongeluk door verdachte gepleegd in de uitoefening van zijn werkzaamheden, nu aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte twee of drie keer over haar billen wreef en haar tegen zich aan drukte en dit volgens [slachtoffer 1] absoluut niet bij het passend maken van de jurk hoorde. Ook aangeefster [slachtoffer 2] heeft verklaard dat de handelingen niet per ongeluk zijn gepleegd. De rechtbank is van oordeel dat verdachte te ver is gegaan en merkt de door verdachte gepleegde handelingen aan als ontuchtige handelingen.

De raadsvrouw heeft vervolgens betoogd dat er geen sprake is geweest van dwang door geweld of een andere feitelijkheid, nu de aangeefsters daar niet over verklaren en zij verdachte niet hebben gevraagd om te stoppen.

Uit de verklaringen van de aangeefsters blijkt dat zij beiden alleen in de winkel waren met verdachte en dat zij vanaf de straat niet zichtbaar waren. Verdachte heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt om de beide aangeefsters te betasten. De aangeefsters waren geschrokken door zijn plotselinge aanrakingen en wilden weg, maar konden of durfden niet door de situatie die door verdachte was gecreëerd. Zodoende heeft verdachte de beide aangeefsters door de feitelijke situatie gedwongen tot het ondergaan van de door hem gepleegde handelingen.

5 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

1.

hij op of omstreeks 3 juli 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande die ontuchtige handelingen uit het

een of meermalen (over de kleding) omhoog duwen van de borst(en) van die [slachtoffer 1] , en/of (onder de kleding) optillen van de borst(en) van die [slachtoffer 1] , althans aanraken/betasten van de borst(en) van die [slachtoffer 1] , en/of

een of meermalen (over de kleding) aanraken/betasten van de bil(len) van die [slachtoffer 1] , en/of

(bij de heupen) vastpakken van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) zijn geslachtsdeel, althans zijn lichaam, aandrukken tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] aandrukken tegen zijn, verdachtes, lichaam en/of (daarbij/vervolgens) heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, lichaam,

en bestaande dat/die geweld of andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij als kleermaker in zijn, verdachtes, kleermakerszaak (terwijl er geen andere personen in die zaak aanwezig waren) een jurk van die [slachtoffer 1] heeft afgespeld, en/of (daarbij) onverhoeds de borst(en) van die [slachtoffer 1] heeft omhoog geduwd en/of onverhoeds met zijn hand(en) in de jurk van die [slachtoffer 1] is gegaan en/of (vervolgens) haar borst(en) heeft opgetild, althans onverhoeds de borst(en) van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt/betast en/of onverhoeds de bil(len) van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt/betast en/of onverhoeds zich tegen die [slachtoffer 1] heeft aangedrukt en/of onverhoeds haar lichaam tegen zich heeft aangedrukt;

2.

hij op of omstreeks 3 februari 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en /of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande die ontuchtige handelingen uit het

- ( (telkens) een of meermalen vastpakken, althans aanraken/betasten, van de borst(en) en/of bil(len) en/of be(e)n(en) van die [slachtoffer 2] ,

en/of bestaande die/dat geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat hij als kleermaker in zijn, verdachtes, kleermakerszaak (terwijl geen andere personen in die zaak aanwezig waren) een jurk van die [slachtoffer 2] heeft afgespeld en/of (daarbij) (telkens) onverhoeds de/het borst(en) en/of bil(len) en/of be(e)n(en) van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt, althans aangeraakt/betast;

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6 De strafbaarheid van de feiten

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als:

Feiten 1 en 2, telkens feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7 De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

8 Motivering van de straffen en maatregelen

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een taakstraf van 140 uren wordt opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair vrijspraak van de ten laste gelegde feiten bepleit. Subsidiair heeft de verdediging bepleit dat een geheel voorwaardelijke straf passend zou zijn.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van de situatie en zijn beroep als kleermaker. Hij heeft inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Een dergelijke gebeurtenis brengt voor het slachtoffer gevoelens van angst en onveiligheid met zich mee. De beide aangeefsters hebben verklaard dat zij de vermaakte jurkjes niet langer willen dragen, omdat ze dan terugdenken aan het moment dat ze door verdachte betast werden. Aangeefster [slachtoffer 2] heeft ook verklaard dat zij niet langer meer kledingstukken wil laten vermaken. De rechtbank overweegt dat klanten van een kleermaker ervan uit moeten kunnen gaan dat zij kleding kunnen laten opmeten en afspelden zonder daarbij ontuchtig te worden betast.

In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het blanco strafblad van verdachte.

De rechtbank acht een forse taakstraf passend voor de bewezenverklaarde feiten, mede gelet op het feit dat verdachte zijn rol als kleermaker heeft misbruikt om zijn slachtoffers te betasten. De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte echter mee dat hij niet eerder met justitie in aanraking is geweest en kennelijk is geschrokken van de aangiftes, het politieonderzoek en het onderzoek ter terechtzitting. De rechtbank zal een taakstraf opleggen van 140 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk en met een proeftijd van 2 jaar.

9 Vordering benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 77,95, bestaande uit materiële schade.

De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering volledig kan worden toegewezen, met rente vanaf 3 juli 2014 en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.

De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de vergoeding van het jurkje een wanprestatie zou betreffen – en geen onrechtmatige daad – en daarom via een civiele procedure dient te worden gevorderd.

De rechtbank overweegt dat de behandeling van de vordering van [slachtoffer 1] niet een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. [slachtoffer 1] vraagt schadevergoeding voor de kosten van het jurkje dat zij liet vermaken en de kosten van het vermaken van dit jurkje. Deze kosten zijn geen rechtstreekse schade ontstaan door het bewezenverklaarde feit. De rechtbank begrijpt het verzoek echter als een verzoek om immateriële schade en zal een bedrag van € 75,- toekennen als immateriële schade, met rente vanaf 3 juli 2014. De rechtbank zal de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.

Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.

10 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36f, 57, 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart de ten laste gelegde feiten bewezen, zodanig als hiervoor onder 5. is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

feiten 1 en 2, telkens feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 140 uren, te vervangen door 70 dagen vervangende hechtenis, waarvan 60 uren voorwaardelijk, te vervangen door 30 dagen vervangende hechtenis, met een proeftijd van twee jaren;

- stelt daarbij als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;

Vordering benadeelde partij

- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van een bedrag van € 75,- ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 3 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;

- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] , € 75,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente berekent vanaf 3 juli 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;

- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.

Dit vonnis is gewezen door

mr. S.B. Smit-Colenbrander, voorzitter,

mr. P. Bender en mr. A.J.P. Schotman, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. C.M. van de Kamp, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 februari 2016.

BIJLAGE: de tenlastelegging

Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 3 juli 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande die ontuchtige handelingen uit het

een of meermalen (over de kleding) omhoog duwen van de borst(en) van die [slachtoffer 1] , en/of (onder de kleding) optillen van de borst(en) van die [slachtoffer 1] , althans aanraken/betasten van de borst(en) van die [slachtoffer 1] , en/of

een of meermalen (over de kleding) aanraken/betasten van de bil(len) van die [slachtoffer 1] , en/of

(bij de heupen) vastpakken van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) zijn geslachtsdeel, althans zijn lichaam, aandrukken tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] aandrukken tegen zijn, verdachtes, lichaam en/of (daarbij/vervolgens) heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, lichaam,

en bestaande dat/die geweld of andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij als kleermaker in zijn, verdachtes, kleermakerszaak (terwijl er geen andere personen in die zaak aanwezig waren) een jurk van die [slachtoffer 1] heeft afgespeld, en/of (daarbij) onverhoeds de borst(en) van die [slachtoffer 1] heeft omhoog geduwd en/of onverhoeds met zijn hand(en) in de jurk van die [slachtoffer 1] is gegaan en/of (vervolgens) haar borst(en) heeft opgetild, althans onverhoeds de borst(en) van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt/betast en/of onverhoeds de bil(len) van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt/betast en/of onverhoeds zich tegen die [slachtoffer 1] heeft aangedrukt en/of onverhoeds haar lichaam tegen zich heeft aangedrukt;

art 246 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 3 februari 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en /of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande die ontuchtige handelingen uit het

- ( (telkens) een of meermalen vastpakken, althans aanraken/betasten, van de borst(en) en/of bil(len) en/of be(e)n(en) van die [slachtoffer 2] ,

en/of bestaande die/dat geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat hij als kleermaker in zijn, verdachtes, kleermakerszaak (terwijl geen andere personen in die zaak aanwezig waren) een jurk van die [slachtoffer 2] heeft afgespeld en/of (daarbij) (telkens) onverhoeds de/het borst(en) en/of bil(len) en/of be(e)n(en) van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt, althans aangeraakt/betast;

art 246 Wetboek van Strafrecht

Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met code PL0900-2015084849 Z (sluitingsdatum 25 maart 2015) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering van 1 tot en met 82. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344.1.5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.

Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] d.d. 22 juli 2014, opgenomen op p. 19.

Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] d.d. 22 juli 2014, opgenomen op p. 20.

Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] d.d. 22 juli 2014, opgenomen op p.21.

Proces-verbaal getuige [getuige 1] d.d. 19 augustus 2014, opgenomen op p. 27.

Proces-verbaal getuige [getuige 1] d.d. 19 augustus 2014, opgenomen op p. 26.

Proces-verbaal getuige [getuige 1] d.d. 19 augustus 2014, opgenomen op p. 27.

Proces-verbaal relaas d.d. 25 maart 2015, opgenomen op p. 4.

Proces-verbaal verhoor aangeefster [slachtoffer 2] d.d. 11 september 2014, opgenomen op p. 63.

Proces-verbaal verhoor aangeefster [slachtoffer 2] d.d. 11 september 2014, opgenomen op p. 65.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature