Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Concurrentiebeding.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer / rolnummer: C/03/301305 / KG ZA 22-32

Vonnis in kort geding van 9 maart 2022

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

COLLÉ SITTARD MACHINEHANDEL B.V.,

gevestigd te Sittard,

eiseres in conventie,

verweerster in voorwaardelijke reconventie,

advocaat: mr. Th.H.P. van den Kieboom,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

INTRAK B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Weert,

gedaagde in conventie,

advocaat: mr. F.W. Amendt,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats] ( [land] ),

gedaagde in conventie,

eiser in voorwaardelijke reconventie,

advocaat: mr. E. van Otterloo.

Partijen worden hierna Collé, Intrak en [gedaagde sub 2] genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met producties 1 tot en met 14;

de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie van [gedaagde sub 2] met producties 1 tot en met 3;

de conclusie van antwoord van Intrak;

de akte met producties 15 tot en met 23 van Collé;

de mondelinge behandeling van 23 februari 2022 en de door de advocaten van Collé en [gedaagde sub 2] overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.

1.2.

Tot slot is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde sub 2] is op 8 mei 2009 in dienst getreden bij Collé in de functie van technisch

commercieel medewerker.

2.2.

In artikel 16 van de arbeidsovereenkomst tussen Coll é en [gedaagde sub 2] staat het volgende beding:

“ Artikel 16: Concurrentiebeding

16.1

Het is de werknemer verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende een tijdvak van twee jaar na het eindigen van de dienstbetrekking:

a. in enigerlei vorm een zaak gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van de werkgever en met werkgever gelieerde bedrijven te vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect;

b. zaken of diensten gelijk aan of vergelijkbaar met die waarop het bedrijf van de werkgever en met werkgever gelieerde bedrijven zich toeleggen, te leveren aan diegenen die op enig tijdstip gedurende de laatste twee jaren onmiddellijk voorafgaande aan de datum van beëindiging van de dienstbetrekking dergelijke zaken of diensten van de werkgever betrokken;

c. zaken of diensten gelijk aan of vergelijkbaar met die welke in de bedrijfsuitoefening van de werkgever en met werkgever gelieerde bedrijven van derden werden betrokken, bedrijfsmatig te betrekken van diegenen die op enig tijdstip gedurende het laatste jaar onmiddellijk voorafgaande aan de datum van beëindiging van de dienstbetrekking dergelijke zaken of diensten aan de werkgever en met werkgever gelieerde bedrijven leverden;

d. bij de in dit artikel bedoelde klanten (zie b.) in dienst te treden;

e. bij de in dit artikel bedoelde leveranciers (zie c.) in dienst te treden.

16.2

De verboden als vervat in dit artikel gelden indien de werknemer na het eindigen

van de dienstbetrekking met de werkgever:

- optreedt als zelfstandig ondernemer die de in dit artikel verboden activiteiten

verricht binnen een straal van 100 kilometer met Sittard als middelpunt;

- als werknemer in dienst van een derde die de in dit artikel verboden activiteiten verricht binnen een straal van 100 kilometer met Sittard als middelpunt;

- anderszins, direct of indirect, om niet of tegen betaling, werkzaam is bij een onderneming, persoon of organisatie die de in dit artikel verboden activiteiten verricht binnen een straal van 100 kilometer met Sittard als middelpunt; danwel,

- op enigerlei andere wijze betrokken is bij of belang heeft bij de in dit artikel verboden activiteiten.

16.3

Bij overtreding van één of meer van de in dit artikel vervatte verboden verbeurt de

werknemer aan de werkgever een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 2.500,-- (zegge: tweeduizendvijf-honderd euro) per overtreding en

€ 250,-- (zegge: tweehonderdenvijftig euro) voor elke dag dat de overtreding voortduurt, zonder dat de werkgever gehouden zal zijn schade te bewijzen en onverminderd het recht van de werkgever om schadevergoeding te vorderen, indien en voor zover de schade het bedrag van de boeten overtreft.”

2.3.

[gedaagde sub 2] heeft zijn arbeidsovereenkomst met Collé eind november 2021 opgezegd tegen 1 januari 2022.

2.4.

[gedaagde sub 2] is per 1 januari 2022 in dienst getreden bij Intrak.

2.5.

Collé heeft [gedaagde sub 2] en Intrak voorafgaand aan de indiensttreding van [gedaagde sub 2] bij Intrak medegedeeld dat het [gedaagde sub 2] volgens Collé vanwege het concurrentiebeding niet is toegestaan om bij Intrak in dienst te treden.

3 Het geschil in conventie

3.1.

Collé vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

i) [gedaagde sub 2] te veroordelen om aan Collé te betalen de boetes die hij verschuldigd is geworden, zijnde een bedrag van € 2.500,00 vermeerderd met een bedrag van € 250,00, gerekend vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag dat [gedaagde sub 2] zijn werkzaamheden voor Intrak blijvend heeft gestaakt en gestaakt houdt voor de duur van het overeengekomen concurrentiebeding;

ii) Intrak te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis [gedaagde sub 2] nog langer te werk te stellen, op basis van een arbeidsovereenkomst, of anderszins, direct, of indirect, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Intrak hiermee in gebreke blijft;

iii) [gedaagde sub 2] te veroordelen in de volledige kosten van dit geding, waaronder begrepen de daadwerkelijk gemaakte advocaatkosten en de nakosten en subsidiair Intrak en [gedaagde sub 2] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de nakosten.

3.2.

Intrak en [gedaagde sub 2] voeren – afzonderlijk – verweer.

3.3.

Op hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt, voor zover van belang, onder de beoordeling teruggekomen.

4 Het geschil in reconventie

4.1.

[gedaagde sub 2] vordert om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, en voor het geval de voorzieningenrechter van oordeel is dat [gedaagde sub 2] gebonden is aan een concurrentiebeding:

I. primair: het concurrentiebeding te schorsen geheel of gedeeltelijk in die zin dat het

[gedaagde sub 2] is toegestaan zijn werkzaamheden voor Intrak voort te zetten;

II. subsidiair: voor het geval het concurrentiebeding niet geheel of gedeeltelijk wordt geschorst te bepalen dat Collé gehouden is aan [gedaagde sub 2] voor de duur van het concurrentiebeding maandelijks uiterlijk op de 25e en met terugwerkende kracht vanaf

1 januari 2022, een (voorschot op een) vergoeding te voldoen van € 3.432,55 (netto) dan wel een door de voorzieningenrechter vast te stellen vergoeding, teneinde in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien;

III. Collé te veroordelen in de kosten van het geding, alsmede in de na de uitspraak vallende kosten (nakosten), te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en met bepaling dat indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn, te rekenen vanaf de datum van het vonnis, althans vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis tot de dag van de algehele voldoening.

4.2.

Collé voert verweer.

4.3.

Op hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt, voor zover van belang, onder de beoordeling teruggekomen.

5 De beoordeling in conventie

de bevoegdheid

5.1.

Het geschil heeft een internationaal karakter, nu [gedaagde sub 2] woonachtig is in [land] . [gedaagde sub 2] heeft bij conclusie van antwoord aangegeven in te stemmen met een forumkeuze voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Roermond. De voorzieningenrechter acht zich daarom bevoegd om van het geschil kennis te nemen ten aanzien van [gedaagde sub 2] . Ook ten aanzien van Intrak, gevestigd in Weert, is de voorzieningenrechter bevoegd van het geschil kennis te nemen.

spoedeisend belang

5.2.

Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vorderingen, te weten de gestelde schending van een concurrentiebeding door [gedaagde sub 2] en het gestelde profiteren daarvan door Intrak.

de vordering sub I

5.3.

Aan de vordering jegens [gedaagde sub 2] legt Collé ten grondslag dat [gedaagde sub 2] handelt in strijd met het tussen Collé en hem overeengekomen concurrentiebeding.

5.4.

De voorzieningenrechter stelt voorop dat deze vordering in kort geding slechts kan worden toegewezen indien het voorshands voldoende aannemelijk is dat een rechter deze vordering in een bodemprocedure zal toewijzen.

5.5.

De voorzieningenrechter stelt vast dat uit de stellingen van Collé en [gedaagde sub 2] volgt dat voorafgaand aan het sluiten van de arbeidsovereenkomst tussen Collé en [gedaagde sub 2] niet is gesproken of onderhandeld over het concurrentiebeding. Bij de uitleg van het beding dient de voorzieningenrechter daarom veel belang te hechten aan de tekst van dat beding. De voorzieningenrechter stelt verder voorop dat het aan Collé is, als de partij die het beding heeft opgesteld en als de partij die er een beroep op doet, om voldoende te stellen en onderbouwen op welk(e) deel/delen van het beding zij een beroep doet en hoe dat/die volgens haar moet(en) worden uitgelegd.

5.6.

De voorzieningenrechter stelt vast dat het beding niet eenvoudig leesbaar is, hetgeen de uitleg ervan niet vergemakkelijkt. Collé heeft ook geen nadere toelichting gegeven bij het beding. Zij heeft bij dagvaarding volstaan met de weergave van het beding, de stelling dat Intrak een concurrent is en de stelling dat (daarmee) sprake is van schending van artikel 16.2 van het beding, waardoor [gedaagde sub 2] ex artikel 16.3 boetes is verschuldigd. Ook naar aanleiding van de conclusies van antwoord van Intrak en [gedaagde sub 2] heeft Collé niet of nauwelijks nadere uitleg bij het beding gegeven, hoewel zowel Intrak als [gedaagde sub 2] heeft gewezen op de onduidelijkheid van het beding. Uit de nadere toelichting ter mondelinge behandeling volgt wel nog dat Collé ook een beroep wenst te doen op het bepaalde onder 16.1. onder a en b.

5.6.1.

Vaststaat dat [gedaagde sub 2] bij een derde – Intrak – in dienst is getreden. Daarmee is dus geen sprake van het direct of indirect in enigerlei vorm een zaak gelijk(soortig) of aanverwant aan die van de werkgever vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven (16.1 onder a). Evenmin is sprake van het leveren van zaken of diensten gelijk aan of vergelijkbaar met die waarop het bedrijf van de Collé zich toelegt (16.1 onder b), aangezien [gedaagde sub 2] zelfstandig geen zaken of diensten levert, maar elders als werknemer in dienst is.

5.6.2.

Artikel 16.2 spreekt in de openingszin over "de verboden in dit artikel". In het betreffende artikel staan echter geen verboden. Voor zover de voorzieningenrechter uit de toelichting van Collé moet afleiden dat dit terugslaat op artikel 16.1 wordt het volgende overwogen. Coll é heeft ter mondelinge behandeling een beroep gedaan op het tweede en derde gedachtestreepje van artikel 16.2. Als werknemer in dienst van een derde een zaak gelijk (soortig) of aanverwant aan die van de werkgever vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven is echter niet aan de orde. [gedaagde sub 2] is in dienst getreden van een bestaande onderneming en vestigt of drijft daarmee zelf geen zaak. Ook van mede drijven of doen drijven is geen sprake. Datzelfde geldt voor het leveren van zaken of diensten. Die worden hooguit door Intrak geleverd en niet door [gedaagde sub 2] als werknemer. Voor zover de voorzieningenrechter zou moeten begrijpen dat uit het derde gedachtestreepje – in verbinding met 16.1 onder a en b geformuleerde – volgt dat [gedaagde sub 2] niet bij Intrak in dienst zou mogen treden, is dat evenmin voldoende aannemelijk gemaakt. Voor zover Collé ter mondelinge behandeling een beroep heeft willen doen op het bepaalde in artikel 16.1 onder a in verbinding met het derde gedachtestreepje van artikel 16.2 is dat beroep in het geheel niet onderbouwd en reeds daarom is het niet voorshands aannemelijk dat een bodemrechter de vordering op die grondslag zal toewijzen. Onvoldoende aannemelijk gemaakt is verder dat Intrak zaken of diensten gelijk aan of vergelijkbaar met die waarop het bedrijf van Collé zich toelegt, levert aan diegenen die op enig tijdstip gedurende de laatste twee jaren onmiddellijk voorafgaande aan de datum van beëindiging van de dienstbetrekking dergelijke zaken of diensten van Collé betrokken. Collé heeft – zo begrijpt de voorzieningenrechter – willen betogen dat Intrak in dezelfde branche acteert als zij en gesteld dat zij enkele leveranciers delen. Dat wil echter niet zeggen dat Intrak levert aan klanten van Collé als bedoeld in artikel 16.1 onder b. Enig voorbeeld daarvan heeft Coll é ook niet gegeven.

5.7.

Uit het voorgaande volgt dat het naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands onvoldoende aannemelijk is dat een rechter in een bodemzaak zal oordelen dat de vordering sub I toewijsbaar is. De vordering dient daarom te worden afgewezen.

de vordering sub II

5.8.

Aan de vordering jegens Intrak legt Collé ten grondslag dat Intrak profiteert van het wanpresteren van [gedaagde sub 2] , bestaande uit diens schending van het concurrentiebeding. Aangezien uit het voorgaande volgt dat niet voorshands aannemelijk is dat daarvan sprake is, is evenmin voorshands aannemelijk dat een bodemrechter zal oordelen dat Intrak profiteert van wanpresteren van [gedaagde sub 2] . Deze vordering dient daarom eveneens te worden afgewezen.

de vordering sub III

5.9.

Collé wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, zodat deze vordering zal worden afgewezen. Ter mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat Collé zich enkel op de Wet bescherming bedrijfsgeheimen beroept voor wat betreft het sub III gevorderde. Nu deze vordering wordt afgewezen, behoeft hetgeen in dat kader door Collé is aangevoerd geen bespreking.

5.9.1.

De kosten aan de zijde van Intrak worden begroot op:

- griffierecht € 2.837,00

- salaris € 656,00

totaal € 3.493,00

5.9.2.

De kosten aan de zijde van [gedaagde sub 2] worden begroot op:

- griffierecht € 1.301,00

- salaris € 656,00

totaal € 1.957,00

5.10.

De door [gedaagde sub 2] gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld, te vermeerderen met de daarover gevorderde rente.

6 De beoordeling in voorwaardelijke reconventie

6.1.

De eis in reconventie is voorwaardelijk ingesteld. Uit de beslissing in conventie vloeit voort dat de voorwaarde niet is vervuld, zodat op de vordering in reconventie geen beslissing hoeft te worden gegeven.

7 De beslissing

De voorzieningenrechter:

in conventie

7.1.

wijst de vorderingen af;

7.2.

veroordeelt Collé in de proceskosten, aan de zijde van Intrak tot op heden begroot op € 3.493,00;

7.3.

veroordeelt Collé in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde sub 2] tot op heden begroot op € 1.957,00;

7.4.

veroordeelt Collé in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van [gedaagde sub 2] , begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Collé niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;

7.5.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

in voorwaardelijke reconventie

7.6.

verstaat dat de vordering geen behandeling behoeft.

Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Alink-Steinberg en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2022.

type: PB

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature