Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Kort geding.

Arbeid.

Geen belang meer bij de loonvordering, nu deze vordering is toegewezen in de eveneens bij deze rechtbank aanhangige WWZ zaak.

Uitspraak



RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 10205741 CV EXPL 22-4995

Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 22 december 2022

in de zaak van

[eisende partij] ,

wonend aan de [adres 1] , [woonplaats] ,

eisende partij,

gemachtigde mr. M.M.J.F. Sijben,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde partij] ,

gevestigd aan de [adres 2] , [vestigingsplaats] ,

gedaagde partij,

gemachtigde mr. F.J.H. Krumpelman.

Partijen zullen hierna [eisende partij] en [gedaagde partij] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding

de conclusie van antwoord

het bij e-mailbericht van 8 december 2022 door mr. Krumpelman in het geding gebrachte audiobestand

de pleitnota van mr. Sijben

- de mondelinge behandeling van 12 december 2022, die plaatsgevonden heeft tegelijk met de eveneens tussen partijen alhier aanhangige zaak met zaaknummer 10213551 AZ VERZ 22-118.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eisende partij] , geboren op [geboortedatum] , is sedert 6 februari 2017 in dienst van [gedaagde partij] , aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en sedert

1 januari 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, in de functie van videograaf (AV specialist) tegen een loon van laatstelijk € 3.340,00 bruto per maand exclusief vakantiebijslag.

2.2.

[eisende partij] is sedert 6 juli 2022 arbeidsongeschikt.

2.3.

Bij brief van 21 oktober 2022 heeft [naam 1] , [functienaam] bij [gedaagde partij] , aan [eisende partij] meegedeeld (productie 4 bij exploot van dagvaarding):

“(…) U heeft zich, nadat u de dag ervoor bent aangesproken op de uitvoering van bepaalde werkzaamheden, op 6 juli 2022 ziek gemeld. (…) Volgens de Arboarts is er sprake van een arbeidsconflict. In zijn verslag van 8 augustus 2022 staat opgenomen dat er geen medische beperkingen zijn. Er heeft ook mediation plaatsgevonden, maar die is inmiddels zonder succes afgesloten. Volgens het laatste verslag van de Arboarts van 15 september 2022, zou u niet in staat zijn om voor een koffiemoment naar het werk te komen en zouden er op dit moment geen re-integratiemogelijkheden zijn. Er zou sprake zijn van een toenemende mate sprake van beperkingen in uw persoonlijk en sociaal functioneren, wat zich ook zou uiten in fysieke beperkingen. Wij als uw werkgever, hebben echter een vermoeden gehad dat er meer speelde en dat u wél in staat bent om uw werkzaamheden te verrichten. Wij hebben dan ook een Recherche bureau ingeschakeld. Het door ons ingeschakelde Recherche Bureau heeft onder de naam [naam 2] contact met u gehad zowel via e-mail als via de telefoon. U heeft (…) aangegeven graag voor hem een opdracht te willen doen, u heeft daar ook een prijsopgave voor afgegeven en aangegeven uw werkzaamheden direct, dus tijdens uw ziekmelding bij uw werkgever, uit te kunnen voeren. Het gaat daarbij om dezelfde soort werkzaamheden als die u bij [gedaagde partij] doorgaans verricht. U heeft dus tijdens uw ziekte werkzaamheden verricht voor derden (althans in ieder geval de bereidheid daartoe uitgesproken) die vergelijkbaar zijn met uw werkzaamheden bij [gedaagde partij] (…) Daarmee heeft u niet alleen in strijd met uw re-integratieverplichtingen gehandeld maar er ook blijk van gegeven u niet eerlijk te hebben opgesteld tegenover de Arboarts en tegenover uw werkgever over uw persoonlijke toestand. Verder is het zo dat u een arbeidsovereenkomst met [gedaagde partij] (…) waarin u zich verbonden heeft gedurende de arbeidsovereenkomst voor anderen werkzaam te zullen zijn. (…)

Hiervoor genoemde feiten en omstandigheden worden door [gedaagde partij] (…) als ernstig opgevat en vormen elk afzonderlijk maar ook in samenhang voor ons dat wij het vertrouwen in u als werknemer diepgravend en onherstelbaar verloren hebben en is aanleiding om u op staande voet te ontslaan ex art. 7:677 en 7:678 BW. Uw arbeidsovereenkomst met [gedaagde partij] (…) is hiermee per vandaag tot een einde gekomen. (…)”

2.4.

Bij brief van 25 oktober 2022 van zijn gemachtigde heeft [eisende partij] zich op het standpunt gesteld dat het ontslag op staande voet onterecht is verleend, zich beschikbaar gesteld de bedongen arbeid te verrichten en aanspraak gemaakt op doorbetaling van het loon (productie 5 bij exploot van dagvaarding).

3 Het geschil

3.1.

Tegen de achtergrond van deze vaststaande feiten vordert [eisende partij] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van het achterstallig loon vanaf 22 oktober 2022, vermeerderd met de nevenvorderingen (de wettelijke verhoging en wettelijke rente), tot tijdige betaling van het toekomstig loon, alsmede tot betaling van de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.

3.2.

[gedaagde partij] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover relevant - nader worden ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

In de tussen partijen tevens alhier aanhangige zaak met zaaknummer 10213551 AZ VERZ 22-118 heeft [eisende partij] eveneens (door)betaling van (achterstallig) loon, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente gevorderd. Nu de kantonrechter de loonvordering in die zaak heeft toegewezen, heeft [eisende partij] bij de onderhavige vordering geen belang meer, zodat die zal worden afgewezen.

4.2.

[eisende partij] wordt echter op grond van artikel 7:629a lid 6 BW niet in de proceskosten van [gedaagde partij] veroordeeld omdat hij geen kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht heeft gemaakt. De kantonrechter zal daarom bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1.

wijst de vordering af,

5.2.

compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en is in het openbaar uitgesproken.

CJ


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature