U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

CV met één beherend vennoot. Niet gebleken is dat de CV een van het privé vermogen van die vennoot afgescheiden vennootschappelijk vermogen heeft. Vordering komt vennoot goederenrechtelijk toe.

Assurantietussenpersoon heeft niet gehandeld als van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht. Hij heeft - onder andere - een aanvraagformulier voor een verzekering aan zijn opdrachtgever (de aspirant-verzekerde) verstrekt, waarop vragen staan die de verzekerde zelf moet invullen, maar die de assurantietussenpersoon al (deels) heeft ingevuld zonder dat de assurantietussenpersoon weet of de door hem voor-ingevulde antwoorden juist zijn. De assurantietussenpersoon die dergelijk voor-invulwerk doet moet zeker weten dat de door hem gegeven antwoorden op vragen, die gegeven hadden moeten worden door de aspirant-verzekerde, juist zijn.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer: C/03/251229 / HA ZA 18-304

Vonnis bij vervroeging van 10 april 2019

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

eiser,

advocaat mr. M.J. Mookhram,

tegen:

1 [gedaagde sub 1]

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

en

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagden,

advocaat mr. S.L. Emons.

Eiser wordt hierna “ [eiser] ” genoemd, gedaagde sub 1 “de CV”, gedaagde sub 2 “ [gedaagde sub 2] ” en gedaagden gezamenlijk “de CV c.s.”.

1 Het verloop van de procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met negen producties;

de conclusie van antwoord met één productie;

de door de griffier van deze rechtbank opgemaakte akte depot d.d. 31 oktober 2018, waarin is vermeld dat [eiser] een usb-stick heeft gedeponeerd;

het proces-verbaal van comparitie van 9 november 2018.

1.2.

Ten slotte is vonnis gevraagd, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende vaststaande feiten.

De CV is een assurantietussenpersoon en heeft als bedrijfsactiviteit het bemiddelen in verzekeringen en aanverwante diensten.

2.2.

[eiser] heeft als productie 3 bij dagvaarding overgelegd de mede door [eiser] namens [eiser] h/o Horeca exploitatiemaatschappij [eiser] ondertekende financiële lease-overeenkomst. Die overeenkomst (hierna te noemen “de leaseovereenkomst”) houdt in, voor zover van belang:

“(…)

Ondergetekenden:

1. [naam dealer] , (…) hierna te noemen: “de Dealer”;

2. [eiser] h/o Horeca Exploitatiemaatschappij [eiser] (…) vertegenwoordigd door [eiser] (…) hierna te noemen: “de Client”;

3. Mercedes Benz Charter Way (…) hierna te noemen: “FS”

komen als volgt overeen:

1. FS stelt de Client het (…) voertuig ter beschikking (…)

2. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de op de volgende pagina vermelde vaste periode (looptijd in maanden) ingaande per de datum van aflevering van het voertuig aan de Cliënt.

3. Op deze overeenkomst zijn de Algemene Financiële Lease Voorwaarden van FS van toepassing. (…)

4. De Client verkrijgt de eigendom van het (…) voertuig nadat de slottermijn door FS is ontvangen (…)

7. Specificatie lease-overeenkomst en voertuig

Voertuiggegevens

Merk Mercedes Benz (…) Kenteken [kenteken] (…)

Type Vito (…)

Bouwjaar 2012 (…)

Financieringsopbouw Specificatie leasetermijn

Koopprijs (…)incl. BTW € 37175,49 Rente en aflossing € 471,92

Aanbetaling € 13928,24 kosten (…) € 0,00

Te financieren bedrag € 23247,25 (…)

Financieringskosten € 5072,95

Slottermijn € 5,00

Looptijd in maanden 60

Totaal leasebedrag per maand € 471,92

Aanwezigheid van servicecomponenten in deze lease-vereenkomst.

(…)

WA/Casco verzekering Nee

(…)

Aldus overeengekomen (…) d.d. 30-03-2012 Afleverdatum: 08-06-'12 (…)”.

2.3.

[eiser] heeft voor de verzekering van de hiervoor genoemde Mercedes Benz Vito (hierna te noemen “de auto”) zich gewend tot de CV, waarna een Aanvraagformulier bestelautoverzekering (hierna te noemen “het aanvraagformulier”) (productie 2 bij dagvaarding) is ingevuld. Het aanvraagformulier is op 26 juni 2012 ondertekend door de verzekeringnemer “Horeca Exploitatie [eiser] CV” en door de “regelmatige bestuurder De heer [eiser]”. De beide handtekeningen zijn gezet door [eiser] . De op dit aanvraagformulier gestelde vraag of verzekerde in aanraking is gekomen met politie of justitie is door (een medewerker van) de CV beantwoord met “nee” (dagvaarding nr. 4 en conclusie van antwoord nr. 3.3), waarna het formulier ter ondertekening aan [eiser] is voorgelegd. Toen [eiser] beide handtekeningen op dit formulier plaatste, zat hij vanaf begin februari 2012 (aldus de als getuige gehoorde [eiser] blijkens het proces-verbaal van voorlopig getuigenverhoor van 19 oktober 2017, productie 5 bij dagvaarding) in voorlopige hechtenis op verdenking van overtreding van de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. Hij is voor deze verdenking(en) na 26 juni 2012 onherroepelijk door de strafrechter veroordeeld (3.8 conclusie van antwoord).

2.4.

De als getuige gehoorde [gedaagde sub 2] heeft blijkens het proces-verbaal van voorlopig getuigenverhoor van 19 oktober 2017 (productie 5 dagvaarding) onder meer verklaard:

“(…)

Ik kan me nog herinneren dat (…) ergens in begin 2012, van de zijde van [eiser] contact is opgenomen voor de verzekering van een Mercedes Vito. (…) Uit de wandelgangen had ik rond die tijd vernomen dat [eiser] vast zat. Aan [eiser] is toen een aanvraagformulier toegestuurd dat reeds gedeeltelijk was ingevuld door een medewerkster (…) [naam medewerkster] (…). Ik weet nog dat het aanvraagformulier gedeeltelijk was ingevuld en dat de vraag of de betrokkene in aanraking was gekomen met politie of justitie met nee was beantwoord. Ik moet zeggen dat in het systeem die vraag al standaard met nee is beantwoord. Genoemde [naam medewerkster] wist toen niet dat [eiser] vastzat. Ik wist dat alleen en heb dat voor mij gehouden. Ik weet nog dat enige tijd later [eiser] mij gebeld heeft. [eiser] deelde mij mede dat in dat formulier de vraag of hij in contact was geweest met politie of justitie met nee was beantwoord. Wij hebben toen een beetje een discussie gehad of die vraag met ja of nee moest worden beantwoord. [eiser] heeft mij tijdens dat telefoongesprek zelf gezegd dat hij op dat moment in voorlopige hechtenis zat. In eerste instantie heb ik toen tegen [eiser] gezegd dat die vraag in principe met ja beantwoord moest worden. Door die discussie met [eiser] begon ik ook te twijfelen of die vraag met ja of nee moest worden beantwoord. [eiser] vertelde mij dat hij nog niet veroordeeld was. Ik heb toen gezegd dat ik dat zelf niet kon beoordelen en dat hij zijn advocaat daarvoor moest raadplegen. [eiser] was er toen van overtuigd dat hij niet zou worden veroordeeld. Ik heb hem toen gezegd dat hij vooralsnog het antwoord nee op dat formulier kon laten staan. Maar dat hij er wel achteraan moest gaan of dat klopt ja of nee. (…) Het door [eiser] ondertekende formulier blijft bij ons op kantoor en de dekking is definitief geworden en de polis is toegestuurd. (…) Volgens mij was het in 2014 dat wij bericht kregen dat de Vito gestolen was. Wij hebben vervolgens die mededeling ook doorgegeven aan Voogd & Voogd.

(…)”

2.5.

[eiser] heeft de autoverzekering via de CV afgesloten bij de verzekeringsmaatschappij Voogd & Voogd Verzekeringen, die de aanvraag in behandeling had genomen.

2.6.

Op 6 april 2014 is de auto gestolen (conclusie van antwoord nr. 3.9 en productie 8 bij dagvaarding) en op 5 juli 2014 bij een grenscontrole te Polen aangetroffen. De schade-expert CED Nederland BV heeft de schade van [eiser] begroot op € 21.500,- excl. btw. [eiser] heeft zich op 16 april 2014 schriftelijk akkoord verklaard met dat schadebedrag (productie 8 bij dagvaarding).

2.7.

Op 8 juli 2014 heeft de verzekeringsmaatschappij Voogd & Voogd Verzekeringen [eiser] schriftelijk meegedeeld dat zij voor de schadeclaim van [eiser] (als bedoeld in rov. 2.6) met schadenummer D1628173 geen dekking verleent. De verzekeringsmaatschappij wenste de schade door de diefstal van de auto niet te vergoeden omdat de vraag op het aanvraagformulier of [eiser] in contact was geweest met politie of justitie ten onrechte met nee was beantwoord.

3. Het geschil

3.1.

[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1. voor recht verklaart dat de CV c.s. hoofdelijk, door te handelen als in het lichaam van de dagvaarding omschreven (toerekenbaar) tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens [eiser] , voortvloeiende uit de tussen hen gesloten overeenkomst in de zin van art. 6:74 BW en dat zij voor de door [eiser] geleden schade volledig aansprakelijk zijn;

2. de CV c.s. hoofdelijk veroordeelt, des de één betalende, de ander bevrijd zal zijn, om aan [eiser] (zoals de rechtbank “eiseres” leest) te betalen € 23.980,14, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf medio 2012, althans vanaf 21 oktober 2014, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;

3. de CV c.s. hoofdelijk veroordeelt, des de één betalende, de ander bevrijd zal zijn, om aan [eiser] te betalen € 1.014,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex art. 6:119 BW vanaf medio 2012, althans 21 oktober 2014, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

4. de CV c.s. hoofdelijk veroordeelt, des de één betalende, de ander bevrijd zal zijn, in de (na)kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex art. 6:119 BW, vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.

[eiser] legt daaraan ten grondslag dat de CV c.s. de bemiddelingsovereenkomst niet volgens de regels van de kunst hebben uitgevoerd. De CV c.s. wisten of hadden moeten weten dat ook indien de aspirant-verzekerde in voorlopige hechtenis zat, de vraag op het aanvraagformulier of [eiser] in contact was geweest met politie of justitie met ja beantwoord had moeten worden. De verzekeraar Voogd & Voogd Verzekeringen heeft het foute antwoord bij die vraag, de aan haar verstrekte onjuiste informatie, aan [eiser] tegengeworpen en de schadeclaim D1628173 van [eiser] niet vergoed. [eiser] stelt dat indien hij via de CV (correct) verzekerd zou zijn geweest het door de schade-expert vastgestelde schadebedrag van € 21.500,- aan hem zou zijn uitgekeerd (dagvaarding nummer 28 laatste zin). Indien hij geen diefstalverzekering van de auto had kunnen krijgen, had hij de leaseovereenkomst kunnen beëindigen zonder noemenswaardige boetes, dan wel had hij de leaseovereenkomst had kunnen voortzetten en de auto verkopen (aldus [eiser] op de comparitie). [eiser] stelt dat ingevolge artikel 18 K van het Wetboek van Koophandel ook [gedaagde sub 2] , als enige vennoot van de CV, naast de CV (hoofdelijk) aansprakelijk is voor de schade die [eiser] door de beroepsfout van de CV c.s. heeft geleden.

3.2.

De CV c.s. voeren aan dat [eiser] de auto niet heeft geleased en dat hij niet de onderhavige bemiddelingsopdracht heeft gegeven. Eén en ander is geschied door Horeca Exploitatie [eiser] CV (hierna te noemen “ [eiser] CV”) en [eiser] dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vorderingen. De CV c.s. betwisten dat zij een beroepsfout hebben gemaakt, omdat [eiser] hen heeft verzekerd te worden vrijgesproken. De C.V. c.s. hebben [eiser] gezegd zich te wenden tot zijn advocaat voor het antwoord op de vraag hoe de vraag, of hij in contact was geweest met politie of justitie, moest worden beantwoord in het onderhavige geval waarin [eiser] verzekerde te zijner tijd te worden vrijgesproken. De CV c.s. waren er tot het getuigenverhoor niet mee bekend dat [eiser] strafrechtelijk is veroordeeld.

De CV c.s. hebben nog aangevoerd dat [gedaagde sub 2] in hoedanigheid van werknemer en bestuurder van de CV de overeenkomst feitelijk heeft uitgevoerd en niet kan worden aangesproken voor de schade.

4 De beoordeling

Procedure

4.1.

De rechter heeft tijdens de comparitie na antwoord [eiser] bevolen om bij akte zonder nadere toelichting over te leggen het complete in rov. 2.3 genoemde aanvraagformulier. [eiser] heeft dit niet gedaan. De CV c.s. hebben daarover niet gereclameerd. Nu partijen het eens zijn over de tekst van de vraag op het aanvraagformulier, namelijk: of verzekerde in contact is geweest met politie of justitie (rov. 2.3), gaat ook de rechtbank uit van de aldus geformuleerde vraag.

4.2.

De CV c.s. dienden bij akte te laten weten of de tekst op de door [eiser] overgelegde productie 6 overeenstemde met de gesproken tekst op de gedeponeerde usb-stick. De CV c.s. hebben geen akte genomen, waaruit de conclusie wordt getrokken dat de schriftelijke tekst van productie 6 overeenkomt met de bewoordingen op de usb-stick.

Eiser als procespartij

4.3.

In dit geding treedt [eiser] op als eisende partij. In de leaseovereenkomst (rov. 2.2) is vermeld, voor zover hier van belang, dat de lessee (de Client) is “ [eiser] , h/o Horeca Exploitatiemaatschappij [eiser] ”. Uit niets blijkt dat aan de zijde van de lessee sprake is van een personenvennootschap. Op het verzekeringsaanvraagformulier is in getypt schrift als verzekeringnemer vermeld “Horeca Exploitatie [eiser] CV” en bij regelmatig bestuurder “ [eiser] ” en bij elke naamsvermelding is afzonderlijk een soortgelijke handtekening geplaatst. Voor zover deze CV als verzekeringnemer heeft te gelden, is niet gebleken dat [eiser] , die volgens de CV c.s. de enige vennoot van [eiser] CV is, het vennootschappelijke vermogen heeft afgescheiden van zijn privévermogen. Er zijn dan ook geen redenen die maken dat [eiser] in deze zaak niet in rechte zou kunnen opkomen voor de onderhavige vordering. Die komt hem immers in elk geval goederenrechtelijk toe.

Wanprestatie / beroepsfout

4.4.

Blijkens het als productie 1 bij dagvaarding overgelegde uittreksel handelsregister Kamer van Koophandel is de CV een assurantietussenpersoon, die bemiddelt in verzekeringen en aanverwante diensten. In het hierna volgende wordt er dus van uitgegaan dat de CV een assurantietussenpersoon is. Een assurantietussenpersoon handelt onzorgvuldig indien hij een aanvraagformulier voor een verzekering aan zijn opdrachtgever (de aspirant-verzekerde) verstrekt, waarop vragen staan die de verzekerde zelf moet invullen, maar die de assurantietussenpersoon al (deels) heeft ingevuld zonder dat de assurantietussenpersoon weet of de door hem voor-ingevulde antwoorden juist zijn. De assurantietussenpersoon die dergelijk voor-invulwerk doet moet zeker weten dat de door hem gegeven antwoorden op vragen, die gegeven hadden moeten worden door de aspirant-verzekerde, juist zijn. Die tussenpersoon moet zich er verder van vergewissen dat zijn opdrachtgever (de aspirant-verzekerde) de voor-ingevulde antwoorden controleert en de assurantietussenpersoon dient zijn opdrachtgever nadrukkelijk te wijzen op de eventuele gevolgen voor de verzekerde bij het laten staan van foute antwoorden. Het verstrekken van onjuiste informatie op een verzekeringsaanvraagformulier kan immers betekenen dat de verzekeringsmaatschappij, die niet volledig juist is geïnformeerd, uitkering van gevorderde schadepenningen weigert. In dit geval is de CV in een en ander tekort geschoten. Zij heeft, terwijl zij wist dat [eiser] in hechtenis zat, allereerst de vraag of verzekerde in contact is geweest met politie of justitie zelf voor-ingevuld met “nee” beantwoord. De CV heeft verder, nadat zij door [eiser] erop is gewezen dat hij in voorlopige hechtenis zat, het ingevulde antwoord “nee” op die vraag laten staan. Voor alle duidelijkheid wordt gewezen op de tekst van de vraag: die tekst is ruim geformuleerd met de woorden of de verzekerde in contact is geweest met politie of justitie. De vraag is hiermee uitdrukkelijk veel ruimer dan bijvoorbeeld de vraag of de verzekerde is veroordeeld voor misdrijven. Dat de CV door de mededeling van [eiser] dat hij “nog niet veroordeeld was” is gaan twijfelen over het kennelijke antwoord op die vraag, maakt de verwijtbaarheid niet minder, alleen al niet omdat de CV uit de aard van haar beroep geacht mag worden te begrijpen het verschil tussen enerzijds “contact met politie en justitie” terwijl de aanvrager in voorlopige hechtenis zit, en anderzijds bijvoorbeeld een strafrechtelijke veroordeling. Meegewogen wordt verder het feit dat [gedaagde sub 2] , als getuige gehoord, heeft verklaard dat die vraag “in principe met ja beantwoord moest worden”. Enige reden waarom de CV vervolgens niet heeft ingegrepen toen het aanvraagformulier door [eiser] ondertekend, retour kwam, is niet gegeven. De CV c.s. hebben zelfs niet gesteld in elk geval te hebben gevraagd of [eiser] , zoals de CV c.s. naar eigen zeggen hem zou hebben geadviseerd, nader advies over het antwoord op de betreffende vraag bij een advocaat had ingewonnen. In elk geval had de CV op een eenvoudige wijze, bijvoorbeeld door contact op te nemen met de betreffende verzekeringsmaatschappij, bij die verzekeraar kunnen en in dit geval moeten informeren naar het antwoord passend bij de situatie van [eiser] . Daarna had zij [eiser] over de bevindingen van die verzekeraar moeten informeren. De CV heeft door het aanvraagformulier ongewijzigd in te dienen bij de verzekeringsmaatschappij dan ook niet gehandeld als van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon in deze omstandigheden mag worden verwacht. Dit betekent dat de CV jegens [eiser] toerekenbaar is tekort geschoten in de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst. Niet alleen de CV, maar ook [gedaagde sub 2] die de enige beherend vennoot van de CV is, zijn voor de vergoeding van de schade die [eiser] door die wanprestatie heeft geleden aansprakelijk, omdat - ook in dit geval - gesteld noch gebleken is dat de CV een van het privé vermogen van [gedaagde sub 2] afgescheiden vennootschappelijk vermogen heeft. Het onder 1 in het petitum van de dagvaarding gevorderde zal derhalve worden toegewezen.

Schadeberekening

4.5.

Voor de begroting van de schade van [eiser] gaat de rechtbank uit van het volgende. Partijen zijn het er over eens dat indien de bovenstaande vraag op het aanvraagformulier correct (met ja) was beantwoord, [eiser] de autoverzekering als vermeld onder rov. 2.2 niet had gekregen. Dit betekent niet zonder meer dat de stelling van [eiser] dat hij, doordat hij in aanraking is geweest met politie en justitie, in het geheel geen diefstalverzekering voor zijn auto meer kan sluiten, juist is. Ook de aspirant-verzekerde die in aanraking is geweest met politie/justitie kan zijn auto tegen diefstal (WA/Casco) verzekeren, door te voldoen aan de door de verzekeringsmaatschappij aan die verzekering te stellen voorwaarden en tegen betaling van (wellicht hogere) premies, zoals de CV c.s. onweersproken hebben aangevoerd (nr. 4.11 antwoord). De rechtbank gaat er bij de schadeberekening dus vanuit dat ook indien [eiser] de bovenstaande vraag met ja had beantwoord, hij zijn auto (uiteindelijk) verzekerd had kunnen krijgen, maar dan tegen een hogere premie. Het moet er voor worden gehouden dat [eiser] die verzekering had kunnen inroepen voor de schade als vermeld in rov. 2.5, waarna de verzekeraar het door de schade-expert CED Nederland BV vastgestelde schadebedrag van € 21.500,- (dat niet door CV c.s. is betwist) zou hebben uitgekeerd. De schade wordt derhalve begroot op dat bedrag. Hiervan moet worden afgetrokken de extra door [eiser] te betalen premie voor de verzekering tegen diefstal omdat hij wel in aanraking is geweest met politie en/of justitie. Die extra premie wordt begroot op € 300,- per jaar over de jaren 2012, 2013 en 2014, dus in totaal € 900,-. De stelling van de CV c.s. dat niet duidelijk is dat de niet of onjuist opgegeven feiten de oorzaak zijn geweest van het niet willen uitkeren, wordt gepasseerd als onvoldoende onderbouwd. Juist van de CV c.s. mag uit hoofde van het vak dat zij uitoefenen, wat dit betreft een onderbouwd standpunt worden verlangd.

Uit de wijze waarop de schade is berekend, volgt dat de gevorderde vergoeding van de leasetermijnen niet voor vergoeding in aanmerking komt.

4.6.

De CV c.s. hebben terecht betwist dat, doordat de bemiddelingsovereenkomst tussen partijen geen handelsovereenkomst is, niet de wettelijke handelsrente, maar de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom verschuldigd is. Voor toewijzing van de vanaf medio 2012 gevorderde rente over de hoofdsom is noch in de bemiddelingsovereenkomst noch in de wet een grondslag te vinden en gelet op het verweer van de CV c.s. (conclusie van antwoord nummer 7.3) dat de wettelijke rente eerst toewijsbaar is vanaf het moment dat de schade voor [eiser] is ingetreden op 6 april 2014 zal de rechtbank de over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente, met inachtneming van rov. 4.5, vanaf die datum toewijzen.

Kosten en rentes

4.7.

De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.014,80 komen de rechtbank niet onredelijk voor en zullen worden toegewezen, met dien verstande dat nu [eiser] niet heeft gesteld op welke datum de buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk zijn betaald, de rechtbank de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW zal toewijzen met ingang van de dag der dagvaarding, 6 juni 2018.

4.8.

De CV c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:

- dagvaarding € 103,38

- griffierecht € 895,00

- salaris advocaat € 1.390,00 (2,0 punten × tarief € 695,00)

totaal € 2.388,38.

Ook in dit geval is alleen de over die kosten gevorderde wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW toewijsbaar.

4.9.

De gevorderde veroordeling in de nakosten is slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot en zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5 De beslissing

De rechtbank:

5.1.

verklaart voor recht dat de CV c.s. tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens [eiser] , voortvloeiende uit de tussen hen gesloten overeenkomst in de zin van artikel 6:74 BW en dat zij voor de door [eiser] geleden schade ten bedrage van € 20.600,- aansprakelijk zijn,

5.2.

veroordeelt de CV c.s., hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 20.600,-, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, van af 6 april 2014 tot de dag van volledige betaling,

5.3.

veroordeelt de CV c.s., hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.014,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 6 juni 2018,

5.4.

veroordeelt de CV c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 2.388,38, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de 15e dag na de dag van de ze uitspraak tot de dag van volledige betaling,

5.5.

veroordeelt de CV c.s., hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de CV c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van 14 dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

5.6.

verklaart dit vonnis, met uitzondering van de verklaring van recht, tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken.

type: CM


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature