Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Geen sprake van alleenverkoopovereenkomst.

Uitspraak



Vonnis : 29 oktober 2003

Zaaknummer : 69397 / HA ZA 01-958

De rechtbank Maastricht, sector civiel, meervoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:

de vennootschap naar vreemd recht SOCIÉTÉ COMMERCIALE DE DISTRIBUTION FRANÇAISE SCDF,

gevestigd te Arsy (Frankrijk),

eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1,

procureur mr. E.J.J.M. Kneepkens;

[Eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 2],

wonende te Arsy (Frankrijk),

eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 2,

procureur mr. E.J.J.M. Kneepkens;

tegen:

de besloten vennootschap KLIMEX INTERNATIONAL BV,

gevestigd te Sittard,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

procureur mr. P.M. Scholtes.

1. Het verloop van de procedure

Eisers in conventie, gedaagden in reconventie, hierna gezamenlijk en in enkelvoud te noemen "SCDF", hebben bij naar de dagvaarding verwijzende conclusie van eis gesteld en geconcludeerd voor eis overeenkomstig de inhoud van die dagvaarding. Gedaagde in conventie, tevens eiseres in voorwaardelijke reconventie, hierna te noemen "Klimex", heeft daarna onder het overleggen van producties geantwoord in conventie en geconcludeerd voor eis in reconventie. Door SCDF is geconcludeerd voor antwoord in reconventie onder het overleggen van producties.

Op de voet van artikel 141a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (oud) is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.

SCDF heeft daarop gerepliceerd in conventie waarbij tevens de eis is vermeerderd, zulks onder overlegging van producties. Klimex heeft geconcludeerd voor dupliek in conventie en repliek in reconventie, waarbij zij haar eis in reconventie heeft gewijzigd en tevens producties in de procedure heeft gebracht.

Daarop heeft SCDF nog een conclusie van dupliek in reconventie genomen.

SCDF heeft vervolgens pleidooi verzocht en partijen hebben daarop de zaak doen bepleiten. Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Beide partijen hebben daarop nog een akte genomen, die van SCDF onder overlegging van producties.

Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2. Het geschil

In conventie en in reconventie:

2.1 SCDF is een in Frankrijk gevestigde firma die aldaar bouwmaterialen verkoopt. Sinds 1985 betrekt SCDF isolatie- en gevelbekledingproducten bij (de rechtsvoorganger van) Klimex. In 1990 hebben SCDF en Klimex hun handelsverhouding vastgelegd in een agentuurovereenkomst en een alleenverkoopovereenkomst.

2.2 In 1999 is tussen partijen een geschil gerezen, dat in kort geding geresulteerd heeft in een regeling. Op basis van deze regeling, ondertekend op 5 augustus 1999, werd de tussen partijen bestaande agentuurovereenkomst per 31 december 1999 beëindigd tegen een aan SCDF te betalen vergoeding van fl. 15.000,-. Daarnaast werd de alleenverkoopovereenkomst op enkele punten aangepast. Deze overeenkomst bepaalt onder meer:

[...]

In overweging nemende dat:

-het gevelisolatiesysteem, momenteel "KLIMEX thermo brique" genoemd, opgebouwd uit de componenten die vermeld worden in artikel 2 en 4 van de ze overeenkomst, een bijzondere marktbenadering behoeft;

-het unieke van dit systeem bestaat uit de 7 mm dikke steenstrippen, zoals deze door Klimex B.V. te Sittard worden geleverd en

-gezien het marktpotentieel in Frankrijk en de daaruit voortvloeiende specifieke Franse marktbenadering, een overeenkomst wordt aangegaan als volgt:

Artikel 1

Klimex B.V. verleent aan S.C.D.F. het alleenverkooprecht op de Franse markt van het gevelisolatiesysteem KLIMEX thermo- brique.

Dit geregistreerde systeem draagt een uniek karakter en is opgebouwd uit de componenten, zoals vermeld in het Avis Veritas T-786-447 d.d. 10 november 1987. Dit systeem zal in grote lijnen aan twee doelgroepen geleverd worden:

1) industriële verwerkers en

2) particulieren

Het KLIMEX thermo brique gevelisolatiesysteem is opgebouwd uit de volgende componenten:

Naam Leverancier

-polystyreen La Rhenane

-lijm Cofaq

-wapeningsnet Choromat

-2-componentenlijm KLIMEX B.V.

-KLIMEX Fix-steenstrippen KLIMEX B.V.

Voorts in conventie:

2.3 SCDF stelt dat zij op grond van de thans bestaande alleenverkoopovereenkomst het exclusieve recht heeft om in Frankrijk de componentenlijm en steenstrips van Klimex te verkopen. Nu Klimex desondanks afnemers van SCDF (Batiplus en/of Spécial Façade) heeft benaderd en aan haar deze producten levert, handelt Klimex onrechtmatig jegens SCDF op grond waarvan SCDF een schadevergoeding vordert van Klimex. Daarnaast vordert SCDF vergoeding van schade wegens ondeugdelijke leveringen van Klimex, mede waardoor SCDF Batiplus als klant heeft verloren.

2.4 SCDF stelt tevens op grond van deze alleenverkoopovereenkomst recht te hebben op vergoeding van de publiciteitskosten waarmee Klimex in gebreke blijft. SCDF eist eveneens vergoeding van de kosten voor het keuren van de Klimex-producten door het Franse CSTB, het Centre Scientifique de la Technique et du Bâtiment.

2.5 SCDF heeft ten behoeve van Klimex een bankgarantie gesteld voor de nakoming van haar betalingsverplichtingen aan Klimex. Afspraak is dat Klimex de jaarlijkse kosten daarvan aan SCDF zou betalen waartoe zij, aldus SCDF, in gebreke is gebleven.

2.6 SCDF heeft tevens schade geleden als gevolg van ondeugdelijke leveringen van Klimex waartoe zij een zevental facturen aan Klimex heeft verzonden, welke zij vergoed wilt zien.

2.7 SCDF vordert, na vermeerdering van eis, op grond van het voorstaande om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet zulks toelaat:

1. te verklaren voor recht dat gedaagde jegens eisers schadeplichtig is vanwege de aan gedaagde verwijtbare omzetderving die eisers geleden hebben vanaf 1998 bij Sarl Special Facade te Frankrijk, de schade nader vast te stellen in een schadestaatprocedure en te vereffenen als volgens de wet, en

2. gedaagde te veroordelen tot betaling van de facturen 2607, 2738 en 2737, (overgelegd als productie 12 bij de conclusie van repliek in conventie en in reconventie, tevens houdende vermeerdering van eis), te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf 14 dagen vanaf de vervaldatum der facturen.

3. gedaagde te veroordelen om aan eisers gezamenlijk te voldoen de somma van Ffrs. 3.600,-- terzake betaling van de kosten bankgarantie zoals in het lichaam der dagvaarding omschreven, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, en

4. te verklaren voor recht dat eisers de bevoegdheid hadden haar vorderingen op gedaagde terzake van geleden schade en inkomstenderving ad in totaal Ffrs. 43.931,33 (zegge: drieënveertigduizend negenhonderdeenendertig Franse franken en drieëndertig centimes) te verrekenen met vorderingen van gedaagde op eisers, en

5. te verklaren voor recht dat eisers met recht factuurnummer 2508 d.d. 23.8.2000 ad Ffrs. 22.500,-- heeft verrekend met vorderingen van gedaagde op eisers en gedaagde voor het overige te veroordelen om aan eisers gezamenlijk, tegen bewijs van kwijting, te voldoen de somma van Ffrs. 22.500,-- (zegge: tweeëntwintigduizend vijfhonderd Franse franken) althans de tegenwaarde van dat bedrag in Euro ter vergoeding van de andere helft van de kosten van het CSTB keurmerk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening, en voorts veroordeling tot betaling van € 1.684,56 zijnde vergoeding van de laboratoriumkosten door SCDF betaald in verband met de verlenging van het CSTB-keurmerk, en

6. gedaagde te veroordelen om aan eisers gezamenlijk, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan buitengerechtelijke kosten te voldoen een bedrag gelijk aan 10% van het totaalbedrag (deels reeds verrekend) ad Ffrs. 94.500,-- derhalve Ffrs. 9.450,-- (zegge: negenduizend vierhonderdenvijftig Franse franken), althans de tegenwaarde van dat bedrag in Euro, zijnde het gefixeerd kostenbedrag gemoeid met alle pogingen van eisers om tot een buitengerechtelijk accoord te geraken.

7. gedaagde te veroordelen tot betaling van factuur 2624 terzake verschuldigde rente vanwege niet-tijdige betaling van de overeengekomen vergoeding van Hfl. 15.000,-- in verband met beëindiging van de agentuurovereenkomst, welke factuur middels productie 17 in het geding is gebracht.

8. gedaagde te bevelen om inzage te verschaffen in de verkopen aan Spécial Façade/Batiplus sedert 1 januari 1999 en eventuele andere aan SCDF toevallende afnemers, welke inzage dient te worden verschaft aan een daartoe aan de rechtbank aan te stellen deskundige welke deskundige de opdracht van de rechtbank dient te krijgen om op de tussen partijen gebruikelijke wijze te berekenen welk bedrag aan SCDF dient te worden betaald terzake van gemiste marge ten gevolge van deze rechtstreekse leveringen.

2.8 De vordering wordt door Klimex weersproken. Na het beëindigen van de agentuurovereenkomst en het herzien van de alleenverkoopovereenkomst in 1999 is SCDF volgens Klimex een gewone afnemer geworden, waardoor Klimex derhalve het recht heeft om ook Spécial Façade te beleveren. Volgens Klimex heeft de alleenverkoopovereenkomst enkel betrekking op het Thermobrique-systeem. Indien de lijm en steenstrips niet in het Thermobrique-systeem worden gebruikt, vallen zij derhalve niet onder de alleenverkoopovereenkomst.

2.9 Ter zake de ondeugdelijke leveringen beroept Klimex zich op haar algemene voorwaarden, waarin de aansprakelijkheid wordt beperkt. Klimex stelt daarnaast dat de klachten, zoals die door dhr. [R. ] van Spécial Façade in zijn brief (als productie 6 gevoegd bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie) zijn genoemd, met name de service betreffen en derhalve niet te wijten zijn aan Klimex. Ter ondersteuning van haar stelling dat de klachten geen betrekking hebben op de kwaliteit van de goederen wijst Klimex op het feit dat Spécial Façade sindsdien haar goederen rechtstreeks bij Klimex betrekt.

2.10 Klimex stelt dat SCDF in de jaren 1994-1995 in een slechte financiële positie verkeerde en daarom door Klimex welwillend is behandeld. Zo heeft Klimex eenmalig publiciteitskosten vergoed aan SCDF. Deze vergoeding had betrekking op het Thermobrique-systeem, terwijl dit systeem volgens Klimex nauwelijks meer wordt verkocht. In hetzelfde kader past de eenmalige vergoeding voor de kosten van het CSTB-keurmerk, aldus Klimex. Klimex stelt nimmer de toezegging te hebben gedaan dat zij bovengenoemde kosten structureel voor haar rekening zou nemen. Zulks blijkt volgens Klimex ook niet uit de tekst van de alleenverkoopovereenkomst.

2.11 Klimex stelt bereid te zijn om de kosten van de bankgarantie voor haar rekening te nemen, maar verbindt daar de voorwaarde aan dat de bankgarantie op haar naam wordt gezet. Deze garantie staat thans nog op naam van haar rechtsvoorganger Klimex B.V.

Voorts in reconventie:

2.12 Naast haar verweer in conventie vordert Klimex betaling van nog openstaande facturen van SCDF, alsmede de contractuele rente. Klimex brengt ter ondersteuning van haar vordering een overzicht in het geding dat als productie 7 bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens conlusie van eis in reconventie is gevoegd.

2.13 Verder stelt Klimex dat zij een aanzienlijk bedrag van SCDF tegoed heeft op basis van een onregelmatig afbetaalde lening, waardoor het gehele bedrag opeens opeisbaar is geworden. Tevens vordert Klimex de wettelijke rente over genoemd bedrag.

Klimex vordert op grond van het bovenstaande, na vermeerdering van eis:

gedaagde SCDF bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor zover de Wet zulks toelaat aan eiseres te betalen een bedrag van € 13.504,47 te vermeerderen met de contractuele rente gelijk aan de wettelijke rente te vermeerderen met 5% vanaf de vervaldatum van de openstaande facturen 9902094, 3789113, 189 en 1549, zijnde 30 dagen na factuurdatum, tot aan de dag der algehele voldoening

gedaagden SCDF en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor zover de Wet zulks toelaat aan eiseres te betalen een bedrag van € 6.074,54 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31-12-2001 tot aan de dag der algehele voldoening

alles met veroordeling van gedaagden in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres gevallen.

2.14 SCDF verweert zich tegen deze vordering in reconventie. Zij betwist de juistheid van het door Klimex geproduceerde overzicht, en ontkent dat zij nog een bedrag terzake openstaande facturen is verschuldigd aan Klimex. Bij haar antwoord in reconventie brengt SCDF als productie 5 een brief van Klimex d.d. 4 oktober 2001 in het geding, waaruit volgens haar blijkt dat zij alle facturen van Klimex heeft voldaan.

2.15 Ter zake de lening betwist SCDF de hoogte van het verschuldigde bedrag en de onmiddellijke opeisbaarheid van de restantsom. De lening is op te delen in twee hoofdsommen.

2.16 Het eerste gedeelte, ad fl. 22.171,80, betreft facturen die indertijd niet konden worden betaald omdat SCDF in surséance van betaling verkeerde. De aflossingen werden betaald ten laste van de agentenprovisie die SCDF ontving. Klimex toonde zich bij de afbetalingen steeds zeer coulant jegens SCDF. Doordat de agentuurovereenkomst is beëindigd blijkt deze manier van afbetalen niet meer mogelijk , aldus SCDF. Zij stelt nu dat de redelijkheid en billijkheid gebiedt dat Klimex met haar een aangepast aflossingsschema overeenkomt.

2.17 De tweede hoofdsom van de lening, ad fl. 25.000,-, behelst de overname van een voorraad door SCDF. SCDF stelt dat deze betaling reeds voldaan is en verwijst naar naar bovengenoemde brief van Klimex d.d. 4 oktober 2001, waaruit zou blijken dat de betaling ter zake de overgenomen voorraad reeds voldaan is.

3. De beoordeling

In conventie

3.1 SCDF stelt -kort gezegd- dat zij in Frankrijk het alleenverkooprecht heeft van producten die deel uitmaken van het Thermobrique-systeem, en dat Klimex inbreuk maakt op dit recht door deze goederen tevens aan andere afnemers in Frankrijk te leveren. Klimex stelt daarentegen dat het recht van alleenverkoop enkel betrekking heeft op het complete Thermobrique-systeem, en niet op de aparte verkoop van de steenstrips en lijm waaruit het systeem onder meer is opgebouwd.

3.2 Naar het oordeel van de rechtbank maken de onderdelen van het Thermobrique-systeem geen deel uit van het alleenverkooprecht van SCDF. De agentuurovereenkomst hield uitdrukkelijk het recht van alleenverkoop van bepaalde Klimex-producten (daaronder begrepen de lijm en steenstrips uit het Thermobrique-systeem) in. Bij het herzien van de contractuele relatie tussen SCDF en Klimex is deze agentuurovereenkomst beëindigd en is de alleenverkoopovereenkomst betreffende het Thermobrique-systeem op enkele punten gewijzigd. Deze wijzigingen zijn echter niet van dien aard dat daaruit geconcludeerd kan worden dat SCDF tevens het recht tot alleenverkoop van de Thermobrique-onderdelen heeft. Dit blijkt ook uit het eerste artikel van de alleenverkoopovereenkomst, als productie 2 bij conclusie van antwoord in conventie overgelegd. In dit artikel, en ook in de rest van de tekst van de overeenkomst, wordt nadrukkelijk gesproken over "het gevelisolatiesysteem", "dit geregistreerde systeem", en "het thermo brique goederenpakket". Ook [Z. ], toendertijd werkzaam bij Klimex, verklaart als getuige gehoord dat niet gezegd kan worden dat er een exclusief recht aan SCDF is gegeven voor de afname van strips en lijm aan verwerkers. In de gesprekken hierover werd volgens hem altijd gesproken in het kader van het Thermobrique-systeem. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 2], als getuige gehoord, leidt de exclusiviteit af uit de bewoordingen van de overeenkomst waarover in het bovenstaande reeds een oordeel is gegeven. Het bovenstaande brengt derhalve met zich mee dat de eis van SCDF op dit punt wordt afgewezen.

3.2 Naar het oordeel van de rechtbank is niet gesteld of gebleken dat Klimex door SCDF inzake de gestelde schade en inkomstenderving in gebreke is gesteld en is verzuim aan de zijde van Klimex derhalve niet ingetreden. De vordering van SCDF zal ook op dit punt worden afgewezen.

3.3 De door SCDF gevorderde vergoedingen voor publiciteitskosten en de technische keuring door het CSTB worden eveneens afgewezen. Klimex heeft bovengenoemde vergoedingen enige malen betaald, volgens eigen zeggen in een periode dat het SCDF financieel niet voor de wind ging. Naar het oordeel van de rechtbank is het onjuist om uit deze betalingen te concluderen dat deze kosten structureel door Klimex moeten worden vergoed. Zo'n vergoeding zou ook niet overeenkomen met de tekst van de alleenverkoopovereenkomst, waarin in artikel 7 is opgenomen dat een eventuele vergoeding "vooraf in onderling overleg" zal worden betaald, nog daargelaten het feit dat Klimex ook op dit punt nooit door SCDF in gebreke is gesteld.

3.4 De huidige bankgarantie is gesteld ten name van de rechtsvoorganger van Klimex International B.V., te weten Klimex B.V. Klimex stelt belang te hebben bij aanpassing van de bankgarantie nu deze beoogde het belang van de leveringen af te dekken en thans Klimex International B.V. als leverancier geldt, en zij geen aanspraken onder de oude garantie zal kunnen verzilveren. De rechtbank is van oordeel dat, nu Klimex kan aantonen dat zij de rechtsopvolger is van Klimex B.V., zij de bankgarantie zou kunnen innen en de kosten daarvan, als zelf ook gesteld, aan SCDF moet voldoen zodat deze vordering wordt toegewezen. Dit neemt niet weg dat het verstrekken van een nieuwe bankgarantie in de rede ligt.

3.5 Hetgeen SCDF heeft aangevoerd om betaling te eisen van de som van fl. 15.000,- die Klimex zou betalen naar aanleiding van de regeling die in 1999 tussen partijen tot stand is gekomen, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwing om Klimex tot betaling van deze som te veroordelen. Immers, SCDF heeft niet duidelijk gemaakt wanneer en hoe deze som is verrekend met bedragen die SCDF nog van Klimex te goed had. Derhalve wordt ook deze vordering wegens onvoldoende onderbouwing afgewezen.

3.6 Nu de vordering in conventie overwegend wordt afgewezen, zal evenmin worden overgegaan tot de veroordeling van Klimex in de buitengerechtelijke kosten.

In reconventie

3.7 Klimex vordert dat SCDF wordt veroordeeld tot het betalen van een aantal facturen waarvan Klimex stelt dat deze nog niet zijn voldaan. SCDF heeft tegen deze vordering gemotiveerd verweer gevoerd en verwijst hiertoe naar de als productie 5 bij de conclusie van antwoord in reconventie overgelegde brief, waarin Klimex op 4 oktober 2001 meedeelt dat "alles voldaan is". Nu Klimex dit verweer niet of onvoldoende heeft betwist gaat de rechtbank ervan uit dat deze bedragen reeds voldaan of verrekend zijn.

3.8 Tenslotte vordert Klimex de terugbetaling van een lening die zij indertijd aan SCDF heeft verstrekt. SCDF verzet zich tegen de onmiddellijke opeisbaarheid van de lening maar heeft niet betwist dit bedrag nog schuldig te zijn aan Klimex. Nu deze verschuldigdheid derhalve wordt bevestigd, zal de vordering van Klimex op dit punt worden toegewezen. De rechtbank ziet in het door SCDF gestelde geen aanleiding om Klimex ter zake te veroordelen tot het treffen van een betalingsregeling met SCDF.

3.9 Het bovenstaande brengt met zich mee dat de vordering van Klimex wordt toegewezen op het punt van de terugbetaling van de lening en voor het overige wordt afgewezen.

voorts in conventie en voorts in reconventie:

3.10 SCDF zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij de kosten van het geding moeten dragen.

4. De uitspraak

De rechtbank:

In conventie:

veroordeelt Klimex om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SCDF te betalen een bedrag van € 548,82 (Ffr. 3600,-), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 4 september 2001 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt SCDF in de kosten van dit geding, aan de zijde van Klimex tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag van € 167,23 aan kosten dagvaarding, € 322,18 aan vast recht en € 1950,- voor salaris procureur;

wijst af het meer of anders gevorderde.

In reconventie:

veroordeelt SCDF om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Klimex te betalen een bedrag van € 6.074,54, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 december 2001 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt SCDF in de kosten van dit geding, aan de zijde van Klimex tot aan deze uitspraak begroot op nihil;

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mrs. Van den Acker, voorzitter, en Bergmans en Douffet, rechters, en ter openbare terechtzitting van 29 oktober 2003 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

GvdE


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature