Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Wijziging (aanvulling) van de zorgmachtiging.

Uitspraak



RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Familie en jeugd

Zaaknummer: C/03/292700 / BZ RK 21/1283

Wijziging van de zorgmachtiging

Beschikking van 4 juni 2021 van de rechtbank Limburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),

ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1967,

wonend te [plaats] ,verblijvende bij de [verblijfplaats] ,

hierna te noemen: betrokkene,

Advocaat: mr. M.J.M. Houben.

1 Procesverloop

1.1.

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 juni 2021 heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 22 februari 2021 ten aanzien van betrokkene is afgegeven. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

de beslissing tijdelijk verplichte zorg van de zorgverantwoordelijke d.d. 30 mei 2021;

de brief aan betrokkene met informatie over het verlenen van tijdelijke verplichte zorg d.d. 30 mei 2021;

de beslissing tijdelijke verplichte zorg d.d. 31 mei 2021;

het zorgplan d.d. 1 juni 2021.

de brief met informatie over het verlenen van tijdelijke verplichte zorg d.d. 1 juni 2021;

de aanvraag wijziging zorgmachtiging van de zorgverantwoordelijke d.d. 1 juni 2021;

het advies en aanvraag van de geneesheer-directeur d.d. 1 juni 2021.

1.2.

Vanwege het Coronavirus (COVID-19) en de maatregelen zoals deze door de overheid worden geadviseerd, behandelt de rechtbank urgente zaken zoals deze zaak door middel van telehoren. Dat wil zeggen dat betrokkene, de advocaat en de andere procesdeelnemers via een video/telefoonverbinding worden gehoord, om besmettingsrisico tegen te gaan. Door of namens betrokkene is hiertegen geen bezwaar gemaakt.

1.3.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 juni 2021 door middel van telehoren. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:

betrokkene,

de advocaat van betrokkene mr. Houben,

de verpleegkundig specialist [naam 1] .

Tevens was aanwezig bij betrokkene de coassistent [naam 2] .

1.4.

De officier van justitie is niet gehoord.

2 Standpunten tijdens de mondelinge behandeling

2.1.

De verpleegkundig specialist verklaart dat er bij betrokkene sprake is van een bipolaire stoornis met actueel een manisch psychotisch beeld. Er is in het verleden eerder sprake geweest van kortdurende ontregelingen. Medicatie heeft een gunstige invloed op het toestandsbeeld van betrokkene en is noodzakelijk om een herhaling van zetten te voorkomen. Er is brand ontstaan in de woning van betrokkene, wat een levensgevaarlijke situatie opleverde, ook voor omwonenden. Daarvoor was al twee keer eerder sprake van brand. Eén daarvan was in de tuin van betrokkene en was tevens erg gevaarlijk. Van belang is dat dit in de toekomst wordt voorkomen. Daarnaast bestaan er zorgen over het middelengebruik van betrokkene. Ze zou amfetamine in de koffie toevoegen. Betrokkene bagatelliseert het middelengebruik maar is wel open over wat zij gebruikt. Wanneer betrokkene met ontslag zou gaan bestaat er een aanzienlijk risico op ernstig nadeel. De verwachting is dat zij dan opnieuw middelen zal gebruiken. Op de afdeling wordt gezien dat betrokkene aangepast gedrag laat zien, ze gebruikt op de afdeling geen middelen en zij stelt zich niet open voor de spirituele krachten en invloeden. Thuis zal dit anders zijn. Er zijn symptomen van een manische ontregeling, betrokkene heeft in de ochtend nog verschillende keren van kleding gewisseld. Betrokkene heeft aangegeven altijd haar rituelen nodig te zullen hebben.

2.2.

Betrokkene geeft aan dat zij een medium is en met energieën werkt. Ze heeft onlangs een ritueel uitgevoerd waarbij brand is ontstaan. Betrokkene heeft geen stoornis, ze kan goed voor zichzelf zorgen en ze heeft geen medicatie nodig. Ze heeft wel eens met middelen geëxperimenteerd maar ze is niet verslaafd. Bij de vorige brand heeft betrokkene spullen in een kratje in de tuin willen opstoken, dat was niet gevaarlijk. Over het wisselen van kleren vertelt betrokkene dat zij nieuwe kleren heeft gekocht die zij heeft gepast en anderen heeft laten kijken op de afdeling.

De advocaat vult aan dat het verplicht toedienen van medicatie niet is uitgevoerd als tijdelijke verplichte zorg in een noodsituatie. Uit het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:272) blijkt dat eerst uitvoering moet worden gegeven aan de tijdelijke verplichte zorg, of de maatregel moet nodig zijn om een dreigende noodsituatie te voorkomen. Er is geen sprake van een dreigende noodsituatie en er is daarom niet voldaan aan de voorwaarden. Betrokkene geeft aan dat de vloek voorbij is, er is dan ook geen sprake meer van ernstig nadeel. Betrokkene heeft nauw contact met het FACT en is niet afhankelijke van alcohol of middelen. Het controleren op gedrag-beïnvloedende middelen is niet nodig geweest en dient eveneens afgewezen te worden. Er is geen verklaring van wilsonbekwaamheid overgelegd en geen zorgkaart. Betrokkene accepteert een kortdurende opname maar weigert medicatie. Concluderend verzoekt de advocaat primair het verzoek af te wijzen. Subsidiair verzoekt de advocaat de duur te beperken zodat bekeken kan worden wat nou echt nog noodzakelijk is. Wellicht met een second opinion, waarbij gekeken kan worden naar alternatieven.

3 Beoordeling

3.1.

Ten aanzien van betrokkene is op 22 februari 2021 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet langer volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Betrokkene heeft brand gesticht in haar eigen huis en in de afgelopen dagen de huisraad vernield en buiten gegooid.

3.2.

Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:

beperken van de bewegingsvrijheid;

uitoefenen van toezicht op betrokkene;

controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

opnemen in een accommodatie.

3.3.

Het uitoefenen van toezicht op betrokkene blijkt niet langer noodzakelijk.

3.4.

Gebleken is dat de volgende vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, wel aan de zorgmachtiging dienen te worden toegevoegd:

toedienen van medicatie;

beperken van de bewegingsvrijheid;

opnemen in een accommodatie.

3.5.

De Hoge Raad heeft in het arrest van 19 februari 2021 (ECLI:NL:HR:2021:272) aangegeven dat ook wanneer de tijdelijke verplichte zorg niet is opgelegd, er toch maatregelen moeten kunnen worden toegevoegd aan de zorgmachtiging, als de zorgmachtiging hierin nog niet voorziet, om een dreigende noodsituatie te voorkomen.

Anders dan de advocaat is de rechtbank van oordeel dat het toedienen van medicatie noodzakelijk is om een dreigende noodsituatie te voorkomen.

Betrokkene lijdt aan een bipolaire stoornis met daaruit voortvloeiend ernstig nadeel. Zij is momenteel niet voldoende gestabiliseerd en eerder is gebleken dat betrokkene bij onvoldoende inname van medicatie, manisch psychotisch ontregelt. Er is momenteel sprake van een psychotische ontregeling, mogelijk als gevolg van middelengebruik. Toediening van antipsychotica is noodzakelijk om de huidige psychotische ontregeling te behandelen en om een recidief en ernstig nadeel te voorkomen. Er is brand ontstaan in de woning van betrokkene na het uitvoeren van een ritueel, wat een zeer gevaarlijke situatie opleverde, niet alleen voor betrokkene maar ook voor omwonenden. Daarbij is tijdens de mondelinge behandeling gebleken dat er twee keer eerder brand is ontstaan. Het risico op herhaling wordt dan ook hoog ingeschat. Opname in een accommodatie met vrijheidsbeperking is noodzakelijk ter waarborging van de veiligheid, ter stabilisatie van het toestandsbeeld van betrokkene en ter afwending van ernstig nadeel.

3.6.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat ‘het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ niet noodzakelijk is geweest of zal zijn omdat betrokkene open is over het gebruik van middelen. De rechtbank zal deze vorm van verplichte zorg dan ook niet toevoegen aan de zorgmachtiging.

3.7.

Betrokkene verzet zich tegen de aanvullende vormen van verplichte zorg. Zij voert daartoe aan dat zij geen stoornis heeft, ze heeft geen medicatie nodig en er is geen sprake van ernstig nadeel. Er was sprake van een vloek waarvoor een ritueel uitgevoerd moest worden maar deze vloek is nu voorbij. Zoals hiervoor reeds is overwogen, schat de rechtbank de kans op herhaling in de thuissituatie groot in. De rechtbank gaat verder uit van de door professionals gestelde diagnose.

3.8.

Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.

3.9.

De rechtbank zal het verzoek om een second opinion te vragen voordat wordt beslist afwijzen. Wanneer dwangmedicatie door de zorgverantwoordelijke zal worden ingezet, wordt door de behandelaren een afweging gemaakt en wordt het beleid rondom het vragen van een second opinion gevolgd. Voor zover de zorgverantwoordelijke geen psychiater is dient er overeenstemming te worden bereikt met de geneesheer-directeur over het voornemen om verplichte zorg te verlenen. Een second opinion is in deze procedure dan ook niet aangewezen.

3.10.

Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:

toedienen van medicatie;

beperken van de bewegingsvrijheid;

opnemen in een accommodatie.

voor de duur van de huidige zorgmachtiging, dat wil zeggen tot en met 22 augustus 2021.

4 Beslissing

De rechtbank:

4.1.

wijzigt de zorgmachtiging d.d. 22 februari 2021 verleend ten aanzien van [betrokkene] , geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1967,

inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg tevens de volgende aanvullende maatregelen kunnen worden getroffen:

toedienen van medicatie;

beperken van de bewegingsvrijheid;

opnemen in een accommodatie;

4.2.

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 22 augustus 2021;

4.3.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is op 4 juni 2021 mondeling gegeven door mr. L. Bastiaans, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.M. Lommen als griffier, en op 11 juni 2021 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature