E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP3030
LJN BP3030, Rechtbank Maastricht, 03-703737-09

Inhoudsindicatie:

Inhoudsindicatie: Verdachte heeft bij zijn eerste verhoor bij de politie aangegeven dat hij geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, maar dat hij wel beschikt over een e-mailadres waarvan hij regelmatig de ingekomen post bekijkt. De dagvaarding is respectievelijk de oproepingen voor de nadere terechtzitting zijn betekend ter griffie. Op geen van de gehouden zittingen is verdachte verschenen. De rechtbank merkt het e-mail adres van verdachte aan als het adres waaraan op grond van art. 588a lid 1 Sv een afschrift van de dagvaarding of oproeping van verdachte om op de terechtzitting of nadere terechtzitting te verschijnen, had moeten worden toegezonden. De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte omdat het openbaar ministerie, ook na herhaalde opdracht van de rechtbank, heeft geweigerd om verdachte per e-mail op de hoogte te brengen van de inhoud van de tenlastelegging, de rechten van verdachte en van de dag, het tijdstip en de plaats van de (nadere) terechtzitting

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie