Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Verwijtbare werkloosheid. Veelvuldig ziekteverzuim. Ontbindingsprocedure. Proforma verweer.

Uitspraak



RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht

Uitspraak ex artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht

Reg.nr.: 04/659 WW

Inzake het geding tussen

[A], wonende te [B], eiser,

gemachtigde: mr. J.J. Achterveld, werkzaam bij Rechtshulp Noord te Leeuwarden,

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder,

gemachtigde: P.J. Langius, werkzaam bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Procesverloop

Bij brief van 29 april 2004 heeft verweerder mededeling gedaan van zijn beslissing op het bezwaarschrift van eiser tegen het primaire besluit van 26 februari 2004, betreffende de weigering tot toekenning van een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW).

Tegen dit besluit is namens eiser beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

Het geding is behandeld ter zitting van de rechtbank, enkelvoudige kamer, op 8 maart 2005, waar eiser in persoon is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn bovengenoemde gemachtigde.

Motivering

Bij haar oordeelsvorming gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Eiser, geboren op 14 september 1973 is vanaf 3 mei 1999 werkzaam geweest als bouwvakhelper bij Aannemingsbedrijf [X] te [B] (hierna: de werkgever).

Eind oktober 2003 heeft de werkgever eiser op non-actief gesteld vanwege zijn hoge ziekteverzuim en omdat hij niet goed in de groep zou liggen. Bij verzoekschrift van 27 november 2003 heeft de werkgever de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst met eiser met ingang van1 januari 2004 te ontbinden wegens verschil van inzicht omtrent de wijze waarop aan eisers functie invulling moet worden gegeven. Namens eiser is in een verweerschrift de juistheid van de inhoud van het verzoekschrift niet betwist en primair geconcludeerd tot afwijzing van de vordering en subsidiair tot toewijzing onder toekenning van de door de werkgever aangeboden vergoeding. De kantonrechter heeft bij beschikking van 28 november 2003 de arbeidsovereenkomst tussen eiser en de werkgever per 1 januari 2004 ontbonden wegens gewijzigde omstandigheden.

Op 16 december 2003 heeft eiser een uitkering ingevolge de WW aangevraagd. Bij besluit van 26 februari 2004 heeft verweerder de gevraagde werkloosheidsuitkering blijvend geheel geweigerd met ingang van 5 januari 2004. Hierbij is aangegeven dat eiser verplicht is te voorkomen dat hij verwijtbaar werkloos wordt. Volgens verweerder had van eiser verwacht mogen worden dat hij inhoudelijk protest had ingediend tegen het verzoek tot ontbinding van de werkgever. De dienstbetrekking van eiser is beëindigd zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren zijn verbonden dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem gevergd zou kunnen worden, aldus verweerder.

Verweerder heeft het namens eiser tegen dit besluit ingestelde bezwaar bij het nu bestreden besluit ongegrond verklaard, omdat eiser verwijtbaar werkloos is geworden. Hiertoe heeft verweerder overwogen dat eiser zich onvoldoende tegen het ontslag heeft verweerd. Indien eiser deugdelijk verweer had gevoerd had dit kans van slagen gehad. Verweerder heeft voorts overwogen dat eiser weinig tot niets heeft gedaan om handhaving van zijn dienstverband te bewerkstelligen. Al voor de ontbinding door de kantonrechter bleek dat sprake is van een pro forma verweer. Verweerder acht het, gelet op het ontbreken van gegevens die op het tegendeel wijzen, niet aannemelijk dat eiser ten tijde van zijn dienstverband dermate slecht is gaan functioneren dat een verweer gericht op het instandhouden van zijn arbeidsovereenkomst geen kans van slagen zou hebben gehad. Volgens verweerder zijn er geen feiten en omstandigheden aangevoerd of gebleken op grond waarvan verminderde verwijtbaarheid of het ontbreken van verwijtbaarheid zou moeten worden aangenomen.

Namens eiser is in beroep aangevoerd dat verweerder volledig is voorbijgegaan aan de feitelijke situatie, die inhield dat tussen de werkgever en eiser een onhoudbare werksituatie was ontstaan, ten aanzien waarvan eiser geen verwijt treft. Dit is met name het gevolg van de omstandigheid dat de relatie met de collega’s van eiser volledig verstoord is geraakt. De situatie binnen het bedrijf en niet het functioneren van eiser zijn aanleiding geweest voor de ontbinding. Het voeren van een inhoudelijk verweer zou in een situatie als de onderhavige niet zinvol zijn. Een kantonrechter zal een werkgever en een werknemer niet tot elkaar veroordelen.

In dit geding moet worden beoordeeld of het bestreden besluit in rechte stand kan houden. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt.

Ingevolge artikel 24, eerste en tweede lid, van de WW, voor zover hier van belang, voorkomt de werknemer dat hij verwijtbaar werkloos wordt en is de werknemer verwijtbaar werkloos geworden indien:

a. hij zich verwijtbaar zodanig heeft gedragen dat hij redelijkerwijs heeft moeten begrijpen, dat dit gedrag de beëindiging van zijn dienstbetrekking tot gevolg zou kunnen hebben;

b. de dienstbetrekking eindigt of is beëindigd zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren zijn verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd.

Om verwijtbare werkloosheid te voorkomen dient de werknemer verweer te voeren tegen een verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de kantonrechter indien aannemelijk is dat het verweer slaagt.

Van de gedingstukken maakt deel uit een schriftelijke verklaring van 2 februari 2004, waaruit blijkt dat eiser tegenover J. Joustra, casemanager bij het UWV, onder meer heeft verklaard dat de werkgever hem op 23 oktober 2003 heeft meegedeeld niet verder met hem te willen, omdat bepaalde collega’s niet meer met hem willen werken en omdat hij ‘wat’ medische problemen heeft, dat hij niet akkoord is gegaan met het ontslag en vervolgens op non-actief is gesteld. Uit een onderzoeksrapport van L.F. Lemmens, medewerker Buitendienst bij het UWV, blijkt dat [C], (mede-)directeur van het bedrijf van de werkgever, op 10 februari 2004 heeft verklaard dat eiser is ontslagen wegens zijn veelvuldige ziekteverzuim (in 2000 gedurende drie maanden, in 2001 drie maanden, in 2002 zes maanden en in 2003 zes maanden), waardoor hij een zware last op zijn collega’s legde en op het bedrijf, omdat dit niet verzekerd is voor de Ziektewet, dat eiser wegens zijn zwakke gezondheid het werk als bouwvakhelper niet meer kon verrichten en dat hij na zijn werkhervatting in september 2003 aangepast werk als magazijnmedewerker heeft verricht, maar dat de werkgever hem niet blijven passend en lichter werk kon aanbieden. In een brief van 8 april 2004 heeft [C] (nogmaals) uiteengezet dat de reden voor het ontslag van eiser was gelegen in diens zwakke gestel, waardoor hij zijn werk niet aankon en door zijn collega’s buitenspel werd gezet.

Gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter zitting, kan de rechtbank verweerder niet volgen in zijn standpunt dat een inhoudelijk verweer tegen het ontbindingsverzoek kans van slagen zou hebben gehad. Gebleken is dat eiser zijn werkzaamheden veelvuldig en langdurig heeft verzuimd in verband met gezondheidsklachten en dat hij als gevolg van die klachten zijn werkzaamheden als bouwvakhelper niet meer (volledig) kon verrichten. Dit heeft er voorts toe geleid dat de verstandhouding en de samenwerking met zijn naaste collega’s verslechterde. Daarnaast is van belang dat de werkgever geen ander passend werk voor eiser beschikbaar had. Aldus acht de rechtbank geen aanknopingspunten aanwezig om aan te nemen dat het haalbaar was om de kantonrechter te overtuigen dat geen ontbinding zou moeten plaatsvinden. Dat eiser zijn aanvankelijke verzet tegen het ontslag heeft opgegeven en slechts formeel verweer heeft gevoerd, kan naar het oordeel van de rechtbank in de gegeven omstandigheden niet worden beschouwd als een gedraging die kan worden aangemerkt als verwijtbaar werkloos worden.

De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet in rechte kan worden gehandhaafd. Het beroep is gegrond. Verweerder dient opnieuw op het bezwaarschrift van eiser te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak.

De rechtbank acht termen aanwezig verweerder met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van eiser, welke met toepassing van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht worden vastgesteld op € 644,- (beroepschrift 1 punt, verschijnen ter zitting 1 punt, gewicht van de zaak gemiddeld, waarde per punt € 322,-).

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan eiser het betaalde griffierecht van € 37,- vergoedt;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 644,-, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Aldus gegeven door mr. E. de Witt, rechter, en door hem uitgesproken in het openbaar op

30 juni 2005 in tegenwoordigheid van mr. F. Aissa als griffier.

w.g. F. Aissa

w.g. E. de Witt

Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden hoger beroep instellen, behoudens het bepaalde in artikel 6:13 juncto 6:24 van de Awb . Indien u van dit rechtsmiddel gebruik wilt maken, dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een beroepschrift alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:

De Centrale Raad van Beroep

Postbus 16002

3500 DA Utrecht

In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.

Afschrift verzonden op: 1 juli 2005


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature