U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden en tbs met verpleging van overheidswege. In een kortdurende psychose heeft verdachte haar 7 maanden oude baby gestoken in zijn borst en buik. Verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank acht de poging doodslag wettig en overtuigend bewezen. Daarnaast heeft verdachte onder invloed van te veel alcohol en met een ongeldig rijbewijs gereden.

Uitspraak



RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer: 03/139129-20 en 03/066328-20 (ttz.gev.)

Parketnummer: 96/153870-17 (TUL)

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 maart 2021

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1993,

gedetineerd in P.I. Utrecht, locatie Nieuwersluis te Nieuwersluis.

De verdachte wordt bijgestaan door mr. H.J.M. Nijenhuis, advocaat kantoorhoudende te Nijmegen.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 februari 2021. De verdachte en haar raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

Ter zitting van 26 februari 2021 heeft de officier van justitie verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak, teneinde de reclassering een aanvullend reclasseringsrapport op te laten maken. Volgens de officier van justitie had de reclassering meer onderzoek moeten doen naar de mogelijkheden voor behandeling van de verdachte binnen het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. De verdediging heeft zich niet tegen een aanhouding verzet.

De rechtbank heeft aangegeven uiterlijk bij vonnis op dit verzoek te beslissen. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of een nieuwe opdracht aan de reclassering voor het opstellen van een maatregelenrapport noodzakelijk is. De rechtbank heeft kennisgenomen van het advies van de reclassering van 8 februari 2021. De reclassering heeft in dit rapport aangegeven dat er sprake is van een taalbarrière, verdachte spreekt alleen Pools en geen Nederlands. Verdachte is aangemeld bij het forensisch plaatsingsloket, maar gebleken is dat geen passende kliniek kan worden gevonden vanwege de combinatie van de problematiek en de taalbarrière. Hierdoor acht de reclassering een terbeschikkingstelling met voorwaarden niet haalbaar en adviseert daarom negatief. De rechtbank vindt deze conclusie inzichtelijk en begrijpelijk. De rechtbank ziet geen aanleiding om de reclassering te vragen opnieuw een rapport op te stellen, nu door de officier van justitie geen feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht op grond waarvan te verwachten is dat de reclassering haar standpunt zal gaan herzien.

De rechtbank wijst het verzoek van de officier van justitie tot aanhouding van de zaak dan ook af.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:

Parketnummer 03/139129-20

heeft geprobeerd haar baby te doden door de baby met een mes te steken, dan wel op deze manier heeft geprobeerd haar baby zwaar te mishandelen, dan wel haar baby heeft mishandeld.

Parketnummer 03/066328-20

Feit 1: onder invloed heeft gereden;

Feit 2: heeft gereden, terwijl haar rijbewijs ongeldig was verklaard.

3 De beoordeling van het bewijs

3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat in de zaak met parketnummer 03/139129-19 de primair tenlastegelegde poging doodslag wettig en overtuigend kan worden bewezen. Daartoe wijst de officier van justitie op de bekennende verklaring van verdachte en het geconstateerde letsel bij de baby. Gelet op de locatie van de steekwond, in de hartstreek, is volgens de officier van justitie sprake van een poging doodslag. Ten aanzien van de zaak met parketnummer 03/066328-20 komt zij tot een bewezenverklaring van die feiten, mede gelet op de bekennende verklaring van verdachte.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat in de zaak met parketnummer 03/139129-19 verdachte van de primair tenlastegelegde poging doodslag moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor het opzet bij verdachte op het doden van de baby. Verdachte heeft weliswaar een groot mes gepakt, maar hiermee heeft zij de baby niet gestoken, maar gesneden. Ook van de subsidiair tenlastegelegde poging zware mishandeling moet verdachte, om deze reden, worden vrijgesproken. Volgens de raadsman bevat het dossier onvoldoende bewijs voor het (voorwaardelijk) opzet bij verdachte op de zware mishandeling. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat enkel kan worden bewezen dat verdachte de baby met een mes heeft gesneden. Gezien de kans op volledig herstel binnen twee weken, zou de kwalificatie gewone mishandeling moeten zijn, zoals meer subsidiair is ten laste gelegd. Ten aanzien van de zaak met parketnummer 03-066328-20 refereert hij zich aan het oordeel van de rechtbank.

3.3

Het oordeel van de rechtbank

Parketnummer 03-066328-20

3.3.1

Rijden onder invloed – feit 1

De rechtbank acht, met de officier van justitie en de verdediging, het rijden onder invloed van te veel alcohol wettig en overtuigend bewezen, gelet op:

de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 februari 2021;

het proces-verbaal van bevindingen van 27 augustus 2019;

- de aanvraag ten behoeve van toxicologisch onderzoek van bloed van 13 april 2019;

- het rapport van Eurofins van 12 juli 2019.

3.3.2

Rijden zonder geldig rijbewijs – feit 2

De rechtbank acht, met de officier van justitie en de verdediging, het rijden zonder geldig rijbewijs wettig en overtuigend bewezen, gelet op:

de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 februari 2021;

het proces-verbaal van bevindingen van 27 augustus 2019;

- het besluit ongeldig rijbewijs van 12 januari 2018.

Parketnummer 03/139129-20

3.3.3

Poging doodslag – primair

Het bewijs

Verbalisanten [verbalisant 1] [verbalisant 2] en [verbalisant 3] relateerden – zakelijk weergegeven – als volgt:

Op zondag 24 mei 2020 kregen wij de melding om te gaan naar de [adres] te Venray. Daar had een vrouw vermoedelijk in paranoïde toestand zichzelf gesneden met een mes. Op bovengenoemde dag en datum kwamen wij ter plaatse bij

de flat. Tegenover de keuken zagen wij een slaapkamer. Wij zagen daar een man met twee kinderen op bed zitten. Wij zagen dat het shirt van de baby onder het bloed zat en ik zag dat de baby twee kleine sneetjes in zijn bovenlichaam had welke leken op steekwonden. Wij zagen dat één sneetje op de bovenzijde van de linkerborst zat, deze was ongeveer 2 tot 3 centimeter lang en er kwam een beetje bloed uit. Het ander sneetje zat een paar centimeter boven de navel. Dit sneetje was ongeveer 1 tot 2 centimeter lang en hier kwam iets minder bloed uit.

De letselrapportage vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer:

Bij [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , is een letselonderzoek uitgevoerd. Ter plaatse van de bovenbuik/maagkuiltje net links van de middenlijn is een streepvormig horizontaal verlopend rood korstje van 5 mm lengte te zien. De onderliggende verwonding heeft scherpe wondranden. De diepte van het onderliggende letsel kan niet bepaald worden. Het letsel kan passen bij een snij- of steekverwonding (waarbij het onderscheid tussen een snij- of steekverwonding bij onbekendheid van de diepte van de wond niet gemaakt kan worden). Op de voorzijde van de borst links vrijwel in het midden op een denkbeeldige verticale lijn tussen sleutelbeen en tepel, is een bijna horizontaal verlopende licht wijkende streepvormige wond met scherpe wondranden van 16 mm lengte en maximaal ongeveer 5 mm afstaande wondranden te zien. De wond is door de volledige huid heen en in de wond is geel glanzend gelobt weefsel zichtbaar (passend bij onderhuids vetweefsel). De diepte van de wond kan niet bepaald worden (daar het onderhuidse weefsel zal 'dichtvallen' waardoor de wondbodem niet zichtbaar is), doch de wond is minimaal 3 mm diep. Het letsel kan passen bij een snij-of steekverwonding (waarbij het onderscheid tussen een snij- of steekverwonding bij onbekendheid van de diepte van de wond niet gemaakt kan worden).

Het NFI rapport vermeldt – zakelijk -weergegeven – onder meer:

Bij dit kind was sprake van snij- of steekverwondingen ter plaatse van het

maagkuiltje en ter plaatse van de borstkas links. Hoe groot het risico is, bij wonden als deze, op complicaties / gevolgen is niet exact te beantwoorden. Het risico bestaat op acute en chronische complicaties. Wanneer er bijvoorbeeld meer kracht was gebruikt, of door bijvoorbeeld onverwachte bewegingen van het kind hadden de wonden dieper kunnen zijn. Perforatie van buikorganen, het hart, de longen of bloedvaten is levensbedreigend.

Verdachte verklaarde – zakelijk weergegeven – als volgt:

Ik heb [slachtoffer] gestoken in zijn hartstreek. Ik hield het handvat vast en het lemmet wees omlaag en ik ging met mijn hand naar beneden. Ik wilde samen met hem doodgaan, omdat ik voelde dat wij in gevaar waren. Ik heb [slachtoffer] twee keer gestoken en daarna mijzelf. Ik was echt in de overtuiging dat er iemand zou zijn om mij en mijn kind iets aan te doen. Ik wilde ze voor zijn.

De overwegingen

Op basis van voornoemde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om het slachtoffer te doden door hem met een mes in zijn borst en buik te steken. Verdachte heeft verklaard dat zij het opzet had op het doden van haar zoontje. De rechtbank is ook van oordeel dat, mede gelet op de letselrapportage, het op deze wijze steken van een baby tot de dood had kunnen leiden, doordat zich in de borst- en buikstreek vitale organen bevinden.

De rechtbank acht dan ook de poging doodslag op het slachtoffer wettig en overtuigend bewezen.

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte

Parketnummer 03/139129-20

primair

op 24 mei 2020 in de gemeente Venray, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om haar kind, [slachtoffer] , opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet meermalen met een mes in de borst en buik van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of

geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

Parketnummer 03/066328-20

feit 1

op 13 april 2019 te Maastricht, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in haar bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en

onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,69 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;

feit 2

op 13 april 2019 te Maastricht terwijl zij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op haar naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan haar daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Venrayseweg, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:

Parketnummer 03/139129-20

primair

poging doodslag

Parketnummer 03/066328-20

feit 1

overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994 (1,69 milligram)

feit 2

overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog R.J.A. van Helvoirt en de psychiater M.E.H. Wigard hebben over de geestvermogens van de verdachte op 30 oktober 2020 een rapport uitgebracht. De deskundigen concluderen dat bij verdachte sprake was van een kortdurende psychotische stoornis ten tijde van de tenlastegelegde poging doodslag. Deze psychose ging gepaard met hevige angst, vertroebelde het realiteitsbesef van verdachte en leidde tot oordeels- en kritiekstoornissen. De psychose bepaalde voor een belangrijk gedeelte haar handelen, maar er kan niet gedragskundig worden onderbouwd dat deze beïnvloeding zover ging dat haar handelen er volledig door bepaald en gestuurd werd. De deskundigen adviseren om de tenlastegelegde poging doodslag verminderd aan verdachte toe te rekenen.

De rechtbank is van oordeel, gelet op voornoemd rapport, dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht voor de poging doodslag. De rechtbank is, mede op grond van voornoemd rapport, van oordeel dat bij verdachte geen sprake is van een omstandigheid die haar strafbaarheid geheel uitsluit.

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid geheel uitsluiten.

6 De straf en de maatregel

6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen de maatregel van tbs met verpleging van overheidswege ten aanzien van de poging doodslag. De officier van justitie gaat er, net als de deskundigen, vanuit dat verdachte ten tijde van het plegen van het delict verminderd toerekeningsvatbaar was. De verminderde toerekeningsvatbaarheid was volgens de officier van justitie niet aan de orde ten tijde van het rijden onder invloed en het rijden met een ongeldig rijbewijs. Voor het rijden met een ongeldig rijbewijs heeft de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken geëist. Voor het rijden onder invloed heeft de officier van justitie een geldboete van € 950,00 geëist. Aangezien verdachte al eerder is veroordeeld voor het rijden onder invloed, is volgens de officier van justitie de recidiveregeling van toepassing. Naast de geldboete heeft zij daarom de oplegging van een rijontzegging voor de duur van 7 maanden geëist.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de door de officier van justitie geëiste oplegging van tbs met verpleging van overheidswege niet proportioneel is. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de deskundigen stellig hebben geadviseerd tot oplegging van tbs met voorwaarden. De raadsman heeft de rechtbank verzocht om voor alle strafbare feiten tezamen aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen. Daarnaast kan volgens de raadsman een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd met voorwaarden die het recidivegevaar kunnen inperken, zoals een verplicht reclasseringscontact, het innemen van medicijnen en een verbod op alcohol.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

De ernst van de feiten

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag door haar 7 maanden oude baby met een mes in zijn borst en buik te steken. Hiermee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een buitengewoon ernstig strafbaar feit. Door haar handelen heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank rekent het verdachte aan dat zij een weerloze baby, die op dat moment voor zijn welzijn en verzorging volledig van haar afhankelijk was, niet de geborgenheid en veiligheid heeft geboden die hij nodig had en waar hij recht op had, maar juist in (levens)gevaar heeft gebracht.

Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het besturen van een auto op de openbare weg onder invloed van te veel alcohol en met een ongeldig rijbewijs. Door zo te handelen heeft de verdachte de verkeersveiligheid in gevaar gebracht.

Strafverzwarend

De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte. Blijkens haar uittreksel justitiële documentatie d.d. 29 januari 2021 is verdachte eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed. Ten gevolge daarvan is ook haar rijbewijs ongeldig verklaard. Deze veroordeling en ongeldigverklaring hebben haar niet weerhouden van het opnieuw een auto bestuderen onder invloed van alcohol. Dit werkt strafverzwarend.

Strafverlagend

De rechtbank houdt ook rekening met de triple rapportage zoals hiervoor genoemd. Hieruit blijkt dat bij verdachte sprake was van een kortdurende psychotische stoornis ten tijde van de gepleegde poging doodslag. Als gevolg hiervan is zij verminderd toerekeningsvatbaar. Dat werkt strafverlagend.

Straf of maatregel

De rechtbank zal, gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, een maatregel opleggen. Gezien de ernst van de feiten, ziet de rechtbank aanleiding om naast de maatregel een straf op te leggen.

Straf

De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten, met name de poging doodslag, geen andere straf passend is dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden met aftrek van het voorarrest.

De maatregel

De rechtbank ziet verder aanleiding tot het opleggen van een maatregel. Uit de eerder aangehaalde triple rapportage van de psycholoog R.J.A. van Helvoirt en de psychiater M.E.H. Wigard van 30 oktober 2020 blijkt dat de deskundigen het gevaar op herhaling als hoog inschatten, indien de pathologie van verdachte onbehandeld blijft. Indien verdachte stress ervaart, schieten haar copingvaardigheden al snel tekort waardoor zij in psychiatrisch opzicht derailleert en het ervaren van angst de overhand kan nemen. Dit kan leiden tot ernstige oordeels- en kritiekstoornissen. Verdachte heeft een tekort aan probleembesef en overschat haar eigen mogelijkheden en vaardigheden. Daarnaast heeft ze onvoldoende besef van haar psychotische kwetsbaarheid en is er sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol. Er is volgens de deskundigen sprake van een complex aan delict gerelateerde factoren die behandeling behoeven om recidive te voorkomen. De deskundigen adviseren om te beginnen met deze behandeling in een klinische setting.

Aan de wettelijke eisen voor het opleggen van de maatregel van tbs is voldaan. De bewezenverklaarde poging doodslag is een misdrijf als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1o, van het Wetboek van Strafrecht (misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld). Tijdens het begaan van dit misdrijf was bij verdachte sprake van een kortdurende psychotische stoornis. Naar het oordeel van de rechtbank eist de veiligheid van personen en goederen de oplegging van de maatregel van tbs. Door de oplegging van de maatregel van tbs krijgt verdachte de kans om aan haar problemen te werken.

Terbeschikkingstelling met voorwaarden of verpleging van overheidswege

De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of een tbs met voorwaarden of een tbs met verpleging van overheidswege gewenst is. De psycholoog en psychiater adviseren een behandeling in het kader van tbs met voorwaarden. Als voorwaarden adviseren zij in ieder geval om te starten met een klinische setting om de diagnostiek nader te specificeren met name ten aanzien van de mogelijk aanwezige persoonlijkheidsproblematiek. Daarnaast adviseren zij als voorwaarden medicatiegebruik en onthouding van middelen. Verdachte heeft zich ten opzichte van de psycholoog en psychiater bereid verklaard tot het naleven van deze voorwaarden en wordt hier ook voldoende toe in staat geacht.

De rapporteur van de reclassering heeft op 8 februari 2021 een rapport opgesteld en zich negatief uitgelaten over de oplegging van een tbs met voorwaarden. De reclassering kan zich vinden in het voorgestelde traject als er gekeken wordt naar wat er nodig is om het risico op recidive te verlagen. De reclassering ziet echter problemen in de uitvoering vanwege de taalbarrière. Het is niet mogelijk gebleken om een geschikte kliniek te vinden waar verdachte haar behandeling zou kunnen beginnen, omdat zij de Nederlandse taal niet spreekt. Gezien dit advies van de reclassering is een tbs met voorwaarden niet haalbaar.

Nu de psycholoog en de psychiater het recidiverisico als hoog inschatten en een klinische behandeling ter voorkoming van recidive noodzakelijk vinden, is de rechtbank van oordeel dat een ambulante behandeling van verdachte onvoldoende is om het recidiverisico op de korte en lange termijn afdoende te beperken. Daarom zal de rechtbank aan verdachte, naast de hiervoor genoemde gevangenisstraf, de maatregel van tbs met verpleging van overheidswege opleggen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte op die manier de hulp en behandeling krijgt die zij nodig heeft. De rechtbank geeft in overweging dat het Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht in Balkbrug mogelijk een geschikte behandelplek voor verdachte zou kunnen zijn.

7 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 37a, 37b, 45, 57, 287 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 9, 176 Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8 De vordering tot tenuitvoerlegging (96/153870-17)

Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 1 december 2017 is de verdachte veroordeeld tot de volgende voorwaardelijke straf: een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Bij vordering, op 19 mei 2020 ontvangen ter griffie van de rechtbank, heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank een bevel tot tenuitvoerlegging van deze 6 maanden ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen zal geven.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen, omdat verdachte niet over een geldig rijbewijs beschikt. Om in Nederland een geldig rijbewijs te kunnen krijgen zal verdachte zich eerst moeten laten onderzoeken door het CBR.

Gezien het feit dat verdachte niet over een geldig rijbewijs beschikt en onduidelijk is wanneer zij een eventueel traject bij het CBR kan doorlopen, en gelet op de duur van opgelegde gevangenisstraf en de daaropvolgende maatregel van tbs met dwangverpleging, acht de rechtbank tenuitvoerlegging van de vordering niet opportuun. De rechtbank zal de vordering tenuitvoerlegging dan ook afwijzen.

9 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;

spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;

verklaart de verdachte strafbaar;

Straf

veroordeelt de verdachte voor het primair tenlastegelegde feit (03/139129-20) en feit 1 en 2 (03/066328-20) tot een gevangenisstraf van 12 maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

Maatregel

gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld;

beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege wordt verpleegd;

Vordering tot tenuitvoerlegging

- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 96/153870-17.

Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.M.A. van Atteveld, voorzitter,

mr. A.M. Koster-van der Linden en mr. I.E. Lemmers, rechters, in tegenwoordigheid van

mr. A.F. Stuurman, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 maart 2021.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Parketnummer 03/139129-20

Aan de verdachte is na wijziging ten laste gelegd dat

zij op of omstreeks 24 mei 2020 in de gemeente Venray,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om

haar kind, [slachtoffer] ,

opzettelijk van het leven te beroven,

met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een mes,

althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of buik,

althans in het lichaam, van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of

geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling

mocht of zou kunnen leiden:

zij op of omstreeks 24 mei 2020 in de gemeente Venray,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan

haar kind, [slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,

met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een mes,

althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of buik,

althans in het lichaam, van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of

geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij op of omstreeks 24 mei 2020 in de gemeente Venray

haar kind, [slachtoffer] ,

heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal, met een mes,

althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of buik,

althans in het lichaam, van die [slachtoffer] te steken en/of prikken;

Parketnummer 03/066328-20

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

1

zij op of omstreeks 13 april 2019 te Maastricht, als bestuurder van een

motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig

gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in haar

bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en

onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,69 milligram, in elk geval

hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;

2

zij op of omstreeks 13 april 2019 te Maastricht terwijl zij wist of

redelijkerwijs moest weten dat een op haar naam gesteld rijbewijs voor

een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B,

ongeldig was verklaard en aan haar daarna geen ander rijbewijs voor het

besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën

was afgegeven, op de weg, de Venrayseweg, als bestuurder een

motorrijtuig, (personenautp), van die categorie of categorieën heeft

bestuurd;

De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden,

voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven,

geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, basisteam Venray/Gennep, proces-verbaalnummer PL2300-2019056425, gesloten d.d. 20 augustus 2019, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 37.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 augustus 2019 p. 9-10.

Aanvraag ten behoeve van toxicologisch onderzoek van bloed d.d. 13 april 2019 p. 24.

Rapport Eurofins alcohol in het verkeer d.d. 12 juli 2019 p. 29-31.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 augustus 2019 p. 9-10.

Besluit rijbewijs ongeldig d.d. 12 januari 2018 p. 36-37.

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300- PL2300-2020079737, gesloten d.d. 1 november 2020, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 320.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 mei 2020 p. 10-11.

Letselrapportage forensische geneeskunde d.d. 24 mei 2020 p. 36-39.

NFI rapport d.d. 22 oktober 2020 p. 138-150.

Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 25 mei 2020 p. 288-299.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature